Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het zonder toestemming inkleuren van percelen in jachtplannen
Verslag
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Voorzitter, ik heb weer kranten bij. Daarnet stonden er in die kranten straffe uitspraken van uw collega over het Eurostadion. Dit keer zijn het straffe uitspraken van Vogelbescherming Vlaanderen, die oproept: ‘Check of uw tuin niet zonder uw toestemming is geannexeerd als jachtgebied.’ ‘Vier op vijf percelen blijken na controle illegaal jachtgebied.’ Dat zijn allemaal toch uitspraken die getuigen van een groot wantrouwen van Vogelbescherming Vlaanderen ten aanzien van de jacht.
Wat de jachtplannen betreft, weten we alleszins dat sinds het Jachtvoorwaardenbesluit van 2014 enerzijds de arrondissementscommissarissen de opdracht hebben om de jachtplannen op te maken, en dat anderzijds het Agentschap voor Natuur en Bos ervoor zal zorgen dat deze jachtplannen digitaal ontsloten worden, zodat ze door iedereen kunnen worden geconsulteerd.
Uiteraard hebben we in de kranten ook de reacties gelezen van de Hubertus Vereniging Vlaanderen, die de uitspraken van Vogelbescherming Vlaanderen nuanceert en duidelijk aangeeft waarom een aantal kaarten nog niet digitaal ontsloten zijn. Dat is te wijten aan enerzijds de eigendomsovergangen, en anderzijds aan de wijziging van aanpak, in die zin dat percelen die kleiner zijn dan 1 hectare vroeger niet uitgetekend dienden te worden en vandaag wel.
Minister, welke middelen zult u ter beschikking stellen of welke maatregelen zult u treffen om ervoor te zorgen dat de jachtplannen zo snel mogelijk digitaal ontsloten zijn?
De heer De Bruyn heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, eigenlijk is het heel eenvoudig: je dient een jachtplan in en daarin neem je alleen die percelen op waarover je effectief de jachtrechten hebt. Dat lijkt mij een helder, verdedigbaar en duidelijk te interpreteren principe. Als we naar de praktijk kijken – en ik denk dat Vogelbescherming Vlaanderen goed werk heeft geleverd door dat toch voor ongeveer acht- tot negenhonderd percelen te doen – stellen we vast dat nogal wat jachtplannen op de een of andere manier heel wat percelen bevatten die eigenlijk niet ingekleurd hadden mogen zijn omdat men niet kan aantonen dat er over die percelen jachtrechten gelden.
Ik wil voorzichtig zijn met het extrapoleren van die steekproef. Het is een niet-wetenschappelijke steekproef. We gaan dus niet zeggen dat we dat kunnen uitbreiden naar het hele Vlaamse grondgebied. Maar het is, denk ik, op zijn minst een ernstige indicatie dat nogal wat – en ik zeg eigenlijk: te veel – jachtplannen vrij slordig worden ingekleurd. En dan denk ik, minister, aan waartoe u zich inderdaad, op aandringen van mezelf en mijn fractie en ook andere fracties, hebt geëngageerd: het digitaal ontsluiten van alle jachtplannen op een eenduidige manier, zodanig dat elke eigenaar kan bekijken hoe het met zijn perceel zit. Dat is een ongelooflijk goede zaak en ik heb er alle vertrouwen in dat dit tegen de zomer zal zijn afgerond.
Maar als ik nu de schaal zie waarop er toch blijkbaar fouten zitten in die jachtplannen, dan stel ik de concrete vraag welke bijkomende initiatieven u zult nemen om ervoor te zorgen dat de jachtplannen die worden ingediend, correct zijn, in die zin dat ze geen of toch zo weinig mogelijk percelen bevatten die niet-ingekleurd in het jachtplan zouden mogen zijn.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega’s, het klopt dat de manier waarop die jachtplannen worden ingediend en goedgekeurd, in 2014 gewijzigd is. Toen is eigenlijk een hele omslag gemaakt: voortaan waren de goedkeuring en het nakijken van de jachtplannen de verantwoordelijkheid van de arrondissementscommissarissen. We hebben toen ook afgesproken, en in 2016 verfijnd, dat in de toekomst, als er nieuwe percelen worden opgenomen in die jachtplannen, daarvoor een schriftelijke toelating moet zijn.
