Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, aan de orde is het actualiteitsdebat over het overleg betreffende de spoorinvesteringen en het realiseren van de Vlaamse spoorprioriteiten.
Het debat is geopend. De spreektijd is 7 minuten.
De heer Van Campenhout heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, toen bekend raakte dat de Federale Regering aan Infrabel een extra leningsmachtiging toekende van 1 miljard euro, grotendeels om het GEN Brussel af te werken, opende dit perspectieven. In het kader van de 60/40-verdeelsleutel die vandaag nog altijd bestaat … Ik heb in de commissie Infrastructuur in de Kamer gezeten en heb daar heroïsche debatten gevoerd met federaal minister Bellot over die onrechtvaardige 60/40-sleutel. Vandaag is het een beetje cynisch dat minister Bellot nu aan de bron zit.
368 miljoen euro zou worden bestemd voor projecten die het Vlaamse Gewest naar voren schuift. Die projecten zijn uitgewerkt en verantwoord in de Vlaamse spoorstrategie en worden kamerbreed gedragen. Bovenaan de lijst staat voor het reizigersverkeer de lijn 18 Hasselt-Neerpelt en natuurlijk 204, de opwaardering Gent-Zelzate, en voor het goederenvervoer natuurlijk de tweede spooraansluiting.
Tijdens het overlegmoment van het Executief Comité van de ministers van Mobiliteit …
De heer Rzoska heeft het woord.
Mijnheer Van Campenhout, ik heb u goed beluisterd en u begint onmiddellijk te schieten op federaal minister Bellot, maar er moet me toch iets ontgaan zijn. Ik probeer de media van dichtbij te volgen en ik denk dat de N-VA nog altijd in de Federale Regering zit. Ik kan me voorstellen dat de minister een contact heeft in de Federale Regering, tenzij deze namiddag de N-VA uit de Federale Regering is gestapt.
Ik begrijp niet goed dat u hier begint te schieten op federaal minister Bellot terwijl u zelf aan de overkant van de straat aan de knoppen zit. De N-VA is de grootste partij hier en aan de overkant van de straat. Wie is nu eigenlijk de baas in dit land? Is de N-VA nog de baas van Vlaanderen en de baas van België of niet meer?
Toen ik in de commissie Infrastructuur zat, schoot ik evenveel op federaal minister Durant, die toen ook in de regering zat. U zit in de politiek, u weet dat een ministeriële verantwoordelijkheid anders is dan bijvoorbeeld de verantwoordelijkheid van een schepen in een stad of gemeente. Een minister heeft persoonlijk veel meer te zeggen. Maar mijn fractieleider wil nog aanvullen.
Mijnheer Van Campenhout, volgens mij zijn het investeringsvolume bij de NMBS en Infrabel en de beslissingen daarover, collegiale beslissingen van de Federale Regering. Collegiaal. Daar zit uw partij mee aan de knoppen. Ik vraag me dus af waarom u dit Vlaams Parlement gebruikt om de communautaire trom te roeren, terwijl u zelf aan de overkant van de straat en de knoppen draait.
De heer Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Rzoska, ik heb collega Van Campenhout niet horen kappen op minister Bellot. Hij heeft amper iets kunnen zeggen voor u hem onderbrak.
Als u spreekt over de N-VA die uit de Federale Regering stapt, dan neemt u uw dromen voor werkelijkheid. Het is overduidelijk dat ook ministers, ook in een coalitieregering, een eigen verantwoordelijkheid hebben. Zij kunnen voorstellen doen en er wordt natuurlijk overleg gepleegd. Ons standpunt vanuit het Vlaams Parlement is overduidelijk dat we die Vlaamse spoorbelangen moeten verdedigen. Dat willen we hier ter sprake brengen.
Dat zal in overleg moeten gebeuren met de federale coalitiepartners, absoluut. Dat betekent niet dat wij hier niet kunnen wijzen op die belangen qua mobiliteit voor Vlaanderen.
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, ik was ook een beetje verrast door het vroegtijdig interpelleren van de heer Van Campenhout door de heer Rzoska. Maar de collega heeft wel gelijk. Het is wel gemakkelijk om hier te zeggen: we gaan de spoorbelangen verdedigen. Ik denk dat wij kamerbreed achter de elf prioriteiten staan.
De N-VA is wel de grootste Vlaamse regeringspartner in de Federale Regering en gebruikt zijn kracht of macht niet om bepaalde zaken te realiseren.
Ik was eigenlijk van plan om daar tijdens mijn betoog op verder te borduren, minister. U hebt in februari gepleit voor de splitsing van de NMBS. Ik citeer u, en misschien kunt u daar dan op reageren: “We maken dan onze eigen keuzes met onze eigen centen. We kunnen het spoorbeleid afstemmen op de Vlaamse economische noden, bijvoorbeeld het versterken van het goederenvervoer.”
Mijnheer Sintobin, ik stel voor dat u die vraag straks stelt. Het ging nu over het inhakken op minister Bellot. Daar gaat het debat nu over. U probeert er een andere wending aan te geven, maar u kunt daar straks op terug komen.
Het gaat erover, voorzitter, wat de N-VA als grootste Vlaamse partner doet in de Federale Regering.
Dat is een andere vraag.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Voorzitter, als minister Bellot een voorstel doet om 368 miljoen euro te investeren in het spoor en daar zitten weinig of geen prioriteiten in van de elf prioriteiten die we hier allemaal kamerbreed hebben goedgekeurd, onder de vorige Vlaamse Regering al, en die terecht op tafel blijven liggen, dan is dat geen goede zaak. Ik vind dat daarvoor gepleit moet worden.
De vorige sprekers, de heer Rzoska onder anderen, hebben natuurlijk gelijk. De essentie van het debat is niet de ruzie tussen Weyts en Bellot. De essentie is niet die 368 miljoen euro, en wat we daarmee gaan doen. Gaan we dat gebruiken voor lopende investeringsprojecten, voor het ophogen van perrons, voor spoorlijn 18 of voor spoorlijn 204, de tweede spoorontsluiting van de haven? Ik ben daar allemaal voor, maar de essentie van het debat is dat er gewoon geen middelen zijn om die elf prioriteiten te realiseren. Want uw partij, de grootste partij in de Federale Regering, heeft mee goedgekeurd dat er bij Infrabel alleen al voor 2,4 miljard euro bespaard wordt, mijnheer Van Campenhout.
Daar zal ik straks iets over zeggen.
Even rustig, mijnheer Van Campenhout.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Weet u hoeveel die tweede spoorontsluiting van de haven van Antwerpen kost? 2 miljard euro! Met 364 miljoen euro gaat men niet ver springen, maar wel met de 2,4 miljard euro die u bespaart bij Infrabel. (Applaus bij sp.a)
Zoals gezegd, er is de ministeriële verantwoordelijkheid. Ik klaagde vooral Bellot aan over de onverantwoorde 60/40-regeling die vandaag even onverantwoord is als tien jaar geleden. Bij de NMBS valt te besparen, maar op structuren en niet op dienstverlening. Ik zal daar straks een mooi voorbeeld van geven.
Tijdens het overlegmoment van het Executief Comité van de Ministers van Mobiliteit werd het gewestelijk luik in het investeringsplan van de spoorwegen besproken. Daar liet minister Bellot verstaan dat de 368 miljoen een andere bestemming zouden krijgen. Wat stellen we vast: zonder overleg kiezen minister Bellot en Infrabel om de middelen te gebruiken voor de afwerking van het derde en vierde spoor op de lijn 50a tussen Gent en Brugge, perronverhogingen en studies voor de Vlaamse spoorprioriteiten. Minister Bellot verkiest om bestaande werven verder af te werken alvorens nieuwe op te starten. Maar zo zijn we geld voor de toekomst aan het gebruiken om het investeringsplan 2001-2012 af te werken.
Voor de prioriteiten uit de Vlaamse spoorstrategie is dit echter geen goed nieuws. Minister Bellot wil de financiële middelen die gebruikt zouden worden voor de prioriteiten in de Vlaamse spoorstrategie, gebruiken voor het opvullen van tekorten bij het afwerken van lopende investeringen.
Wij zien meer in prioriteiten, nieuwe prioriteiten zoals lijn 18 en investeringen in de havens. Het is daar dat de 60/40-regeling toch nog altijd zeer pijnlijk is. Het is ook pijnlijk dat Infrabel maar matig geïnteresseerd is in investeren in de Vlaamse havens.
De haven van Antwerpen is goed voor 45 procent van het totale goederentransport van de NMBS, andere Vlaamse havens voor twee derde. Toch investeert Infrabel zeer matig. Lineas, de opvolger van B Logistics, werkt vandaag zeer goed, maar klaagt over Infrabel, over een te lage investering in kleine spooraansluitingen en een slecht trafiekmanagement.
En u spreekt over meer middelen voor de NMBS. Wel, je kunt ook besparen op de structuren. En ook andere organisaties kunnen zaken overnemen. Ik kan u zeggen dat het Havenbedrijf Antwerpen geïnteresseerd is om de activiteiten van Infrabel in de haven van Antwerpen wat trafficmanagement en spooraansluitingen betreft over te nemen. Dat is een besparing en zal extra middelen genereren om elders te investeren.
