Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, op 10 juni 2015 hebben we in dit parlement kamerbreed het voorstel van resolutie goedgekeurd dat ons moest brengen tot het traject om een energiepact op te maken. Dit pact moest dan klaar zijn eind 2015. Eind januari hebben we moeten vaststellen dat er ondertussen een federale afspraak is voor het energiepact. Dat werd hier besproken naar aanleiding van een actuele vraag op 1 februari 2017. Daarin zou Vlaanderen, en dus onder andere u, minister, het voortouw nemen wat betreft de conventionele energieproductie. We denken dat dat een goede zet was omdat u daarmee in principe kunt verkrijgen dat het federale niveau de Vlaamse keuzes zou moeten ondersteunen.
Nu lees ik in de pers dat het federale niveau inderdaad beslist heeft om te starten met de consultatieronde in twee fasen. De eerste fase richt zich tot een pak stakeholders, die heel wat input moeten geven op schriftelijke vragen. Daarna komt er een tekst. Die tekst zou midden september ongeveer naar de gewesten gaan, om daar te worden goedgekeurd. Die tekst moet onder andere gaan over de inspanningen inzake hernieuwbare energie die moeten worden verdeeld – hoewel ik dacht dat dat al afgesproken was – en over de strategische reserves. De tweede fase bestaat hieruit dat men via een participatieve website de input van de bevolking gaat bekijken. Die twee komen dan samen in een globale tekst, eind dit jaar.
Minister, we hebben nog geen Vlaams energiepact, en u bent al volop bezig met het federale energiepact. Mijn vraag is dan ook, uiteraard, hoe die twee met elkaar matchen.
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, dank u voor uw vraag.
Eerst en vooral zou ik toch verbaasd willen reageren op uw manier van voorstellen, alsof de gewesten ondergeschikt zouden zijn aan het federale niveau. Niet het federale niveau heeft beslist, het zijn de gewesten samen met het federale niveau die de beslissing hebben genomen. De tekst komt ook niet van het federale niveau naar de gewesten. We hebben samen een vragenlijst opgesteld. Dat is natuurlijk wel wat anders dan het voorstellen alsof Vlaanderen een ondergeschikt bestuur zou zijn in vergelijking met het federale niveau. Mijnheer Gryffroy, dat verbaast me echt van u. Ik voel dat niet zo aan.
De Vlaamse energievisie komt binnen een tweetal weken op de Vlaamse Regering. U weet dat ik op 4 mei vorig jaar de eed heb afgelegd. Ik ben dus nog altijd geen jaar in dienst, mijnheer Gryffroy. Dit betekent dat binnen een jaar de Stroomversnelling het volledige traject heeft doorlopen. We hebben met de burgers gesprekken gevoerd. We hebben met experten gesprekken gevoerd. De sectoren waren erin betrokken, alsook de kennisinstellingen. Dit is een consensus die is gegroeid en die nu klaar is om naar de regering te brengen.
We hebben trouwens op dit moment heel veel energiedossiers die we moeten behandelen. Zo ligt momenteel de hervorming van de energie-intercommunales op de tafel van de regering. We zijn bezig met de energieleningen, met het Warmteplan en met de digitale meters. Dat is een van de redenen waarom we hebben gekozen voor een breed gedragen energievisie. De Stroomversnelling zullen we blijven gebruiken. We zullen een tweede editie van het burgerpanel organiseren. We moeten het draagvlak in Vlaanderen voor hernieuwbare energie blijven onderhouden, blijven steunen opdat iedereen er zich bewust van zou zijn waar we naartoe moeten.
Uiteraard is de Stroomversnelling die gegroeid is en nagenoeg klaar is, een goede basis om ook op federaal niveau het energiepact uit te werken. Dat gaat over veel meer dan de Stroomversnelling, aangezien de bevoegdheden die niet tot Vlaanderen behoren ook aan bod komen in het energiepact. We gaan nu naar een interfederaal energiepact waar het Vlaams standpunt en de Vlaamse energievisie voor een groot stuk moet worden ingekanteld. Ik kan het niet genoeg zeggen: de energieomslag zit niet alleen bij politici maar ook bij burgers, bedrijven en overheden, ook bij parlementsleden. Ik ben deze morgen nog een gelukkige mijnheer Caron tegengekomen in de gang die me wist te vertellen dat zijn nieuwe zonnepanelen gisteren 13 kilowattuur hadden opgeleverd. Er is dus ook een mooi voorbeeld vanuit het parlement. (Gelach)
Ik roep iedereen op om mensen daar verder warm voor te maken en ervoor te zorgen dat het energiepact niet alleen op het Vlaamse niveau en binnen de Vlaamse Regering gestalte krijgt, niet alleen op het interfederale niveau, maar vooral in de hoofden en geesten van burgers en bedrijven.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik ben verbaasd dat u verbaasd bent dat ik verbaasd ben. Een energievisie op Vlaams niveau moet vooral gaan over marktwerking, over hernieuwbare energie, over energie-efficiëntie. U hebt inderdaad met Stroomversnelling een acceleratie gegeven. Men heeft een aantal topics kunnen uitlichten op de Klimaattopdag van 1 december 2016. Daarnaast hebt u nog vijf technische werkgroepen opgericht waaronder ‘meer hernieuwbare energie’, ‘flexibiliteit’ enzovoort. We hebben daar nog geen resultaten van gezien. Van de energievisienota heb ik ook nog niet de eindresultaten gezien.
