Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet houdende wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie, wat betreft de radio-omroeporganisaties.
De algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Brouwers, verslaggever, heeft het woord.
Voorzitter, ik wil het feestje niet vergallen. De afgelopen punten zijn wel zeer snel behandeld, maar met betrekking tot dit zeer belangrijk dossier zal ik toch redelijk uitgebreid verslag uitbrengen.
Dit belangrijk ontwerp van decreet heeft een lange voorgeschiedenis die ik niemand wil onthouden. De hervorming geeft uitvoering aan een belangrijke doelstelling in het Vlaams regeerakkoord. Deze meerderheid wil het Vlaams radiolandschap moderniseren en digitaliseren.
Ter voorbereiding van een decreetswijziging heeft Econopolis de opdracht gekregen een impactstudie over de wijziging van het radiolandschap te maken. De studie was klaar in oktober 2015. Eind april 2016 heb ik, samen met andere leden van mijn fractie, een eerste conceptnota ingediend. Enkele weken later heeft minister Gatz namens de Vlaamse Regering ook een conceptnota ingediend. Beide conceptnota’s hebben dezelfde doelstelling, namelijk vorm geven aan een kader voor een evenwichtig, toekomstgericht en duurzaam radiolandschap. In juni 2016 heeft de commissie Media een hoorzitting met alle betrokkenen georganiseerd. Enkele weken later volgde een gedachtewisseling met de minister in de commissie. Tot besluit van dit debat heeft de plenaire vergadering op 6 juli 2016 unaniem een resolutie goedgekeurd over de uitgangspunten voor het nieuw radiolandschap in Vlaanderen.
Reeds op 15 juli 2016 heeft de Vlaamse Regering het voorontwerp van decreet goedgekeurd. Hierna is het, zoals gebruikelijk, voor advies aan de sectorraad Media van de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Media en Sport (SARC) voorgelegd. De sectorraad heeft gewezen op de rechtlijnige vertaling van de conceptnota in het voorontwerp van decreet en heeft vastgesteld dat de principes die de sectorraad in het eerdere advies over de conceptnota had opgenomen, ook in het voorontwerp van decreet grotendeels werden gevolgd. Dit advies heeft niet geleid tot een aanpassing van de tekst van het voorontwerp van decreet die de Vlaamse Regering officieel heeft aangenomen, maar enkel tot een aanvullende verduidelijking in de memorie van toelichting.
Hierop is het advies van de Raad van State gevolgd. De Raad van State stelde zich vragen bij de correcte toepassing van de Europese Machtigingsrichtlijn, die onder meer betrekking heeft op de aanleg en de exploitatie van de elektronische communicatienetwerken. Aangezien frequenties een schaars goed zijn, wordt het frequentiegebruik geregeld door middel van individueel toegekende frequentiegebruiksrechten. Artikel 7 van de richtlijn legt bepaalde regels op aan de lidstaten die overwegen de duur van bestaande frequentiegebruiksrechten te verlengen op een andere wijze dan in overeenstemming met de voorwaarden. In dat geval moeten de belanghebbenden, waaronder ook de gebruikers en de consumenten, zich hierover kunnen uitspreken. De Raad van State heeft geoordeeld dat dit van toepassing is op de FM-erkenningen en dat in dat geval met de voorwaarden het Mediadecreet wordt bedoeld. Naar aanleiding van de conceptnota alsook tijdens de voorontwerpfase hebben verschillende actoren en instanties input gegeven. De Raad van State heeft dit echter als onvoldoende beoordeeld.
Om die reden heeft de Vlaamse Regering een volgens de vermelde Europese richtlijn geregelde procedure gevolgd. Tussen 31 oktober 2016 en 28 november 2016 heeft het Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media (CJSM) op zijn website een raadpleging georganiseerd. De resultaten zijn aan de commissieleden overgemaakt. Het verslag is tevens publiek gemaakt.
Op donderdag 1 december werd het ontwerpdecreet toegelicht door minister Gatz. Op 6 december wijdde de commissie een hoorzitting aan het ontwerp van decreet, waarop op donderdag 8 december de bespreking volgde. Het decreet, inclusief enkele technische en legistieke amendementen, werd unaniem goedgekeurd door de commissie.
Omdat het hier toch een totaal nieuw radiolandschap betreft, ga ik toch ook een beetje op de inhoud ingaan, als u mij toestaat, mijnheer de voorzitter.
Is dat het standpunt van de CD&V of is dat allemaal verslag? Zoveel bladzijden?