Mijnheer Van Campenhout, ik ben het met u eens dat die tweede spoorontsluiting van de haven van Antwerpen er moet komen, net als de andere tien prioriteiten.
Maar nu zegt u dat u het verkeerd vindt dat een gedeelte van die 368 miljoen euro die Bellot ter beschikking heeft voor investeringswerken in Vlaanderen wordt aangewend om bestaande projecten af te werken. Wat is uw voorstel nu? Dat men die projecten niet afwerkt? Dat men de werf laat liggen tussen Gent en Brugge om het spoor daar te verdubbelen? Wat is eigenlijk uw voorstel? Waar zult u de middelen halen om dat prioriteitenlijstje van meer dan 3 miljard euro waar te maken? (Applaus bij sp.a)
Ik heb u juist een voorstel gedaan waarbij de haven van Antwerpen activiteiten van Infrabel zou overnemen. Dat is een besparing. Nu wil men niet investeren in de havens. (Opmerkingen van Joris Vandenbroucke)
Mijnheer Vandenbroucke, zou u willen luisteren? Men wil niet investeren in de Vlaamse havens, die goed zijn voor twee derde van het goederentransport, terwijl er in Wallonië wordt geïnvesteerd in het onderhouden van lijnen waar bijna letterlijk gras over groeit omdat er geen trein over rijdt. Dat is vandaag de realiteit van het investeringsplan van de NMBS. (Applaus bij de N-VA)
Ik beluister uw voorstel met interesse. Ik ben eens benieuwd wat het precies opbrengt. Maar het is natuurlijk niet aan mij, oppositiepartij in het Vlaams Parlement, dat u dat voorstel moet doen. Ik neem aan dat minister Jambon het in de federale ministerraad op tafel zal leggen. (Applaus bij sp.a en Groen)
Mijn voorstel is zeer duidelijk: stop gewoon met die besparingspolitiek op het spoor, waarbij je inhakt op de investeringsmiddelen, zowel bij Infrabel als bij de NMBS. De middelen die nodig zijn om onze Antwerpse haven, die de motor van onze economie is, beter te ontsluiten, díe middelen bespaart u nu bij Infrabel. En daardoor kan die investering niet plaatsvinden. (Applaus bij sp.a)
Als een organisatie als het Havenbedrijf de activiteiten van Infrabel in de haven overneemt, is dat effectief een besparing, mijnheer Vandenbroucke.
De heer Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Vandenbroucke, eerst en vooral: nogmaals, het voorstel waarover we het hier vandaag hebben, is een voorstel van minister Bellot en geen regeringsbeslissing. Dat is niet het geval. Het is een voorstel van minister Bellot. Dat ten eerste.
Ten tweede, iedereen in dit Vlaams Parlement is het erover eens dat, als het gaat over investeringen in mobiliteit, in dit geval het spoor, wij daarover vanuit Vlaanderen medezeggenschap moeten hebben, dat we er mee over moeten kunnen beslissen waar dat geld naartoe gaat om een geïntegreerde spoorstrategie, mobiliteitsstrategie te kunnen uitbouwen. En dat is hier net het probleem. U weet zeer goed vanwaar die 1 miljard euro extra komt. Die 1 miljard euro – schuld trouwens, want het is een lening – komt er omdat bepaalde delen van het Gewestelijk Expresnet (GEN) langs Waalse kant niet zijn uitgevoerd. Daarom zijn die extra middelen er gekomen. En daarom komt er vanuit het Vlaams Parlement de vraag, die u vroeger altijd hebt gesteund, om mee aan tafel te zitten om te beslissen waaraan die 368 miljoen euro wordt besteed.
En dat staat natuurlijk los, mijnheer Vandenbroucke, van de jaarlijkse investeringen die de NMBS sowieso moet doen en waarvan wij ook verwachten dat die gebeuren. Dat staat er los van. Nu is de vraag waarvoor men dat extra geld zal gebruiken: voor die lopende investeringen, die eigenlijk sowieso in de investeringsplannen van de NMBS opgenomen moeten zijn? Of zal men daarvoor dat extra geld gebruiken? Dát is het punt dat hier ter discussie ligt. En daarvoor willen we vanuit Vlaanderen medezeggenschap. En u bent daar ook altijd voorstander van geweest.
Ten eerste, als het debat gaat over het concrete voorstel van minister Bellot, dan zou ik dat wel eens willen zien. Ik heb alleen maar een paar krantenartikelen gelezen , met wat citaten van minister Weyts. Ik zou graag het concrete voorstel zien, voorzitter. Ik weet niet of minister Weyts het bij zich heeft? Anders is het debat hier zonder voorwerp.
Ten tweede, ik ben er inderdaad voorstander van dat Vlaanderen medezeggenschap heeft in investeringen die moeten gebeuren in het spoor. Wij moeten mee aan tafel zitten. Het goede nieuws, mijnheer Diependaele, is dat u aan tafel zít in de Federale Regering, dat u daar de zwaarste stemmen hebt als grootste partij in de Federale Regering! Maar wat hebt u daar gezegd? Dat er 3,6 miljard euro moet worden bespaard bij Infrabel en bij de NMBS. Daardoor slinken de investeringsbudgetten en kan er van die Vlaamse prioriteiten niets in huis komen. Dankzij de N-VA! (Applaus bij sp.a en Groen)
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Wanneer het debat gaat over het concrete voorstel van minister Bellot, dan zou ik dat voorstel wel eens willen zien. Ik heb alleen een paar krantenartikelen gelezen met een aantal citaten van minister Weyts, maar ik zou het concrete voorstel wel eens willen zien, voorzitter. Ik weet niet of minister Weyts dat bij zich heeft, maar anders is dit debat hier zonder voorwerp.
Ik ben er inderdaad voorstander van dat Vlaanderen medezeggenschap heeft in investeringen die moeten gebeuren in het spoor. Wij moeten mee aan tafel zitten. Het goede nieuws, mijnheer Diependaele, is dat u aan tafel zit in de Federale Regering, dat u de zwaarste stem hebt als grootste partij, maar wat hebt u daar gezegd? Dat er 3,6 miljard euro moet worden bespaard bij Infrabel en bij de NMBS, waardoor de investeringsbudgetten slinken en er van die Vlaamse prioriteiten niets in huis kan komen dankzij de N-VA.
Mijnheer Vandenbroucke, als ik u goed begrijp, moeten we het debat nu stopzetten.
Als wij moeten debatteren over het voorstel van minister Bellot, dan zou ik dat voorstel graag willen zien.
Er zijn vijf partijen die een vraag hebben ingediend. Dat is de reden waarom we een debat voeren.
De heer Sintobin heeft het woord.
Ik vind het een beetje te gemakkelijk van de heer Diependaele om te proberen dit debat te verengen tot wat minister Bellot heeft gezegd. We moeten verder durven gaan en het debat ten gronde voeren. We zitten allemaal op dezelfde lijn wat de elf prioriteiten betreft en wat de 368 miljoen euro en het inzetten daarvan betreft. Maar het gaat inderdaad, zoals de heer Vandenbroucke zegt, enerzijds over besparingen bij de NMBS, op federaal vlak, waar de N-VA mee verantwoordelijk is. En ik hoor de heer Van Campenhout al twee- tot driemaal toe verwijzen naar de 60/40-regeling. Ik ben volledig akkoord dat dit nadelig is voor Vlaanderen, maar ook daar bent u de grootste Vlaamse partij in de Federale Regering. Wat doet u daaraan?
Voorzitter, we kunnen dit debat hier niet voeren enkel en alleen omwille van de Vlaamse bevoegdheden. Die lopen door elkaar. Ik vraag aan u, mijnheer Diependaele, wat de N-VA doet om die 60/40-regeling ten gunste van Vlaanderen om te buigen.
Dat zal in de geëigende organen, in dit geval de Kamer, ook door onze collega’s worden aangekaart.
Aan de lopende band stoere verklaringen afleggen …
De heer De Clercq heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, dit debat is totaal Kafka. Uiteraard zijn wij voor een Vlaamse spoorstrategie, voor de elf projecten en uiteraard willen wij medezeggenschap vanuit Vlaanderen. Een positief gegeven en een nieuw – het enige nieuwe – element in dit verhaal, is dat onze Vlaamse minister zegt dat hij niet alleen gaat voor prefinanciering maar ook voor cofinanciering. Wie betaalt, die bepaalt. De payer wordt de player, dat is een goed element, minister.
