Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voorstel tot spoedbehandeling
Dames en heren, vanmiddag heeft de heer Lode Ceyssens bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van decreet van Lode Ceyssens, Axel Ronse, Lydia Peeters, Bart Nevens, Tine Rombouts en Wilfried Vandaele houdende de nadere regels tot implementatie van de omgevingsvergunning.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Voorzitter, normaal zou op 23 februari de omgevingsvergunning in heel Vlaanderen in voege treden. Er is al heel veel werk in die richting verricht. Alleen zijn er toch een aantal signalen over softwareproblemen. Om er zeker van te zijn dat alles op een juiste en correcte manier kan worden ingevoerd, is er dit voorstel van decreet, om de implementatie van die omgevingsvergunning gefaseerd te kunnen doen uitvoeren.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Dan stemmen wij bij zitten en opstaan over het voorstel tot spoedbehandeling.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel wensen aan te nemen, wordt verzocht op te staan.
Dat is duidelijk.
Het voorstel tot spoedbehandeling is aangenomen. Dan stel ik voor dat het voorstel van decreet van Lode Ceyssens, Axel Ronse, Lydia Peeters, Bart Nevens, Tine Rombouts en Wilfried Vandaele houdende de nadere regels tot implementatie van de omgevingsvergunning onmiddellijk wordt behandeld.
Is het parlement het daarmee eens? (Instemming)
Het incident is gesloten.
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet Lode Ceyssens, Axel Ronse, Lydia Peeters, Bart Nevens, Tine Rombouts en Wilfried Vandaele houdende de nadere regels tot implementatie van de omgevingsvergunning.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Collega’s, al sinds de jaren 80 wordt er gesproken over de invoering van een eengemaakte vergunning, een vergunning die bouw- en milieuvergunning bundelt tot één vergunning.
Tijdens de vorige legislatuur kwam er een kamerbrede resolutie tot stand in dit parlement waar die omgevingsvergunning een heel belangrijk onderdeel van was. Dat heeft tot gevolg gehad dat we op 25 april 2014 het Omgevingsvergunningendecreet hebben goedgekeurd. De Vlaamse Regering heeft op 27 november 2015 een besluit genomen tot uitvoering van dit decreet.
De belangrijkste voordelen van die omgevingsvergunning zijn de volgende. Ten eerste gaat het over de gemengde aanvragen waar bedrijven vandaag vaak zowel een bouwvergunningsaanvraag als een milieuvergunningsaanvraag moeten doen, waardoor parallelle circuits ontstaan. Er moeten meerdere openbare onderzoeken worden georganiseerd, waardoor er soms tegenstrijdige adviezen voorhanden zijn. Daar maakt de omgevingsvergunning komaf mee. Dit gebeurt in één dossier over de totaliteit. Deze vereenvoudiging zorgt voor meer rechtszekerheid en minder procedurefouten of betwistingen.
Daarnaast heeft de eengemaakte procedure ervoor gezorgd dat gewestelijke adviesinstanties nu ook een gezamenlijk advies moeten uitwerken. We kennen allen voorbeelden uit het verleden waarin sommige adviezen van de ene Vlaamse administratie bijna haaks stonden op een advies van een andere Vlaamse administratie. Ook daar wordt komaf mee gemaakt: het gezamenlijk advies is één helder en gemotiveerd document vanuit Vlaanderen.
Ten derde is het zo dat de milieuvergunning permanent wordt in de omgevingsvergunning, weliswaar zonder daarmee een blanco cheque te geven, maar met het inbouwen van eventuele evaluaties die kunnen worden ingevoerd of bijkomende milieuvoorwaarden die nageleefd dienen te worden.
Ten slotte blijven of worden de gemeenten bevoegde instanties voor alle kleine en middelgrote projecten. De milieuvergunningsbevoegdheid voor een aantal dossiers gaat van het provinciale naar het lokale niveau. De minder complexe dossiers zitten dicht bij het gemeentelijke niveau, waar men beter kan inschatten wat de impact van die vergunning kan zijn.
De digitalisering is een cruciaal onderdeel van deze omgevingsvergunning voor het bereiken van de vooropgestelde doelstellingen. Het afgelopen jaar heeft Vlaanderen hard gewerkt, samen met IT-dienstleveranciers van lokale besturen zijn al heel wat stappen vooruitgezet.
De Vlaamse IT-dienstenleverancier heeft de technische architectuur van het systeem van de digitale bouwaanvraag (DBA) herwerkt in functie van de omgevingsvergunning. Via overleg met de IT-dienstleveranciers van de lokale besturen werd een nieuwe set van webservices uitgerold die de communicatie zullen verzorgen tussen alle systemen.
Gelet op het belang van de digitalisering moet de concrete implementatie en testing van het omgevingsloket op de diverse bestuursniveaus grondig kunnen gebeuren, en daarvoor moet de nodige tijd uitgetrokken worden. Door een aantal technische problemen hebben de lokale dienstenleveranciers echter onvoldoende tijd om de software van de lokale besturen af te stemmen op het Vlaamse omgevingsloket, wat in de praktijk zou kunnen leiden tot problemen op het moment van de inwerkingtreding.
