Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, vooreerst mijn beste wensen, maar het deed gisteren toch ook een klein beetje pijn toen we in Het Laatste Nieuws moesten lezen dat mensen die hun ouders of hun opa willen opvangen, op een muur van hindernissen stoten. Ik las dat u ook vindt dat er heel wat wettelijke belemmeringen zijn. Hoe zullen we nu vooruitgang boeken? Het is al van 2013-2015 dat we erover praten en dat we weten dat er een aantal moeilijkheden zijn in de wetgeving, onder andere in het decreet Ruimtelijke Ordening. Ik heb het nog eens nagekeken: er zijn negen voorwaarden om te kunnen voldoen aan een zorgwoning, als je dan nog in een woongebied ligt en er is geen verkaveling, geen bijzonder plan van aanleg (BPA) of geen bouwvergunning die je tegenhoudt. We moeten dus toch wel tot nieuwe instrumenten komen.
Waarom? De overheid staat achter het systeem van kangoeroewoningen en zorgwoningen. De Vlaamse Regering investeert ook veel in zorg en heeft daarvoor extra middelen uitgetrokken. Er zijn ook heel wat mensen bereid hun ouder of familielid op te vangen. Als we geloofwaardig willen blijven, moeten we op korte termijn een oplossing bieden, zodat de ambtenaar niet als nee-ambtenaar wordt afgeschilderd. Het is immers jammer dat de problemen eigenlijk bij de wetgeving liggen. We moeten de veelheid aan regels afbouwen en ervoor zorgen dat mensen op een vlotte manier een maatschappelijk engagement op zich kunnen nemen.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Ook ik wens iedereen het allerbeste toe in het nieuwe jaar.
Mevrouw Van Volcem, ik geloof absoluut in zorgwonen en wil er alles aan doen om het op het terrein te faciliteren. Daarom ben ik meteen toen ik minister van Omgeving werd, ook in actie geschoten. Al twee keer hebben we in de Vlaamse Regering een wijziging van de Codex Ruimtelijke Ordening goedgekeurd om voor het zorgwonen een versoepeling in te voeren. Op het moment moet voor een zorgwoning geen vergunning worden aangevraagd en volstaat een melding, maar er zijn daaraan wel voorwaarden gekoppeld. Men moet met twee zijn en allebei zorgbehoevend. In de aangepaste codex die binnenkort voor de laatste keer door de Vlaamse Regering zal worden goedgekeurd en dan naar het Vlaams Parlement komt, zullen de voorwaarden worden versoepeld. Het zal nog maar om één zorgbehoevende persoon moeten gaan, maar ook – en dat is zeer belangrijk – zullen voorschriften van verouderde BPA’s geen rem, geen probleem meer kunnen vormen. Dat is een belangrijke stap vooruit, die er komt op basis van de ervaring op het terrein. Dat toont heel duidelijk dat we heel sterk in zorgwonen geloven en dat we het willen faciliteren. We zijn er dus al mee bezig, de aanpassing ligt op tafel en komt heel binnenkort naar het Vlaams Parlement.
Natuurlijk ben ik blij met dat nieuws, minister, want de nood wordt door vele mensen gevoeld. Wie de beslissing neemt om een ouder of schoonouder in huis te nemen, heeft al een heel proces doorgemaakt en heeft met de familie, de kinderen, de broers en zussen overlegd. De Vlaamse Regering en de wetgeving moet deze mensen dan stimuleren in de plaats van hen af te remmen. De administratie mag hen niet ontmoedigen. Ik ben zeer tevreden. Het nieuwe jaar begint alvast met de positieve boodschap dat er verandering komt en dat er minder regels zullen zijn voor wie iemand in zijn woning wil opvangen.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Vanuit het beleid moeten we alles in het werk stellen om mensen die de taak nog op zich willen nemen om zelf voor familieleden te zorgen, te ondersteunen. Daarom was CD&V ook in het verleden absoluut vragende partij om zorgwonen in de Codex Ruimtelijke Ordening in te schrijven. Herinner u dat er op dat vlak al een heel grote stap vooruit is gezet, onder andere voor de zonevreemde woningen, waar zorgwonen in het verleden absoluut uitgesloten was.
Ik juich ook toe, minister, dat u initiatieven hebt genomen om de Codex verder aan te passen. Wel moeten we oppassen dat we geen carte blanche geven. U weet net zo goed als wij dat er ook altijd mensen zijn die misbruik van de regeling willen maken, mevrouw Van Volcem. Een woning opdelen om ouderen te verzorgen is natuurlijk iets anders dan ze opdelen om er derden in te laten wonen. De maatregel mag niet leiden tot goedkope opdeling van woningen of vormen van huisjesmelkerij. We moeten goede regelgeving hebben zodat zorgwonen ook duidelijk en goed is afgelijnd.
De heer Bertels heeft het woord.
Toevallig hebben we gisteren nog in de commissie Welzijn over zorgwoningen gepraat naar aanleiding van een vraag van mij over mobiele zorgwoningen. We hebben daar dezelfde eensgezindheid vastgesteld dat het moet kunnen. De vraag is dan ook heel simpel, minister. De behoefte is er en het moet vrijwillig kunnen gebeuren. Ondersteun de behoefte op het terrein en zorg voor een integraal beleid zodat wie vrijwillig iemand in huis wil opnemen, dat ook kan doen. Informeer mensen, ook de stedenbouwkundige ambtenaren, dat het kan en dat het kan vooruitgaan. Vandaag worden ze belemmerd. De regeltjes moeten wegvallen. Carte blanche hoeft niet, daarover zijn we het eens. Maar laten we alsjeblief de mogelijkheden intact laten. Op dit moment worden initiatieven die broodnodig zijn, gewoon afgeblokt omdat allerlei regeltjes in de weg zitten. U kunt die wegwerken.
