Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het gebruik van anabole steroïden in fitnesscentra
Verslag
De heer Bajart heeft het woord.
Recreatief dopinggebruik is een plaag. Het is zelfs een plaag die akelig gewoon wordt. Hoewel het breder is, gaat het over twee sporttakken in het bijzonder: fitness en bodybuilding. Is dat een verrassing? Neen. Is dat iets nieuws? Neen. Weten we dat? Ja, maar het is een problematische situatie. Daarom is het feit dat u de focus op de bestrijding van recreatief dopinggebruik legt, belangrijk. De bestrijding kan op twee manieren: door controle en eventuele bestraffing enerzijds of door preventie. Daarover gaat mijn vraag, in het bijzonder over het inzicht van dokter Cooman, die stelt dat, om preventie te kunnen onderstrepen, het misschien goed zou zijn om dopinggebruik aan te pakken via de invalshoek van de volksgezondheid, door de negatieve effecten van het gebruik van doping op de nieren, het hart en de lever duidelijk te maken. Die zijn immers van die aard dat men niet kan nalaten om de burger en de sporter in te lichten. Mijn vraag is: bent u het daarmee eens? Deelt u de visie van dokter Cooman?
De heer Poschet heeft het woord.
Het is lekker mooi weer. De zon schijnt. Wat is er plezanter bij goed weer om op een terrasje te zitten en naar mensen te kijken? Ik stel vast dat jaar na jaar de catwalk van de straat ‘verspiert’. Ik weet niet of het u opvalt, maar ik hou dat nauwlettend in de gaten, uiteraard vanuit een bekommernis voor het psychische en fysieke welzijn van onze medeburgers.
Gisteren hebben we gelezen waar dat vandaan komt. In 20 tot 30 procent van de geteste fitnessbezoekers in verdachte fitnesscentra – het gaat niet over alle fitnesscentra – worden anabole steroïden gevonden. Hans Cooman heeft dat inderdaad aangeklaagd. Hij zegt dat er een te grote maatschappelijke druk is om een sixpack te hebben. Tegenwoordig moet je al een eightpack hebben, dat is de sixpack van deze tijd, om nadien uiteraard met een selfiestick een foto van je mooie lijf op een zonnige bestemming op Facebook te smijten. Die psychische, sociale druk is dus geweldig groot. Dat leidt tot een enorme impact op de gezondheid: psychisch, leverfalen, maar ook depressie en eventueel zelfs Alzheimer, hoewel dat nog niet helemaal duidelijk is.
Minister, welke preventieve maatregelen gaat u extra nemen, samen met de fitnesssector, om dit probleem aan te pakken?
Minister Muyters heeft het woord.
Je kunt inderdaad de vraag stellen of dit doping is. Voor WADA gaat doping om het hebben van een eerlijke wedstrijd, om iedereen die aan de start komt, eerlijke kansen te geven om een wedstrijd te winnen. Wie vals speelt, wie doping neemt, wordt gecontroleerd en uitgesloten. Daarover gaat het hier niet. Soms wel in bodybuildingwedstrijden, maar dat is maar een klein stukje van alles waarover we hier spreken.
Hier gaat het eigenlijk over esthetiek, over het feit dat iemand er goed wil uitzien. Je zou het kunnen vergelijken met mensen die naar de zonnebank gaan om er goed uit te zien. Alleen hebben we hier duidelijk te maken met iets waarbij je er misschien goed uitziet, maar dat zeer schadelijk is voor je gezondheid.
Hoe kunnen we daar het best op ingrijpen? Dat kan door te sensibiliseren. Met die sensibilisering zijn we al een tijd bezig. Een dik jaar geleden hebben we met de Nationale Antidopingorganisatie Vlaanderen (NADO) en de fitnessorganisaties een charter opgesteld. Dat charter zegt heel duidelijk dat ze meegaan in een preventief beleid en dat ze in de fitnessclub uithangen dat ze geen anabole steroïden of andere verboden producten zullen verkopen of aanraden aan hun sporters. Wie het zuiver wil doen, kan gerust naar die fitnesscentra gaan waar dat uithangt. Dat is het belangrijkste. Daarop moeten we blijven inzetten. We evalueren nu het eerste charter. We gaan dat verbeteren en bijschaven. Ik blijf inzetten op de sensibilisering.
We moeten natuurlijk ook controle blijven doen. Die doen we meestal gericht als er signalen zijn. We doen dat met de politie en het gerecht omdat het belangrijk is dat dat samen gebeurt. Vandaar de hoge cijfers. Mochten we bij alle fitnesscentra gaan, we zouden veel lagere cijfers hebben. Doordat we gericht zoeken, merken we dat er bij 20 tot 30 procent verdachte producten worden verkocht.