Er zijn duidelijke signalen dat niet alle software volledig klaar zal zijn om vanaf dag 1 volledig in te stappen in het digitale verhaal, zodat nadere regels over de implementatie van de omgevingsvergunning vereist zijn. Daarom vragen wij het Vlaams Parlement vandaag dit voorstel van decreet bij hoogdringendheid goed te keuren.
Kort samengevat regelt dit voorstel van decreet de volgende zaken. Eerst en vooral wordt op 23 februari de omgevingsvergunning onverkort en digitaal ingevoerd.
Ten tweede regelt het voorstel van decreet dat gemeenten die nog niet klaar zijn, uitstel kunnen vragen tot 1 juni 2017. Gemeenten kunnen die uitzondering via aangetekend schrijven vragen tot uiterlijk 14 februari.
Ten derde, van professionals, meestal architecten, in gemeenten die nog niet toetreden tot de omgevingsvergunning, wordt sowieso vanaf 23 februari een digitale indiening verwacht. In dit geval is dat meestal de digitale bouwvergunningsaanvraag.
Tot slot wordt de milieuvergunning vanaf 23 februari al permanent.
Zoals gezegd: de omgevingsvergunning is een mijlpaal in het vergunningenbeleid in Vlaanderen, waar nu al meer dan dertig jaar over wordt gesproken. Wat ons betreft kan ze niet snel genoeg worden ingevoerd. Het allerbelangrijkste daarbij is dat iedereen daar klaar voor is. Niemand heeft er baat bij dat er dingen mislopen bij de omschakeling.
De heer Ronse heeft het woord.
Ik dank de heer Ceyssens voor de toelichting omtrent de omgevingsvergunning. Ik zal u een herhaling daarvan besparen, maar ik benadruk dat ook onze fractie de omgevingsvergunning, die tijdens de vorige legislatuur mee voorbereid werd door minister Muyters, een van de belangrijkste realisaties van deze Vlaamse Regering vindt.
Net voor of na het kerstreces vernamen we van minister Schauvliege dat er inderdaad nog een aantal problemen waren met de software omtrent het Vlaams omgevingsloket. Vooral de link vanuit de Vlaamse administratie met de softwarepakketten van de gemeenten zou problematisch zijn. Dat is aan bod gekomen in de commissievergadering van 17 januari, waar minister Schauvliege voorstelde om de invoering van de omgevingsvergunning op een getrapte manier te doen. Bijvoorbeeld zouden architecten en dergelijke al verplicht worden om digitaal te gaan en zo meer.
We hebben toen vanuit onze fractie aangegeven dat daaromtrent voor ons de volgende zaken belangrijk zijn: ten eerste, architecten, ondernemers en investeerders, spelers die zich hebben voorbereid op het feit dat de omgevingsvergunning er op 23 februari aankomt, die hun aanvragen al in die richting hebben voorbereid, die de timing van hun investeringen daarop hebben gefocust, mogen geen enkele negatieve impact van de vertragingen of wijziging van de plannen ondervinden. Ten tweede, de gemeenten zijn altijd zeer welwillend meegegaan inzake de omgevingsvergunning. Ook voor hen mag dit geen negatieve impact hebben. Ten derde, we hebben zeer duidelijk gesteld, toen minister Schauvliege zei dat de effectieve implementatie in juni 2017 zou plaatsvinden, dat er voldoende transparantie en een goede informatie moet zijn over de voortgang van heel dat software-euvel, zodat we vanaf juni effectief compleet, vlot, soepel, ‘up and running’ zijn.
Vandaar dat we met de N-VA-fractie tevreden zijn met de regeling die collega Ceyssens daarnet heeft toegelicht. De gemeenten, een groep waar we bezorgd om zijn, hebben zelf de vrijheid om te bepalen of ze hetzij op 23 februari beginnen, hetzij later, maar uiterlijk tegen 1 juni. Wat de gebruikers betreft, zal de milieuaanvraag vanaf 23 februari voor aanvragen vanaf dan overal permanent zijn. Het enige potentiële ongemak dat gebruikers zouden kunnen hebben, is het feit dat in een gemeente die een uitzondering heeft, het openbaar onderzoek dubbel loopt voor het milieuaspect en voor het stedenbouwkundige aspect gedurende de periode dat de gemeente een uitzondering heeft. Maar goed, de provincies stappen al meteen in vanaf 23 februari en het type vergunningen dat zowel milieu- als bouwaanvraag behelst, zal volgens de classificatie doorgaans wel bij de provincies zijn.
