Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Meremans heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, beste cultuurliefhebbers, afgelopen vrijdag hebt u projectsubsidies verdeeld voor de tweede ronde van 2017 in het kader van het Kunstendecreet.
Ik geef even een paar cijfers. Er waren 336 aanvragen. Als we die optellen met de bedragen erbij, komen we aan een totaalbedrag van ongeveer 9 miljoen euro. Finaal hebt u 91 beurzen of projecten ondersteund voor een bedrag van bijna 2,2 miljoen euro.
De 91 die werden gehonoreerd, kunnen we als volgt opdelen: 1500 euro voor 36 korte beurzen; 175.000 euro voor 6 meerjarige beurzen; 679.000 euro voor 23 projecten van kunstenaars; en 980.000 euro voor 26 projecten van organisaties. Opvallend in deze ronde is wel dat u, in tegenstelling tot de vorige ronde, slechts één negatief advies naast u hebt neergelegd, met name voor de organisatie Bloet van de heer Decorte.
Minister, welke lijn hebt u gehanteerd bij het toekennen van de projectsubsidies en beurzen voor de tweede ronde van 2017?
Minister Gatz heeft het woord.
Collega’s, zoals gewoonlijk – en u zult dat niet tegenspreken, neem ik aan – probeer ik mij toch vooral te aligneren op de adviezen van de beoordelingscommissie. Dat is duidelijk het uitgangspunt. De uitzonderingen daarop zijn vrij weinig talrijk.
Wat zijn de regels die de adviescommissie zelf hanteert? Zoals u weet, is het budget in principe nogal open. Daarmee bedoel ik dat er geen voorafnames van budgetten zijn voor bepaalde kunstdisciplines of dergelijke meer. Iedereen heeft wel een kans, een eerlijke kans om de projectsubsidie binnen te rijven, zelfs al weet ik dat de vraag altijd groter is dan het aanbod. Het is ook zo dat men in principe enkel een subsidie kan krijgen wanneer men een voldoende haalt. Dat is ook een uitgangspunt. Verder heeft er zich een praktijk geïnstalleerd waarbij voor organisaties en projecten men ‘zeer goed’ voor artistiek moet halen, en voor individuele kunstenaars – u hebt ook verwezen naar beurzen voor individuele kunstenaars – geef ik ook ‘zeer goed’ en ‘goed’ de mogelijkheid tot subsidie. Waarom doe ik dat? Omdat in de structurele verdeling van de subsidies om de vijf jaar, de facto alleen organisaties aan bod komen. Ik vind dus dat individuele kunstenaars – ik durf het geen voorkeursbehandeling te noemen – laat ons zeggen, een iets grotere kans moeten krijgen om op die manier tijdens de projectsubsidies ook aan bod te komen. Dat is het kader.
Het kader is daarnaast ook dat ik de hoeder ben van het kunstenlandschap in zijn volledigheid, zowel geografisch als voor kunstendisciplines. Wanneer het in bepaalde gevallen nodig is of lijkt, kan ik het kunstenlandschap vervolledigen. In die zin kan ik gemotiveerd afwijken van het advies van de commissie. Ik heb dat bij de vorige ronde gedaan. Ik heb dat in deze ronde, op 1 advies van de 91 na, niet gedaan. Ik sluit niet uit dat het bij volgende rondes nog gebeurt, maar het zal geen systematisch gegeven worden.
Ook vanuit de musicalsector, om maar een voorbeeld te geven, laat men zich horen. Ik heb binnenkort nog een aantal gesprekken – dan heb ik het meer over de kleinschalige musical – om te kijken wat er mogelijk is. Ik geef u maar één voorbeeld. Dat het kunstenlandschap in grote mate volledig is, zelfs al is het nooit perfect, daarover ben ik het wel met u eens.
