Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Minister, het is met genoegen dat ik hier sta om u de eerste keer te mogen ondervragen in mijn hoedanigheid als Vlaams Parlementslid en u in uw hoedanigheid als viceminister-president en minister van Financiën, rond een maatschappelijk belangrijk thema waarvan we de relevantie met zijn allen delen.
Ik vertel niets nieuws als ik zeg dat we een schier eindeloze diversiteit aan gezinsvormen hebben in onze huidige samenleving. Er zijn uiteraard nog altijd mensen die gehuwd zijn en twee kindjes hebben, zoals onze fractieleider. Er zijn heel veel eenoudergezinnen in Vlaanderen, namelijk 125.000. Er zijn meervoudige vaderschappen, minister, zoals uzelf. Er zijn ook heel veel mensen die na een scheiding in co-ouderschap de kinderen opvoeden in een situatie waarbij de kinderen de ene week bij de ene ouder verblijven en de andere week bij de andere ouder.
Vanuit onze fractie, minister, willen we het principe naar voren schuiven dat elk sociaal en fiscaal voordeel waar een kind en zijn ouders recht op hebben, in gelijke mate toekomt bij elk kind en zijn of haar ouders en dat de gezinssituatie waarin het kind opgevoed wordt, daar geen enkele rol in mag spelen. Een heel concrete discriminatie die we hier naar voren willen schuiven, is het feit dat er in Vlaanderen een korting is op de onroerende voorheffing voor alle gezinnen met twee en meer kinderen en dat in geval van co-ouderschap de korting toekomt aan de ouder bij wie de kinderen gedomicilieerd zijn, met als logisch gevolg, helaas, dat de andere ouder dat recht niet kan doen gelden. Wij van sp.a, minister, willen u vragen om in een oplossing te voorzien om deze discriminatie uit de wereld te helpen en ervoor te zorgen dat ook dit fiscaal voordeel, die korting op de onroerende voorheffing, beide ouders in gelijke mate toekomt, want kindjes hebben op beide plekken natuurlijk een slaapkamer nodig.
Minister Tommelein heeft het woord.
Mevrouw Gennez, u hebt dat goed gedaan. U lanceert een voorstel en u laat het in de krant zetten, en een paar dagen later stelt u een actuele vraag aan de minister over dat voorstel. Geen probleem, iedereen heeft het recht om te proberen hier een actuele vraag te stellen. (Opmerkingen)
Ik ben ook blij dat u mij een eerste vraag stelt. Mijn adviseurs voor energie zullen blij zijn dat het eens over financiën en fiscaliteit gaat.
Eerst en vooral ben ik voorstander van een fiscaliteit die rekening houdt met de hedendaagse samenlevingsvormen, laat dat duidelijk zijn, en niet alleen met het klassieke gezin van uw fractieleider: papa, mama en kindjes. Het klopt dat de vermindering van de onroerende voorheffing niet verrekend wordt voor co-ouders van kinderen die de helft van de tijd bij de ene en de helft van de tijd bij de andere ouder wonen. Dat is een gevolg van de huidige wetgeving. Die vermindering is gekoppeld aan de domicilie.
Momenteel kun je maar op één adres gedomicilieerd zijn. Ik weet dat u voorstellen hebt in verband met een ‘codomicilie’. De vraag is natuurlijk of een korting via de onroerende voorheffing wel de juiste weg is om dat allemaal te regelen. Ik heb mijn administratie vroeger al eens onderzoek laten doen naar mogelijke oplossingen. We moeten toch opletten dat we – om in de juiste terminologie te blijven – het kind niet met het badwater weggooien.
Vandaag gebeurt de toekenning van die korting automatisch. Ik wil dat ook graag zo houden. Als we moeten overgaan naar manuele verrichtingen en aanpassingen, dan is het hek weer helemaal van de dam en dan heb je dus geen performante overheid meer en heel veel administratieve rompslomp. Het grootste probleem lijkt mij, zoals u zelf ook al aanhaalt in uw aankondiging in verschillende kranten, dat de diversiteit eindeloos is. Er zijn zoveel verschillende situaties. Als je dat allemaal op maat en op elke situatie moet aanpakken, dan wordt het wel niet gemakkelijk.
Er zijn volgens mij verschillende mogelijkheden. De regeling voor het co-ouderschap is niet onveranderlijk. Ik ben een ervaringsdeskundige. Kinderen kunnen van mening veranderen en meer of minder bij moeder of vader willen wonen. De verdeling is niet altijd exact 50 procent tegen 50 procent. Het is in de praktijk ook niet altijd voor elk kind gelijk. Wat moet met de nieuw samengestelde gezinnen gebeuren? Er is nog een belangrijk probleem. Dat we de nieuwe samenstellingsvormen onderzoeken, betekent niet dat we de klassieke gezinnen moeten benadelen.
