Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de rol van de media in een adequaat anti(cyber)pestbeleid
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Gatz.
Mevrouw Celis heeft het woord.
Mijnheer de minister, mevrouw de minister, sociale media vormen voor onze jonge mensen, en bij uitbreiding tegenwoordig ook voor alle volwassenen, een zeer belangrijk medium. Wij hebben de laatste weken spijtig genoeg niet alleen het positieve van dat medium mogen ondervinden, maar zeker ook het negatieve. Onze collega Piet De Bruyn heeft vorige week naar aanleiding van een zelfdoding nog een vraag om uitleg gesteld, en afgelopen maandag hebben we het spijtige voorval kunnen zien, weer op sociale media, van zwaar pestgedrag. Voor mij waren dat misselijkmakende beelden die opgenomen werden, van een tiener die zeer zwaar werd aangepakt.
Alles wordt wel gefilmd, maar je ziet op die opname nergens dat er enige hulp wordt geboden.
Sociale media zijn natuurlijk een zeer moeilijk geval. Pesten kan daar ongestoord op voortgaan. Dat gaat ook na de schooluren en tijdens het weekend voort. Het is niet alleen een verantwoordelijkheid binnen de scholen. We moeten ook bekijken hoe er in verenigingen mee wordt omgegaan. We moeten zeker ook bekijken wat de verantwoordelijkheid is van ouders.
Minister, welke stappen kunt u vanuit uw beleid, maar zeker ook vanuit de domeinen van uw collega’s, ondernemen om het pesten, en zeker cyberpesten, maximaal aan te pakken?
Mevrouw Segers heeft het woord.
Zoals zovelen was ook ik absoluut gechoqueerd door het vreselijke bericht over het extreme geweld – dit ging verder dan pesten, dit was extreem geweld – tegen een 12-jarige jongen. Maar ik was ook gechoqueerd door het feit dat enkele belangrijke nieuwssites niet alleen het bericht brachten – dat moet zeker gebeuren – maar het ook nodig vonden om het filmpje frontaal op hun homepage te plaatsen. Daardoor helpen ze het bericht verder te verspreiden. Hierdoor zal het slachtoffer altijd opnieuw worden geconfronteerd met het trauma, dat hij zal blijven herbeleven. Maar het staat ook een adequate aanpak van de daders in de weg.
De Vlaamse Vereniging vanJournalisten (VVJ) doet heel zinvol werk als het gaat over mediarichtlijnen in verband met bijzonder gevoelige thema’s. Met betrekking tot pesten zijn die er nog niet. Minister, gaat u de VVJ aansporen om een mediarichtlijn uit te vaardigen met betrekking tot pesten en cyberpesten?
Minister Gatz heeft het woord.
Mevrouw Segers en mevrouw Celis, dank u wel. Voorzitter, aangezien ik vandaag inderdaad even voor twee tel en ook namens minister Crevits antwoord, kan het zijn dat mijn antwoord iets langer wordt.
Laat mij toe het met u eens te zijn – en ik denk dat dat voor het hele parlement zo is – dat de beelden die we hebben mogen of moeten aanschouwen, zonder meer weerzinwekkend zijn. Wij hopen dat het gerecht nu zijn werk zal doen om de daders hun verdiende loon te geven. Ik denk dat ik daarmee helemaal niets verkeerd zeg.
Ik ga eerst in op het media-aspect en ik ga dan dieper in op onderwijs.
Wat kunnen we doen in een samenleving die terecht de vrijheid van de media koestert, om de media te laten doen wat zij moeten doen, wetende dat er een aantal regels zijn? Staatssecretaris De Backer zei gisteren nog dat er met betrekking tot de privacy van de jongeren toch wel een grens is om die beelden überhaupt te kunnen vertonen. Ik kan u daarover alleen maar zeggen dat uit de contacten die ik heb met de Raad voor de Journalistiek, en anderzijds met de VVJ, blijkt dat zij bekijken hoe zij daarrond nog betere en duidelijker onderbouwde richtlijnen kunnen geven. U weet dat die al bestaan. Ik wil ook benadrukken dat de meeste journalisten die richtlijnen hanteren. Een aantal zijn gisteren wel voor een morele vraag komen te staan, een dilemma: kan men die beelden gebruiken? En dan ga ik er nog van uit dat men dat doet vanuit journalistieke overwegingen. Ik mag hopen dat het niet gaat over clickbait, om zeer veel mensen naar hun websites te lokken. Ik zou hen toch willen oproepen om ernstig over dit dilemma na te denken.
Gelukkig zijn er gisteren toch maatregelen genomen. Mevrouw Segers, de Raad voor de Journalistiek werkt op basis van klachten, maar zal zich, vanwege het zeer ernstige karakter van het incident, toch ook wel buigen over het filmpje. De VVJ zal de zaak verder intern bekijken. Ik volg het wel mee op, want mijn bezorgdheid is ook de uwe.
