Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, begin dit jaar hebben wij hier een heel mooi voorstel van decreet goedgekeurd, het nieuwe Logiesdecreet. Het was een parlementair initiatief. Onder andere collega Coudyser en collega Marnic De Meulemeester hebben daar hard aan meegewerkt. Nu komt het stilaan tot uitvoeringsbesluiten. Daar schijnt nu een en ander mogelijk problematisch te zijn.
Eerst wil ik even herhalen dat de bedoeling die we met dit nieuwe Logiesdecreet hadden, in eerste instantie een vereenvoudiging was, om te zorgen dat iedereen, van groot hotel tot iemand die een kamer verhuurt via Airbnb, aan dezelfde basiskwaliteitsnormen moet voldoen. Een van de belangrijkste normen waaraan iedereen zonder uitzondering zal moeten voldoen, is natuurlijk de brandveiligheid.
We horen dat het met de uitvoeringsbesluiten goed loopt. Die zouden eerstdaags op de regering komen, vernemen wij. In het algemeen schijnen er zich niet zo veel problemen voor te doen. Maar over brandveiligheid hebben de indieners een kopie gekregen van een brief van de Confederatie van Immobiliënberoepen (CIB), de Vlaamse toeristische verhuurkantoren, die aan u gericht was. De CIB heeft een nota gemaakt van tien bladzijden, met heel wat opmerkingen, vooral technische, bij het uitvoeringsbesluit waar het gaat over brandveiligheid. Ik ga het niet doornemen, dat kan niet in het bestek van een actuele vraag.
Over één ding wil ik wel speciaal uw aandacht vragen, en liefst meteen ook uw reactie daarop: voor de vakantiewoningen kan men nu met een verklaring op eer zeggen dat de vakantiewoning brandveilig is. In de toekomst zal men een brandveiligheidsattest moeten hebben. Volgens de ontwerpuitvoeringsbesluiten die sinds 1 december circuleren, zou dat al in orde moeten zijn voor alle vakantiewoningen tegen 1 april 2017. Alleen al aan de kust gaat het over minstens 14.000 vakantiewoningen. Dit lijkt onuitvoerbaar, zoals het ook in de brief gestipuleerd is. Minister, hoe reageert u op de brief, en zeer specifiek over de inwerkingtreding van de brandveiligheidsattesten?
Minister Weyts heeft het woord.
Gelukkig heeft de CIB in de betrokken brief ook aangestipt dat de samenwerking met de projectleider goed verloopt en dat er ook een breed draagvlak is voor zowel het Logiesdecreet als de uitvoeringsbesluiten, dus de omzetting van het decreet.
Specifiek wat betreft het aspect brandveiligheid is er een werkgroep met acht brandweercommandanten en een vertegenwoordiging van Agoria en de VVSG. Die werken aan de brandveiligheidsnormen, specifiek op basis van enerzijds de huidige normen en anderzijds op basis van de adviezen van de sector zelf. Ze hebben hun ontwerpen al aangepast aan de adviezen van de sector en zijn vervolgens terug naar de logiessector gegaan met de vraag wat de opmerkingen zijn. Duidelijk op basis van die opmerkingen heeft de CIB een schrijven opgesteld.
Voor alle duidelijkheid: er volgt morgen nog een bespreking tussen enerzijds het kabinet en anderzijds de projectleider en de werkgroep specifiek voor brandveiligheid, waarbij nog opmerkingen en alternatieven op tafel liggen, inclusief een mogelijk spoor met betrekking tot een overgangsperiode, aan de hand van de termijn die u noemt, namelijk april 2015. Dat ligt allemaal op tafel. Ik heb inderdaad nog de vaste bedoeling om tegen het jaareinde effectief met die besluiten naar de Vlaamse Regering te gaan zodat we onmiddellijk een communicatie kunnen starten en dat er drie maanden tijd is om de volledige sector heel goed te informeren.
Minister, dank u wel. U hebt laten verstaan dat er voor die vakantiewoningen allicht een overgangsperiode zal komen die langer is. Eerlijk gezegd, dit moet nog naar de Vlaamse Regering en allicht voor advies naar de Raad van State. Tegen de tijd dat die uitvoeringsbesluiten werkelijk van toepassing zullen zijn, zijn we misschien bijna april. Het kan natuurlijk niet dat je tienduizenden vakantiewoningen in Vlaanderen op enkele maanden een brandveiligheidsattest gaat bezorgen, zelfs al schakelen we nu naast de brandweer ook andere keuringsorganisaties uit de privésector in.