Mevrouw Gennez, dit is een zeer belangrijke situatie. Aan dergelijke aanpassingen zijn veel gevolgen verbonden. Dit vraagt om zeer veel onderzoekswerk. Ik heb gezien dat u dat met uw campagne zult doen. U zult luisteren naar wat er allemaal bestaat. Het is heel ingewikkeld. Hiervoor bestaan in principe geen simpele oplossingen. We moeten nagaan op welke wijze we een aantal zaken aan de nieuwe samenlevingsvormen kunnen aanpassen. Dat zal niet meteen lukken. Het zal wat voorbereidingswerk vergen. We moeten dit ook als deel van een groter geheel aanpakken.
Ik sta niet afkerig tegenover de vraag. Er staan echter nog andere hervormingen op stapel, zoals de hervormingen van de erfbelastingen, de registratiebelastingen en de verkeersbelastingen. De vraag is of we dit er in de loop van de komende maanden nog bij kunnen nemen. Volgens mij moeten we dit goed voorbereiden en moeten we een zo groot mogelijke consensus proberen te vinden.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben er absoluut van overtuigd dat we voor concrete problemen in concrete oplossingen moeten voorzien. In dit concrete geval gaat het om een fiscale korting die automatisch wordt toegekend aan de kinderbijslaggerechtigde kinderen in een klassiek gezin. Voor een aantal andere categorieën is die korting niet automatisch. Huurders kunnen de korting aanvragen. Personen met een handicap wier woning moet worden aangepast, kunnen de korting aanvragen. Dit zou voor de categorie van het co-ouderschap ook perfect kunnen.
Elk gezin dat uit elkaar gaat, heeft natuurlijk een regeling voor de kinderen getroffen. Het vonnis van de rechtbank of de ouderschapsovereenkomst waarin de verblijfsregeling staat, kunnen als bewijs dienen. Dit zou perfect kunnen naar het voorbeeld van de huurders en de personen met een handicap. De overeenkomst kan aan de Vlaamse Belastingdienst (Vlabel) worden overgemaakt. Op basis van een rechtsgeldige overeenkomst kan Vlabel de korting over de twee partners verdelen.
Het bestaat al. Het is rechtsgeldig voor huurders en voor personen met een handicap. Die derde categorie zal er perfect bij kunnen. Met het oog op een transparante overheid en een overheid – in het bijzonder dan Vlabel – als een goede dienstverlener, zou dit de doelgroep een zeer concrete en praktische oplossing kunnen bieden. (Applaus bij sp.a)
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
Voorzitter, de samenleving verandert. Het gaat al lang niet meer om een gezin met moeder, vader en twee kindjes. Dat bestaat nog en dat is fijn, maar zeer veel andere gezinsvormen steken de kop op. Ons beleid is daar nog niet aan aangepast. We moeten daar eerlijk over zijn. We hebben deze week gezien hoe onze scholen worstelen met Moederdag en met de omgang van de nieuwe gezinsvormen. Ons beleid heeft op veel plaatsen een pervers effect op de gezinnen.
Mevrouw Gennez, u hebt een voorstel op tafel gelegd. We kunnen dat voorstel goed of slecht vinden, maar het heeft de verdienste dat u iets op tafel hebt gelegd om het probleem aan te pakken.
Minister, ik heb u horen antwoorden dat het moeilijk en complex is, dat de zaken sterk veranderen en dat we moeten nadenken. Ik heb echter geen concreet engagement gehoord. Ik wil het u dan ook expliciet vragen. Bent u van plan een uitgebreide analyse te maken van de wijze waarop onze verschillende beleidsinstrumenten al dan niet aan de nieuwe samenlevingsvormen zijn aangepast? Zult u aan de hand van die analyse nagaan welke aanpassingen nodig zijn?
De heer Diependaele heeft het woord.
Mevrouw Gennez, op zich is uw bezorgdheid zeer terecht. Zoals de minister al heeft verklaard, zijn we het er volgens mij principieel allemaal over eens dat de fiscaliteit aan de veranderende realiteit moet worden aangepast. Veel mensen, waaronder ikzelf, spreken met ervaring.