Maar collega’s, stop alstublieft, en ik richt me ook tot minister Bellot, in een tijd dat Vlaanderen dichtslibt – we hebben een wisselbeker van de meest filegevoelige regio – en we gewoon stilstaan, met het opvoeren van een communautaire boksmatch tussen twee ministers. De Vlaamse Regering bestaat uit drie partijen en de Federale Regering bestaat uit die drie zelfde partijen met de premier van onze minister. Dat verstaat niemand, en daar is geen enkele Vlaming mee gediend. (Applaus bij Open Vld, CD&V, sp.a en Groen)
Ga dus naar de essentie van de zaak, en als we iets willen realiseren voor de mensen, dan gebeurt dat niet door de ene minister die een keer publiek zijn mening zegt, en dan de andere. Voer verbaal een gevecht, laat inzichten en argumentatie spelen, kom tot een akkoord en kom daar dan mee naar buiten. Al de rest is voor de galerij. (Applaus bij Open Vld, CD&V, sp.a en Groen)
Mijnheer De Clercq, dat zijn allemaal heel mooie woorden en dat klinkt allemaal zeer goed, maar hoe u het draait of keert, vroeg of laat moet men in dit land met de andere kant van de taalgrens rond de tafel gaan zitten en een akkoord bereiken, en dat is exact wat hier misloopt. Hier wordt eenzijdig een voorstel gedaan door minister Bellot, en dat is waar wij tegen reageren vanuit een standpunt dat iedereen in dit Vlaams Parlement op een bepaald moment heeft onderschreven, namelijk dat wij vanuit Vlaanderen mee moeten kunnen beslissen over die prioriteiten.
Hier zijn veel mensen die nagenoeg dagelijks gebruikmaken van de trein om naar Brussel te komen. Je moet al ziende blind zijn om niet vast te stellen dat er wel degelijk nog efficiëntiewinsten kunnen worden geboekt bij de NMBS. Je kunt nu niet zeggen dat die besparingen die effectief kunnen gebeuren, nieuwe investeringen in de weg staan. Dat is niet waar. Er kan nog heel veel worden bespaard bij de NMBS terwijl de investeringen kunnen worden gevrijwaard. En het punt nu is dat er extra geld op tafel wordt gelegd, en voor de besteding van dat geld willen wij inderdaad zeggenschap. En dat is wat in dit parlement altijd kamerbreed onderschreven is.
Mijnheer Diependaele, dat extra geld, dat miljard euro, dat is iets meer dan een vierde van wat u bespaart op het spoor. Dat is de realiteit. Dat is helemaal geen communautaire discussie. Ik weet dat u houdt van die cinema. Die cinema moet eigenlijk vermijden dat we het hier over de essentie van het debat hebben. De essentie van het debat is dat een Federale Regering met drie Vlaamse partijen, dezelfde drie meerderheidspartijen als hier, waarvan uw partij de grootste partner is, en slechts één Franstalige partij, heeft beslist om 3,6 miljard euro te besparen op het spoor, terwijl – u hebt het zelf gezegd – iedereen elke dag ervaart hoe belangrijk het is dat die capaciteit van het spoor kan toenemen. Nu, die zal niet toenemen zolang u niet stopt met die heilloze contraproductieve besparingspolitiek die ons handenvol geld kost aan onze economie, aan onze gezondheid en aan ons milieu.
Mijnheer Diependaele, met veel respect hoor, maar dit levert, zoals collega De Clercq zegt, een zeer triest schouwspel op. Als ik goed begrepen heb wat er vandaag in de pers staat, is er nog een onderhandeling bezig, is er nog geen akkoord. Het is de logica dat ministers samenkomen en dat proberen op te lossen. Als ik het goed begrepen heb uit alle antwoorden die minister Weyts in de commissie heeft gegeven, zijn die onderhandelingen ondertussen twee jaar aan de gang. Er is nog altijd geen akkoord.
Elke reiziger die vandaag de trein neemt, vraagt een akkoord en vraagt investeringen. Misschien is het nog niet te laat, mijnheer Diependaele. Misschien moet uw voorzitter even bellen naar Charles Michel, want het kan best zijn dat de woordvoerder van minister Bellot een fout heeft gemaakt, en dan kunnen we de bocht inzetten, dan kunnen we doen wat er nodig is, namelijk investeren in dat spoor, ook in Vlaanderen.
Dus, overtuig ons niet van uw spoorstrategie. Die hebben we allemaal goedgekeurd. Waarom doet u gewoon niet waarvoor u verkozen bent? Waarom doet uw partij gewoon niet waarvoor ze verkozen is? Dat is op federaal niveau zeggen: ‘Zo gaan we het doen’. U hebt daarvoor de macht, de kracht, maar blijkbaar bent u die op een of andere manier kwijtgeraakt. (Applaus bij sp.a en Groen)
De heer Keulen heeft het woord.
Collega's, de moraal van het verhaal zal zijn dat je Vlaams geld op tafel zult moeten leggen voor bijkomende spoorverbindingen in Vlaanderen.
We praten hier over de 368 miljoen euro. Nu kun je veel abracadabra doen, maar daar ga je weinig mee uitvoeren. De prioriteit der prioriteiten: de spoorverbinding Hasselt-Neerpelt, door minister-president Geert Bourgeois zelf als zodanig omschreven, de bijkomende spoorontsluiting van de Antwerpse haven. Als we van die projecten nu zeggen dat we ze gaan doen, dan zijn we jaren bezig eer die verbindingen gerealiseerd zullen zijn. Dat zal maar lukken als je daar ook echt vers Vlaams geld voor op tafel legt. Je zult er ook niet geraken met een prefinancieringstechniek, je zult daar ook in bijkomend geld voor moeten voorzien. Doe dat en zorg dat je met die 368 miljoen euro een aantal quick wins realiseert, zoals de elektrificatie van de verbinding Mol-Hamont en nog enkele andere, en dan is het verhaal af. Denken dat je met die 368 miljoen euro die elf prioriteiten gaat realiseren? Allez, dit is geen kleutertuin, dit is een parlement, alstublieft!
De heer Van Campenhout heeft het woord
Voorzitter, ik sluit me inhoudelijk aan bij wat collega De Clercq, collega Keulen en natuurlijk mijn fractieleider hebben gezegd: cofinanciering en een meer homogeen bevoegdheidspakket. Ik heb daar ook in de Kamer altijd voor gepleit. Maar natuurlijk, zoals de fractieleider zegt, moeten we vandaag roeien met de riemen die we in dit communautair bestel hebben.
Aan collega Vandenbroucke wil ik zeggen: besparen, ik wil wel. Wij willen besparen. Ik heb juist een besparingsvoorstel op tafel gelegd dat het Havenbedrijf het traffic management van Infrabel zou overnemen. Wij willen besparen op structuren bij de NMBS. Ik ken er een goed voorbeeld van, een heel goed. Ik zat in de Commissie voor de Infrastructuur in de Kamer. Weet u wat het ABX-debacle heeft gekost, gesteund door minister Vande Lanotte? Weet u wat dat gekost heeft, de schande, het fiasco van ABX? Meer dan de helft meer dan de tweede spoortoegang. Dat is waar wij op willen besparen, op van die fiasco's, van die ongelooflijk schandalige structuren. (Applaus bij de N-VA)
U moet het dossier ABX maar eens opvissen. Als u het niet hebt, ik heb het goed bewaard.
Het siert u, minister, dat u al van in begin druk op de ketel blijft zetten om de prioriteiten uit de Vlaamse spoorstrategie gerealiseerd te krijgen. Ook gisteren hebt u terecht en zeer snel gereageerd op de voornemens van uw federale collega. Als minister wilt u vooruit met de investeringen, want zonder het gebruik van de financiële middelen voor de prioriteiten in de Vlaamse spoorstrategie staat het hele mobiliteitsbeleid op de helling.
In tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, hechten u en de hele Vlaamse Regering wel degelijk belang aan verdere investeringen in het openbaar vervoer. Ik sluit me evident aan bij de vraag – dat is allang een eis, ook van onze partij – om vooruit te kunnen met de cofinanciering vanuit Vlaanderen. Als er zo veel consensus is over de Vlaamse partijen heen, laat er ons dan meer werk van maken. De voorwaarde daarvoor is natuurlijk wel dat er medezeggenschap is in de keuze van de projecten en later in de exploitatie. Vlaams geld betekent mee beslissen waarvoor dat geld gebruikt zal worden.
Minister, we vernamen vandaag in De Tijd dat u – terecht – misnoegd bent over de gang van zaken. U spreekt over een nieuw samenwerkingsakkoord tussen Vlaanderen en de federale overheid. We zijn benieuwd naar uw plan van aanpak, maar uiteraard kunt u op de steun van onze volledige fractie rekenen. (Applaus bij de N-VA)
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, het is een beetje een eigenaardig debat, omdat wat betreft de Vlaamse spoorstrategie en de te volgen lijn voor het Vlaams Parlement, wij allemaal kamerbreed op dezelfde golflengte zitten. Iedereen is het eens over de elf prioriteiten en vindt dat die elf prioriteiten zo snel mogelijk gerealiseerd moeten worden, maar we beseffen ook allemaal – en sommige collega’s hebben het al geduid – dat we met 368 miljoen euro niet ver komen. Dat zal al een eerste taak zijn voor de minister, om de volgorde van de prioriteiten vast te leggen.
De besparingspolitiek op federaal niveau voor de NMBS is inderdaad nefast, niet alleen voor dit land, maar zeker ook voor Vlaanderen. Zoals collega Vandenbroucke zegt, hebben wij geen document gezien. We voeren hier dus een debat volgens de waan van de dag en volgens wat wij gelezen hebben in de krant, waaruit zou blijken dat die 368 miljoen euro niet zal worden gebruikt voor de elf prioriteiten, maar enkel om in een paar lopende dossiers te investeren, zoals het derde en vierde spoor tussen Gent en Brugge, wat op zich natuurlijk niet slecht is, en ook om kleinere dossiers met betrekking tot operationele noden, zoals perronverhogingen, te financieren.