De heer Meremans vroeg ook nog naar de afwijking. Ik heb inderdaad het gezelschap van de heer Decorte en mevrouw Vinks, Bloet genaamd, ook willen honoreren, ook om de bijzondere reden, naast een aantal artistieke elementen die goed waren, dat zij als zeer kleine organisatie van grote flexibiliteit getuigen door in te tekenen op de aanvullende financiering. Dan wil ik hen een bepaalde kans niet ontzeggen om dat te doen. Dat is mijn afweging, waar ik ook de volle verantwoordelijkheid voor neem. Maar zoals u ziet, zijn er negentig adviezen gevolgd en één niet. Dat is een duidelijke verhouding.
Minister, ik heb toch een aantal kritische bedenkingen. U geeft mij uw lijn weer, maar ik vind dat die lijn de laatste tijd nogal grillig is. Bij de structurele ronde van het Kunstendecreet hebt u bijna rigoureus de adviezen gevolgd. In de eerste ronde van de projectsubsidies zien we dat er nogal wat initiatieven werden opgevist, initiatieven die eigenlijk artistiek zelfs onvoldoende hadden, ook zakelijk nipt of nipt onvoldoende. Nu is het weer anders. In de tweede ronde heb je voor de beurzen voor niet zakelijk maar enkel artistiek goed. Maar voor de projectbeurzen voor kunstenaars en organisaties moet het nu plotseling artistiek zeer goed zijn en zakelijk zeer goed. (Opmerkingen van minister Sven Gatz)
Jawel, ik heb de cijfers hier bij. Met andere woorden: voor hen ligt de lat nu plotseling superhoog, wat een verschil is met de vorige keer. U maakt inderdaad een uitzondering voor de organisatie Bloet van de heer Decorte. Die heeft artistiek goed naar zakelijk onvoldoende. Het probleem is volgens mij dat u na de eerste ronde aan die organisaties hebt gezegd dat ze nog kansen zouden krijgen in de volgende rondes. Ik weet dat die organisatie en ook nog andere een paar keer in de media zijn geweest. Het mag niet zo zijn dat wat in de media komt, automatisch een subsidietoezegging zou krijgen. Ik ga wat kort door de bocht, maar het is toch een beetje mijn bezorgdheid. Mijn vraag is: wat moeten andere organisaties denken die zakelijk wel hun huishouden op orde hebben? Wat gaat het dan de volgende keer zijn? Wat zal het volgende criterium zijn? Ik mis die lijn toch wel.
Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Voorzitter, het gebeurt bijna nooit dat ik het eens ben met collega Meremans, maar in dezen moet ik hem wel gelijk geven. Minister, er bestaat toch wel een grilligheid als je gaat kijken naar de verschillende projectrondes en de manier waarop u beslissingen neemt. Dat is niet eenduidig. Ik kan mij voorstellen dat dat ontmoedigend is voor de beoordelingscommissies die in eer en geweten proberen hun werk te doen. Ik kan mij ook voorstellen dat jonge kunstenaars die een dossier indienen dat artistiek zeer goed scoort, ook ontmoedigd worden om nog dossiers in te dienen. Dat werkt demotiverend.
Minister, u hebt al verschillende keren aangekondigd dat er een evaluatie komt van het Kunstendecreet. Ik hoop dat in die evaluatie de manier waarop de minister beslissingen neemt in de verschillende projectsubsidierondes, ook wordt meegenomen. Wanneer mogen we die evaluatie verwachten?
De heer De Gucht heeft het woord.
Het leven is grillig en de kunst waarschijnlijk nog grilliger. Ik heb dus niet zo'n groot probleem met het woord ‘grillig’. Ik vind het vooral heel goed dat we erin geslaagd zijn om 2,2 miljoen euro extra naar de projectsubsidies te laten vloeien, waardoor er inderdaad wordt ingezet op vernieuwing. Ik hoop dat we in de toekomst verder kunnen evolueren naar echt inzetten op vernieuwing, ook in die structurele subsidies waarbij u ervoor hebt gekozen om dit te laten afhangen van de mate waarin men jonge kunstenaars ondersteunt. Dat heeft niets met grilligheid te maken, maar het heeft te maken met op welke manier je naar de toekomst kijkt en op welke manier je die toekomst wilt ondersteunen. De manier waarop we dat vandaag doen, gaat de goede richting uit. Ik hoop dat we naast die 2,2 miljoen euro die we er al bij gekregen hebben, er in de toekomst verder aan zullen werken.