Een groot probleem is ook het kopen van die producten op internet. Je vindt wat je zoekt op internet, en het wordt anoniem opgestuurd. Dat moeten we nog ruimer aanpakken. Bij WADA hebben we dat al besproken. We hebben ook Interpol uitgenodigd en we hebben samen bekeken wat we kunnen doen. Ook het gerecht en de politie worden daarbij betrokken. Dit is een groot probleem dat we niet zomaar oplossen.
De sensibilisering is het fundamentele onderdeel van het geheel. Vlaanderen en de Scandinavische landen zijn daarin koploper. NADO zet daarop in en doet controle en sensibiliseert samen met de sector. We krijgen daarin opvolging. Mijn Waalse collega start er nu ook mee. Vorige week was er een congres in Olso, waarop WADA die problematiek duidelijk heeft aangekaart en waarbij Vlaanderen als voorbeeld naar voren werd geschoven.
Mijn conclusie is dat het probleem niet is opgelost. We pakken het aan en dat zullen we blijven doen en daar waar we kunnen, verbeteren, zeker op het vlak van sensibilisering.
De heer Bajart heeft het woord.
Minister, ik dank u. Dat is duidelijk. Ik volg u in uw sensibilisering. Maar ik stel mij de vraag hoe we de eventuele gebruikers nog duidelijk kunnen stellen dat dit hun lichaam kapotmaakt.
En als we dat bekijken via sport, kom je snel via deductie naar het competitiegevoel, naar het wedstrijdgevoel en dus de algemene boodschap dat het gebruik van anabole steroïden in feite competitievervalsing is. En wat zegt de recreatieve gebruiker dan? Ik doe niet aan competitie, dus voor mij is dat oké. En dat is volgens mij een probleem. Het is niet om te zeggen ‘je mag dat niet doen’, maar eerder: ‘doe dat niet, want dat maakt uw lichaam kapot, zeker op lange termijn’.
Minister, hebt u al gesprekken gevoerd met uw collega in de regering, minister Vandeurzen? En bent u van plan om dat te doen of hebt u dat al gedaan op federaal niveau, met minister De Block?
De heer Poschet heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is inderdaad een brede problematiek. Het gaat over gezondheid, over ethisch sporten en voor een deel ook over de jeugd, want het is vooral bij de jongeren populairder aan het worden. Het gaat ook over het mentale welzijn. Er zijn verschillende beleidsdomeinen, verschillende ministers bij betrokken. En omdat het een veelzijdig probleem is, is ook de oplossing veelzijdig.
U hebt erop gewezen dat een partnership met de fitnesssector belangrijk is. Ik denk dat dat absoluut zo is. Maar ik denk dat er ook strengere controles nodig zijn in de fitnesscentra. Ze winnen daar zelf ook bij.
Er zijn ook al campagnes geweest – dat is misschien de kern van de zaak – rond normale lijven. De vraagsteller in dezen is dopingvrij – misschien een beetje helaas, als ik mezelf soms in de spiegel bekijk. Ik denk dat het belangrijk is om te werken rond wat de norm van een normaal lijf is.
Minister, mijn vraag is: zult u rond de bredere aanpak hiervan samen zitten met uw collega’s?
Wie ziet er goed uit en wenst aan te sluiten?
De heer Moyaers heeft het woord.
Voorzitter, ik dank u. Minister, ik heb gisteren in het nieuws terecht horen zeggen dat de problematiek iets verder reikt dan Vlaanderen alleen. Het feit dat je slechts een paar muisklikken verwijderd bent van het gewenst pakketje anabolen dat je kunt aankopen – anoniem dan nog, of relatief anoniem – zegt alleen maar dat een internationale aanpak absoluut nodig is.
Maar ik denk dat we ook onze eigen rol hierin zeker niet mogen onderschatten. Er wordt absoluut streng gecontroleerd in de zogenaamde verdachte fitnesscentra. Maar iemand die betrapt wordt, krijgt naast een geldboete ook een fitnessverbod van vier jaar lang in die club. En eigenlijk vind ik dat misschien een verkeerd signaal, omdat je dan iemand thuislaat en er daardoor geen controle op hebt. Hij kan dus nog altijd die anabolen kopen.
Inzetten op sensibilisering is zeker belangrijk, maar tegelijkertijd moeten we de gezonde beweging blijven stimuleren en de negatieve effecten van anabolen dermate ernstig beschouwen dat een professionele begeleiding zeker nodig is, ook voor de jongeren die gezondigd hebben.