Wij proberen, samen met de ministers Crevits, Vandeurzen en Muyters, een plan tegen pesten ten uitvoer te leggen. Dat gaat over een hele reeks maatregelen, zoals het kindvriendelijker maken van de hulplijn 1712. Dat gaat ook over het lanceren van het No Hate Speech Platform. Mevrouw Celis, in de samenleving doen niet alleen jeugdorganisaties, maar ook steden en gemeenten, universiteiten en bijvoorbeeld ook de Koninklijke Voetbalbond daaraan mee, om op die manier duidelijk te maken dat we niet akkoord gaan met haatspraak. We hebben ook ons Kenniscentrum Mediawijsheid. We ondersteunen het Netwerk Kies Kleur tegen Pesten. We doen dus al een aantal zaken om in de breedte het pesten tegen te gaan.
In het onderwijs in het bijzonder zijn er toch ook wel een aantal zeer belangrijke acties. Als lid van de commissie Onderwijs bent u zeker al op de hoogte van een aantal elementen.
Het gaat natuurlijk eerst en vooral over eindtermen, waarin men heel de mediawijsheid, maar ook de verantwoordelijkheid die men als mediaspeler op social media heeft, leert kennen en beheersen. Dat zit dus in de eindtermen.
Ook de sociale vaardigheden van kinderen komen in het onderwijs mee aan bod en worden daar ontwikkeld.
Er is ook een brochure die een warme schoolcultuur mogelijk wil maken, waarin pesten moeilijker kan gedijen. Daarin zitten een aantal heel concrete handvatten en tips om scholen mee aan de slag te laten gaan. Maar specifiek rond het cyberpesten is er dan nog eens een aparte tool die daarop aansluit, waarbij men duidelijk wil aangeven dat pesten goed moet worden herkend en dat dat het belangrijkste is. Je moet heel snel kunnen zien wanneer men uit de bocht gaat. De beste manier om pesten tegen te gaan, is te praten en te zeggen dat het niet kan, en liefst niet met één persoon, maar met verschillende personen tegelijk. Al die dingen samen worden door vele onderwijspartners binnen en rond de school meegenomen. Ik noem ook Klasse en Sensoa. Daarnaast is er een duidelijk aanbod voor ouders om rond cyberpesten via de Gezinsbond, via Child Focus, via de onderwijskoepels informatievergaderingen te geven.
Dus ja, wij werken wel degelijk al in de breedte. Er worden daarvoor ook middelen vrijgemaakt. Ik kan helaas niet uitsluiten dat een incident zoals het gisteren, eergisteren of de dag daarvoor heeft plaatsgevonden, zich zou herhalen. In die zin dank ik u ook voor uw vraag. Want het is door hierover een publiek debat te voeren, dat we dit ook over de grenzen van meerderheid en oppositie heen kunnen versterken en kunnen zeggen dat we dit niet toelaten, ten aanzien van de pesters, maar ook ten aanzien van diegenen die misplaatst bepaalde beelden kunnen gebruiken en verder verspreiden.
Mevrouw Celis heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw zeer uitvoerig antwoord. Ik ben heel blij dat u uw collega-ministers vernoemt vanuit de domeinen Sport, Welzijn en zeker ook Onderwijs. Want dat geeft toch aan dat het een issue, een item is dat breed door de Vlaamse Regering wordt opgevolgd en waarvoor heel veel aandacht is. Dat zijn zaken die ik bijzonder graag hoor.
Vorig jaar heeft de Universiteit Gent een bevraging gedaan, waaruit bleek dat 19,3 procent van de studenten, een kleine 20 procent dus, aangeeft te worden gevat door pestgedrag. U hebt een aantal voorbeelden aangehaald van zaken die er inderdaad zijn. Samen met minister Crevits ondersteunt u Mediawijsheid. De Cyber-Scan is ontwikkeld. Evengoed is er de tussenkomst van de Conflixers en dergelijke. Er bestaat dus inderdaad heel wat.
Maar, zowel scholen als verenigingen geven aan dat men heel dikwijls door de bomen het bos niet meer ziet. Sommige scholen hebben een zeer duidelijk pestbeleid. Voor anderen ligt dat een stuk moeilijker.
Ik zou u willen vragen om een instrument te ontwikkelen om het heel vlot bij scholen en verenigingen te krijgen en een evaluatie te doen van het resultaat van heel het pestbeleid dat wordt gevoerd.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ik ben ten eerste blij te horen dat de Raad voor de Journalistiek en de Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ) bereid zijn om verder te bekijken hoe het beter kan. Dat is nodig, want u drukte het voorzichtig uit, maar ik denk dat een aantal media gisteren de clickbait en de reclame-inkomsten belangrijker vonden dan deontologie, ethiek en bescherming van minderjarigen. Er is daar nog een hele lange weg te gaan.