Ik heb me laten vertellen dat het probleem zich natuurlijk niet enkel op het niveau van de Vlaamse overheid situeert. Het gaat ook om de federale fiscaliteit. Het is een algemeen probleem. Nog deze week zou echter een studie worden voorgesteld die een analyse en overzicht biedt van alle verschillende facetten van de problematiek. Volgens mij zouden we hier zeker veel uit kunnen bijleren.
Maar ik wil wel voor één zaak waarschuwen. En blijkbaar stond die waarschuwing deze ochtend ook in de krant naar aanleiding van uw voorstel. U hebt het hier ook herhaald. Voor concrete problemen moeten we concrete oplossingen hebben. Maar daarmee moet je voorzichtig zijn. Zeker in de fiscaliteit is het de laatste tientallen jaren enorm ingewikkeld geworden. Iedereen zal binnenkort zijn belastingbrief in de bus krijgen en die zal dat opnieuw bewijzen. Als we daar nu opnieuw, naast al die koterij, nog eens een hele hoop koterijen bijbouwen, dan denk ik dat we heel erg moeten opletten, want het is nu al niet doorzichtig genoeg.
Waar ik dus voor pleit, is om een juiste analyse van de totale problematiek te maken en dan te proberen een omvattende oplossing te geven aan het geheel van problemen. Maar we moeten niet ad hoc proberen om elk klein probleempje bij te stellen, want dan riskeren we nog grotere problemen bij te creëren.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Voorzitter, ik zal een aantal principes vermelden. Voor ons is het belangrijk dat de kosten voor kinderen fiscaal worden gecompenseerd. Dat lijkt mij de grondlijn te zijn. Ik denk dat iedereen het daarover eens is.
Ten tweede zijn wij natuurlijk ook voor een gelijke fiscale behandeling van diverse gezinsvormen. Ik denk dat dat ook heel breed gedragen is. Maar hoe pakken we dat praktisch aan in de uitvoering? We stellen de vraag trouwens niet alleen voor deze belasting van de onroerende voorheffing. Het gaat op voor verschillende belastingen.
Hoe pakken we dat aan? De vraag is dan natuurlijk of domicilie daarvoor nog de juiste basis is. Het Grondwettelijk Hof heeft daarover vijf, zes jaar geleden al uitspraken gedaan. We moeten daar creatief mee omgaan. Ik ben het er ook volledig mee eens dat het een omvattende oplossing moet zijn en geen ad-hocoplossing, die het nog allemaal ingewikkelder maakt.
Rond het co-ouderschap is er momenteel het verblijfsregister. Minister, het lijkt mij interessant om te onderzoeken in welke mate dat systeem kan bijdragen tot een meer rechtvaardige verdeling van deze fiscale tegemoetkoming.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Mevrouw Gennez, inderdaad, een klassiek gezin, een nieuw gezin, een single, iemand die samenwoont: al deze mensen zouden op een gelijke fiscale manier moeten kunnen worden behandeld. Ook zouden de fiscale voordelen gelijk moeten zijn. U hebt daarin gelijk.
Het is een heel complexe materie en ook een horizontale bevoegdheid. Die single-reflex of die ‘nieuwe samenwoningsvormen’-reflex is in tal van domeinen verweven. Het is juist dat dat eigenlijk op een grondige manier moet worden aangepakt. Het probleem dat u aankaart, heeft eigenlijk vooral te maken met een domiciliëringsprobleem, omdat een kind vandaag maar op één woonplaats gedomicilieerd mag zijn. De kortingen, voor schooltoelagen, op onroerende voorheffing, op waterfactuur enzovoort, zijn vaak voorwerp geweest van lange discussies tussen echtgenoten of ex-echtgenoten. Als advocaat weet ik dat zeer goed. Het duurt soms lang vooraleer je een overeenkomst kunt bereiken over al die kortingen en over al die zaken. Minister, we moeten dus opletten dat, als je nieuwe systemen invoert, al die bestaande overeenkomsten ook zomaar niet op de helling komen te staan. Want in vele overeenkomsten is er al rekening gehouden met de fiscale voordelen van de ene partner.
Minister, ik zou zeggen: u moet vooral een grondig onderzoek voeren, zodat u niet aan de ene kant een oplossing hebt, maar aan de andere kant de mensen die reeds een regeling en een overeenkomst hebben, opnieuw problemen bezorgt.