Dat is allemaal nog verslag. Het standpunt komt pas later. Ik denk dat het nuttig is, ook om nadien te kunnen nalezen wat de essentie is van het decreet. U gaat daar zeker het volgende jaar nog zaken over horen wanneer de nieuwe frequenties zullen moeten worden toegekend. Dan zal her en der misschien nog wel wat heibel ontstaan. De meesten hebben ondertussen ook al mails gekregen daarover. Ik vind het dus wel nuttig om even uit te leggen wat we gaan doen.
Het ontwerp van decreet borduurt voort op de krijtlijnen uit de conceptnota en de door dit parlement goedgekeurde resolutie. Ten eerste, het koppelt de beperkte verlenging – met vier jaar – van de erkenning van de landelijke radio-omroeporganisaties aan de verplichting om uit te zenden in DAB+, ten laatste op 1 september 2018. Collega’s die meer wensen te weten over de technische mogelijkheden van DAB+ verwijs ik graag naar de conceptnota’s en de parlementaire verslagen, want dit zou ons hier te ver leiden.
In het verleden hebben verschillende decreetsaanpassingen geleid tot verlengingen van de erkenningen van die landelijke radio-omroeporganisaties. Nu wordt expliciet beslist dat de verlenging enkel nog geldt voor een beperkte periode van vier jaar, dus tot 31 december 2021. De beperking van de verlengbaarheid tot vier jaar is mede ingegeven door het streven naar digitalisering. Zo verplicht artikel 7 van het ontwerp de landelijke radio-omroeporganisaties om met ingang van 1 september 2018 uit te zenden via digitale etheromroepnetwerken. In hetzelfde artikel staat het principe dat de uitzendingen in FM voor de landelijke radio-omroeporganisaties – dat zijn Q en JOEfm en Nostalgie– op een bepaald ogenblik zullen worden stopgezet en dat de Vlaamse Regering die datum voor de zogenaamde analoge switch-off bepaalt. Die datum is afhankelijk van een tweejaarlijks monitoringrapport waarin de evolutie van de groei van het digitale radioluisteren, de DAB+ -progressie en de resultaten van sectorgedragen overleg worden nagegaan.
Ten tweede – en dat is iets totaal nieuws –, het decreet creëert een nieuwe categorie van netwerkradio’s rond stedelijke gebieden met het oog op het verhogen van de diversiteit in het radiolandschap. Netwerkradio-omroeporganisaties kunnen vrijwillig beslissen om uit te zenden in DAB+. Het decreet geeft de Vlaamse Regering wel de toelating om de datum vast te leggen waarop zij verplicht digitaal zullen moeten uitzenden, uiteraard onder voorbehoud van voldoende beschikbare digitale capaciteit.
Het ontwerp van decreet onderscheidt drie soorten netwerkradio’s. Het eerste type heeft een generalistisch profiel of muziekaanbod en brengt ook journaals en informatie. Voor radio’s van dit profiel geldt dat ze – net zoals landelijke omroepen – vier journaals per dag moeten brengen. Dergelijke generalistische netwerkradio-omroeporganisaties hebben een vrij groot ontvangstgebied. Dat zal bijna landelijk over Vlaanderen te beluisteren zijn. Ze vormen, zeker als ze overgaan tot digitale etherdistributie en dus volledige landelijke ontvangst zullen hebben, een volwaardig alternatief. Ten tweede is er de netwerkradio met een Vlaams of Nederlandstalig profiel. Zijn aanbod moet aan dat profiel beantwoorden. De concrete invulling van deze vereiste in cijfergegevens, bijvoorbeeld naar percentage en aandeel van programma’s, wordt bepaald via het uitvoeringsbesluit dat eerstdaags wordt verwacht.
Het Vlaamse of Nederlandstalige profiel slaat bijvoorbeeld op radio-uitzendingen van theatershows en sketches door Vlaamse of Nederlandstalige artiesten of cabaretiers, programma’s over Vlaamse of Nederlandstalige artiesten enzovoort. In lijn met het Vlaams regeerakkoord bepaalt artikel 14 van het ontwerp van decreet dat ten minste één netwerkradio-omroep met een Vlaams/Nederlandstalig aanbod zal worden erkend. De uitvoeringsbesluiten zullen daarvoor ten minste één frequentiepakket openstellen.