Het is dus niet zoals afgesproken en zoals het bijna euforisch werd gezegd in de commissievergadering van april, toen vaststond dat Infrabel 1 miljard euro kon lenen bij de Federale Regering. Men ging er in de commissie van uit dat die 368 miljoen euro zou worden gebruikt voor nieuwe spoorinvesteringen in Vlaanderen. Ze zijn al opgenoemd. Volgens de provincie waar men woont, vindt men het ene al meer prioritair dan het andere. Collega Keulen, u hebt gelijk wat betreft het spoor tussen Hasselt en Neerpelt, maar er is natuurlijk ook de broodnodige tweede ontsluiting van de haven van Antwerpen. Dus nogmaals: wat betreft de prioriteiten en de te volgen strategie in het Vlaams Parlement, zijn we het allemaal eens.
Maar we moeten dit debat wel eerlijk voeren. We mogen ons niet beperken, zoals collega Diependaele probeert te doen, tot die 368 miljoen euro en tot de uitspraken van minister Bellot, die al dan niet kloppen. Want blijkbaar wordt dat zelfs ontkend, volgens een artikel in een of andere krant.
U was ‘not amused’, minister, en stelde dat er nog veel bilateraal moet worden overlegd. Een mogelijke oplossing is dat Vlaanderen zelf mee gaat investeren in zijn spoorprioriteiten via cofinanciering. Er is ook sprake van prefinanciering, maar daarvoor is natuurlijk wel een nieuw samenwerkingsakkoord nodig met de federale overheid.
Ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat het spoor de ruggengraat is van ons openbaarvervoersysteem.
Dus is investeren in de Vlaamse spoorstrategie niet alleen dringend maar ook meer dan noodzakelijk.
Minister, wat betreft die cofinanciering of prefinanciering is het natuurlijk wel zo dat er momenteel niet in middelen is voorzien in de begroting. Waar gaat u het geld vandaan halen? Waar in de begroting gaat u dit inbrengen?
Welke initiatieven neemt u verder nog ten aanzien van minister Bellot? U zegt dat er nog veel overleg moet gebeuren. De heer De Clercq heeft gelijk: er is een overleg, er is geen overeenkomst, er is direct wat gehakketak, en onmiddellijk, de dag erna, is er een actualiteitsdebat. Dat wordt hier zo een beetje de gewoonte, en straks zullen de hoofden mooi platliggen en zal de minister zeggen dat hij de komende maanden nog wel wat overleg heeft met minister Bellot.
Voorzitter, wat ik daarnet wou zeggen, is dat de N-VA, die hier, maar ook in de Federale Regering, de sterkste partner is, minister Weyts al in februari heeft laten pleiten voor splitsing van de NMBS. Minister, u zei toen: “Wij maken dan onze eigen keuzes, met onze eigen centen, en kunnen het spoorbeleid afstemmen op de Vlaamse economische noden.” Welnu, minister, u bent in de Federale Regering de grootste partij. Welke initiatieven hebt u eigenlijk al genomen om de regionalisering van de NMBS te realiseren? Wat houdt jullie in godsnaam tegen? Het is natuurlijk gemakkelijk om constant stoere verklaringen af te leggen in de pers maar om in concreto niets te doen. De kracht van de verandering speelt absoluut niet in de Federale Regering. U loopt daar aan het handje van de MR en van andere partijen. U voelt zich absoluut niet gebonden door uw communautaire programma. Ik zou willen weten wat u gaat doen om de splitsing van de NMBS te realiseren en om meer geld in te zetten voor een Vlaamse spoorstrategie. Inderdaad, mijnheer Van Campenhout, wat doen we met de 60/40-verdeling op het federale niveau?
Ik wil er trouwens op wijzen dat al in 2013 mevrouw Lies Jans een opinie de wereld instuurde waarin ook zij pleitte voor de regionalisering van de NMBS. Het is typisch voor de N-VA om, met betrekking tot verschillende dossiers, continu stoere verklaringen af te leggen, maar er komt niets van terecht.
Minister, hoe gaat u die prefinanciering, die cofinanciering realiseren? Welke initiatieven gaat u verder nemen op het federale niveau, om de nodige middelen naar Vlaanderen te halen, om die Vlaamse spoorstrategie te realiseren? (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Ceyssens heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, dat de federale overheid 1 miljard euro extra vrijmaakt voor investeringen, is goed nieuws. Het spoornet is een essentiële pijler van ons mobiliteitsbeleid, en niet het minst van het Vlaamse Mobiliteitsplan. De conceptnota Basisbereikbaarheid is daarvan het beste voorbeeld. Daaruit blijkt heel duidelijk dat een goede spoorontsluiting de ruggengraat is van comfortabel openbaar vervoer. Comfortabel openbaar vervoer haalt auto’s van de weg. Daar moet zelfs de meest verstokte autorijder achter gaan staan.
We weten ondertussen dat van die 1 miljard euro 368 miljoen euro naar Vlaamse spoorprojecten gaat, en dat er overleg heeft plaatsgevonden tussen de vier ministers van Mobiliteit over de aanwending van de bijkomende middelen. In Wallonië gaat dat voor het grootste deel naar de vervollediging van het Gewestelijk Expresnet (GEN) rond Brussel.
Voorzitter en collega’s, het federale debat moet in de Kamer worden gevoerd, en het Vlaamse debat moet in het Vlaams Parlement worden gevoerd. Daarom wil ik onze bevoegdheden in dat debat bekijken. Sinds de zesde staatshervorming heeft Vlaanderen bijkomende instrumenten voor het spoor in handen.
Vlaanderen is vandaag mee bevoegd om het spoor te financieren en dus ook mee te bepalen welke prioritaire spoorprojecten in Vlaanderen zullen worden gerealiseerd. De vorige Vlaamse Regering had dat goed begrepen en heeft het nodige voorbereidende werk gedaan met 51 goed onderbouwde prioritaire projecten die ze verder heeft getrancheerd tot de prioriteit der prioriteiten waarover ook veelvuldig overleg is geweest met de andere gewesten. Er was duidelijkheid.
Er is in 2013 vier keer overleg geweest om tot een samenwerkingsovereenkomst proberen te komen over de betreffende projecten. Ik wil ze nog even herhalen: het beseinen van de regelmatig gebruikte bundels Antwerpen Rechteroever voor 31,5 miljoen euro; lijn 15 Hasselt-Mol; upgrading van de IJzeren Rijn; de optimalisatie van lijn 59 Antwerpen-Gent; lijn 58 Gent-Eeklo-Maldegem en lijn 204 Gent-Zelzate; lijn 52 Puurs-Dendermonde en lijn 57 Dendermonde-Aalst; lijn 18 Hasselt-Neerpelt; en de tweede spoorontsluiting van de haven.
Mijnheer Vandenbroucke, ik som ze allemaal eens op om er duidelijkheid over te geven dat het prioriteiten zijn over heel Vlaanderen en om weer niet te vervallen in discussies tussen verschillende regio’s. Ik wil wel nog zeggen dat het de minister-president zelf was die minder dan een jaar geleden nog hardop heeft gezegd dat lijn 18 de absolute prioriteit der prioriteiten was, is en zal blijven, waaruit ik afleidde dat de spoorstrategie verder wordt gevolgd, iets wat u trouwens bevestigde, minister, op 5 maart 2015.
Wat ondanks de communicatie verwondert, is dat de actie uitblijft. Ik ben blij dat we er vandaag in de plenaire vergadering eens over kunnen spreken, want ik heb zelf al tot vier keer toe – collega De Clercq heeft er al naar verwezen – in de commissie de vraag gesteld: de cofinanciering, waar blijft die? Waar is onze samenwerkingsovereenkomst? Waar zijn de middelen daarvoor?
Minister, ik heb u herhaaldelijk bemerkingen horen maken bij de cofinanciering: dat het te omslachtig zou zijn om dat overleg te voeren met de gewesten, dat het sneller zou kunnen gaan via prefinanciering en dat u de nodige initiatieven zou nemen om dit te regelen. Het nadeel is dan dat die 368 miljoen euro 368 miljoen euro blijft en geen euro meer. Maar goed, wij willen altijd afwachten wat eruit komt, maar ik heb niets meer gehoord over die prefinanciering. Ik heb een aantal keren verwittigd dat als we eindelijk het debat aan het voeren zijn over de middelen – en vandaag is het zover – we in Vlaanderen hopelijk klaar zijn met ons huiswerk. Ik begrijp dat we daar vandaag niet mee klaar zijn.
Mijnheer Van Campenhout, ik hoor u vandaag ook heel duidelijk pleiten voor cofinanciering. Ik ben blij dat ik u daarvoor hoor pleiten, maar ik denk dat het hoog tijd is dat we dan ook met die cofinanciering beginnen. Want als ik goed geïnformeerd ben – en anders heb ik foute antwoorden gekregen op mijn vraag –, hebben we daar de laatste twee jaar niets mee gedaan.