Er staat sinds 2016 ook heel uitdrukkelijk in wat er allemaal in die schriftelijke toelating moet staan. Dat wil dus eigenlijk zeggen dat het probleem dat deze week is aangekaart in kranten, zich in de toekomst niet meer zal voordoen. Want als er nieuwe percelen aan die jachtplannen worden toegevoegd, moet daar een schriftelijke toelating bij zitten van de eigenaar. Het is de taak van de arrondissementscommissarissen om dat op te volgen.
Waar zit nu het probleem? In de jachtplannen die van voordien al vastliggen. Daarin zitten er inderdaad een aantal zaken die niet kunnen. Iedereen voelt aan dat dit een situatie is die niet aanvaardbaar is en waarvoor we een oplossing moeten zoeken. Ik denk dat alle betrokken partijen dat ook willen. Niemand is erbij gebaat dat er fouten zijn en dat er tuinen en straten voorkomen in die plannen.
Wat is de oplossing? Vanaf juli 2017, heel binnenkort dus, zullen al die jachtplannen digitaal door iedereen, door elke burger, raadpleegbaar zijn. Daarin zul je ook kunnen nakijken of je perceel op een jachtplan staat. En als je daarvoor dan geen toelating hebt gegeven, kun je heel eenvoudig een berichtje sturen naar de arrondissementscommissaris. En dan wordt je perceel daaruit gehaald. Het kan nadien ook niet meer worden teruggeplaatst, want daarvoor moet er een schriftelijke toelating zijn.
Het is heel belangrijk dat we die stap zetten, want het gaat inderdaad over een erfenis die we uit het verleden, toen het inderdaad allemaal manueel en niet altijd even efficiënt gebeurde, hebben meegenomen. Ik denk dat we dat kunnen oplossen via die digitalisering en dat we op die manier die fouten eruit kunnen halen.
Wat kan en zal ik nog bijkomend doen? Ik zal heel binnenkort alle arrondissementscommissarissen en alle betrokken partijen rond de tafel zetten en bij mij roepen om samen naar oplossingen te zoeken. Ik herhaal dat ik het jammer vind dat het zou worden voorgesteld alsof de ene groep tegenover de andere staat, vogelbescherming tegenover jacht, jacht tegenover vogelbescherming. Ik denk dat we allemaal samen oplossingen kunnen vinden, ook met de arrondissementscommissarissen, die hierin een heel belangrijke taak hebben en die ook de verplichting hebben om dat goed en degelijk te doen en daarop voldoende controle uit te oefenen. Ik zou ze allemaal rond de tafel zetten en op die manier naar bijkomende oplossingen zoeken. Ik ben ervan overtuigd dat iedereen, alle betrokken organisaties, bereid zullen zijn om rond de tafel te zitten en die oplossingen verder uit te werken.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik kan het enkel onderschrijven.
Ik ben blij te horen dat we in juli een volledig overzicht zullen hebben van die digitale jachtplannen. Namens de jachtsector wil ik zeker meegeven dat zijzelf mee vragende partij zijn voor een grotere transparantie, in tegenstelling tot wat Vogelbescherming Vlaanderen misschien laat uitschijnen. Ik denk dat dat zeker mag worden benadrukt. Verder hebben we het in de commissie al meermaals gehad over de workload voor de arrondissementscommissarissen. Nogmaals, ik ben blij te horen dat het in juli allemaal in orde zal zijn.
Minister, ik dank u voor uw duidelijk antwoord. Ik was een beetje – of toch wel heel erg – verrast door de communicatie van de Hubertus Vereniging Vlaanderen, die zegt: ‘Ja, we hebben vastgesteld dat 231 hectare moet worden uitgekleurd. Waarover hebben we het? Vlaanderen bevat maar liefst 1 miljoen hectare – naar boven afgerond – jachtgebied. En dan is 231 hectare toch niets.’ En dan ben ik beginnen nadenken. 1 miljoen hectare op een totaal van 1,3 miljoen hectare voor heel Vlaanderen, zou eigenlijk betekenen dat bijna elk perceeltje waar niet effectief een gebouw of een straat ligt, opgenomen zou zijn in jachtgebied. Dat lijkt mij vreemd. Ik beschuldig niemand, ik zeg alleen dat dat mij vreemd lijkt. 1 miljoen hectare op 1,3 miljoen zou bijzonder veel zijn.