De derde categorie van netwerkradio’s wordt gevormd door de thema- en/of muziekgenrezenders die gericht zijn op specifieke doelgroepen. Een dergelijke omroep kan bijvoorbeeld de focus leggen op muziekgenres als oldies, classic rock, jazz en blues, maar ook op sportverslaggeving, cultuurberichten enzovoort. Het ontwerp bepaalt niet welk genre muziek moet worden aangeboden, maar wel dat omroepen die kiezen voor een bepaald profiel of muziekaanbod, ruimte moeten laten voor Vlaamse muziekproducties. Onder Vlaamse muziekproductie wordt begrepen elke productie waarbij de creatieve inbreng van een Vlaming als uitvoerder, auteur, producer of arrangeur een bepalende rol speelt. De definitie is trouwens overgenomen uit de beheersovereenkomst met de VRT. Aan die voorwaarden hebben dergelijke omroepen zich na hun erkenning te houden, en vooraf vormen ze ook een aanvullend criterium in de beoordeling van de erkenningsaanvraag door de Vlaamse Regering. Het gewicht dat dit criterium meekrijgt, wordt in het uitvoeringsbesluit vastgelegd. De uitvoeringsbesluiten zullen ook voor deze categorie minstens één frequentiepakket openstellen.
Het decreet optimaliseert verder het lokale radiolandschap door onder andere betere ontvangstmogelijkheden dankzij hertekende frequentiepakketten die potentieel meer luisterpubliek en advertentie-inkomsten kunnen aanboren. Ook is gekozen voor een aangepaste rol en verbindende opdracht voor lokale radio’s, uiteraard met een minimum aan lokale informatie, maar een grotere inhoudelijke vrijheid om een eigen invulling te geven aan hun omroepprogramma. In het kader van die verbindende opdracht en dankzij de mogelijkheid om te gaan voor een specifiek profiel of thematische invulling, kan een lokale radio ook kiezen voor een niet-commercieel profiel of bijvoorbeeld zendtijd invullen met informatie, cultuur, educatie en burgerparticipatie. De meerwaarde van het statuut van gemeenschapsradio, dat tijdens de vorige legislatuur in het decreet werd opgenomen, verdwijnt dan ook de facto. Daarom wordt dat specifieke statuut als extra kwalificatie van een lokale radio-omroeporganisatie uit het decreet geschrapt.
Wegens de specificiteit van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en de overheidsconstructie ter ondersteuning van de verschillende media zal de Vlaamse Regering een specifieke omroep aanwijzen met een eigen frequentie in Brussel. Lokale radio-omroeporganisaties worden niet verplicht om in DAB+ uit te zenden. Het Mediadecreet staat vandaag al toe dat lokale radio’s via DAB+ uitzenden. Het is dus mogelijk om te starten met een nieuwe DAB+-omroep. Maar waarschijnlijk worden ze pas veel later in het digitale bad getrokken, onder meer na een analyse van de capaciteit.
Het decreet maakt de bestaande ketenvorming van lokale radio’s via samenwerkingsverbanden onmogelijk, maar definieert daarnaast ook duidelijker welke vorm van samenwerking wel nog mogelijk is en of het gelijktijdig uitzenden van programma’s toegestaan is of niet. Omroepprogramma’s mogen niet identiek zijn, maar voor de radioreclame geldt wel een uitzondering. Zowel landelijke, regionale, netwerk- als lokale radio-omroeporganisaties kunnen in hun omroepprogramma toch ontkoppelde reclame brengen per frequentie of uitzending. Dat bestaat vandaag al en is noodzakelijk voor de economische leefbaarheid van de radio-omroeporganisaties.
Ten slotte bevat het decreet ook nog enkele algemene bepalingen. De erkenningsduur voor de netwerk- en lokale radio-omroeporganisaties bedraagt negen jaar. Erkende omroeporganisaties zullen vanaf de datum van hun erkenning één jaar de tijd krijgen om uit te zenden. Doen ze dat niet, dan kan de erkenning door de Vlaamse Regulator voor de Media ambtshalve worden ingetrokken.
Met het oog op de diversiteit in het radiolandschap werden een aantal beperkingen in eigenaarschap en verbondenheid bepaald. De beperkingen komen erop neer dat een vennootschap maximaal twee netwerkradio-omroeporganisaties in zijn portefeuille mag hebben. Een cross-ownership is wel toegelaten tussen één landelijke en één netwerkradio-omroeporganisatie. Met het oog op de onafhankelijkheid van de lokale radio-omroepen wordt cross-ownership tussen aan de ene kant een lokale radio-omroeporganisatie en aan de andere kant een netwerk- of landelijke radio-omroeporganisatie niet toegestaan.