Collega’s, als het ons menens is met de uitvoering van de Vlaamse spoorstrategie, als we zelf aan de stuurknuppel willen blijven zitten, dan moet er boter bij de vis komen. Anders zullen we zulke non-debatten blijven voeren en blijven klagen dat het federale niveau keuzes maakt waar wij niet achter staan, waar wij onvoldoende mee in gewogen hebben. Wie centen op tafel legt, bepaalt ook mee. Wie erbij blijft staan met de vragende hand, moet tevreden zijn met wat hij krijgt.
Collega’s, minister, zoals gezegd, heeft Vlaanderen de hefboom in handen om zijn eigen spoorstrategie uit te voeren. En ja, daar is dialoog voor nodig. Ik denk niet dat het gemakkelijk zal zijn, maar moeilijk of niet, het cofinancieringsmechanisme dat door de vorige Vlaamse Regering mee ingeschreven is in de Vlaamse spoorvisie, maakt wel dat Vlaanderen zeggenschap kan hebben over de projecten die met zijn geld zullen worden gerealiseerd.
Collega’s, we kunnen niet de verantwoordelijkheid voor het uitblijven van optimalisatie van het Vlaamse spoornet blijven afschuiven op het federale niveau.
Vlaanderen kan en moet hierin zijn verantwoordelijkheid nemen en het cofinancieringsmechanisme maximaal benutten. Het lijkt ons meer dan de moeite waard om binnen de budgetten voor Mobiliteit hiervoor ruimte te creëren, en daarmee zetten we de druk op de ketel. (Applaus bij CD&V en Open Vld)
De heer De Clercq heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, ik denk dat de essentie eigenlijk is gezegd. Vlaanderen is een schitterende regio: we hebben bloeiende havens, we zijn top in innovatie. Helaas hebben we echter ook een aantal handicaps. We hebben de wisselbeker van de regio met de meeste files, met de grootste stilstand. In een tijd waarin we nummer een zijn qua files, in een tijd dat steden dichtslibben, in een tijd dat dat ons maatschappelijk en economisch kost, is het debat vandaag in de kranten en in dit parlement eigenlijk zeer cynisch, met collega’s die eens goed roepen naar elkaar, die eens goed de trommel opentrekken om elkaar verwijten te maken. Uiteindelijk is het adagium echter als volgt: men dronk een glas, men deed een plas en alles bleef zoals het was. Collega’s, dat is onaanvaardbaar voor de Vlamingen, die stilstaan en die investeringen in het spoor willen zien. Dan hebben we nog het debat over investeren in lopende projecten of investeren in nieuwe projecten. Ook dat zal een evenwicht moeten zijn en ook daar zal men toch wel uit moeten geraken.
In tijden van stilstand, van zo’n handicap, is het echter ironisch te zien dat twee ministers die zo intelligent zijn, die zoveel capaciteiten hebben, elkaar verwijten toesturen. Er is 1 miljard euro. Dat is formidabel. Er is 368 miljoen euro voor Vlaanderen. Dat is goed, maar de minister maakt het nog beter, want hij gaat ook cofinancieren. Hij gaat daar extra vers geld bovenop leggen. Dus, er is geld, er zijn prioriteiten. We zijn het er allemaal over eens dat er medebeslissingsrecht is, en als we betalen, zullen we ook mee bepalen, maar stop toch met die windowdressing, met dat praten voor de galerij, met dat proberen punten te scoren op de kap van de Vlaming, die in de file staat en investeringen wil zien.
Minister, mijn vraag is dus eigenlijk zeer simpel: wanneer gaat u nu eens finaal samenzitten en knopen doorhakken? Wanneer gaan de Vlamingen weten welke investeringen er zullen zijn gepland? Het geld is er immers. Het is daarvan dat de Vlamingen wakker liggen. Het is ook datgene waarvoor wij moeten gaan. Niet beslissen en een boksmatch blijven opvoeren in tijden van monsterfiles is immers totaal onverantwoordelijk. Enkel de extremisten winnen daarbij. Stop daarmee en geef de Vlaming zijn investeringen in plaats van te praten voor de eigen achterban, voor de eigen galerij, op de kap van de Vlamingen, die ons allemaal dierbaar zijn. (Applaus bij Open Vld en CD&V)
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Collega’s, de verkeerscongestie in Vlaanderen, in ons land blijft toenemen. Dat maakt dat wij steeds minder aantrekkelijk worden voor buitenlandse investeerders. Dat zadelt ons op met grote economische en milieukosten. Dat zal er naar verwachting ook voor zorgen dat ons land de doelstelling om de broeikasgasemissies te doen zakken tegen 2020 niet zal halen. Niet ik zeg dat. Dat zegt de Europese Commissie in haar rapport van 22 mei 2017 met de zogenaamde landspecifieke aanbevelingen. De Europese Commissie zegt daarbij dat een van de meest urgente uitdagingen het verbeteren van de basisinfrastructuur voor het spoorvervoer is. Ik kan het daar natuurlijk alleen maar mee eens zijn. De trein is een van de absolute hefbomen om ervoor te zorgen dat er minder mensen en goederen over de weg moeten worden vervoerd. Maar wat is de realiteit? De realiteit is dat het beleid qua spoorinvesteringen al tweeënhalf jaar stilligt, al tweeënhalf jaar in lopende zaken zit, dat er eigenlijk al een halve legislatuur verloren is.
Eind 2014 heeft minister Galant, de voorganger van de heer Bellot, het lopende investeringsplan van de NMBS-groep verscheurd. Want de Federale Regering had beslist om meer dan 3 miljard euro te besparen bij de NMBS en Infrabel, ook op de investeringsmiddelen. Ze beloofde toen dat in 2015 een nieuw plan zou worden opgemaakt dat rekening zou houden met het nieuwe budgettaire kader. Dat plan zou duidelijke prioritieten bevatten en een tijdshorizon tot 2020 aanhouden. Vandaag is dat plan er nog steeds niet. Ondertussen zijn de files in Vlaanderen wel met 17 procent toegenomen. Ondertussen staan mensen stil op plaatsen waar ze dat twee jaar geleden niet deden.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mijnheer Vandenbroucke, u hebt voor de vijfde of de zesde keer gesproken over de 3 miljard euro aan besparingen die er de oorzaak van zouden zijn dat alle investeringen in het spoor zouden stilvallen – quod non. Ik geef u andere cijfers. De NMBS heeft een schuld van ongeveer 3 miljard euro opgelopen. Die van Infrabel is ongeveer even groot. Jaarlijks komt daar 100 miljoen euro schuld bij. Ik citeer federaal minister Bellot: “Schuldverlichting maakt deel uit van de financieringsplannen die de spoorbedrijven moeten opstellen in het kader van de nieuwe ondernemingsplannen 2016-2020.” Schuldverlichting, zo zegt hij. Anders gezegd: de NMBS en Infrabel zitten opgescheept met het vullen van de putten uit het verleden. Dat vereist inderdaad besparingen. Intelligente besparingen, want investeringen moeten maximaal worden gevrijwaard.
Stop er dus mee te stellen dat de besparingen leiden tot het stilvallen van investeringen. Hier gaat het over extra capaciteit die wordt gecreëerd, dankzij de lening van 368 miljoen euro. De vraag is hoe we die middelen zullen besteden. Ik hoop nog steeds dat we het er kamerbreed over eens zijn dat Vlaanderen op dat punt een vinger in de pap moet hebben. Dat lijkt me een evidente zaak. Cofinanciering impliceert dat men dat pas doet wanneer men mee heeft beslist wat er met dat geld moet gebeuren.
Mijnheer Vandenbroucke, u verwijst in uw riedeltje steeds naar besparingen die ervoor zouden zorgen dat investeringen niet worden uitgevoerd. Die elf spoorprioriteiten gaan al een half leven mee. Ooit waren het er achttien, maar het zijn die elf die steeds opnieuw terugkeren. Dat was ook zo in de periode toen uw partij wel eeuwig in de Vlaamse en federale regeringen leek te zitten, toen Mark Descheemaecker de NMBS bestuurde, toen Etienne Schouppe de baas was van het hele spoorwezen: steeds opnieuw komen ze terug. Vertaald naar de 21e eeuw heeft dat niet met centen te maken, want in die periode werd er niet bespaard, of toch niet in die omvang waarover u het nu hebt. Het heeft te maken met een gebrek aan democratie in het spoorbedrijf zelf. Wat wij ook zeggen, men gaat daar door met het eigen kompas in de hand. De democratie moet een beetje worden hersteld. Vroeger was dat probleem er ook al: als Vlaanderen iets wil, zal het daarvoor moeten betalen. Dat zal meer dan ooit het geval zijn. Ik heb daar ook geen problemen mee. Want het gaat over verbindingen op Vlaams grondgebied, ten voordele van Vlaamse reizigers. Waar zitten we dan over te lamenteren? Iedereen die de geschiedenis kent, weet dat we nu naar de toekomst moeten kijken. Ook sp.a gaat op dat punt niet vrijuit. (Applaus bij Open Vld en de N-VA)
Ik begrijp dat u zich opwindt over de feiten die ik gewoonweg weergeef. De feiten zijn wat ze zijn. Er was een meerjarig investeringsplan voor de NMBS-groep. Het zou tot 2025 lopen. Er zaten meer dan 2,5 miljard euro middelen extra in. Het plan dat het zou moeten vervangen, is er nog steeds niet. U bent er nog niet in geslaagd een alternatief aan te bieden voor die schrapping. Voorzitter, ik waardeer dat we eens debatteren over zaken die misschien niet helemaal in het verlengde van onze bevoegdheden liggen. Ik benader die zaken graag voluntaristisch, mijnheer Diependaele.