Dus ook inzake dat aspect vindt mijn fractie het uitgewerkte voorstel een goed voorstel. Wij zijn bijzonder tevreden dat deze omgevingsvergunning effectief van kracht wordt. Dat zal in Vlaanderen hopelijk een boost geven aan de investeringen en aan onze welvaart. Dat zal leiden tot veel verstandiger beslissingen omdat alles geïntegreerd verloopt. Wij kijken ook uit – het is vorige week nog aan bod gekomen – naar het vervolgverhaal: de integratie van de MER-rapportering en van de RUP’s. Dan zullen we echt volledig met het omgevingsdenken gestart zijn.
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, het gonst inderdaad al geruime tijd van de geruchten. Is de datum van 23 februari haalbaar of niet?
Ik kan alleen maar onderschrijven wat de heren Ceyssens en Ronse gezegd hebben. We hebben een Omgevingsdecreet goedgekeurd in april 2014. Daarin werd heel duidelijk gekozen voor het digitaliseringsproces en voor de integratie van onze milieu- en bouwvergunningen. We kregen nadien in november 2015 het omgevingsbesluit waarin beslist werd om de omgevingsvergunning van kracht te laten worden één jaar na publicatie, wat dan 23 februari 2017 zou zijn.
Niet sinds december zoals de heer Ronse zegt, maar al eerder gonsde het van de geruchten: is die datum haalbaar of niet? Ik kan verwijzen naar de commissiebespreking van september 2016, maar ook naar de besprekingen van de beleidsbrief en dergelijke. Steevast werd gezegd: 23 februari is een haalbare kaart, dus we gaan daar ook voor. Ik kan namens mijn fractie zeggen dat wij zeer tevreden zijn dat er vandaag de dag duidelijkheid bestaat. Eigenlijk niet vandaag de dag, maar al sinds vrijdag toen de Vlaamse Regering besliste om 23 februari te handhaven als datum voor de omgevingsvergunning.
Vandaag bespreken we ons voorstel van decreet voor de implementatie, met een uitzondering voor die lokale besturen die op dit moment nog koudwatervrees hebben voor het proces van de digitalisering en van de omgevingsvergunning. Dat digitaliseringsproces werd opgestart midden 2014 met ruim dertig pilootprojecten. Sinds 2015 kan elk lokaal bestuur dat dat verkiest, een digitale bouwvergunning afleveren. Sinds 1 december 2016 kunnen alle 308 gemeentes digitaal werken. Voor die enkele met koudwatervrees is er nu een uitzondering mogelijk als ze dat kenbaar maken voor 14 februari aan de minister. Voor alle anderen is de datum nu heel duidelijk: 23 februari 2017. Dat is belangrijk.
Voor mijn fractie is het vervolgtraject ook heel belangrijk, namelijk dat het Vlaams omgevingsloket wel degelijk operationeel en heel formant werkt, en dat alle koppelingen met de softwareapplicaties van de lokale besturen optimaal verlopen. Nog een belangrijk aspect voor ons is dat het oefenomgevingsloket zoals aangekondigd op de website van het omgevingsloket, vanaf 23 februari operationeel is voor de lokale besturen met koudwatervrees.
De heer Ronse verwees naar de integratie van de MER-procedure. In 2018 komt er de integratie van de socio-economische vergunning in de omgevingsvergunning. Ook de natuurvergunning over de vegetatiewijziging moet nog mee worden geïntegreerd. Ik denk dat, wanneer dat allemaal klaar is, we alles op alles moeten zetten om ook dat te integreren – én de socio-economische vergunning, én de natuurvergunning – zodat we effectief kunnen spreken van een globaal integraal vergunningenbeleid waar onze burgers, onze aanvragers alle belang bij hebben. We moeten nu snel werk maken van het vervolgtraject, zodat we tot een volledig, globaal vergunningentraject kunnen komen. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Tobback heeft het woord.
Collega’s, onze fractie heeft ingestemd met de spoedbehandeling, omdat er inderdaad een hoogdringend probleem is met de inwerkingtreding van die omgevingsvergunning. Er moet duidelijkheid over komen. En dat is, zoals mevrouw Peeters al een paar keer gezegd heeft, al heel lang nodig, want de ongerustheid over de mogelijkheden, de technische haalbaarheid en de praktische uitvoerbaarheid leeft al maanden en is vandaag niet opgelost, en zelfs niet verminderd. Dus ja, dit is hoogdringend.
Wij zullen ons bij de stemming over dit voorstel van decreet onthouden, niet omdat we er op zich tegen zijn, maar omdat ik hier, zeker in het laatste betoog, een beetje het gevoel krijg in een verhaal van alternatieve feiten te zitten. Dit gaat niet over koudwatervrees, mevrouw Peeters. Dit gaat over het feit dat wat er vandaag ligt – inderdaad na drie jaar voorbereiden – voor de meeste gemeentebesturen niet werkt en ook voor de provinciebesturen niet werkt. Ik heb een mail bij mij die vorige week in minstens twee provincies is rondgestuurd. Daaruit blijkt dat indien maar 10 procent van de bouwvergunningsaanvragen digitaal zouden worden ingediend, het hele IT-systeem zou crashen. Met andere woorden: het werkt niet.