Op de schrapping van de verwijzing naar uitzendingen in AM ga ik niet verder in omdat dat te technisch is. Het is een verouderde band die in onbruik is geraakt. Er worden enkele aanpassingen doorgevoerd aan de bepalingen inzake de doorgifte van radio-omroepprogramma’s door must- en may-carrydienstenverdelers, maar dat is ook nogal technisch.
Het debat in de commissie draaide vooral over de volgende discussiepunten. Een eerste punt was de decretale inschrijving van de datum voor de analoge switch-off zoals ook gevraagd werd door de Raad van State. De regering is hier niet op ingegaan omdat de datum van de transitie door landelijke radio-omroepen van FM-uitzendingen naar digitale DAB+-uitzendingen niet te voorspellen valt, zoals werd aangetoond in de studie van Econopolis. Als de drempel van 50 percent digitaal luisteren is bereikt, kan de overgang op gang worden gebracht om twee jaar later FM helemaal af te schakelen. De studie geeft scenario’s weer met een snelle of trage penetratie, met respectievelijk 2022 en 2024 als tijdstippen waarop de drempel wordt bereikt. Vandaar de keuze voor een in de tijd beperkte verlenging van de erkenning van de landelijke private radiozenders, dat zijn in concreto JoeFM, Q en Nostalgie. Zij zijn immers de trekkers van een dergelijke operatie, gezien hun luisterbereik. Hun inspanningen en het ondersteunende overheidsbeleid zullen het publiek mee naar de transitie moeten leiden. Daarom bepaalt artikel 7 van het ontwerp dat de Vlaamse Regering de datum van de FM-switch-off vastlegt en dat er tweejaarlijks een monitoringrapport over de evolutie van het digitale radioluisteren wordt opgesteld. De eerste rapportering komt er uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding van het decreet. Concreet zullen er dus vóór het aflopen van de erkenningen twee monitoringsrapporten komen, namelijk in het voorjaar van 2019 en in 2021. Op basis van die cijfers en bij het bereiken van de 50 procent digitaal luisteren zal de volgende Vlaamse Regering de datum van de effectieve FM-switch-off voor landelijke en regionale radio-omroeporganisaties bepalen. Verschillende leden hebben gepleit voor een snellere aanpak indien technisch mogelijk.
Het tweede discussiepunt in de commissie was de decretale verplichting voor de landelijke radio’s en de netwerkradio’s om digitaal uit te zenden. De landelijke zenders moeten uiterlijk op 1 september 2018 digitaal uitzenden, voor de netwerkradio’s zal de Regering deze datum later vastleggen in functie van de beschikbaarheid van digitale frequenties. De commissieleden drongen erop aan om het digitaliseringsproces niet te laten stilvallen. Ook de VRT moet zo snel mogelijk starten met uitzendingen via DAB+. De commissieleden pleitten ook voor een brede publiekscampagne om de bevolking te informeren over de voordelen van digitale radio en hen voor te bereiden op de analoge afschakeling. Ook het belang van de aangekondigde rondetafel met alle stakeholders werd in dat verband beklemtoond.
Een ander punt was de digitalisering van de lokale radio’s. In dit decreet zijn geen specifieke bepalingen opgenomen voor lokale radio’s, al kunnen zij uiteraard via de huidige landelijke DAB+ frequenties uitzenden, maar dit is voor de meeste uiteraard niet rendabel. De commissieleden hebben aangedrongen op onderzoek naar goedkopere technologische mogelijkheden zodat ook lokale radio’s digitaal kunnen uitzenden.
De huidige voorwaarden van de kennisgevingsregeling voor DAB-erkenningen worden niet verstrengd en er worden geen kwalitatieve criteria toegevoegd die vergelijkbaar zouden zijn met wat we gaan doen en nu al doen voor landelijke FM-vergunningen.
Die worden gekoppeld aan allerlei voorwaarden, zoals dat cross-ownership. Bij DAB bestaat dat vooralsnog niet. Ook de SARC had hierover vragen gesteld want na de analoge switch-off zal digitale radio het belangrijkste medium worden om radio te beluisteren, en dus is het relevant om in het Mediadecreet daarover bepalingen op te nemen. Minister Gatz verduidelijkte dat dit momenteel niet mogelijk is omdat de digitale frequenties niet zijn toegekend aan de zenders maar aan de etheromroepnetwerkoperator, lees: Norkring.