Ik hoop dus dat die termijn lang genoeg is. Zij vragen een jaar. Kunt u daar misschien al wat specifieker over zijn? Dat zou al een zekere geruststelling geven. En anders horen we het na morgen wel.
De heer De Meulemeester heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, tot ons genoegen zijn de besprekingen tussen de sector en de minister over de uitvoeringsbesluiten allemaal vlot afgerond, behalve de besluiten omtrent de brandveiligheid, waar zich toch wel overgangsbepalingen zullen opdringen.
Ik wil van deze vraag gebruikmaken, voorzitter, om aan te dringen op het bewaren van de liberale geest van het decreet voor de toeristische sector. Dat is niet onbelangrijk. Het zou een enorme teleurstelling zijn om de liberalisering van de sector te hinderen door te strikte uitvoeringsbesluiten.
Ik wil in het kader van die uitvoeringsbesluiten nog een bijkomende vraag stellen. Airbnb heeft laten weten dat het zich niet aangesproken voelt door dit decreet. In hun visie vallen zij niet onder het begrip ‘tussenpersoon’, die toerist en uitbater van een logies met elkaar in contact brengt. Ik zou graag de visie van de minister daarop vernemen. Heeft dit implicaties voor de uitvoeringsbesluiten?
De heer Landuyt heeft het woord.
Ik wil aansluiten op dat ‘liberale’, maar dan in de juiste betekenis van het woord. Als de doelstelling van het Logiesdecreet vereenvoudiging is, en dus het stellen van dezelfde eisen aan gewone mensen die iets willen verhuren, als aan hotels, dan is dat een heel rare vereenvoudiging die nu naar boven komt.
Wat is er bezig, minister? Er zijn veel goede gesprekken bezig, maar ik denk dat u meer zult moeten regelen dan een overgangstijd. U zult erop moeten wijzen dat het de bedoeling van de decreetgever is om het mogelijk te maken dat gewone mensen ook aan vakantieverhuur kunnen doen, en dat het niet onder het mom is van een liberale vereenvoudiging, die eigenlijk betekent dat je zware lasten legt op gewone mensen. Dat mag niet de betekenis zijn.
Ik raad u aan om iets te doen aan dat misverstand in uw reactie op deze brief, minister. Iedereen is tegen mijn interpretatie, maar dat is wat op het werkveld gebeurt. Dit zult u moeten rechtzetten.
Wat de overgangsperiode ten aanzien van logies betreft, en specifiek met betrekking tot de vraag rond brandveiligheidsnormen, ligt er inderdaad een mogelijke piste op tafel waarbij je zou kunnen zeggen dat die logiezen die zich voor 1 april aanmelden, van een overgangsperiode zouden kunnen genieten. Daardoor ontstaat er natuurlijk ook een triggereffect, opdat logies zich zouden aanmelden. Dat is dan een positieve keerzijde.
Er wordt gesproken over liberalisering, of om het met een eenvoudig woord te zeggen: vereenvoudiging. De doelstelling van het Logiesdecreet is minder administratieve lasten, het verlagen van de drempel, het aanmoedigen van het toeristisch ondernemen, ervoor zorgen dat men gemakkelijker als – zoals u het noemt – ‘gewone’ Vlaming kan participeren en meestappen in dat toeristisch ondernemen, maar dan wel op basis van gelijke regels. Die gelijke regels moeten dus ook gelden voor Airbnb. Het is de evidentie zelve dat als je geld verdient met het aanbieden van logies, je dan ook bepaalde minimale normen moet respecteren, bijvoorbeeld als het gaat over veiligheid en brandveiligheid. Dat is de evidentie zelve. En met die concrete uitwerking zijn wij nu bezig.
Bedankt, minister. Het antwoord is in die zin geruststellend dat, ondanks het feit dat nog voor Kerstmis de eerste versie van het ontwerp van de uitvoeringsbesluiten op de ministerraad zal komen, er duidelijk nog aan gesleuteld en gewerkt wordt en dat u inderdaad bereid bent om specifiek voor de vakantiewoningen een ruime overgangsperiode toe te staan om die attesten daadwerkelijk te kunnen opvragen.
Of we al die andere zaken die hier worden aangehaald, zullen terugvinden in het uitvoeringsbesluit, zullen we dan wel zien. Nadat het nieuwe decreet enige tijd in werking is, kunnen we ook nog steeds evalueren op dat soort veeleer technische elementen.
De actuele vraag is afgehandeld.