Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de invoering van een maximumfactuur in het secundair onderwijs
Verslag
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Minister, begin deze week pleitte de kinderrechtencommissaris voor de uitbreiding van de maximumfactuur van het basis- naar het secundair onderwijs. Dat recht op kosteloos onderwijs staat verankerd in onze Grondwet. We vinden dat ongelooflijk belangrijk om alle talenten van alle kinderen toch maximaal kansen te geven op school.
Vanuit sp.a organiseerden we een bevraging waar bijna 1200 ouders op ingingen. Daaruit blijkt dat de gemiddelde schoolfactuur in het secundair onderwijs 534 euro bedraagt. In het aso ligt die lager, rond de 470 euro gemiddeld. In het tso en het bso lopen die facturen algauw op tot 750 euro per schooljaar. Er zijn zelfs bedragen van 1500 tot 2000 euro mogelijk in ons Vlaams onderwijs.
Wij denken dat dat niet goed is. Wij denken dat er in onderwijs geen financiële drempels mogen bestaan om kinderen een studie te laten kiezen. De financiële situatie van de ouders mag niet doorslaggevend zijn, wel de talenten van elk kind.
In het basisonderwijs hebben we een instrument dat werkt, namelijk de maximumfactuur. Zal de Vlaamse Regering onderzoeken om die maximumfactuur ook in het secundair onderwijs uit te bouwen, te beginnen in de eerste graad en later ook in de tweede en derde graad?
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, we hebben daarnet een debat gevoerd over armoede. We hebben geleerd dat er bijna 120.000 kinderen opgroeien in een gezin in armoede. Heel wat armoedeorganisaties, de Gezinsbond, Test-Aankoop en de kinderrechtencommissaris hameren erop dat je armoede structureel moet aanpakken. Dat wil zeggen dat de uitsluitingsmechanismes die er nog zijn voor mensen in armoede, moeten worden aangepakt. Die bevinden zich op verschillende domeinen in het maatschappelijk leven. De kinderrechtencommissaris spreekt over de gezondheidszorg. 6 procent van de mensen in armoede stelt een bezoek aan de dokter uit. Er zijn ook uitsluitingsmechanismes en drempels op de woningmarkt en in de kinderopvang.
Maar ook in onderwijs zijn er nog van die drempels waar mensen in armoede heel moeilijk over kunnen. Ook die moeten worden aangepakt. Dan denken we inderdaad aan de kosten die er zijn om van onderwijs te genieten in Vlaanderen. Die variëren op dit moment heel erg. Ze zijn niet voor alle scholen, niet voor alle richtingen dezelfde in het secundair onderwijs. Bepaalde richtingen zijn duurder dan andere, maar heel vaak heb je ook dat dezelfde richtingen in een school een pak duurder zijn dan andere richtingen. Wij vinden dat mensen in armoede evengoed het recht hebben om naar de school van hun keuze te gaan, om de richting van hun keuze te volgen.
Er zijn concrete maatregelen die u kunt nemen. De kinderrechtencommissaris heeft het al aangekaart. Een maximumfactuur in het secundair onderwijs is er een van. Zult u dit invoeren en wanneer kunnen we dat verwachten?
Minister Crevits heeft het woord.
Ik wil eerst opmerken dat dit debat al ettelijke keren in de commissie Onderwijs is gevoerd. Ik was wat verrast dat nu opnieuw dezelfde vraag aan mij wordt gesteld. Ik zal proberen om zo goed mogelijk de heel lange discussies die we daarover al hebben gevoerd, samen te vatten.
Ten eerste, in Vlaanderen is de toegang tot het leerplichtonderwijs gratis. Dat betekent dat er geen inschrijvingsgelden of wat dan ook gevraagd mogen worden, wat ze uiteraard ook niet doen. De toegang tot ons kleuter-, lager en secundair onderwijs is gratis.
Ten tweede, in het lager onderwijs bestaat er inderdaad een maximumfactuur. Ik ken de vragen om die ook in te voeren in het secundair onderwijs, maar ik wil niet over een nacht ijs gaan. Ik ben een voorzichtige beoordelaar van zij die nu zeer luid roepen dat die moet worden ingevoerd. Mevrouw Gennez, ik heb vastgesteld dat mijn voorganger aan het begin van de vorige legislatuur heeft gezegd dat dit overwogen kon worden. Hij heeft vervolgens vijf jaar lang niets gedaan. Op het einde van de legislatuur heeft hij dan gezegd dat hij een studie zou aanbesteden om een instrument te maken, maar dat dit een paar jaar zou duren. Effectief, dat heeft een paar jaar geduurd en is eind vorig jaar opgeleverd.