Het verbaast mij dan ook een beetje dat u in uw voorstel van decreet ook voor de provincies niet in een mogelijkheid tot uitzondering voorziet. Blijkbaar is er ook voor hen nog heel wat werk aan de winkel en is er nog absoluut geen zekerheid dat dit voor hen gaat werken. U beslist om daarover te kijken en daar geen rekening mee te houden, misschien om symbolische redenen, misschien omdat u daar goede redenen voor hebt. Wij blijven ons daar in elk geval zeer grote zorgen over maken.
U doet ook onrecht aan de gemeentebesturen als u het allemaal koudwatervrees noemt. Ik denk niet dat één gemeentebestuur er op zich een probleem mee zou hebben of er bang voor zou zijn om, in plaats van twee à drie aanvraagdossiers te moeten behandelen, het in één keer elektronisch te kunnen doen. Ik denk niet dat men daar schrik voor heeft. Waar men schrik voor heeft, is dat het systeem dat men nu krijgt, niet werkt en dat het tot een hele hoop ongelukkige, ontevreden, gefrustreerde aanvragers en cliënten van de overheid zal leiden. In de praktijk – dat blijkt nu al – zullen heel wat gemeentebesturen opdraaien voor, ten eerste, het uitleggen van de problemen aan degenen die voor het loket staan. Ten tweede moeten ze opdraaien voor de kosten om het op te lossen, want op dit moment is men al in massa’s gemeentebesturen bezig met het aankopen van scanners om papieren aanvragen te kunnen inscannen en ze dan toch op een of andere manier digitaal in het systeem te brengen. En ten derde zullen ze – en dat is nu ook al gaande – verplicht zijn om voor het dekken van al die kosten retributiereglementen op te stellen, waarbij de aanvragers meer zullen moeten betalen voor de hele afhandeling van hun vergunningsdossier.
Het verwondert mij een beetje om daar van geen enkele van de indieners een concrete, solide en serieuze uitleg over te horen, of zelfs maar een zich bewust zijn van het probleem. Het zou kunnen helpen om wat gemeentebesturen gerust te stellen, als u dan toch denkt dat het alleen maar over koudwatervrees gaat.
Voor de rest, collega’s, deel ik, samen met mijn fractie, al het enthousiasme over de mogelijkheden die de omgevingsvergunning biedt. Dit is een project, dat inderdaad al een hele tijd meegaat. Over het nut ervan en de nood eraan bestaat eigenlijk zowat een consensus in heel dit parlement. Iedereen is het erover eens dat we de vergunningsprocedures beter integreren, dat dat voor iedereen gemakkelijker zou zijn, dat de procedure gestroomlijnder kan verlopen en dat het een geweldig voorbeeld van administratieve vereenvoudiging zou kunnen zijn, zowel voor de besturen als voor de bestuurden. Dat weten we al jaren. Daar is ook al jaren consensus over in dit parlement. U hebt dus ook al jaren de tijd gehad om dit concreet en goed voor te bereiden.
De bevoegde minister is hier jammerlijk afwezig. Ik weet dat zij hier procedureel niet hoeft te zijn, voorzitter, maar als blijkt dat je project, dat al een heel jaar loopt en waar je de verantwoordelijkheid voor draagt, zodanig in de soep draait dat het parlement last minute een rectificatiedecreet moet goedkeuren om je wat meer tijd te geven, dan zou het van enig fatsoen getuigen om hier als minister aanwezig te zijn en uit te leggen waarom.
Geen enkele collega-volksvertegenwoordiger doet dat ook. Niemand gaat in op de reële oorzaak van dit probleem. Niemand gaat in op de reële redenen waarom dit is vastgelopen en hoe we dit heel concreet zullen oplossen. Men zegt gewoon: we hebben een paar maanden meer tijd nodig, en dan laat men het nog aan de gemeenten zelf over omdat men moet toegeven dat men het nu niet kan. Dit is een fantastisch voorbeeld van hoe men erin geslaagd is om wat een mooi dossier van administratieve vereenvoudiging en bestuurlijke efficiëntie had kunnen zijn, door een ongelooflijke bestuurlijke inefficiëntie te laten verzanden in een potentieel administratieve soep.
Mijnheer Ronse, er zijn vandaag inderdaad een hoop potentiële aanvragers van vergunningen die een economische activiteit zouden kunnen realiseren, die hier met grote ongerustheid naar kijken en zich afvragen hoe dit nu gaat gebeuren. De grote meerderheid van aanvragen voor milieu- en bouwvergunningen passeert natuurlijk niet via het Vlaamse circuit op dit ogenblik, maar gaat binnen bij de provincies en de gemeenten. Voor hen blijft tot nader order het systeem van de Waalse permis unique bestaan: je dient twee aanvragen in, er lopen twee parallelle dossiers, maar we zullen ze aan elkaar plakken en het blijft voorlopig lopen. Niemand kan zeggen tot wanneer precies, niemand kan garanderen dat wat u vandaag indient, in de komende maanden bij een gemeente die heeft beslist om er nog niet in te stappen, precies gaat uitmonden in een unieke vergunning. Niemand kan garanderen dat daarbij geen fouten kunnen gebeuren.