Toch gaat u al op federaal niveau werken, terwijl het de bedoeling zou moeten zijn dat het federale niveau zich aanpast aan het Vlaamse niveau en niet omgekeerd. Wij hebben behoefte aan een bepaalde hoeveelheid stroom op bepaalde ogenblikken. Het federale niveau moet dan kijken hoe zich daar op te enten. Dat was altijd de afspraak. (Applaus bij de N-VA)
De heer Schiltz heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, het is de logische gang van zaken om samen te werken met de andere federaties. We zijn in Vlaanderen niet bevoegd voor energie. We hebben deze morgen in de commissie nog discussies gehad over zonnepanelen op de spoorwegbermen, gedeelde bevoegdheden. Dat is een goede zaak.
Minister, zult u erover waken om zowel in het Vlaamse als federale traject fors de nadruk te leggen op voldoende burgerparticipatie in deze, en niet alleen te spreken met de klassieke sectorfederaties?
De heer Beenders heeft het woord.
Het is eigenlijk een bizar debat als je dit bekijkt vanuit de ogen van de oppositie. U bent eigenlijk heel constructief begonnen met de resolutie die we kamerbreed hebben gesteund. Ik hoop dat we samen de ambitie blijven hebben om de energievisie tot een goed einde te brengen en om de ambities te realiseren en tegen 2020 de doelstellingen te halen. Mijnheer Gryffroy, ik vraag u om uw houding enigszins aan te passen en in te zetten op samenwerking om ervoor te zorgen dat we halen wat we willen halen, namelijk de doelstellingen tegen 2020.
We moeten alle instrumenten en alle samenwerkingsverbanden inzetten om die doelen te halen. Ik zou u dus toch willen vragen om uw houding constructiever te maken in dit debat.
De heer Danen heeft het woord
De vraag rond de energievisie en het energiepact leeft natuurlijk al langer dan twee jaar. We hebben het inderdaad twee jaar geleden kamerbreed goedgekeurd. Het spreekt voor zich dat je zo’n plan nodig hebt. Anders loop je altijd een beetje achter. Ik wil vooral een warme oproep doen. Ik hoop echt dat zo’n plan en zo’n pact een einde kan maken aan het gekibbel dat er rond energie toch altijd is: federaal, tussen de gewesten en het federale niveau, binnen de regeringen. Ik word het wel een beetje beu dat daar zo veel over wordt gekibbeld. Maar als je natuurlijk geen leidraad hebt, is het misschien inherent dat er gekibbel is.
Iedereen moet zijn verantwoordelijkheid nemen, niet alleen de burger, maar zeker ook de vier ministers. En die verantwoordelijkheid is gigantisch, want als we nog lang moeten wachten op zo’n energiepact, dan kunnen we een kruis maken over de sluiting van de kerncentrales. En dat zou toch wel echt zonde zijn.
De heer Sintobin heeft het woord
Ik wil in de eerste plaats collega Gryffroy steunen wat betreft het volledig uitputten van de Vlaamse bevoegdheid wat energie betreft. Wij moeten ons daar inderdaad niet neerleggen bij het federale niveau.
Minister, eigenlijk zou u moeten stoppen met telkens opnieuw te zeggen dat u pas een jaar minister van Energie bent. Het lijkt wel alsof u dat gebruikt als excuus voor de vele energiedossiers, waar u zelf naar verwijst, die op de tafel liggen en die dringend gefinaliseerd moeten worden. We hebben deze morgen nog een aantal dossiers gehad waar u trouwens weigerde om een tijdspad te geven. Stop met al die aankondigingen. Zorg dat die energiedossiers gefinaliseerd worden.