Ten tweede, met betrekking tot de opsomming die u geeft inzake het cyberpesten en pestbeleid van de Vlaamse Regering, vind ik het absoluut een gedeelde verantwoordelijkheid. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid van ons allen: onderwijs, ouders, middenveld en ook beleid, om ervoor te zorgen dat die verantwoordelijkheid effectief wordt opgenomen.
Tot op vandaag zie ik inzake cyberpesten en pesten echter nog te veel losse initiatieven. Een echte transversale, gecoördineerde aanpak, beleidsoverschrijdend en niveau-overschrijdend, heb ik nog niet gezien. Mijn vraag is: op welke manier zult u uw collega’s ervan overtuigen om echt tot een structurele aanpak te komen?
Mevrouw Vera Jans heeft het woord.
Minister, we hebben al sinds 2004 mediarichtlijnen. Sinds 2004. Telkens opnieuw zien we dat die nodig zijn. Bij een suïcide van een bekend persoon of wanneer er in een bepaalde televisieserie zaken gebeuren, zien we een opflakkering van de oproepen, zien we copycatgedrag, en steeds opnieuw beklemtonen we in de commissie hoe belangrijk dat is. Vorige maand nog in een debat in de commissie Welzijn heeft minister Vandeurzen, in overleg met u allen, aangekondigd dat de mediarichtlijnen niet alleen voor de geschreven media blijven gelden, maar dat we moeten uitbreiden naar fictie en sociale media. Ook over sexting en cyberpesten worden hier zo vaak vragen gesteld.
Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat we ons stilaan ten volle bewust worden van de omvang en de moeilijkheid van dat probleem. Ik en mijn fractie willen heel graag samen met u nadenken over hoe we van preventie en sensibilisatie kunnen evolueren naar een iets meer dwingende aanpak. Collega Segers, ik deel wat u zegt in uw open tribune vandaag dat u die filmpjes niet wilt zien. Ik kom steeds meer videofragmenten tegen op sociale media die ik niet wil zien, die daar niet moeten staan en waar het gezond verstand niet primeert.
Voorzitter, ik ondersteun de vragen naar een betere samenwerking met scholen en verenigingen, maar ik wil ook dat men ten aanzien van de ouders gaat kijken hoe we dit een plek kunnen geven, want hier rijst volgens mij ook een individuele verantwoordelijkheid.
De heer De Ro heeft het woord.
Minister, u sprak zelf over mediawijsheid. Zowel in uw plannen als in die van minister Crevits krijgt mediawijsheid een bijzondere plaats.
U verwees ook naar de eindtermen. U weet dat we in volle eindstrijd zijn wat de eindtermen betreft. Kunnen we in dit geval en bij de zaken die aangeklaagd worden, als kerngroep eindtermen dingen versterken rond mediawijsheid en rond kinderrechten? Uiteindelijk zit het omgaan met privacy en elkaars privacy verweven in kinderrechten, in alles wat kinderen kunnen en waar ze recht op hebben en tegen kunnen protesteren. Vindt u en vindt de minister van Onderwijs dat daar nog meer moet gebeuren? Of gaat het vooral over uitvoering, programma's en materiaal ter beschikking te stellen?
De heer Caron heeft het woord.
Dank u wel, minister en collega's, voor de aandacht voor het thema. Ik ga de inrijpoort van de media nemen om mijn tussenkomst te houden.
Het is eigenlijk een kwestie van een afweging tussen ethiek en sensatiezucht als het over de regulering in media gaat. Tonen we dat filmpje wel? Wie gisteren De Afspraak zag, weet dat sommige journalisten dat bewust niet gedaan hebben, maar andere wel. De vrijheid van de pers is een heilig goed, maar dat is een dilemma, want dat botst met name op de afweging of je als krant dit soort filmpjes al dan niet op je site zet. Ik pleit ervoor om dezelfde regulering van de media als principe te behouden want anders ga je ook aan de persvrijheid zitten krabben.
Ik doe een oproep aan de minister maar vooral aan het veld, aan de mediasector zelf, om daar rigoureuzer, voor zichzelf strenger mee om te gaan. Ik doe ook een oproep aan de social media, de Facebooks van deze wereld, om daar zelf ook in op te treden zoals staatssecretaris De Backer gisteren ook zei. Een blote tiet wordt meteen van Facebook gehaald, maar grof geweld kan er blijven staan. Dat is niet aanvaardbaar.
Minister Gatz heeft het woord.