Ook over de dominante positie van Norkring, de facto een monopoliepositie, inzake digitale radiodistributie werden vragen gesteld. Minister Gatz werd gevraagd om dit van nabij op te volgen en er rekening mee te houden in de evaluatie van het contract met Norkring en de uitwerking van het toekomstige digitale radiolandschap na afloop van het contract met Norkring.
Er werden bekommernissen geuit met betrekking tot het nieuwe radiofrequentieplan, de nauwkeurige omschrijving van de erkennings- en kwalificatievoorwaarden, onder andere inzake mediaervaring, en de garanties voor een zorgvuldige beoordeling van de aanvraagdossiers, zodat het kaf van het koren gescheiden kan worden door middel van een realiteitstoets van elk dossier.
Ook over de erkenningsvoorwaarden voor de netwerkradio’s werden vragen gesteld, vooral met betrekking tot de omschrijving van het Vlaamse of Nederlandstalige aanbod van deze netwerkradio’s. Dat zal nu duidelijk moeten worden in de uitvoeringsbesluiten.
Ook de vraag naar een eventuele overgangstermijn voor radiozenders die geen erkenning meer zullen krijgen werd gesteld.
Tot hier het uitgebreide verslag. De bedenkingen namens mijn fractie geef ik straks.
Ik denk dat het verslag zo uitgebreid was dat alle standpunten van de partijen nu gekend zijn. Wil er toch nog iemand iets aan toevoegen?
De heer Vandaele heeft het woord.
Het beleid dat met betrekking tot het radiolandschap wordt gevoerd en het ontwerp van decreet bevatten een aantal sterke punten.
Eén: de stap naar digitalisering via DAB+.
Twee: de herwaardering van de lokale radio’s. Dat is voor ons een zeer belangrijk element. De lokale radio’s staan dicht bij de lokale bevolking en brengen plaatselijk nieuws. We willen de leefbaarheid van de lokale radio’s verhogen en hen een ruimer zendgebied aanbieden, zodat er meer reclame kan worden geworven. We willen ook een professionalisering van de lokale radio’s. In het verleden waren er nogal wat misstanden, waarbij licenties werden opgekocht door ketenradio’s. Dat was niet de bedoeling. De oorspronkelijke dossiers op basis waarvan licenties werden toegekend, werden op die manier met voeten getreden. Daar wilden wij komaf mee maken.
Drie: er worden netwerkradio’s ingesteld, drie of vier, waarvan er één de klemtoon moet leggen op een Vlaams/Nederlandstalig aanbod. Dat is iets wat voor mijn partij belangrijk is en blijft. Alleen zou ik de regering willen vragen om hierbij in de uitvoeringsbesluiten een heldere definitie te geven, wat mij betreft naar analogie van de bepalingen met betrekking tot het Vlaams/Nederlandstalig muziekaanbod op de VRT-radio, verankerd in de beheersovereenkomst.
Vier: het beperken van cross-ownership is ook belangrijk. De diversiteit van het radiolandschap moet worden verankerd.
Ik besluit, voorzitter. Wij worden met zijn allen, niet alleen de collega’s die zich met media bezighouden maar ook de andere collega’s, dezer dagen gestalkt door mensen die op een of andere manier bij het radiodossier betrokken zijn. Zij pleiten, uiteraard, voor hun eigen zaak. Af en toe kun je er wel eens wat van opsteken. Sommige van die bronnen zijn interessant, andere proberen ons een beetje een rad voor de ogen te draaien en de dingen rooskleuriger voor te stellen dan ze zijn. Vanuit de politiek kunnen en willen wij geen uitspraken doen over individuele dossiers. Wij rekenen erop – maar daar is nog wat tijd voor na de goedkeuring van dit ontwerp van decreet – dat de diensten die een en ander zullen moeten beoordelen, dat op een correcte en onpartijdige manier doen, zodat het hele radiolandschap – want dat is uiteindelijk de bedoeling – er in de toekomst iets beter uitziet en leefbaarder is dan vandaag.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Dit ontwerp van decreet is het sluitstuk van een fijn parlementair proces. We kregen enorm veel vragen voor een gesprek of werkbezoek, mails met bedenkingen en suggesties. We hebben in dit dossier onze rol als volksvertegenwoordiger ten volle kunnen spelen. Al die gesprekken en berichten hebben bijgedragen aan de totstandkoming van dit ontwerp van decreet en de verfijning van ons standpunt in dit dossier. Ik wil van de gelegenheid gebruikmaken om de mensen uit de radiosector te bedanken voor hun betrokkenheid en engagement om deze uitgebreide oefening tot een goed einde te brengen.