Mevrouw Gennez, als ik één ding leer uit dit debat, is het wel dat men inderdaad waarschuwt voor ad-hocoplossingen. Dat lijkt me juist. Men moet de zaak niet omdraaien: ik word graag ondervraagd over het beleid dat ik voer. Dit stond niet in het regeerakkoord. Er wordt kamerbreed vastgesteld dat daar iets aan zou moeten veranderen, maar niet met een aantal koterijen, niet met een aantal oplossingen die dan weer andere problemen met zich meebrengen. Er moet inderdaad een algemene, omvattende oplossing worden gezocht.
Een van de zaken is inderdaad dat domicilie waarschijnlijk niet meer de juiste basis is om dergelijke kortingen toe te kennen.
Het verblijfsregister, mijnheer Van den Heuvel, bestaat inderdaad. Dat kun je aanvullen sinds 2016, maar niet alle gemeenten hebben dat al gedaan. Een database die niet volledig in orde is en die nog niet volledig opgevuld is, is geen oplossing voor het probleem.
Ik denk dat het absoluut ook geen goede zaak is om alle concrete individuele gevallen een aangepaste individuele oplossing te geven. Ik herhaal nogmaals dat ik vanuit mijn ervaring – ik weet wat ik zeg – weet dat het niet zo simpel is om te gaan zeggen: de dag van de scheiding worden afspraken gemaakt tussen mensen, en wat de kinderen betreft, blijft dat gedurende de volledige periode dat die kinderen thuis wonen of bij de andere partner wonen, dezelfde oplossing. Dat is dus niet zo. De kinderen van gescheiden ouders nemen in functie van hun eigen situatie, waar ze studeren, waar ze in een jeugdbeweging zitten, ook door andere zaken die daar tussen komen, soms andere beslissingen dan wat in de scheidingsovereenkomst stond. En dan is de vraag waarop je je dan moet gaan baseren.
We moeten ook kijken naar de versnippering. Federaal zijn er een aantal bevoegdheden. Er zijn ook kortingen in de federale personenbelasting. We hebben de kinderbijslag, waar we vandaag ook discussies over voeren. En vooral: er is een scheidingsovereenkomst waar tussen twee partijen, tussen twee mensen, afspraken worden gemaakt. En soms zit de problematiek die u aanhaalt, al vervat in de oplossing die twee mensen met elkaar hebben afgesproken. Dat is ook de realiteit op het terrein. De vraag is of het allemaal moet worden uitgevonden door de overheid en of de overheid het moet doen, of dat we toch moeten kijken op welke manier wij effectief de basisgrondslag van een korting niet zouden moeten wijzigen.
Ik moet eerlijk toegeven dat ik ook al mijn twijfels heb bij de onroerende voorheffingen op zich, die ook al gebaseerd zijn op kadastrale gegevens die van het federale niveau komen, die ook al lang niet meer geactualiseerd zijn. Ik stel me dus de vraag of we niet naar een volledige totaaloplossing moeten gaan in de toekomst, in plaats van nu hier en daar in de marge wat te morrelen.
Collega’s, ik zou het niet méér met al jullie goede belijdenissen eens kunnen zijn. In 2015 hebben wij vanuit de sp.a-fractie een voorstel van resolutie ingediend om aan de meerderheidspartijen te vragen om in kaart te brengen, zowel op het federale niveau als op het Vlaamse niveau als zelfs lokaal, welke discriminaties er zijn op basis van de verschillende gezinsvormen. Eigenlijk heb ik daar toen geen antwoord op gekregen, minister. Dan zijn we inderdaad begonnen met in kaart te brengen wat de verschillende elementen zijn. We hebben een voorstel van decreet ingediend, samen met collega Beenders, om de waterfactuur rechtvaardiger te maken. Nu doen we het zelfde voor de onroerende voorheffing. Ik reik de hand naar de collega’s van de meerderheid om daar samen werk van te maken.
Fiscale koterijen, collega Diependaele, zijn absoluut niet aan de orde. Dat vragen wij niet, dat willen wij niet. Wij willen transparante communicatie vanuit de overheid aan de rechthebbende, en vooral ook een goede dienstverlening, waarbij mensen ook na een scheiding, die sowieso al moeilijk is, minister, toch al hun rechten kunnen doen gelden en die ook op langere termijn kunnen doen gelden.
Ik hoor uitgestoken handen. Ik hoor een paar excuses. Laten we de handen aannemen en de excuses één voor één ontkrachten en begraven, zodat alle jongeren, alle ouders, alle mensen, in welke gezinsvorm dan ook, alle sociale en fiscale voordelen die hen toekomen, in gelijke mate kunnen doen gelden. Dank u wel. (Applaus bij sp.a en Groen)
De actuele vraag is afgehandeld.