Ik dank de bijkomende vraagstellers die een aantal elementen aanbrachten. Mevrouw Jans, het is natuurlijk een zeer breed gegeven. Hoe krijg je er pak op? Ik denk dat de bijkomende vraag van de heer De Ro wel helpt. Op het eerste gezicht lijkt het immers niet nodig om nog gedetailleerder te zijn in een aantal zaken die met de eindtermen te maken hebben. Maar het is zoals mevrouw Celis zei – ik heb zelfs nog niet alle maatregelen kunnen opnoemen, het zijn er een heleboel –, hoe zorgen we ervoor dat ze operationeel nog beter op elkaar aansluiten en hoe kunnen we ze evalueren? Daarin is wel degelijk in het antipestplan, als ik het zo mag noemen, van de Vlaamse Regering voorzien.
Concreet denk ik dat we nu meer doen dan ooit. De vraag is of er nog een aantal dingen iets te veel naast elkaar, parallel met elkaar, lopen en hoe we die vooral in scholen, maar ook in de thuissituatie, nog sterkere handvatten kunnen geven. Dat zijn zaken die we om de drie en om de zes maanden evalueren met de administraties en met de kabinetten, met de verantwoordelijken binnen Media en Onderwijs. Geloof mij, wij maken daarin wel degelijk substantiële vooruitgang. Maar geloof me evenzeer, ik zal nooit kunnen uitsluiten, en ook minister Crevits kan dat niet, dat er zich morgen opnieuw zoiets voordoet.
Ik ben voorzichtig in mijn uitspraak als ik zeg dat dit gelukkig eerder de uitzondering is, maar er wordt zeker nog veel gepest, want één op vijf is veel. Dat heeft evenveel met de menselijke aard te maken als met het beleid dat daar een antwoord wil op bieden. Ik ben het er absoluut mee eens dat we nog beter moeten samenwerken, nog beter moeten evalueren. In de commissies Onderwijs, Welzijn en Jeugd gaan we verder in de diepte debatteren.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Gatz, u hebt dat goed gedaan. Ik wil nog even aanvullen in verband met de eindtermen. Wij zijn echt aan het zoeken hoe we de Vlaamse Scholierenkoepel nog extra kunnen ondersteunen, omdat we zien dat de sociale inspanningen die jongeren ten opzichte van elkaar ondernemen om een pestvrij klimaat op school te creëren, echt vruchten afwerpen. De koepel is wat dat betreft vragende partij om nog een tandje bij te steken. Jongeren kennen elkaars cultuur het best. Ze zien vaak het snelst waar een explosieve situatie ontstaat. We gaan na of we daar iemand extra kunnen op inzetten om nog veel meer jongeren te bereiken dan vandaag. U had er een concrete vraag over.
Ministers, het was bijzonder aangenaam om te horen dat het voor jullie zeer belangrijk is om hierop te blijven inzetten, zeker ook op de evaluatie. Initiatieven nemen is goed, als ze resultaten opleveren is dat OK, anders moeten we nagaan hoe we dit verder kunnen ondersteunen en versterken.
De zaken die jongeren op sociale media gooien, daar hebben we niet altijd impact op. Ik begrijp dat ook. Dat zal niet de reden zijn dat er morgen, overmorgen of volgende week niet nog iets anders kan komen. Jongeren beseffen misschien te weinig de gevolgen van wat zij allemaal posten. De emotionele en sociale gevolgen voor de slachtoffers zijn natuurlijk enorm. We moeten dat absoluut bewaken. Ik zou nog eens een oproep willen doen omdat het thema mij zo na aan het hart ligt.
Ik heb een voorstel van resolutie opgesteld en dat circuleert nu binnen de meerderheid. Ik hoop echt dat we daar in de heel nabije toekomst werk van kunnen maken om hier definitief een antwoord op te kunnen bieden.
Minister, u zegt: ‘We maken vooruitgang’. We maken helemaal geen vooruitgang. Het pesten krijgen we niet uit de wereld, we gaan het nooit volledig uit de wereld krijgen. We moeten wel een kader scheppen waarmee we het pesten en cyberpesten maximaal kunnen indijken.
Ik ben heel blij te horen dat er bij de collega’s van de meerderheid vandaag een grote eensgezindheid bestaat dat we dringend en dwingend absoluut een beleid moeten maken. Mevrouw Celis heeft een voorstel van resolutie klaar vanuit de meerderheid. Beste collega’s, u weet dat ik vorig jaar ook een voorstel van resolutie hebt ingediend, een grondige tekst, voor een sterk transversaal beleid, overkoepelend en met linken naar de federale overheid. Ik reik u de hand om beide voorstellen samen te leggen, ik denk dat er grote eensgezindheid over kan bestaan, ik denk dat we dit met ons allen partijoverschrijdend moeten aanpakken.
De actuele vragen zijn afgehandeld.