Ik heb het eens nageteld. In de commissie Mobiliteit hebben we de afgelopen 2,5 jaar vijftien keer gedebatteerd over de investeringen in het spoor. Elke keer zijn we het erover eens dat het spoor de ruggengraat van ons vervoerssysteem is. Elke keer houdt ieder van ons en van alle partijen gloedvolle pleidooien over de elf prioritaire investeringsprojecten. Naargelang de woonplaats van de betrokkene is het ene prioritaire project wat meer prioritair dan het andere, maar niets menselijks is ons vreemd. Elke keer verzekert minister Weyts ons dat hij voor die prioriteiten op tafel zal kloppen.
Ik kan natuurlijk appreciatie hebben voor die pleidooien en voor de inspanningen die minister Weyts aankondigt te zullen leveren wanneer hij oog in oog komt te staan met federaal minister Bellot. Ik voeg hieraan toe en ik zal hieraan blijven toevoegen dat al die inspanningen en pleidooien niet veel indruk maken op mij. Eigenlijk is dat praat voor de vaak.
De essentie van het debat is dat de N-VA, Open Vld en CD&V een kapitale fout hebben gemaakt. In 2014 hebben ze beslist te besparen op de ruggengraat van het openbaar vervoer en op wat de ruggengraat van het goederenvervoer moet worden. Door in de investeringsbudgetten te snijden, wordt momenteel in die ruggengraat gesneden.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Voorzitter, het moment is natuurlijk wat voorbij. Ik zal hier al even te wuiven om het woord te krijgen.
Mevrouw De Ridder, ik ben gelukkig met uw uitspraken over de cofinanciering. Ik ben het daarmee helemaal eens. We moeten duidelijkheid krijgen over wat precies wordt gefinancierd. Dat is precies het voorwerp van de samenwerkingsovereenkomst die tijdens de vorige legislatuur in de beslissing van de Vlaamse Regering is opgenomen. Indien we met betrekking tot zo grote en zo belangrijke infrastructuurprojecten stappen vooruit willen zetten, moeten we de gekozen lijn blijven volgen. Wat we in die lijn hebben opgenomen, is dat de Vlaamse overheid dit zou cofinancieren. Ik stel echter vast dat er nog steeds geen samenwerkingsovereenkomst is. Ik hoop dat ik hierover wat verduidelijking krijg. Welke inspanningen zijn geleverd? Officieel weet ik dat niet. Daar ligt volgens mij de sleutel. We moeten in Vlaanderen doen wat we binnen onze eigen bevoegdheden kunnen doen.
Mijnheer Ceyssens, als drie mensen de heer Vandenbroucke willen onderbreken, heb ik in het licht van de hygiëne van het debat veel liever dat telkens een dialoog tussen de vraagsteller en uzelf ontstaat. Ik had u zien wuiven, maar ik heb een bewuste keuze gemaakt. Nu hebt u uw ei goed kunnen leggen. De heer Vandenbroucke kan eventueel nog op uw woorden reageren.
Voorzitter, ik dank u voor de hygiëne.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Ik denk dat mijn punt wel duidelijk is. Indien de Vlaamse Regering het echt meent met die Vlaamse spoorprioriteiten moet ze bij de Federale Regering op de tafel kloppen en ervoor zorgen dat de besparingen op de investeringsbudgetten van Infrabel en van de NMBS ongedaan worden gemaakt.
Mijnheer Ceyssens, wat de prefinanciering en de cofinanciering betreft, heb ik een citaat van een Vlaams-nationalistisch minister gevonden. Op 6 oktober 2016 heeft minister Weyts hierover het volgende verklaard: “Principieel ga ik dat niet doen, want anders moet de Vlaamse overheid de gaten vullen die er zijn op het federale niveau.” Ik stel vast dat de koers wordt gekeerd en dat de Vlaamse Regering nu wel bereid zou zijn om middelen op tafel te leggen die door dezelfde Vlaamse partijen aan het spoorvervoer zijn ontzegd.
Minister, mijn vraag is zeer eenvoudig. Over hoeveel middelen gaat? Over welke projecten zou het gaan? Welke timing is hieraan verbonden? (Applaus bij sp.a)
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, het is altijd zeer dankbaar als laatste spreker het debat te mogen afsluiten. Ik zou nu kunnen vragen wat we vandaag hebben geleerd.
De N-VA doet alsof ze de kleinste van de klas is. Er is een een-tweebeweging met minister Weyts opgezet om even op de borst te kunnen roffelen. Ik gun het de N-VA van harte. De communautaire trom zegt dat minister Bellot geen ‘Gutmensch’ is, maar een slechte mens.
Als er een probleem opduikt, collega’s, is het niet de schuld van de N-VA. Dat hebben we geleerd. Mijnheer Vandenbroucke, u had het vandaag weer aan uw broek: het is de schuld van de socialisten. Altijd. (Applaus)
En daarmee hebben we weer de geschiedenis wat herschreven. Ik vind dat altijd boeiend. En de vraag is natuurlijk wat we in de toekomst aan onze reizigers, aan de gebruikers van het spoor zullen aanbieden.
Wat hebben we nog geleerd? Collega Ceyssens, u hebt heel het lijstje opgesomd van alle prioritaire spoorinvesteringen. U hebt uw Limburgs hart opengezet – wat ik grandioos vind – voor heel Vlaanderen. En op een gegeven moment hebt u terecht aangegeven – ik neem u dat absoluut niet kwalijk – dat we hier een minister-president hebben gehad die aan de Limburgers heeft gezegd zich niet ongerust te maken. Collega Keulen, we hebben in de commissie allemaal, collectief, gezegd dat we daarachter blijven staan. Minister Weyts kreeg het een paar weken geleden wel niet helemaal meer over zijn lippen. En ik voelde wat nattigheid.
Wat hebben we nog geleerd vandaag? Het debat was misschien wat technisch, maar Ben Weyts heeft zichzelf heruitgevonden. Hij gaat miljoenen op de federale tafel leggen om het allemaal in orde te brengen met het spoor. Want vandaag in De Tijd heeft hij voor de eerste keer een cofinanciering op de tafel gegooid. Alleen, collega’s, en dan kijk ik toch ook wat naar CD&V en Open Vld, wil ik wel, maar vandaag praten we over de begrotingsaanpassing. En ik begrijp jullie vragen. Daar zit geen euro in die begrotingsaanpassing. Ik zal zelfs meer zeggen. In de meerjarenraming zit nul, nougatbollen, niets, nada inzake cofinanciering die we op tafel zouden kunnen leggen.
We hebben dus een debat gevoerd voor de galerij, waarbij iedereen zijn eigen schemaatje weer eens heeft afgerammeld. En straks gaan we, denk ik, weer allemaal tevreden naar huis. Alleen, collega’s, wie veel minder tevreden is, dat zijn degenen die dagelijks, zoals mensen hier in het halfrond, het spoor gebruiken. Dat is inderdaad een stuk van de ruggengraat, de oplossing waar we allemaal naartoe moeten. En dat beseffen we allemaal: meer kwaliteit, meer spoorontsluiting. Ik hoor het u graag zeggen, mijnheer Van Campenhout. Ik weet perfect wat die tweede havenontsluiting, de tweede spoorontsluiting van de haven kost. Dat is om en bij de 2 miljard euro. We zijn al vrij ver gevorderd met alle procedures. Iedereen is het hier over eens. Iedereen beseft ook de economische noodzaak.
Mijnheer De Clercq, met uw tussenkomst sloeg u de nagel op de kop. Waarom kunnen twee ministers niet samen aan tafel zitten om een akkoord te sluiten dat ten goede komt, ook van de spoorontsluiting tussen Gent en andere plaatsen? Want dat is meestal wat gebeurt in een debat zoals we nu voeren. Iedereen gooit zijn eigen lijstje op tafel, maar eigenlijk is heel het parlement het eens met die elf prioriteiten voor het spoor.
En dan, collega’s, moet het me toch iets van het hart. Ik weet niet goed wat de Vlaming denkt van dit debat. Hebben we hem nu een centimeter dichter gebracht bij een goed openbaar vervoer, bij een goed spoor? Hebben we de mensen, die de dag van vandaag staan aan te schuiven, ook rond Antwerpen, nu een boodschap gegeven van hoop? Hebben we ze nu een perspectief gegeven dat we dit zullen oplossen? Want Vlaanderen heeft nood aan een goed openbaar vervoer. Die mensen staan nog altijd stil en ze hebben vandaag vooral zeer veel gekrakeel gehoord, en weinig oplossingen.