De omgekeerde ongerustheid dat er een aantal vergunningen en vergunningsaanvragen niet volgens een correcte procedure zullen verlopen en dat we dus bij wijze van spreken een aantal eeuwigdurende milieuvergunningen gaan afleveren op basis van misschien halfslachtige en halvelings verloren gelopen informatie, bestaat vandaag. Ik betreur dit, collega’s.
We gaan daarom niet tegen dit voorstel van decreet stemmen, want ik begrijp perfect dat dit nodig is. Ik wil ook aan de gemeenten de mogelijkheid gunnen om de problemen die niet door hun fout zijn ontstaan, te kunnen rechtzetten. Ik hoop dat het niet op hun kosten gebeurt, ook niet op kosten van de burger die nu bijkomende dossierrechten zal moeten betalen door al die complicaties. Ik hoop vooral dat dit uiteindelijk op termijn zal uitmonden in echte administratieve vereenvoudiging en echte rechtszekerheid. Maar aan het tempo en de manier waarop het op dit moment aan het verlopen is – ik denk dat ik namens heel wat bestuurders en bestuurden spreek –, zijn we daar absoluut niet gerust in. (Applaus bij sp.a)
Mevrouw Pira heeft het woord.
Collega’s, jammer genoeg moet ik de heer Tobback gelijk geven als hij ongerust is over wat hier voorligt. Jammer genoeg, omdat we net zoals sp.a en alle andere partijen in dit halfrond de komst van dit decreet kamerbreed hebben gesteund. Zoals de heer Ceyssens in het begin van zijn toespraak zei, wordt er al sinds de jaren 80 over gesproken. Uiteraard zijn wij ook zeer, zeer tevreden dat het uiteindelijk zover is. De datum van 23 februari, het moment waarop het eindelijk in werking zou treden, was inderdaad een soort van magische datum.
Maar iedereen die de commissie heeft gevolgd over de omgevingsvergunning, weet dat het al langer dan vorige maand werd aangekondigd dat er problemen zaten aan te komen. Telkens zei de minister: ‘Neen, geen probleem, we moeten de druk erop houden vooral voor de lokale besturen, want als we de druk er niet op houden, zullen ze niet voortdoen, dan gaan ze lui worden en het niet invoeren.’ Ik betreur dat ook. Ik betreur heel erg dat de bal volledig wordt teruggespeeld naar de lokale besturen, terwijl de kern van het probleem elders ligt.
Het zijn niet alleen de lokale besturen die nu verontwaardigd zijn, maar ook en vooral mensen in onze provincies die hard hebben gewerkt om klaar te zijn. Ik wil even voorlezen wat een gedeputeerde uit Vlaams-Brabant vanmiddag op haar blog zette: “Terwijl onze informaticasystemen op punt staan, is het Vlaams Omgevingsloket nog in volle ontwikkeling en dat op minder dan een maand voor de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning. Vlaanderen is dus niet klaar met het huiswerk. Een testomgeving is beschikbaar maar onvolledig. Functionaliteiten die noodzakelijk zijn voor de gemeentelijke en provinciale beslissingsstromen ontbreken. Zo is het momenteel onmogelijk om de indiening van het beroepsschrift of de bijstelling van milieuvergunningsvoorwaarden te testen. De datavelden binnen het omgevingsloket wijzigen constant. Het Vlaams Omgevingsloket signaleert niet wanneer het dossier nog gewijzigd werd na het downloaden. Het is dan ook moeilijk om te weten van welk hout pijlen maken.”
Het Vlaams omgevingsloket werkt niet en de bal wordt volledig teruggespeeld naar de Vlaamse besturen. Wij zullen dit voorstel van decreet niet goedkeuren omdat wij ook niet zeker zijn of het werkelijk zal werken. Wij zullen ons onthouden.
De voornaamste reden om dit voorstel van decreet in te dienen, is om aan gemeenten die dit willen, de mogelijkheid te geven om uitstel te vragen tot 1 juli. Maar wat ik net heb voorgelezen, bewijst dat daarmee het probleem wellicht niet is opgelost. Wat ik heb voorgelezen, komt van de hand van een gedeputeerde die er al twee jaar mee bezig is. Ze zegt dat men alles in handen heeft om klaar te zijn en dat enkel het Vlaams omgevingsloket verstek laat gaan.
Collega's, ik denk dat de minister nog heel wat te verantwoorden heeft als we haar hierover de volgende maanden ongetwijfeld zullen spreken. Wij zullen ons dus, jammer genoeg, onthouden. Het had een feest moeten zijn, maar er is een domper gezet door de manier waarop Vlaanderen dit heeft aangepakt.