Minister, in dat opzicht juich ik enorm toe wat u hebt aangekondigd: een rondetafel met onder andere die arrondissementscommissarissen. Want dat zijn inderdaad Vlaamse regeringscommissarissen, door de Vlaamse Regering benoemd. En u kunt die gebruiken als instrument om deze regelgeving na te leven of na te kijken. Dat is trouwens ook expliciet hun taak.
Ik heb een heel concrete vraag voor u. Wilt u hun alstublieft vragen om ook voor elke provincie na te gaan waar de overlappingen zitten op de verschillende ingediende jachtplannen? Want ik vermoed dat een groot stuk van de verklaring over het enorme aantal hectaren jachtgebied, zit in overlappingen die in principe niet zouden mogen kunnen.
De heer Tobback heeft het woord.
Minister, ik ben minder tevreden met uw antwoord. Ter attentie van mevrouw Peeters wil ik mijn verbazing uitdrukken. U bent hier altijd de grootste verdediger van het eigendomsrecht in Vlaanderen. Ik zou denken dat u dan ook het absolute recht van een eigenaar om te weten wat er op zijn grond is en wie daar gebruik van maakt om welke reden dan ook, zou verdedigen. Maar blijkbaar primeert voor u een jachtverlof op het eigendomsrecht en vindt u het normaal dat als je een geweer hebt, je dat niet moet respecteren, ook niet in het inkleuren.
Minister, ik wil u een dringende vraag stellen. In plaats van de passieve aanpak die u nu voorstelt – we gaan dat allemaal publiceren, zoek het op, want dat is een boodschap aan de eigenaars, het zal online staan en trek er uw plan mee – … Het lijkt me vanuit het respect voor ieders eigendomsrecht toch de evidentie zelf dat wanneer uw grond, of dat nu uw tuin, uw huis, uw zwembad, uw trampoline of wat dan ook is, is ingekleurd of opgenomen in een jachtplan, u door de opsteller of de goedkeurder van dat jachtplan actief op de hoogte wordt gebracht, en daar al of niet uw toestemming over mag geven. Ik roep u dan ook hard op om dat systeem te maken in plaats van u ervan af te maken met de woorden: kleur uw plannetjes, we gaan ze online zetten en de eigenaars kunnen hun plan trekken. Dat is geen respect voor het eigendomsrecht.
De heer Caron heeft het woord.
Ook ik val van mijn stoel om te horen dat er zoveel gebied in Vlaanderen jachtgebied is. Ik maak me vooral zorgen over de veiligheid van burgers en de nabijheid van jacht bij bewoning, tuinen en andere privédomeinen waar ook recreërende, spelende en werkende mensen zijn.
Minister, de heer Tobback was me voor met zijn vraag. In al die oude jachtplannen is er vaak geen toestemming van eigenaars voor sommige percelen. Zou het niet logisch zijn dat de jagers zelf en degenen die de jachtplannen beheren, toestemming vragen aan de eigenaars van de percelen op de oude jachtplannen, om dat als jachtplan in te kleuren? Pas dan kun je van een heldere situatie spreken, zodat elke burger wordt geïnformeerd als er bij wijze van spreken een tram door zijn tuin zou passeren.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Het moet duidelijk zijn. Iedere eigenaar, of men nu voor of tegen de jacht is, heeft het recht om te beslissen of er op zijn grond wel of niet kan worden gejaagd. Zitten daar mensen bij die bewust domein hebben ingekleurd die ze niet moesten inkleuren, dat zal wel. Maar evenzeer is het zo dat die oude kaarten die destijds op een tienduizendste moesten worden ingekleurd en waar gebieden kleiner dan 1 hectare niet moesten worden ingekleurd, bij de overgang in 2014 ongetwijfeld ervoor hebben gezorgd dat we in deze situatie zitten. Het is dan de verdienste van deze minister dat ze op dit moment alles heeft ingezet op digitalisering enerzijds, en anderzijds dat elke burger ook toegang geeft tot die informatie.