Eerlijk gezegd schaam ik me soms wel wat. Want het is het openbaar vervoer dat Vlaanderen er voor een deel anders zal laten uitzien in de toekomst. We bewijzen er allemaal lippendienst aan in de commissie, keer op keer. De fiets als volwaardig alternatief; spoor en bus, daartoe gaan we mensen verleiden. We gaan ze verleiden om meer het openbaar vervoer te gebruiken. En toch slagen we er niet in om met de overkant van de straat een akkoord te sluiten.
Minister, dan kom ik bij u. Ik kan het soms niet goed meer volgen. U zegt, ook in de pers weer, dat er niet veel valt aan te vangen met minister Bellot. En toch zit u zelf aan tafel. U zit niet enkel in die Federale Regering. Maar uw goede vriend, Marc Descheemaecker, zit ook gewoon in de raad van bestuur van de NMBS. Waarom belt u niet met Marc om hem te zeggen dat het nu wel welletjes is geweest, dat het investeringsplan van tafel is gegooid en dat u nog altijd wacht op een nieuw plan? En we kennen Marc. Hij kan wel wat gewicht in de schaal gooien. Met zijn ervaring moet Marc dat toch kunnen lostrekken. Hij moet intern bij de NMBS toch kunnen zeggen dat we stappen vooruit moeten zetten, dat we Vlaanderen, maar eigenlijk heel het land, vooruit moeten helpen op het vlak van duurzaam openbaar vervoer.
En toch slaagt u daar niet in. En dan krijgen we dit: een soort van opbod waar niemand beter van wordt. Minister, minister-president, ik begin stilaan de indruk te krijgen dat het tijd wordt voor een chefsache op openbaar vervoer. (Applaus bij Groen en sp.a)
Mijnheer Rzoska, ik was al blij dat u zei dat u zich schaamde, want ik dacht niet dat dat een emotie was die u bekend was. (Rumoer)
Dat was een grapje. Ik was aan het lachen, maar mijnheer Rzoska is blijkbaar minder fijngevoelig dan jullie. Maar goed, over de meerwaarde van dit debat liggen we niet zo ver uit elkaar. We hebben wel enkele zaken geleerd: drie volgens mij.
Eerst en vooral over de schuld van de socialisten. Allemaal goed en wel, maar het feit blijft dat de NMBS de laatste tientallen jaren in een lamentabele toestand is terechtgekomen. Het is een bedrijf in nood geweest dat in elk ander land door mismanagement uit het verleden al lang failliet zou zijn gegaan. ABX is maar een van de voorbeelden van puur mismanagement door politieke inmenging van de laatste tientallen jaren, waardoor dat bedrijf vandaag in een noodtoestand verkeert. Dat is de erfenis die we hebben gekregen, maar waar we nu proberen op in te grijpen.
Ten tweede, ik heb iedereen gehoord over cofinanciering en prefinanciering. Mijn aanvoelen is dat we op dezelfde lijn zitten, dat dat inderdaad iets is dat we vanuit Vlaanderen willen doen. Daartoe zijn we bereid, maar middelen vinden is natuurlijk niet zo gemakkelijk. Dat debat zullen we moeten voeren, maar het is niet vanzelfsprekend. Dat staat natuurlijk los van het feit dat dit parlement altijd heeft gevraagd medezeggenschap te krijgen in de investeringsplannen van de NMBS. Die 368 miljoen euro die er nu bovenop komt, daarover moeten we medezeggenschap krijgen. Daar ging dit debat over. Daar heb ik in essentie niemand tegenin horen gaan.
Ten derde, het gaat net over het feit dat federaal minister Bellot een voorstel op tafel legt en dat Vlaanderen vraagt om mee te beslissen over wat er met dat geld gebeurt. Dat is wat dit parlement vraagt. Toch zeggen jullie vandaag allemaal: die uitroep, dat schouwspel en wat is het allemaal, het is niet goed, maar minister Weyts doet exact wat dit parlement vraagt. Dat is medezeggenschap opeisen over de besteding van dat geld.
Hoe je het draait of keert, in dit land is het nog altijd nodig een akkoord te bereiken, zelfs over het besteden van je eigen middelen, met Wallonië. Dat is nog altijd het drama van dit land. (Applaus bij de N-VA)
Mijnheer Diependaele, ik heb absoluut geen probleem met uw humor. Ik hou wel van een stevige grap. We zijn wel weer bezig over het verleden. Daarnet kwam de vraag of we dat akkoord van minister Bellot kunnen zien, want eigenlijk is er nog geen akkoord. Het enige stuk dat ik kan gebruiken in dit debat, is de publicatie in het Staatsblad van België. Iedereen behoort dat te kennen, maar ik heb de indruk dat u dat niet goed hebt gelezen. In het Staatsblad staat vanaf pagina 452 een beslissing van 6 januari 2017. De tabel die je hier ziet, is wat de Federale Regering op 6 januari 2017 heeft beslist over de NMBS. Daar kunnen we op de lijntjes aflezen waar men eigenlijk gaat besparen. Dat men nog zou besparen op overtollige kosten, daarmee heb ik geen enkel probleem. Maar als u de tabel goed leest, dan ziet u dat alle besparingen zitten op de investeringslijntjes, zowel bij de NMBS als bij Infrabel.
Dit is het enige stuk waarover ik vandaag beschik. De discussie die we hier vandaag hebben gevoerd, is het gevolg van wat u zelf hebt beslist op het federale niveau. Kom alstublieft dit Vlaams Parlement niet gebruiken om de grote communautaire trom te roeren. Het is aan uw ministers in alle regeringen om op het federale niveau ervoor te zorgen dat dit Vlaanderen de spoorinvesteringen krijgt die het nodig heeft. (Applaus bij Groen en sp.a)
Minister Weyts heeft het woord.
Dames en heren, het is inderdaad zo dat binnen de Federale Regering in maart beslist werd of een principieel akkoord bereikt werd met betrekking tot de verdeling van de middelen tussen de gewesten wat betreft de spoorinvesteringen. 368 miljoen euro werd toegewezen aan het Vlaamse Gewest met het oog op de Vlaamse prioritaire spoorinvesteringen.
Is dat te weinig? Ja, natuurlijk vind ik dat te weinig. Ik zou graag veel meer investeren in de ruggengraat van ons mobiliteitssysteem en ik kan daar heel veel over zeggen. Wiens schuld dat is, daar heb ik nu veel theorieën over gehoord. Het is de schuld van de grootste partij van het land, want die grootste partij is nog niet groot genoeg, maar dat kan allemaal veranderen. Daar kunnen we lang over discussiëren, maar het is wat het is. Daar gaat het debat mijns inziens niet over, wel over de besteding van die 368 miljoen euro. Waar gaan we dat aan besteden?
Ik vind dat Vlaanderen daar absoluut zijn zeg moet in hebben. Er is een informeel voorstel geweest van minister Bellot, ten persoonlijke titel, het is geen regeringsvoorstel, waar ik bezwaar heb tegen gemaakt, zowel inzake de keuze van de projecten als inzake de timing. Als men daarover mijn mening vraagt, zal ik die geven en zal ik zeggen dat ik daar bezwaar tegen heb. Zowel intern, in de vergadering, zal ik niet naar het plafond zitten staren en zitten zwijgen, als extern zal ik mijn mening geven. We moeten de druk op de ketel houden. Zo gaat dat nu eenmaal in onderhandelingen.
Het is een oversimplificering van de werkelijkheid om te zeggen: ‘Ga samen zitten en kom overeen.’ Zo gaat het niet. Het is ook een oversimplificering om te zeggen: ‘Bel even naar Descheemaecker want hij zit in de raad van bestuur van de NMBS.’ Het gaat wel over het investeringsplan van Infrabel, mijnheer Rzoska, niet dat van de NMBS. Als u bij de bakker moet zijn, moet u niet naar de beenhouwer bellen. (Gelach)
Zo simpel is het allemaal niet. We moeten er druk op zetten. Ik stel voor dat we dat met ons allen doen, collegiaal, in dit parlement.
Wat zijn mijn bezwaren – het zijn wellicht ook de uwe – met betrekking tot de keuzes van projecten en de timing? U weet dat de vorige Vlaamse Regering in 2013 heel duidelijk afgelijnde keuzes heeft gemaakt: er werden 11 prioritaire spoorweginvesteringen aangeduid op een lijst van 51. Die werd gedownsized tot 11 investeringen. Aan Waalse zijde heeft men ervoor gekozen om heel de kartonnen doos leeg te maken en op tafel te gooien en 50 à 60 prioritaire spoorweginvesteringen voor te leggen.
Vlaanderen heeft heel duidelijke keuzes gemaakt. We hebben heel duidelijk gezegd: als wij het voor het zeggen zouden hebben, zouden we kiezen voor deze gerichte, gefocuste spoorinvesteringen, want ze zijn van cruciaal belang voor de Vlaamse economie en mobiliteit.
Wat nu aanvankelijk geformuleerd werd als een eerste voorstel, wijkt daar enigszins van af. Ofwel staan er investeringen niet op de lijst, ofwel worden andere eraan toegevoegd die wij niet naar voren hebben geschoven, of ze staan wel op de lijst en er staat bij vermeld: 0 euro. Dan maak ik daar bezwaar tegen, als goede huisvader, als vertegenwoordiger van de Vlaamse Regering. In welke vergadering of discussie dan ook zal ik altijd bezwaar blijven maken en ik zal daar altijd uiting aan geven.