Ik begrijp uit het laatste betoog dat het linkse kartel nog niet voor morgen is.
Men zegt dat het drie jaar heeft geduurd om de omgevingsvergunning ten uitvoer te brengen. Als ik goed geïnformeerd ben, heeft de Vlaamse Regering het besluit op 27 november 2015 genomen. Volgens mij is dat anderhalf jaar.
Collega's, wat de hoogdringendheid betreft: ik heb het ook al meermaals in de commissie gezegd in deze legislatuur en tijdens de vorige legislatuur dat deze omgevingsvergunning een historische omwenteling is in het vergunningenlandschap. Ik heb daarstraks nog aangehaald waarom het zo belangrijk is en ik ben blij dat iedereen dat beaamt. Maar, we hebben toen ook gezegd dat op het moment dat de omgevingsvergunning effectief in werking zal treden – en de omwenteling is zo groot –, het niet van een leien dakje zal lopen. Het zal geen eenvoudige opdracht zijn. Op dat moment moeten we ook het lef hebben om allemaal de rug te rechten en terug te denken aan hoe belangrijk die beslissing is, eerder dan naar elkaar te zitten kijken en zwartepieten beginnen door te schuiven.
Ik denk dat ik nergens heb gezegd dat gemeentebesturen er schuld aan hebben dat die omgevingsvergunning op 23 februari niet kan worden ingevoerd. Ik denk dat ik dat nergens heb gezegd. Ik heb duidelijk verwezen naar de softwareproblemen die er zijn. Of we dat nu graag hebben of niet, dit lijkt een constante te zijn. Toen we destijds met de digitale bouwvergunningsaanvraag bezig waren, werden we met identiek dezelfde problemen geconfronteerd. Ik begrijp dat alles in het werk wordt gesteld om oplossingen te zoeken.
Collega's, stel dat we bij de eerste meldingen van problemen in oktober een voorstel van decreet hadden gedaan om uitstel te verschaffen. Op die manier gaat men er natuurlijk nooit geraken. Er is tot het uiterste geprobeerd om te zorgen dat alles klaar zou zijn, quod non, waardoor we nu vandaag deze beslissing moet nemen. Ik wou toch graag een aantal dingen in hun juiste context zetten. We moeten toch een duidelijk verschil maken tussen de digitale bouwvergunningsaanvraag en de omgevingsvergunning die via het omgevingsvergunningsloket loopt.
Moeten de provincies op 23 februari instappen? Uiteraard. Stel dat een van vijf Vlaamse provincies niet zou instappen, dan zou dat per definitie betekenen dat er in die provincie geen enkele gemeente op 23 februari kan starten. Want wat bijvoorbeeld met een beroepsprocedure tegen een omgevingsvergunning? Een provincie moet sowieso instappen.
Moeten de gemeentes massaal scanners kopen? Ik denk dat er vandaag al op de meeste gemeentehuizen een scanner aanwezig is. Die scanner zal inderdaad misschien nuttig zijn voor een provinciaal of een Vlaams dossier dat gebruikmaakt van het omgevingsloket en voor gemeenten die nog niet zijn ingetreden, om op dat moment het dossier in te laden. We moeten echter niet het beeld scheppen dat gemeenten scanners moeten gaan kopen om massaal al hun dossiers in te laden. Die gemeentes krijgen de mogelijkheid om uitstel te vragen.
De retributie op een omgevingsvergunning is uiteraard de bevoegdheid van de gemeentebesturen zelf. Het belangrijkste in dit verhaal is wat de heer Ronse al heeft gezegd. We hebben heel duidelijk gekeken naar de gemeentebesturen. Als alle software er niet is en ze kunnen de vergunning niet afleveren, dan hebben ze de mogelijkheid om later toe te treden. We hebben ook gekeken naar de gebruikers. De ondernemer die na 23 februari zijn vergunningsaanvraag doet, ziet zich alleszins verzekerd van een aanvraag tot een permanente milieuvergunning.
Voorzitter, het zou nuttig zijn mochten we op het grote scherm boven het scherm met de stemresultaten kunnen terugspoelen naar eerdere betogen. Dat zou voor de heer Tobback, misschien met een 3D-brilletje, helpen. Ik wil enkele rechtzettingen doen. Misschien heeft hij bepaalde zaken wat ik heb gezegd, niet gehoord.
Ik ben begonnen met de verantwoordelijkheid voor deze hele situatie te leggen bij de uitwerking van het Vlaams omgevingsloket. Dat hebben ook de andere leden van de meerderheid gedaan. Er heeft niemand van de meerderheid, en al zeker mijn fractie niet, geïnsinueerd dat er een probleem zou zijn op het niveau van de gemeenten. Dat zal het geval niet zijn.