Mijn vraag is daarom heel specifiek: is er al eens over nagedacht om, net zoals in Scandinavië, specifieke, gespecialiseerde centra op te richten die zich echt toeleggen op de verslavingsproblematiek ten gevolge van die anabolen?
De heer Caron heeft het woord.
Minister, voorzitter, ik zie eigenlijk niets nieuws onder de zon. Laat ons eerlijk zijn met elkaar: die vragen zijn hier zes, zeven, acht jaar geleden ook gesteld. En de problematiek is niet verminderd.
En als je, zoals u zegt, gericht controleert, dan kom je tot die cijfers. Maar dat is niet zo belangrijk. Wat wel belangrijk is, is dat er wel degelijk een wijdverbreid gebruik is, dat heel sterk onder de radar blijft: fitnesscentra die niet aangesloten zijn, privégebruik enzovoort. Het is al allemaal vernoemd.
Het probleem alleen aanpakken via de klassieke dopingtechnieken, zal niet werken. Het is namelijk ook geen competitieve kwestie. Het gaat hier over de beeldvorming van de sixpack. Ik refereer even aan de beeldvorming die in bepaalde sferen van mensen leeft: Temptation Island, Ex on the beach. Het gaat over dat soort verhaal, dat soort mentaliteit, die opgang maakt in de samenleving en waaraan een aantal, vooral jongere, mensen zich fysiek willen spiegelen.
Ik heb een vraag om uitleg ingediend aan u, aan minister Vandeurzen, en aan minister Gatz. Minister, het moet ook strafrechtelijk worden aangepakt. Ik wil u vragen om dat integraal te doen.
De heer Wynants heeft het woord.
Voorzitter, ik hoop dat ik er nog goed uitzie. Ik sluit me hier natuurlijk bij aan. Het stijgend anabolicagebruik in het fitnesscentrum is nefast. Ik heb echter het gevoel dat dit niet echt aan sport is gerelateerd. Het is vooral gerelateerd aan ons verkeerd lichaamsbeeld en schoonheidsideaal. Daarvoor worden anabolica gebruikt. Dat is mijn persoonlijke mening.
Minister, u hebt verklaard dat u preventieve maatregelen zult nemen en dat u zult sensibiliseren. Het is vooral belangrijk dat u dit doet in samenspraak met de minister van Volksgezondheid. We zullen minister Vandeurzen moeten raadplegen. Hij kan ook helpen. Het gaat niet enkel om sport. Dit gaat veel breder.
Minister Muyters heeft het woord.
Ik zal niet veel meer zeggen, want ik kan me aansluiten bij alles wat al is gezegd. Ik ben het ermee eens dat dit geen nieuw probleem is. We sensibiliseren al. We zoeken de juiste invalshoek. Ik ben het er helemaal mee eens dat dit lichamen kapotmaakt. De conclusie die ik wil trekken, is dat we moeten blijven doen wat we doen. Om te beginnen, moeten we gericht blijven controleren en sensibiliseren. Dit moet vanuit het beleidsdomein Sport gebeuren. Op basis van wat in het Vlaams Parlement naar voren is gebracht, zal ik een initiatief nemen. De Waalse minister van Sport is hierop beginnen in te zetten. Ik zal, samen met hem en met de bevoegde federale en Vlaamse ministers, een initiatief nemen om iedereen met betrekking tot deze problematiek rond de tafel te brengen. We zullen nagaan wat we samen nog beter kunnen doen dan wat we in het verleden al vanuit het beleidsdomein Sport hebben gedaan.
De heer Bajart heeft het woord.
Minister, ik heb mijn vragen gesteld en ik heb hierover luidop nagedacht. U bent hierop ingegaan. Ik heb dan ook geen bijkomende vragen.
De heer Poschet heeft het woord.
Ik wil nog even terugkomen op het veranderd beeld. Als we de superhelden en de spierbundels in de films uit de jaren 1950 en 1960 vergelijken met de lichamen van hun opvolgers in hedendaagse films, is het fysiek verschil ongelooflijk. Dat verschil is te groot om enkel aan een andere voeding te wijten. De lat voor het perfecte lichaam wordt steeds hoger gelegd. We moeten hier ten gronde iets aan doen.
Minister, ik ben blij dat u in dit verband ruim wilt consulteren, ook buiten de grenzen van de Vlaamse Gemeenschap. Ik hoop dat mijn slotrepliek niet het einde van het debat vormt. Gezien de heer Caron hierover een vraag om uitleg zal stellen, reken ik erop dat we hierover verder zullen kunnen discussiëren en dat we dit probleem ten gronde zullen aanpakken. (Applaus bij CD&V)
De actuele vragen zijn afgehandeld.