Als er bijvoorbeeld staat dat we voor de derde en vierde spoorverbinding tussen Gent en Brugge 153 miljoen euro – bijna de helft van het voorziene bedrag – krijgen, niet in 2017 of in 2020, neen in 2021 en in 2027. Wie zou ik zijn om daar geen bezwaar tegen te maken en niet te zeggen: dat gaat toch niet dat men de helft van het bedrag niet zou uitgeven, niet zou investeren in de voorziene periode van 2017-2021, maar daarna zou uitgeven?
Dan maak ik bezwaar, net zoals voor lijn 15, de elektrificatie van de lijn Hasselt-Mol, als er staat: 0 euro, net zoals voor de automatisering van de wissels, bijvoorbeeld in de Antwerpse haven. Invorderen, dat is zelfs helemaal berekend, er is zelfs geen vergunning voor nodig, er kan onmiddellijk een schop in de grond worden gestoken, terwijl bepaalde wissels van een spoorbundel nu manueel moeten worden bediend, met als gevolg dat er maar een beperkt aantal treinen kan rijden. Mochten we daar gewoon een automatisering doorvoeren van de wissels van die spoorbundel, dan kunnen verschillende treinen daarop rijden, en kunnen we heel wat vrachtwagens van de weg halen en op het spoor zetten. Daarom heb ik daar bezwaar tegen aangetekend.
Ik heb het voorstel van beslissing gisteren laten aanpassen op het Executief Comité van de Ministers van Mobiliteit. Aanvankelijk was het gewoon de bedoeling om akte te nemen van de verdeling van die middelen, dat in een samenwerkingsakkoord te gieten en dan ‘we zijn vertrokken en het federale niveau zal wel beslissen.’ Nee, nu is de beslissing als dusdanig geformuleerd dat we de verdeling op basis van de regionale spoorprioriteiten zullen overeenkomen in het kader van een samenwerkingsakkoord. U zult er dus ook nog uw zeg over hebben, want een samenwerkingsakkoord vereist een akkoord van beide partijen en een bevestiging, een bekrachtiging door de respectieve parlementen. Dit zal dus nog naar u toe komen, u zult er zelf uw zeg over kunnen doen.
Daarnaast heb ik ook naar voren geschoven, gelet op het beperkte bedrag van 368 miljoen euro – wat schier te weinig is om te voldoen aan zelfs nog maar een deel van onze Vlaamse prioritaire spoorinvesteringen –, dat we de mogelijkheid moeten hebben tot cofinanciering. Ook daarvoor heb je een samenwerkingsakkoord nodig, dus ook daarvoor moet je met twee zijn. De Vlaamse centen moeten ook staan tegenover een Vlaamse beslissingsmacht.
Ik blijf het er principieel moeilijk mee hebben, omdat dat dat wil zeggen dat wij vanuit Vlaanderen eigenlijk in de plaats moeten treden van een Federale Regering. En dat kun je doen op alle domeinen. Je kunt dat doen op alles. Je kunt zeggen dat we zullen investeren in justitiehuizen – ik zeg maar wat – of in Justitie, omdat je zegt dat men daarvoor op federaal niveau niet genoeg doet. Je kunt dat voor alles doen. Maar goed, in dezen: het is niet anders. En ik noteer ook de steun van verschillende fracties voor die piste met betrekking tot de cofinanciering. Als we budgettaire keuzes moeten maken, zal ik die steun nodig hebben.
Ik zal vanaf nu de bilaterale gesprekken tussen mezelf en Infrabel en/of minister Bellot starten. We hebben al concrete afspraken gemaakt. Ik zal daarover terugkoppelen, in de eerste plaats in de schoot van de Vlaamse Regering, inclusief met betrekking tot het voorstel rond cofinanciering.
Want het ene hangt natuurlijk samen met het andere. We delen in dezen dezelfde belangen. Of je nu in dit parlement links zit of rechts, of je nu bij de meerderheid of de oppositie zit, het gaat over het dienen en delen van dezelfde Vlaamse belangen: extra investeren in mobiliteit, in de ruggengraat van ons mobiliteitssysteem. Het is een onvolkomenheid: we zijn wel bevoegd voor mobiliteit in titulatuur, maar voor de ruggengraat, namelijk dat sporensysteem, zijn we nog niet bevoegd. Het komt er volgens mij op aan om als parlement, als vertegenwoordigers van deze Vlaamse natie en van de Vlaamse samenleving het onderste uit de kan te halen als het gaat over die spoorinvesteringen. Daarvoor kunt u zeker op mij rekenen. Ik dank u. (Applaus bij de meerderheid)
Minister, ik heb nog een vraag. U hebt onze neus doen krullen van nieuwsgierigheid toen u een tipje van de sluier oplichtte over een ‘aantal’ spoorprojecten. Ik heb daarnet mijn Vlaams hart getoond, maar ben toch ook geïnteresseerd in de Limburgse projecten. Bij dezen vraag ik dus om het totale voorstel te zien te krijgen.
Namens mijn partij wil ik zeggen dat we helemaal akkoord gaan met u, dat we voluit blijven inzetten op die Vlaamse spoorvisie en dat we daarop de nodige druk moeten zetten vanuit dit Vlaams Parlement.
Maar voor de duidelijkheid wil ik hier in dit parlement toch nog even een bevestiging van u. Ik vind de vergelijking die u maakt met andere federale bevoegdheden niet opgaan. Dit verhaal van cofinanciering hebben we vorige legislatuur beslist binnen de schoot van de Vlaamse Regering. Volgens mij was dat toen een regering van socialisten, N-VA en CD&V, die gezegd heeft: ‘Wij voorzien in die cofinanciering.’ Ik heb u daarover tot vier keer toe bevraagd in de commissie. U hebt tot vier keer toe duidelijk gezegd dat u die cofinanciering niet wenste aan te gaan. Zegt u vandaag nu: ‘We veranderen het geweer van schouder en gaan voor die cofinanciering?’ Dan wil ik u feliciteren, want dan hebben we vandaag volgens mij eindelijk een stap vooruit gezet.
Ik herhaal wat ik in de commissie heb gezegd, namelijk dat ik het er principieel moeilijk mee heb, maar nood breekt wet. Je kunt die ratio volledig toepassen op alles wat maar mogelijk is. Wanneer de federale overheid in haar taken niet tegemoetkomt aan datgene wat Vlaanderen vraagt en Vlaanderen dan financieel moet bijspringen, dan heb ik het daar principieel en intellectueel moeilijk mee, maar nood breekt wet, en ik wil dat ook voluit doen. Ik noteer uw kamerbrede steun daarvoor, ook als we budgettaire keuzes moeten maken. Ik ga er resoluut voor en zal ook terugkoppelen naar de Vlaamse Regering.
Minister, het is nu inderdaad zaak om budgetten en projecten snel af te stemmen en daarmee naar buiten te komen. En als u dan kunt zeggen dat u naast het federale aandeel ook met eigen Vlaams geld komt, dan kunt u met gezag uw stem verheffen. En waarom is het niet erg dat u daar nu Vlaams geld voor op tafel moet leggen? Als u binnen de federale begroting uw fair share krijgt, als u bepaalde projecten wilt realiseren om maatschappelijke noden te lenigen en de impasse te doorbreken, dan is het niet erg dat u daarvoor bijkomend Vlaams pasgeld op tafel legt. Het gaat er hier over om de Vlaming in de file een perspectief te geven. Wat is vandaag dan eigenlijk het probleem tenzij u het institutionele benadert om het institutionele? Wanneer u dat doet om mensen te helpen, en dat is toch onze taak, dan is het doeltreffend om met Vlaams geld te komen om voor die extra investeringen die al lang beloofd zijn, de impasse te doorbreken en ervoor te zorgen dat er extra spoorverbindingen komen waar we met zijn allen, wat de keuze betreft, achter staan.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Er bestaat een kamerbrede eensgezindheid dat we meer druk moeten kunnen zetten op de besteding van die 368 miljoen euro en dat er meer rekening moet worden gehouden met de elf prioritaire investeringen waarvan het eerste informele voorstel van minister Bellot afwijkt. Er wordt hier gepleit voor Limburgse projecten. Wat de haven betreft, zijn de wissels waar u terecht op wijst en de fly-over aan de Oude Landen, die een eerste aanzet is tot de tweede spoortoegang en die op middellange termijn voor een verzachting zou zorgen, belangrijk.
U spreekt over het bepalen van regionale prioriteiten op basis van een samenwerkingsakkoord. Daar kunnen we natuurlijk alleen maar achter staan, bekrachtigd door de twee parlementen.
U opent inderdaad de deur voor cofinanciering en voor beslissingsmacht, maar ik deel wel uw reserves. Iedereen zegt dat we toch kunnen bijbetalen, maar als Vlaanderen voor alle federale taken moet meebetalen, dan moeten we de financiering van de gewesten ook eens herbekijken. Die bezorgdheid van u deel ik.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Wenst iemand tot besluit van dit actualiteitsdebat een motie of een motie van wantrouwen in te dienen? (Neen)
Het debat is gesloten.