Ik heb daarnet gepleit voor transparantie en een duidelijke voortgangsrapportering zodat we vanuit het parlement goed kunnen opvolgen dat tegen 1 juni het loket volledig op punt staat en perfect is gekoppeld aan de loketten en systemen van de gemeenten. We hebben dat ook vorige week in de commissie duidelijk gesteld en de minister heeft daarmee ingestemd.
Er zijn nog twee misverstanden die uit de wereld moeten worden geholpen. U zei dat niemand zal weten wanneer het in orde zal zijn in de gemeenten waar een uitzondering geldt. Het staat duidelijk zwart op wit in het voorstel van decreet: tegen ten laatste 1 juni zal in elke gemeente een omgevingsvergunning van kracht zijn.
Dat de milieuaanvragen permanent zouden zijn en dat daar problemen mee zouden zijn, daar heeft het digitale verhaal eigenlijk niets mee te maken. De gemeenten wisten perfect hoe de besluitvorming zou zijn. Dat was voorzien in het decreet. Dat weet iedereen al drie jaar. Ik vraag me af waarom u denkt dat de besluitvorming omtrent de permanente milieuvergunningen minder kwalitatief zou zijn dan in eender welk ander scenario.
Mijnheer Tobback, u blijft er maar op hameren dat de administratieve vereenvoudiging wordt omgevormd tot een administratieve soep. Ik denk juist dat we met dit voorstel van decreet duidelijkheid creëren: 23 februari is de datum van de omgevingsvergunning en van het digitaliseringsproces.
Wat het verhaal van de koudwatervrees betreft, denk ik dat vooral u koudwatervrees hebt van het digitaliseringsluik. Ik heb ook eens gekeken hoe het zit met de meeste lokale besturen. Opnieuw, de meeste lokale besturen hebben al in de loop van 2015-2016 zowel de subsidieaanvraag ingediend als de overstap gemaakt naar het digitaliseringsproces, sommige gemeenten weliswaar iets later. Ik denk dat uw gemeente daar ook toe behoort, maar daar ga ik niet verder op in. De gemeenten die reeds lange tijd werken met het digitale proces weten alleszins dat het vlot kan werken. Persoonlijk kan ik u zeggen dat mijn gemeente daar ook garant voor staat.
Dan wil ik nog kort terugkomen op wat u zegt over de kosten. U blijft erop hameren dat het allemaal duurder zal worden, dat de retributies zullen stijgen en dergelijke meer. In mijn gemeente hebben we er duidelijk voor geopteerd toen we instapten in het digitale proces om het indienen van een digitale bouwaanvraag kosteloos te laten gebeuren. Van een stijging van de kosten is dus zeker geen sprake. U weet ook dat de Vlaamse overheid heeft voorzien in een subsidie voor alle lokale besturen om het softwarepakket aan te kopen. U blijft maar zeggen dat alles duurder wordt, maar ik denk het niet. Opnieuw, vandaag wordt duidelijkheid gecreëerd. 23 februari is de datum van de omgevingsvergunning. Alleen lokale besturen die denken nog niet volledig klaar te zijn, zijn in de mogelijkheid om eenmalig uitstel te vragen tot uiterlijk 1 juni 2017.
Collega's, kwestie van niet in een parallelle realiteit terecht te komen, wil ik er toch even op wijzen dat niet alleen lokale besturen maar ook nogal wat provinciebesturen vandaag redelijk met de handen in het haar zitten. U kunt dat nu vanuit uw eigen gemeente denken te kunnen tegenspreken, maar de ongerustheid hebt u zelf al meermaals aan den lijve ondervonden, want u bent zelf, zowel mevrouw Peeters als mijnheer Ronse, vanuit de meerderheid al maanden in de commissie ongeruste vragen aan het stellen aan de minister. Daarbij kreeg u altijd het antwoord, zoals u zelf opmerkt, dat het allemaal in orde komt tegen 23 februari. U hebt die vragen allemaal zelf gesteld en u hebt nu samen met ons vastgesteld dat het niet in orde komt op 23 februari. Want als het wel in orde was, dan waren we hier natuurlijk niet aan het discussiëren om de datum uit te stellen.
Stop nu toch met dat verhaaltje van ‘mijnheer Tobback, u hebt het niet begrepen’. Ik heb het wel begrepen. We stemmen hier vandaag over een voorstel van decreet omdat uw zorgen terecht waren. Als ik ze nog eens herhaal, bent u ze plotseling vergeten, maar u hebt er wel een voorstel van decreet voor ingediend omdat het niet in orde is, omdat het niet werkt en omdat het vandaag niet klopt. U houdt nu vandaag de fictie voor dat er nu een vaste datum is. Ik wil er u op wijzen, als we hier over een voorstel van decreet moeten stemmen, dan is dat omdat er al een vaste datum was, namelijk 23 februari, die u niet haalt. Als u spreekt over koudwatervrees bij de gemeenten – want dat was de enige reden die u aanhaalde waarom het is misgelopen of waarom het nog niet in orde is – dan speelt u de bal naar de gemeentebesturen, mevrouw Peeters.