Eerlijk gezegd, mijnheer Tobback, ik kan mijn oren niet geloven als u hier een kwartier geleden staat te roepen: leg die kaart ter inzage zodat iedereen ze kan zien en er alle fouten uit kan halen. En nu zegt u: maar nu moet de burger er zelf alles uit halen, u moet ze eruit halen, minister. Wat is het nu? (Applaus bij CD&V)
Afhankelijk van het thema zijn er blijkbaar andere overtuigingen in het parlement. Ik wil herhalen dat we voor nieuwe percelen toepassen wat u vraagt, mijnheer Tobback, mijnheer Caron en anderen. Dat is dat er een schriftelijke toestemming moet zijn van de eigenaar. Het klopt dat de oudere plannen zijn omgezet naar digitale plannen, en dat er inderdaad een aantal zaken fout zijn gelopen. Dat moet eruit, dat vind ik ook, en dat is de taak van de arrondissementscommissaris. Dat is zo beslist en daarom is het logisch dat we met die arrondissementscommissarissen samenzitten, maar ook met de betrokken partijen om uit te zoeken hoe we dat nu zo goed en zo snel mogelijk oplossen.
Het feit dat die kaarten voor iedereen raadpleegbaar zijn vanaf juli 2017, dus heel binnenkort, dat is al een heel belangrijke stap om ervoor te zorgen dat het snel kan gaan. Natuurlijk zijn er ook een aantal knelpunten op het terrein die ons worden gesignaleerd, bijvoorbeeld de toegang tot het kadaster, om goed te weten wie de eigenaar is. Vaak zit daar nog een verschil in. Soms kan de gebruiker het jachtrecht verlenen, soms is dat de eigenaar. Er zijn ook een aantal juridische knelpunten die op dit moment door de Hubertus Vereniging Vlaanderen worden onderzocht om te weten hoe ze dat kunnen oplossen. Ik heb begrepen dat ze al contact hebben gehad met de federale overheidsdienst om na te gaan hoe ze dat vlotter kunnen laten verlopen.
En dat stemt mij positief, in die zin dat ook de Hubertus Vereniging Vlaanderen daar een oplossing voor wil. Zij willen ook niet dat daar gronden worden aangemeld waar geen toelating voor is. Ik denk dat we dat het best, het snelst en het meest pragmatisch kunnen oplossen door iedereen rond de tafel te brengen en samen te zoeken wat de beste en de snelste weg is. En ondertussen is voor de nieuwe percelen de schriftelijke toelating verplicht. Dat hebben we al beslist. En daarnaast zorgen we ervoor dat iedereen via die digitale kaart ondertussen ook op een vrij efficiënte manier kan zeggen: mijn perceel moet eruit. Dat kan snel gaan. Dat kan op die manier heel vlot gaan. En dan kunnen we ook heel snel de fouten die daarin zitten, rechtzetten.
Collega’s, ik ben alleszins blij te vernemen dat we tegen juli de volledige transparantie krijgen in die digitale kaarten.
Tegelijkertijd, collega Tobback, wil ik u ook wel even bedanken, omdat u hier nogmaals ‘en plein public’ wilt bevestigen dat wij met Open Vld inderdaad een groot pleitbezorger zijn van de bescherming van de eigendomsrechten, in tegenstelling tot u, maar dat wisten we al. Dank u. (Applaus)
U hebt niet geantwoord op mijn bijkomende vraag of u er in het overleg met de arrondissementscommissarissen voor zult pleiten dat ze effectief ook nagaan, op een uniforme manier, of er sprake is van overlappingen en dat die eruit gehaald worden. Ik denk dat dat een groot stuk van het probleem kan verklaren.
We hebben in het kader van een compromis inderdaad aanvaard dat schriftelijk bewijs enkel nodig is voor nieuwe en uitbreiding van jachtplannen. Pacta sunt servanda, geen enkel probleem. Maar dan moeten we er natuurlijk wel van uit kunnen gaan dat de jachtplannen, zoals ze ingediend zijn, correct zijn en dat die correctieronde, waarbij men zich nu wat verschuilt achter allerlei techniciteiten, ook een effectieve correctieronde was, waarna we kunnen vaststellen dat effectief de grootste fouten en gebreken eruit gehaald zijn, zodat we de plannen die voorliggen en die we digitaal zullen kunnen inkijken, dan ook kunnen vertrouwen.
De actuele vragen zijn afgehandeld.