Wat is dat? Dat is een instrument dat het mogelijk maakt om op een objectieve manier de kosten in beeld te brengen. We zijn nu volop bezig met de kosten daarin te stoppen. Ik was een beetje verrast dat sp.a nu plots zegt dat het niet meer nodig is, dat er een onlinebevraging is gedaan en dat dit de wetenschappelijke informatie is om ons op te baseren. Ik ben het daar niet mee eens. We moeten verder werken aan de stap die gezet is door mijn voorganger en proberen om tot een goed kostenbeheersend instrument te komen, maar vooral iets dat in alle transparantie blootlegt wat de kosten zijn die verbonden zijn aan bepaalde studierichtingen.
Dat is een beetje logisch. In het aso zegt men dat het minder is. Dat is waar omdat de grootste kost daar de studieboeken zijn. In sommige technische en zeker ook in beroepsrichtingen kan er materiaal bijkomen, maar ook hier zijn er tussen scholen grote verschillen. Er zijn scholen die technisch al fantastisch uitgerust zijn, andere die minder goed uitgerust zijn. We moeten daar zorgen dat we scholen niet in moeilijkheden brengen.
Een oordeel over de maximumfactuur zelf kunnen we pas vormen als we dat instrument hebben en als de kosten ingevuld zijn. Ik heb gezien dat het gemeenschapsonderwijs daar sterk vragende partij voor is en dat sommige scholen in het provinciaal onderwijs het al invoeren, maar die hebben dan samen één inrichtende macht. Ik heb ook vernomen dat het katholiek onderwijs tegen die maximumfactuur is. Daar zegt men dat men ook eens moet kijken naar de decadente effecten die daaruit kunnen voortvloeien want men wil dat alle jongeren zoveel mogelijk cultuur en zoveel mogelijk zaken proeven. Als je zomaar zegt ‘dat is het nu’, dan ga je misschien ook kansen ontnemen aan scholen die verder afgelegen zijn van bepaalde educatieve of culturele attracties. We moeten zorgen dat iedereen evenveel kansen krijgt. Is het dan niet beter – dat vind ik een interessant debat – om degenen die het het meest nodig hebben, voldoende te ondersteunen? Dat kan door te zorgen dat de ondersteuning in de vorm van studiebeurzen sterk genoeg is.
Het is dus een mes dat langs twee kanten snijdt. Ik ben er zeker ontvankelijk voor om dat debat verder te voeren. Ik heb dat ook al een paar keer gezegd. Maar ik zal sowieso dat instrument dat ondertussen opgeleverd is, namelijk de monitor van de kosten en datgene wat de kosten nauwkeurig in kaart moet brengen, nu opvullen zodat iedereen in alle transparantie kan vergelijken.
Collega's, ik wens ook dat elke school in Vlaanderen een kostenbeheersend beleid voert. Ik vind dat we het daar te weinig over hebben en dat het echt van belang is dat mensen bij het begin van het schooljaar weten wat de te verwachten kosten zijn en dat ze kunnen vergelijken of de kost redelijk is en of het een kost is die ze kunnen verwachten. Of zien we dat scholen daar onderling een groot gebrek aan transparantie in huldigen? Dat kan niet wat mij betreft. Daar maken we nu ook werk van.
Minister, ik denk niet dat sp.a lessen te ontvangen heeft van deze regering, die effectief op het vlak van kostenbeheersing nog geen enkele inspanning geleverd heeft in deze legislatuur. Wij hebben de maximumfactuur overigens samen ingevoerd in het basisonderwijs. De kostprijs voor ouders in het basisonderwijs is maximum 85 euro. In het secundair onderwijs loopt dat in het bso opeens algauw op tot 850 euro. We moeten aan kostenbeheersing doen. Dat is de verantwoordelijkheid van de scholen. Dat kan worden gestimuleerd door samenaankopen, door heel veel voorstellen die er vandaag zijn.