Vandaag worden ze belemmerd. De regeltjes moeten wegvallen. Carte blanche hoeft niet, daarover zijn we het eens. Maar laten we alsjeblief de mogelijkheden intact laten. Op dit moment worden initiatieven die broodnodig zijn, gewoon afgeblokt omdat allerlei regeltjes in de weg zitten. U kunt die wegwerken.
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
Mijn beste wensen, minister. In de commissie Welzijn gaat het af en toe over u. Het gaat dan over belangrijke beslissingen van de minister van Welzijn, zoals de vermaatschappelijking van de zorg, opdat mensen beter voor elkaar kunnen zorgen. Soms botst dat op regelneverij. Dat moet worden aangepakt. Enige tijd geleden hadden we het over pleeggezinnen die vluchtelingen wilden opvangen, maar dat niet konden omdat de regels het niet toelieten. Vandaag gebeurt hetzelfde met kangoeroewonen en met zorgwoningen. Minister, u kunt aanpassingen doorvoeren wanneer een probleem zich voordoet, maar is het niet beter dat u samen met minister Vandeurzen en minister Homans eens lekker gaat eten en proactief nadenkt over de ontwikkeling van een beleid dat mensen aanmoedigt om de stap te zetten, zonder steeds te wachten tot er zich een probleem aandient?
De heer Ronse heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ook mijn beste wensen. Voorzitter, om mijn goede intenties te benadrukken: u kunt altijd op mij rekenen om later een zorgwoning te betrekken. Voor mijn fractie zijn zorgwoningen erg belangrijk. We zijn dus erg tevreden met de initiatieven van de minister betreffende de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), zodat er een meldingsplicht in de plaats van een vergunningsplicht komt en oude RUP’s en BPA’s geen hinderpaal meer zullen zijn. Mevrouw Van Volcem, als u eens naar de commissie Ruimtelijke Ordening komt, zult u zien dat we hard aan die problematiek hebben gewerkt. De heer Ceyssens heeft gelijk: een carte blanche kan niet. Een glijmiddel om nieuwe woningen te bouwen die geen zorgwoningen zijn, kan niet. Minister, zorgt u ervoor dat u in een omzendbrief aan de gemeenten duidelijk maakt wat de voorschriften zijn. Soms oordelen gemeenten over de plannen van kmo’s te streng. Zorg ervoor dat gemeenten de nieuwe regelgeving soepel en flexibel toepassen.
Mijnheer Ronse, ik ben benieuwd hoe u erbij zult lopen wanneer u 66 jaar bent.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Van den Brandt, we overleggen heel vaak, zowel met Welzijn, Wonen als Ruimtelijke Ordening, met als resultaat dat de Vlaamse Regering al twee keer aanpassingen heeft goedgekeurd. Het klopt dus niet dat we ons beperken tot het blussen van brandjes. We overleggen en werken met een visie. Het is zoeken naar een evenwicht. We passen de bepalingen aan. Ook zonevreemde woningen kunnen omschakelen naar zorgwonen, ook als dat in strijd is met een verkavelingsvergunning. Maar we willen wel een meldingsplicht invoeren. Dat kan erg eenvoudig. Men moet gewoon de gemeente melden dat iemand komt inwonen. Zo willen we vermijden dat er misbruik van de regeling wordt gemaakt. We willen huisjesmelkerij voorkomen. We geloven heel sterk in deze aanpak. Als het Vlaams Parlement dit definitief heeft goedgekeurd, zullen we daarover alle lokale besturen heel goed inlichten, met een omzendbrief, infonamiddagen en infoavonden. We zullen de informatie ook ruimer verspreiden, zodat mensen die een initiatief willen opstarten, worden geholpen om dat te doen.
Voorzitter, minister, collega’s, ik herhaal het: dit is positief nieuws. Toch wil ik waarschuwen. Wantrouwen tegenover mensen is niet altijd nodig. De carte blanche is een zeer mooie kaart.
Huisjesmelkers kunnen inderdaad niet, maar dat is meer een fenomeen in de rand dat ook de Wooninspectie kan controleren. Wonen-Vlaanderen doet ook controles, controleert ook oppervlaktenormen, en ook de Vlaamse en lokale overheden doen controles. Die controle komt meestal na klachten waarbij men zegt dat er iets misgaat. Als er iets misgaat, minister, betekent dat niet dat bij het kernprobleem, de nood van mensen die klaar staan om hun ouders op te vangen, zorgbehoevenden, waarbij elke dag telt, men het wantrouwen mag laten voorgaan op een warm hart en een warme samenleving. Het is zeer belangrijk dat we proactief optreden. Het komt er nu eindelijk na vier jaar discussiëren. Dat is geen dag te vroeg. Misschien is dit wel wat ons scheidt van de rest, namelijk dat wij vertrouwen hebben in mensen en dat wij vinden dat controle en wantrouwen de facto nadien kunnen worden aangepakt. Dat mag geen mooie initiatieven in de wereld dwarsbomen.
De actuele vraag is afgehandeld.