Voor onze fractie zijn de belangrijkste doelstellingen bij het uitstippelen van een toekomstgericht radiobeleid ten eerste leefbaarheid, duurzaamheid en een kwalitatief divers radiolandschap. Die zijn essentieel maar net daarom is een status quo geen optie meer. We moesten dan ook enkele belangrijke knopen doorhakken zodat alle spelers zich optimaal kunnen voorbereiden op het nieuwe radiolandschap. We staan dus achter het gekozen tweesporenbeleid: optimalisatie en professionalisering van de FM-band en een transitie naar een divers en aantrekkelijk digitaal radiolandschap.
Een tweede belangrijke doelstelling is digitalisering van het radiolandschap. Dat is voor ons de prioriteit voor deze legislatuur. Deze technologie is energiezuiniger, geeft minder straling en meer ruimte voor een gediversifieerd radiolandschap en meer luistercomfort. Alle stakeholders moeten samen duidelijk communiceren over de meerwaarde voor de luisteraars: verrijkte radio-ervaring met extra diensten en applicaties in een excellente signaalkwaliteit. Buitenlandse voorbeelden hebben immers aangetoond dat een zekere ‘sense of urgency’ moet worden aangetoond om het publiek te overtuigen van de meerwaarde.
CD&V is erg tevreden dat de indeling van het radiolandschap die wij voorgesteld hebben in onze conceptnota, op een ruim draagvlak kan rekenen en dat we dit vandaag decretaal kunnen verankeren.
Ook de beperkingen in verband met cross-ownership om te verregaande mediaconcentratie te verhinderen en een leefbaar ecosysteem mogelijk te maken, het verhandelen van erkenningen te verbieden en aldus oneigenlijke samenwerkingsverbanden – lees ketenradio’s – onmogelijk te maken, kunnen uiteraard op onze instemming rekenen. Dit ontwerp van decreet biedt een grotere bescherming van de echte onafhankelijke lokale radio’s.
Ten slotte heb ik nog vragen aan de minister. U kondigde in de commissie aan dat er vorige week een kick-offmeeting zou zijn met de stakeholders van het digitaliseringsproces. We hebben daar niets over vernomen. Heeft deze meeting plaatsgevonden en kunt u daarover iets zeggen?
Na de toekenning van de erkenningen is de vraag of de VRM de uitzendingen zal kunnen monitoren om te controleren dat uitzendingen van de radiozenders overeenkomen met hun erkenningsaanvraag.
De CD&V-fractie zal dit wijzigingsdecreet met veel overtuiging goedkeuren en zal de verdere uitvoering blijven opvolgen. De radiosector was al te lang het ondergeschoven kindje van het mediabeleid en daar komt met dit ontwerp van decreet terecht een einde aan. Bij de uittekening van het toekomstige radiolandschap zullen wij er nadrukkelijk op toezien dat de leefbaarheid van de onafhankelijke lokale radio’s gegarandeerd blijft zodat zij hun belangrijke verbindende functie in hun lokale gemeenschap kunnen blijven vervullen. Een coherent en billijk frequentieplan moet daartoe bijdragen.
We wensen de Vlaamse Regering morgen dan ook een vruchtbare vergadering toe, want de ontwerpen van uitvoeringsbesluiten voor dit decreet staan al op de agenda. Daarna volgt opnieuw een publieke raadpleging zodat alle betrokkenen kunnen reageren op de twee ontwerpen van uitvoeringsbesluiten. Dit ontwerp van decreet is dus een voorbeeld van een participatief en open besluitvormingsproces waar ook wij als parlementsleden ten volle onze rol hebben kunnen spelen. We willen minister Gatz uitdrukkelijk bedanken voor de open en constructieve sfeer waarin dit ontwerp van decreet tot stand is gekomen. We wensen hem veel succes met de uitvoering ervan. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Bajart heeft het woord.
Ik wil vooreerst mevrouw Brouwers bedanken voor de zeer, zeer, zeer uitgebreide verslaggeving, die nodig is om een aantal zaken te duiden.