Het is toch evident dat scholen vragen dat ze voldoende ondersteund worden in hun werkingsmiddelen om zich effectief aan die maximumtarieven te kunnen houden. Maar wat doet deze Vlaamse Regering dan jaar na jaar? Besparen op de werkingsmiddelen van de scholen. En wat zie je dan? Dat de factuur wordt doorgerekend aan de ouders en dat de kosten voor het secundair onderwijs de pan uit swingen. De studiekostenmonitor, minister, die is besteld in 2014. We zijn 2017 en u hebt er tot op vandaag nog altijd niks mee gedaan, ook al had u in de commissie aangekondigd om vanaf 1 september dit schooljaar te meten. U doet het niet. (Applaus bij sp.a en Groen)
Minister, het is inderdaad niet zo simpel, het is complexer in het secundair onderwijs. Ik ben de eerste om dat te erkennen. Ik ben ook de eerste om te erkennen dat we zeker niet willen dat er een verarming zou zijn van het aanbod. De school is net ook die plek waar kinderen in armoede kunnen deelnemen aan cultuur en aan sport, waar ze anders die kans niet krijgen.
Ik lees u uit de krant van vandaag een citaat van een directeur voor: “De maximumfactuur dwingt ons om creatief te zijn. Bijvoorbeeld de abonnementen op tijdschriften. Vroeger konden we de aanschaf daarvan verplichten. Dat doen we nu niet meer. Maar via pakketten in de bibliotheek laten we de kinderen nu op deze manier kennismaken met het plezier van lezen.” Ze moeten ze dus niet meer zelf kopen, men stelt ze via de bibliotheek ter beschikking. Minister, dat is toch een mooie manier om aan kostenbeheersing te doen. Dat is tot stand gekomen door die maximumfactuur.
Ik denk dat zulke zaken echt wel kunnen. Er zijn grote verschillen tussen de netten. Sommige netten zullen het gemakkelijker hebben omdat ze meer werkingsmiddelen hebben, maar ik denk dat het aan u is, minister, om een goed model uit te werken dat niet zorgt voor verarming maar voor gelijkheid tussen scholen. (Applaus bij Groen en sp.a)
Mevrouw De Meulemeester heeft het woord.
Minister, ik wil u bijtreden om de resultaten van die studiekostenmonitor af te wachten voor we zaken gaan bijsturen. Die resultaten zullen ons meer duidelijkheid geven over de verschillen tussen de studierichtingen en hun kostprijs.
De N-VA is altijd voortrekker geweest op het vlak van kostenbeheersing en van een transparante schoolrekening. De aandacht moet gaan naar een gespreide betaling van de kosten, het zo laag mogelijk houden van de kosten en het tijdig inlichten van de ouders over hoeveel en waarvoor ze zullen moeten betalen.
Scholen leveren al heel wat inspanningen om de schoolkosten te drukken. Het vastleggen van een maximumfactuur voor het secundair onderwijs is moeilijk te realiseren. Mevrouw Gennez en mevrouw Meuleman verwijzen naar de maximumfactuur in het lager onderwijs, maar ook daar blijven heel wat facturen onbetaald. Bovendien dreigen we met de invoering van een maximumfactuur naar een vervlakking van het cultuuraanbod op school te evolueren. Daardoor komen kansarme kinderen niet meer in contact met bijvoorbeeld het theater.
In het licht van budgetbeheer en het effectief betalen van de schoolrekening pleiten wij voor een samenwerking tussen scholen en de lokale OCMW’s. Minister, zult u dit faciliteren? (Applaus bij de N-VA)
De heer De Meyer heeft het woord.
Er zijn drie elementen die ik ook al tijdens eerdere debatten naar voren heb gebracht.
Ten eerste moet de factuur die ouders moeten betalen transparant en betaalbaar zijn en moet er voldoende communicatie over worden gevoerd met de ouders. Uiteraard mogen we het element van de schooltoelage niet uit het oog verliezen.
Ten tweede weet iedereen dat arbeidsmarktgerichte studierichtingen veruit de duurste zijn. Zijn de huidige verschillen nog altijd actueel en voldoende? Beter meten wat de leerling effectief kost, is voor mij prioritair.
Ten derde staat in de audit van het Rekenhof zeer duidelijk dat het officieel gesubsidieerd onderwijs (ogo) het niet-gesubsidieerde deel van de infrastructuurinvesteringen subsidieert, evenals andere posten, met lokale overheidsmiddelen. Natuurlijk kunnen deze scholen veel gemakkelijker de maximumfactuur invoeren. Minister, dit debat is genuanceerd. Ik zou graag hebben dat u rekening houdt met de drie elementen die ik heb genoemd.