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, bij afwezigheid van de heer Caron zult u het met mij moeten stellen. Cultuur is voor mij een oude, maar ook springlevende liefde. Ik kom dan ook graag nog eens terug op het terrein waarop ik zelf ooit actief ben geweest.
Mijnheer Meremans, ik moet u op dit vlak gelijk geven. Ik vind het behoorlijk grillig. Ditmaal is de lat zeer hoog gelegd. Zowel artistiek als zakelijk moet de beoordeling zeer goed zijn. Dat levert een tweetal problemen op.
Blijkbaar beschikken heel wat mensen die in de adviescommissies zetelen, niet over de sleutel. Eigenlijk heeft enkel de administratie met betrekking tot het zakelijk aspect de sleutel in handen. Als dit niet als zeer goed wordt beoordeeld, kan de administratie beslissen wie al dan niet voor subsidie in aanmerking komt.
Minister, ik ken het gezelschap Bloet. U hebt misschien goede redenen om dit eruit te halen. U gaat hiermee natuurlijk wel voorbij aan negentig organisaties die een betere score hebben gehaald. Ik mis enigszins een continuïteit. Kunt u nog eens duidelijk maken of u de adviescommissie niet bent voorbijgesneld? Was het niet raadzamer geweest die negentig andere projecten ook nog te bekijken?
Hoe kan ik de adviezen van de adviescommissies en beoordelingscommissies naast me neerleggen? Wat negentig dossiers betreft, volg ik de adviezen. In één geval doe ik dat niet. Ik heb me er echter bij neergelegd dat er altijd kritiek zal zijn als subsidies worden verdeeld. Ofwel volg ik de adviezen te veel, ofwel volg ik de adviezen te weinig.
Mijnheer Meremans, ik heb daarnet al de principes aangehaald. Er zijn wel degelijk een aantal richtlijnen.
Mijnheer De Gucht, ik dank u voor het in herinnering brengen van de stijging van de middelen. Dat is toch ook belangrijk. We kunnen meer kunstenaars en projecten honoreren.
Is alles dan perfect? Bepaalde zaken kunnen zeker en vast beter. Om die reden wordt de procedure voorbereid om het Kunstendecreet te evalueren. In hoofdzaak gaat het om werkingssubsidies, maar dit geldt ook voor de projectsubsidies. Wat mij betreft, kan dit zeker worden onderzocht. Ik ga ervan uit dat ik in het begin van het najaar naar het Vlaams Parlement zal kunnen komen om verbeteringen aan te brengen.
We mogen ons echter niet vergissen. Ook nadien zullen er nog vragen worden gesteld over de verdeling van de subsidies. Op dat vlak bestaat de perfectie niet. Dit geldt ook voor de rondes waarin ik meer afwijk dan in deze ronde en de beoordelingscommissies in de allergrootste mate volg.
Minister, eerst en vooral is er het primaat van de politiek. Het is uw recht af te wijken. Op zich heb ik daar geen probleem mee. Ik heb u echter altijd verteld dat we dit in het oog zullen houden en dat we kritiek op afwijkingen kunnen leveren. U kunt afwijken, maar hier zie ik een patroon waar ik niet uit wijs geraak. Indien u binnen het kunstenlandschap naar een draagvlak wilt gaan, moeten er bepaalde lijnen zijn. Indien iedereen weet hoe de beoordeling verloopt, kan iedereen zich daaraan houden. Dit mag niet gebeuren op basis van ad-hoccriteria. Ik heb u net horen verklaren dat tijdens de derde ronde waarschijnlijk weer andere criteria of normen zullen worden gebruikt. Ik vind dat gevaarlijk. We zullen dit nader bekijken tijdens de evaluatie van het Kunstendecreet. Dit zijn een aantal aandachtspunten die ik namens mijn partij naar voren wil brengen. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.