Voorzitter, ik stel vast dat de afgelopen weken de oppositie ten aanzien van de minister van Energie vooral gevoerd wordt vanuit zijn eigen meerderheidspartijen: de N-VA, maar ook collega Bothuyne van CD&V, die met een eigen energieplan komt. Het wordt dus dringend tijd om een aantal dossiers af te sluiten, minister.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, morgen is het feest. Morgen bent u één jaar minister van een van de meest uitdagende bevoegdheden die er zijn: Energie. Die uitdaging is inderdaad gigantisch groot: de kernuitstap realiseren, de klimaatdoelstellingen halen in 2020, 2030 en 2050, betaalbare groene energie voor iedereen. U doet dat met het nodige voluntarisme. Ik ben ook blij dat u dat doet in samenwerking met de andere gewesten en de federale overheid, want dat is ook letterlijk wat de klimaatresolutie stelt die we hier op 23 november samen hebben goedgekeurd. Ik citeer even: “Samen met de andere gewesten en de federale overheid zo snel mogelijk werk maken van een interfederale energievisie.”
Ik ben dus blij dat u daar werk van maakt, maar het heeft wel nood aan scherpe en duidelijke keuzes, om op een ambitieuze manier de Europese doelstellingen te gaan invullen. Morgen hebt u een overleg met commissaris Sefcovic. Wat is de agenda van dat overleg, minister? Op welke manier zult u onze energievisie inschakelen in het beleid van de Europese Energie-unie?
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, collega’s, u bent begonnen met 2014 en 2015, waar het parlement gezegd heeft dat er een aantal dingen moesten gebeuren, ook op het interfederale niveau. Ik ben daar volop mee bezig. Ik heb onmiddellijk werk gemaakt van de opstart van de Stroomversnelling. Daar zijn verschillende werkgroepen mee bezig geweest. Daar hebben de burgers mee aan kunnen participeren. Daar hebben de experten mee aan geparticipeerd. We hebben alles voorgelegd. Er is in werkgroepen gewerkt. De ene werkgroep moest natuurlijk wel wachten op de andere. Je kunt geen governance organiseren als je nog geen duidelijkheid hebt over de andere zaken. Het is klaar. En ik zeg u: het komt in de volgende weken op de agenda van de regering.
Moet ik dan wachten om te starten met het interfederale energiepact? Neen toch? Want deze assemblee, dit parlement, vraagt om er snel werk van te maken. En ik speel mijn rol. Ik neem mijn verantwoordelijkheid op, ook op het interfederale niveau. Als Vlaams minister van Energie heb ik inderdaad een belangrijke stem in het kapittel en moet ik inderdaad met de andere ministers van dit land, of het nu Wallonië, Brussel of de federale overheid is, samenwerken om tot een gezamenlijke energievisie en een pact te komen tegen het einde van dit jaar.
Op dat moment, mijnheer Gryffroy, zal die Vlaamse energievisie al lang op de tafel van de Vlaamse Regering gepasseerd zijn. Dat federale energiepact is voorzien voor eind dit jaar, nadat we ook de burgers en de stakeholders geconsulteerd zullen hebben. Het Vlaamse energiepact, dus de Vlaamse energievisie, kunt u in een van de volgende weken verwachten op de tafel van de Vlaamse Regering. En uiteraard zult u daar ook kennis van nemen in het parlement, want het is altijd mijn gewoonte, voorzitter, om dergelijke zaken onmiddellijk naar het parlement door te sturen ter bespreking in de commissie.
Iedereen die bezig is met energie, is vragende partij voor een visie sinds 2003. We moeten een onderscheid maken tussen een visie en een pact zoals heel duidelijk in onze kamerbrede resolutie van dit parlement van juli 2015 staat. U zegt dat u over enkele weken met een visie naar dit parlement komt. Graag, maar ik heb de tekst niet gezien.
Collega's, ik zeg dit niet alleen. Ik lees voor wat collega Bothuyne zegt in de commissie van oktober 2016: “Wij moeten aan de federale overheid aangeven wat van hen verwacht wordt, wat zij voorzien inzake centrale productie om ons te kunnen ondersteunen, om onze Vlaamse keuzes te kunnen ondersteunen. Want anders is onze visie een dode letter.” Dat zijn uw woorden. Wel, ik zeg vandaag hetzelfde. Wat ik verwacht, is dat u een duidelijke Vlaamse visie en een Vlaams energiepact hebt – en u kunt tegelijkertijd al beginnen – en dat er dan pas deftige consultatierondes beginnen op federaal niveau. Dat is mijn visie.
De actuele vraag is afgehandeld.