Collega’s, met dit ontwerp van decreet geeft minister Gatz een duidelijke duw in de rug van de radiosector. Twee zaken waren voor ons essentieel. Ten eerste, eindelijk stappen vooruit zetten in de digitalisering en, ten tweede, ervoor zorgen dat het radiolandschap economisch leefbaar moet zijn, zowel voor de commerciële radio’s als voor de lokale radio. Waarom? Enkel op die manier kunnen we er op de lange termijn voor zorgen dat deze sector onze burgers een kwaliteitsvol en divers aanbod kan aanbieden. Dat is duidelijk. De lange termijn zal ook meer mogelijkheden bieden, want waar we nu met een zeer beperkte FM-band zitten, zullen we in de toekomst ook in staat zijn meer landelijke zenders via DAB+ te laten uitzenden. In dat opzicht wordt al een opstap gemaakt door het in het leven roepen van netwerkradio’s. We maken een einde aan het oneigenlijk gebruik van de frequenties bedoeld voor de lokale radio’s en we versterken de écht lokale radio’s.
Collega’s, dit is een belangrijke hervorming binnen de mediasector. Ik ben dan ook, samen met alle collega’s, zeer tevreden dat we doorheen het hele proces, van conceptnota’s over hoorzittingen en gedachtewisselingen tot dit ontwerp van decreet kunnen komen, over de grenzen van meerderheid en oppositie heen. In de commissie Cultuur is er een traditie van samenwerking. Ik wil alle collega’s daarvoor uitdrukkelijk bedanken. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Caron heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, ik sluit mij aan bij de voorgaande sprekers. Het was absoluut nodig – en dat is de verdienste van dit ontwerp van decreet, minister – om de verrommeling tegen te gaan. Want ook in de FM-band en het radiolandschap was er heel veel verrommeling. Bij de ketenradio’s was er over de jaren heen commerce, waarbij het decreet oneigenlijk werd toegepast. Het leidde tot een schijnbaar lokaal radiolandschap, met een aantal sterke lokale radio’s, maar ook heel erg veel muzakradio’s.
Met dit ontwerp van decreet komen de lokale radio’s er wellicht sterker uit,’ leefbaar’, zoals de heer Bajart zegt, maar ook van een hoger kwaliteitsniveau dan voorheen. Wij steunen de lokale radio, net zoals we dat ook doen voor regionale televisie. Nabijheid en betrokkenheid van de burger is hierbij belangrijk.
Ook de digitalisering met DAB+ gaat verder: kwalitatief betere ontvangst, veel betere zendmasten en ecologisch verantwoorder. Laat ons hopen dat DAB in de huiskamer en in de auto snel verbreid wordt. Eenmaal gebruikt, zult u er niet meer op terugkomen.
Minister, ten slotte wil ik wijzen op een punt van onzekerheid of twijfel. Er komt een nieuw concept van netwerkradio’s. Het zijn een soort halve nationale zenders, vier à vijf, waarvan één met een Vlaams karakter. Het blijft natuurlijk wel een beetje spannend om te zien wat daar zal worden ingediend, of dat al dan niet leefbaar is en of het ook geen verkapte versie is van de huidige ketenradio’s. Want, collega’s, ik denk niet dat dat is wat we willen. We willen een divers en kwaliteitsvol landschap. Laat ons hopen dat die netwerkradio’s verschillende profielen hebben en dat ze diversiteit uitstralen. Het geeft veel kansen voor een boeiend radiolandschap.
En ja, een aantal van die schijnlokale zenders zullen via de ketens verdwijnen. Het kan de FM-band gezonder maken, maar ook de groei op termijn naar DAB+ bevorderen.
Ook voor Groen is het dus een goed ontwerp van decreet. Zeker weten. We hebben het graag gesteund. Ik sluit mij aan bij mevrouw Brouwers. Er is een goed proces van voorbereiding geweest. Er is een ruime consultatie geweest. Er waren verschillende hoorzittingen. Natuurlijk is niet iedereen gelukkig met de uitkomst. Maar in de commissie was er alvast een unaniem positieve beoordeling van deze tekst.
Minister, ik heb begrepen dat morgen op de ministerraad de eerste stap in de frequentietoekenning wordt gezet. Dat is een ‘nefralgiek’ moment voor de uitvoering van dit decreet. Ik wens u succes. (Applaus)
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ook onze fractie steunt volop dit ontwerp van decreet. Het is gezegd door de collega’s: het is het resultaat van een mooi en grondig proces – er is een debat gevoerd in de commissie –, in het belang van een gezond radiolandschap, en dus in het belang van de luisteraar en de Vlaming.