De heer De Ro heeft het woord.
Mevrouw Gennez, daarnet is er heel terecht gevraagd naar cijfers over armoede. Mijn collega’s en ikzelf hebben heel hard gezocht naar jullie uitgebreide rapport met de cijfers. Ik heb alleen een Belgabericht gevonden met die cijfers, en die zijn lager dan de geactualiseerde cijfers van de Gezinsbond. Als ik het nu op flessen zou trekken, zou ik zeggen dat u aantoont dat de kost is gedaald, maar dat is uiteraard niet zo. We zouden de vergadering kunnen schorsen en vragen dat de studiedienst van sp.a alle cijfers op tafel legt.
Alle gekheid op een stokje, ik denk dat de Studiekostenmonitor en de resultaten daarvan cruciaal zijn voor een goed debat. Als u zegt dat deze regering niets doet aan de studiekosten of aan de ondersteuning van mensen om die kosten te betalen, dan moet ik u tegenspreken. Als u de begrotingstabellen bekijkt, dan ziet u dat het totale aantal mensen dat in het secundair onderwijs een studietoelage ontvangt, nog nooit zo hoog is geweest.
Ik ben het er absoluut mee eens dat de financiën van de ouders absoluut geen impact mogen hebben op de studiekeuze van de kinderen. Maar laat ons dan een ernstig debat voeren op basis van de eerste cijfers die we zullen hebben over de regeringsperiodes heen en ons aansluiten bij de geest aan het einde van het vorige debat en geen partijpolitieke spelletjes spelen op de kap van ouders.
Ik dank jullie voor de ondersteunende reacties en voor uw applaus, mijnheer Landuyt. Mijnheer Landuyt, ik was het eigenlijk redelijk eens met het applaus voor mevrouw Meuleman, maar minder met het applaus voor mevrouw Gennez. We verschillen natuurlijk een beetje van mening op dat vlak. (Opmerkingen van Caroline Gennez)
Er was een substantieel verschil tussen jullie reacties. Mevrouw Gennez, u zegt altijd dat er aan de werkingsmiddelen is gewerkt, maar u vergeet er telkens bij te zeggen dat het grootste cadeau dat we aan het onderwijs hebben gedaan, de verlaging van de btw is, zeker voor het katholiek onderwijs. (Opmerkingen van Caroline Gennez)
Ja, maar dat is iets anders. Dat is rechtstreeks op het aandeel van de werkingsmiddelen, mevrouw Gennez. U bent zeer blind, de manier waarop u daarnaar kijkt. (Applaus bij de meerderheid)
U was aan het praten over dat instrument. Ik heb in het parlement gezegd – ik heb het verslag nog eens nagelezen – en ik dacht inderdaad dat dat instrument dat was besteld door mijn voorganger, een kant-en-klaar instrument zou zijn met alles erin. Wat bleek? Het is een dik boek, een wetenschappelijke methode over hoe je kosten moet meten. Na de oplevering eind november hebben we inderdaad gezegd: oké, we gaan naar de scholen met die input. Ouders, scholen, leerkrachten moeten dat instrument nu vullen, en dan kunnen we de output krijgen. En nu zegt u: u hebt er nog niets mee gedaan. (Opmerkingen van Caroline Gennez)
Ha ja, maar de timing in de studie is opgelegd door mijn voorganger. Sorry. Als sp.a het zo belangrijk vindt dat zo’n instrument goed is onderbouwd, dan vind ik het een beetje flauw dat u zegt: oh, het is niet meer nodig, een online enquête, vul maar in en voilà, that’s it, maximumfactuur. Daar doe ik als minister van Onderwijs niet aan mee. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Meuleman, u zegt dat het genuanceerd is, dat je moet zorgen dat je ook voldoende kansen geeft. Wel, dat is een zeer pertinente opmerking. U zei daarstraks ook dat u vandaag in de krant las – ik heb dat trouwens ook gelezen – dat een schooldirecteur op een bepaald moment zegt: ik moet creatief zijn. Maar met die maximumfactuur zou je ook in een situatie kunnen komen dat men zegt: oké, we doen geen cultuuraanbod meer. Wel, dat wens ik niet. De school is in de eerste plaats een plek waar de kinderen leren en waar ze ook heel breed moeten kunnen proeven van wat er maatschappelijk gebeurt.