‘I stand corrected’, collega Ronse, u hebt dat inderdaad niet gezegd. U hebt terecht vanuit uw fractie, zoals het de traditie is binnen deze meerderheid onder elkaar, misschien ietwat omfloerst, gezegd dat het de schuld van de minister is. U hebt gelijk natuurlijk. De enige vraag is waarom we dat hier dan niet horen. Hoe gaan we nu garanties krijgen van heel de regering – want u steunt allemaal die minister natuurlijk – dat het op 1 februari wel voor iedereen in orde zal zijn?
Ik weet niet wat iedere gemeente gaat doen, mevrouw Peeters. Ik weet wel dat vandaag heel wat gemeenten vaststellen dat ze geconfronteerd worden met grote kosten. Hoe meer ik er in de media over zeg, hoe meer gemeentebesturen ik in mijn mailbox en aan mijn telefoon krijg. Ze zeggen: ‘We hebben die, die en die kosten, we hebben die, die en die retributiereglementen in voorbereiding’. Dat is misschien niet zo bij u, maar het spijt me zeer, de grote meerderheid van de Vlamingen woont niet in uw gemeente. Ze zijn misschien welkom, maar ik stel wel vast dat het probleem bestaat, dat het onder de radar bestaat, net zoals het mislopen van dit dossier op 23 februari, en dat er blijkbaar niemand een overzicht op heeft. Wat zal er nu concreet gebeuren? Daar staat in dit voorstel van decreet ook niets over in.
Collega's, we zullen ons onthouden, we zullen niet tegenstemmen. Mijnheer Ceyssens, ik spreek over drie jaar, of laat ons zeggen twee jaar en tien maanden, want het Omgevingsdecreet is goedgekeurd in april 2014. Dat is op een paar maanden na drie jaar geleden. Dat is bijna de volledige termijn waarbinnen deze coalitie aan het werk is. Dat is de volledige termijn die u hebt gehad om ervoor te zorgen dat het binnen een maand, op 23 februari, zou werken. De vaststelling is dat het niet werkt, het spijt me zeer.
Mijnheer Tobback, wat die retributiereglementen betreft, hoop ik dat u weet dat, als die omgevingsvergunning in werking treedt, elk lokaal bestuur dat vandaag een retributie- of een belastingreglement heeft voor óf een milieuvergunning óf een bouwvergunning, dat belasting- of retributiereglement moet omzetten naar een retributiereglement voor de omgevingsvergunning.
Wat dat betreft, heeft elk lokaal bestuur inderdaad de taak om een bestaand reglement om te zetten en de bewoordingen aan te passen naar de omgevingsvergunning. Is dat heel veel werk? Kost dat veel geld en moeite? Ik denk het niet. Dat was mijn eerste opmerking.
Ten tweede, u zegt opnieuw: ‘Als alles toch zo duidelijk is, waarom is er dan een voorstel van decreet?’ Ik denk dat we daar allemaal heel duidelijk in zijn geweest. Dat is juist omdat nu heel duidelijk een aantal lokale besturen aangeven niet klaar te zijn in het digitale proces. Om de toelating te geven om alsnog een uitstel te verkrijgen, is dit voorstel van decreet er. We staan daar allemaal achter.
We zijn ook blij met de duidelijkheid die opnieuw is geschapen. Op 23 februari zal het omgevingsloket operationeel zijn en zal de omgevingsvergunning een feit zijn.
Ik vind het eigenlijk redelijk straf. Er wordt dertig jaar gesproken over een eengemaakte vergunning. Dan zijn er eindelijk twee ministers – zoals gezegd heeft minister Muyters in de vorige legislatuur het begin meegemaakt, samen met minister Schauvliege als minister van Leefmilieu, en nu minister Schauvliege zelf – die de hand aan de ploeg slaan. Ze slagen erin, ten eerste, een eengemaakte vergunning te maken, om alle procedures daarop af te stemmen, en ten tweede, om een grote stap vooruit te zetten in de richting van de digitalisering. Dat zijn uitgangspunten waarmee we het allemaal roerend eens zijn.
Op het moment dat er eindelijk mensen zijn die opstaan en dat vastpakken, zijn dat de eerste mensen die men probeert te beladen met pek en veren wanneer de software omtrent die zaken uiteindelijk niet klaar geraakt.
Collega’s, ik denk dat een duidelijke omwenteling in het vergunningenlandschap hier aan de orde is. Uiteraard had iedereen liever gehad dat de software klaar was geweest. Het beste wat we vandaag kunnen doen, is dit voorstel van decreet goedkeuren, zodat alle gemeenten dit op een deftige manier kunnen afhandelen, maar ook zodat alle rechten van alle gebruikers worden gevrijwaard.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2016-17, nr. 1059/1)
– De artikelen 1 tot en met 10 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.