Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Taelman heeft het woord.
Minister, we weten allemaal dat sinds enige tijd meisjes uit het eerste en tweede middelbaar worden gevaccineerd met het Cervarixvaccin, dat inderdaad bescherming biedt tegen het humaan papillomavirus (HPV). Intussen is sinds dit voorjaar een nieuw vaccin op de markt, Gardasil 9, dat een betere bescherming zou bieden, van 70 tot 90 procent, maar ook een bredere bescherming voor andere kankergerelateerde aandoeningen, anogenitale kankers en precancereuze letsels. Het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) van Gent heeft de ouders geïnformeerd over het bestaan van dit vaccin, dat momenteel inderdaad nog niet gratis wordt aangeboden.
Minister, uiteraard kunt u voor dit schooljaar niet meer ingrijpen, maar in de toekomst zal er een nieuwe aanbesteding moeten gebeuren. Ik denk dat het na die brief van het CLB maar ook na de aanbevelingen van de Hoge Gezondheidsraad moeilijk ligt om niet de keuze voor dit nieuwe vaccin te maken maar het oude Cervarix te blijven gebruiken. Minister, hoe staat u tegenover deze aanbeveling van het CLB en welke gevolgen zal dit hebben voor de nieuwe aanbesteding?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
De huidige overheidsopdracht voor HPV-vaccins loopt nog tot eind juni van dit jaar. Wij zullen in het najaar een nieuwe procedure starten om een nieuwe toewijzing te kunnen doen. We zullen dat niet doen met een klassieke aanbesteding maar met een offerteaanvraag, waardoor we naast de prijs ook andere elementen kunnen laten spelen zoals kwaliteit, duur van de bescherming en dergelijke factoren meer.
Dat is de manier waarop we dat proberen aan te pakken. In juni zijn de CLB’s geïnformeerd over de vaccins die dit schooljaar beschikbaar zijn. Ik denk dat de meeste scholen de brieven al naar de ouders hebben gestuurd om te informeren en de toestemming te vragen. De partnerorganisatie die wij in Vlaanderen hebben om ons te adviseren, de Vlaamse Wetenschappelijke Vereniging voor Jeugdgezondheidszorg, is het eens met die strategie en met de vaccinatie zoals we daar voor dit jaar in hebben voorzien. De koepel, dus de partnerorganisatie, volgt dat initiatief niet, en als ik goed ben geïnformeerd, volgt ook de koepel van de CLB’s van het gemeenschapsonderwijs niet de redenering dat men ouders moet wijzen op de mogelijkheid van een ander vaccin dat beschermt tegen meer baarmoederhalskankers. Maar het bestaande vaccin, zo verzekert men me, is een vaccin dat in Europa nog altijd zijn nut bewijst en dus zonder problemen kan worden gebruikt.
Wij gaan dus die offerteprocedure doorlopen. U zult wel begrijpen dat er bij een aantal mensen toch wel wat bezorgdheid is. De vaccinaties via de CLB’s hebben tot gevolg dat er een zeer grote dekkingsgraad is: volgens de laatste studie is ongeveer 91 procent van de kinderen gevaccineerd. Wij hopen natuurlijk dat we dat systeem zo goed mogelijk kunnen blijven volhouden, ook al houden we natuurlijk rekening met het feit dat uiteraard ook andere artsen vaccins kunnen plaatsen.
U mag dus verwachten dat we in het begin van het volgend jaar daaromtrent een keuze zullen maken.
Mevrouw Taelman heeft het woord.
Minister, ik hoor met genoegen dat u op dit vlak nog andere criteria dan de prijs zult bekijken. We spreken over gezondheid en dan zijn natuurlijk kwaliteit en bescherming van de jonge kinderen tegen kankers zeker belangrijke elementen.
Er is ook het advies van de Hoge Gezondheidsraad om ook jongens in het vaccinatieschema op te nemen, en om eventueel ook informatie te verstrekken of een inhaalcampagne te doen voor alle jonge vrouwen en mannen van 15 tot 16 jaar. U zegt dat 91 procent is gevaccineerd. Dat is goed, maar een hogere dekkingsgraad zou natuurlijk nog meer resultaten opleveren voor de gezondheid op langere termijn. Hoe staat u daartegenover?