Op een bepaald moment zei een directrice dat ze niet meer naar de tentoonstelling in Antwerpen of niet meer naar Brugge gaan, maar wel naar een tentoonstelling in de buurt. Ik vind dat fout. Als er een goede tentoonstelling over Rubens is in Antwerpen, dan moet je potverdorie zorgen dat de kinderen de kans hebben om daarnaartoe te gaan. Dat is voor mij ook van belang. (Applaus bij de meerderheid)
Dus, collega’s, laat ons allen samenwerken aan die kostenbeheersing in ons onderwijs en aan de kansenverrijking.
Mevrouw Gennez, het is niet gepermitteerd dat er tussen de scholen zulke grote verschillen zijn in kosten die worden gevraagd aan ouders. Daarover ben ik het volkomen met u eens. We moeten zorgen dat daar grote transparantie over is en dat dat in beeld wordt gebracht. Ik zal daarvoor zorgen en ik zal zelfs gebruikmaken van het instrument dat door mijn voorganger is besteld. Dat is trouwens een goed instrument. Aanvankelijk vond ik het niet goed, maar men heeft me uitgelegd hoe het in elkaar zit. Ik denk dat we eindelijk op een objectieve wijze de kosten in kaart zullen kunnen brengen. Tegen het einde van dit schooljaar zal daar heel veel materiaal in zitten. We moeten de mensen ook de tijd geven om dat instrument te vullen, maar dan zal het eindelijk duidelijk zijn en dan zullen we keuzes kunnen maken over hoe we met de kosten in ons secundair onderwijs omgaan.
Nogmaals, als ik keuzes moet maken, dan zijn de brede kansen die we aan alle jongeren geven, voor mij absoluut prioritair. Dat moet kunnen tegen een kostprijs die uiteraard beheersbaar is, maar waarachter geen enkele school zich kan verstoppen door te zeggen dat er een maximumfactuur is en dat ze dus bepaalde zaken niet meer doen. Dat is verarmend, niet alleen voor de kinderen die het het moeilijkst hebben, maar voor alle kinderen in ons onderwijs. Dat zullen we, denk ik, geen van allen toelaten.
Minister, als ik uw pleidooi beluister, dan zou ik durven vrezen dat u de maximumfactuur in het basisonderwijs wenst af te schaffen. Weet u wat? Doe dat vooral niet. De Gezinsbond, Test-Aankoop, de kinderrechtencommissaris, het Gemeenschapsonderwijs, het OVSG: heel veel actoren zijn vragende partij om dat instrument te versterken op basis van meetbare gegevens die uw voorganger heeft besteld en waar u al een jaar mee werkt, maar niets mee doet.
Ons pleidooi is heel duidelijk: het instrumentarium ligt er, de maximumfactuur werkt in het basisonderwijs, voer die gradueel in in het secundair onderwijs. Begin bij de eerste graad, koppel dat aan uw non-hervorming van het secundair onderwijs en doe dat in een volgende fase voor de tweede en de derde graad. Schoolkosten tot 2000 euro in het leerplichtonderwijs dat wordt verondersteld gratis te zijn en zo in onze Grondwet staat: dat is in een beschaafd land onaanvaardbaar. Wij zullen dat blijven zeggen. (Applaus bij sp.a)
Minister, ik deel dan wel uw bezorgdheid over verarming, culturele en sportieve verarming. Ik ben het eens dat op school kinderen daartoe kansen moeten krijgen. Ik vind wel dat er absoluut nog werk aan de winkel is om de kosten in het onderwijs te beheersen. De drempel is voor veel ouders te hoog en te moeilijk. Er is een gelijkaardige enquête geweest over gezinnen in armoede die in september een grote som voor onderwijs moesten ophoesten. De verschillen tussen scholen zijn nog te groot. Dat kan niet en kunnen we niet aanvaarden.
Er moet wel degelijk iets gedaan worden. We hebben daarstraks een debat over armoede gevoerd. Het moet transversaal gebeuren. Iedere minister heeft zijn verantwoordelijkheid – u hebt die voor onderwijs – om de drempels en de uitsluitingsmechanismen verder aan te pakken. (Applaus bij Groen en sp.a)
De actuele vragen zijn afgehandeld.