Radio blijft immers ongelofelijk belangrijk, het is het medium waar we de meeste tijd aan besteden, zeker in de wagen, de drive time.
Er zijn belangrijke stappen gezet, onder meer met technologische innovatie en de overgang naar DAB+. We moeten wel opletten, en dat is een zorg van mijn fractie, dat de switch-off gebeurt op het moment dat voldoende mensen zijn overgeschakeld. We moeten vermijden dat vooral oudere mensen op een bepaald moment worden geconfronteerd met het feit dat er geen signaal meer komt uit hun FM-radiotoestel. We hebben dan ook gepleit voor een grootschalige campagne die samen met de mediapartners moet gebeuren. Het overleg met de autoconstructeurs is daar belangrijk in. Zij zouden standaard DAB-toestellen moeten plaatsen in de nieuwe wagens.
Wat de herwaardering van de echte onafhankelijke radio’s betreft, hebben we een goed kader gecreëerd dat de koehandel met de frequenties zal tegengaan. We moeten er ook voor zorgen dat die onafhankelijke radio’s leefbaar zijn. We hebben veel mails gekregen waarvan sommige heel leerrijk zijn en andere doorprikbaar. Het gaat over pleitbezorgers die vertegenwoordigers zijn van de zogenaamde ketens, onafhankelijke radio’s die in realiteit ketens zijn en waar we net vanaf willen. Andere reacties waren uitingen van terechte bezorgdheden die we grondig moeten opvolgen en ter harte nemen.
Het concept van de netwerkradio’s is een goede zaak. Wij denken dat we eerder naar vier dan naar drie moeten gaan. We moeten er echter ook voor zorgen dat die netwerkradio’s een goede dekking geven van de diversiteit van het muzikale aanbod, wat opnieuw ten goede komt van onze luisteraars.
Tot slot is het jammer dat het concept van de campusradio’s niet in aanmerking wordt genomen. Campusradio’s zijn bij uitstek de plaats waar jong radiotalent zich kan ontwikkelen. We moeten ook in het oog houden dat de stedelijke radio’s kunnen blijven bestaan. Er moeten in steden meerdere radio’s kunnen blijven bestaan.
Maar verder steunen wij heel graag dit ontwerp van decreet dat een belangrijke stap voorwaarts zet. We zijn blij dat we dat kamerbreed hebben kunnen doen in het belang van alle Vlamingen.
Ik dank het parlement voor zijn blijken van sympathie die straks wellicht worden omgezet in een druk op het juiste knopje. Ik erken ook dat de samenwerking over het ontwerp van decreet in het parlement uiterst aangenaam en constructief was.
Wij zijn er ons natuurlijk wel allemaal van bewust dat wanneer eerstdaags, wanneer alles meevalt morgen dus, het uitvoeringsbesluit en het bijhorende frequentieplan aan bod komen, de poppen pas echt aan het dansen gaan.
We hebben een goed kader gecreëerd en we zullen zodra bekend wordt hoe het met de frequenties zit, de normale procedures met de raadpleging waarin decretaal voorzien is, laten spelen. We zullen in de grootst mogelijke transparantie het verdere traject afleggen.
Mevrouw Brouwers, ik laat me soms inderdaad meeslepen door mijn enthousiasme, en met de aangekondigde kick-off van de rondetafel met alle stakeholders die zo belangrijk zijn voor de omschakeling naar DAB+, was ik misschien iets te vroeg. Vorige week is wel degelijk de opdracht van de partner waarmee wij deze omschakeling gaan doen, gestart, maar de rondetafel op zich heeft nog niet plaatsgevonden. Het bureau is wel volop bezig met alle contacten te leggen en stakeholders te contacteren. In die zin worden de poten wel onder de tafel gezet, maar waarschijnlijk zal men pas na Nieuwjaar bijeen komen. Het proces is onherroepelijk in gang gezet.
De VRM zal inderdaad volheid van bevoegdheid hebben. We zullen bekijken hoe we hen verder kunnen steunen om de controle te blijven uitoefenen, niet alleen op het huidige radiolandschap maar ook op het toekomstige.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet.
De door de commissie aangenomen tekst wordt als basis voor de bespreking genomen. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2016-17, nr. 983/4)
– De artikelen 1 tot en met 29 worden zonder opmerkingen aangenomen.
Er is een amendement tot toevoeging van een artikel 30. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2016-17, nr. 983/5)
De stemming over het amendement wordt aangehouden.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.