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
Minister, mevrouw Taelman zegt terecht dat dit vaccin kinderen behoedt en inent tegen kankers. Ik heb u vorige week nog gevraagd of u overweegt om dit vaccin, dat momenteel vooral aan meisjes wordt gegeven, ook open te trekken voor jongens. U wilde daar toen niet op antwoorden, want u wou eerst het advies van de Hoge Gezondheidsraad. Wel, dat advies is de dag erna gekomen.
Ik herhaal dus mijn vraag: zult u dit vaccin, dat ook jongens tegen een aantal kankers kan beschermen, wat onze volksgezondheid ten goede zal komen, ook opentrekken voor jongens?
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, we hebben het in de commissie inderdaad al vaak gehad over dit vaccin. Ik sluit mij aan bij de andere vraagstellers. De genderneutraliteit en de leeftijd staan duidelijk in het advies. Ik hoop dus dat we dit duidelijk zullen vormgeven in het vaccinatiebeleid.
Ik roep dan ook op om het nonavalent vaccin toe te passen aangezien de doelstelling toch is dat we Vlaanderen HPV-vrij willen maken. Met het nonavalent vaccin moet dit toch wel mogelijk zijn. Ik zou u graag horen zeggen dat u dat gaat opnemen bij de volgende aanbesteding.
De heer Bertels heeft het woord.
Het is inderdaad belangrijk dat de HPV-vaccinatie zo ruim mogelijk gebeurt. Over de genderneutraliteit hebben we het al even gehad in de commissie. Minister, ik neem aan dat u in de nieuwe offerteprocedure die u gaat opstarten die criteria zult opnemen, en dat u daarin dus impliciet mee gaat opnemen dat ook jongens in aanmerking kunnen komen voor het HPV-vaccin, dat ruimere bescherming biedt, ook voor de jongens. Ik zou u dat graag horen bevestigen. Ik vraag u dit voor de jongens van 9 tot 14 jaar, en met de inhaaloperatie voor de +14-jarigen, de 15-jarigen. Zult u bij het toewijzen van een nieuwe procedure die twee criteria opnemen, naast de kwaliteit, de duur van de bescherming en de kosteneffectiviteit? Daarbij is het belangrijk – en daar hebt u een punt – dat we via de school of de scholen blijven werken, om het HPV-vaccin toe te dienen aan onze kinderen, die die bescherming verdienen.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Collega’s, ik kan een aantal zaken volgen. Het zal u misschien verbazen, maar ik verwijs wel naar mijn antwoord in de commissie. Het is juist dat er ondertussen een advies is van de Hoge Gezondheidsraad. Dat betekent dat nu ook het element kosteneffectiviteit mee beoordeeld moet worden.
Als ik mij het antwoord nog goed herinner, heb ik begrepen dat daarover ook in het buitenland al wat studies bestaan. Dat is allemaal niet zo eenduidig en eenvoudig te beoordelen. Die oefening moet nu gebeuren, uiteraard in functie van een advies dat we ernstig moeten nemen. In die zin kan ik volgen. Ik neem aan dat onze administratie uitkijkt naar een procedure die zoveel mogelijk de opening laat in functie van de prijs, de kosteneffectiviteit en andere kwalitatieve elementen. Dat zal een goede optie zijn.
Ik wil toch nog eens onderschrijven wat ook de heer Bertels zegt. Wat ik heel belangrijk vind, is dat we qua vaccinatiestatus- en graad betreft echt wel bij de beteren zijn, internationaal gesproken. We moeten die unieke samenwerking met de CLB’s echt wel koesteren. In die zin is het cruciaal dat we zoveel mogelijk het net dichten, dat wie gevaccineerd wordt ook voldoende geregistreerd staat in Vaccinnet, zodat we heel duidelijk kunnen volgen wat de vaccinatiestatus van de ene of de andere is. De nieuwe offerteaanvraag zal wat dat betreft zeker elementen voor een beleidsbeslissing met zich meebrengen.
Mevrouw Taelman heeft het woord.
Minister, ik hoor hier van iedereen heel veel unanimiteit. Ik geloof dat de nieuwe aanbesteding, de opening die u laat, ook naar het bekijken van de adviezen daaromtrent, ons veel hoop biedt. We gaan allemaal voor meer vaccinaties, genderneutrale vaccinaties die de gezondheid van onze kinderen in de toekomst moeten beschermen.
Ik ben blij om dit allemaal te horen. Het mag ook eens goed nieuws zijn. (Applaus)
De actuele vraag is afgehandeld.