Verslag plenaire vergadering
Verslag
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van resolutie van Sabine Vermeulen, Johan Verstreken, Francesco Vanderjeugd, Cathy Coudyser, Jos De Meyer en Danielle Godderis-T’Jonck betreffende monitoring en regelgeving van de recreatieve zeevisserij.
De bespreking is geopend.
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, we kennen allemaal onze beroepsvisserij, die aan strikte regelgeving wat veiligheid, bemanningsleden, uitrusting enzovoort betreft, onderworpen is. Daarnaast vinden we op zee ook de recreatieve vissers, die vissen als recreatie, als hobby, als sport. Deze vissers genieten vrijstelling van bepaalde reglementering, maar zijn wel gebonden aan specifieke verplichtingen, zoals onder meer een verbod op het commercialiseren van hun vangst.
Er zijn gevallen bekend waarbij vangsten van de recreatieve visserij de persoonlijke behoefte van de visser overschrijden en waarbij de meervangst vermarkt wordt, wat dus wettelijk niet is toegestaan. De lijn tussen stroperij en visserij wordt in deze gevallen wel zeer dun. Er wordt zelfs dikwijls gesproken over de semiprofessionele of de semirecreatieve visserij; een visserijsegment dat wettelijk niet bestaat, maar dat dus wel een economisch belang kent. Deze recreatieve vispraktijken leunen veeleer aan bij de professionele visserij en zouden dus niet langer als recreatief mogen worden getolereerd. Daarom vragen wij met dit voorstel van resolutie om de lacunes en de grijze zones in de regelgeving en het toepassingsgebied op te sporen.
Dat er noodzaak is om duidelijkheid te krijgen, blijkt uit het feit dat er reeds onderzoek is gedaan en dat resulteerde in het LIVIS-projectrapport (Lage Impact VISserij) van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO). Dit voorstel van resolutie vraagt dat de knelpunten die aangehaald worden in het LIVIS-rapport, prioritair op de agenda van de uitvoerders van het convenant geplaatst worden. Zodoende wordt de problematiek verder bespreekbaar en blijft het niet bij dit eenmalig rapport.
Een tweede deel van dit voorstel van resolutie gaat over de Europese verplichting om gegevens over de sportvisserij bij te houden. De impact op de visbestanden door de recreatieve visserij-activiteiten wordt al eens geminimaliseerd of als onbestaande beschouwd, terwijl andere partijen de achteruitgang van bepaalde visstocks toeschrijven aan de recreatieve visserij.
Wie heeft gelijk? Dat weten we niet want we beschikken niet over objectieve data. Daarom is het belangrijk om te beschikken over deze data over de totale aanlandingsgegevens van de recreatieve visserij. Bovendien moet dit gebeuren met een uitbreiding van de monitoring op ruimtelijk vlak en op inhoudelijk vlak.
Voor mijn collega-indieners en voor mij als initiatiefnemer heeft dit voorstel van resolutie tot doel om de kennishiaten op te vullen en zo te komen tot een nauwkeuriger inschatting van de impact van de recreatieve visserijactiviteiten op de visbestanden.
Zo kan men tot een efficiënter en duurzamer visserijbeleid komen. Met dit voorstel van resolutie vragen we de nodige verdere stappen te nemen.
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Ik feliciteer initiatiefneemster Vermeulen en ik dank de collega’s voor de goede samenwerking.
Vlaanderen doet zijn uiterste best om zijn beperkte zeevisserij te verduurzamen. Denk maar aan unieke projecten als Vistraject en Valduvis, waar de Vlaamse vissers, zij aan zij met de natuurverenigingen, geen graten zagen in het maken van de enige juiste toekomstgerichte keuze voor een lange termijnstrategie. Als we spreken over zeevisserij denken we automatisch aan de professionele visserij. Niet in dit voorstel van resolutie! Het belicht een onderdeel van de visserij dat doorgaans onder de radar blijft, namelijk de recreatieve visserij.
Als we respect willen tonen voor de professionele visserij, moeten we de recreatieve visserij responsabiliseren en evenredig laten bijdragen tot duurzaamheid. Het is niet logisch dat recreatieve visserij door het beleid, inzonderheid het controlebeleid, tussen de mazen van het net zou glippen. Vissen voor het plezier betekent niet zich méér permitteren qua ecologische impact dan mensen die vissen om den brode. Ook vele kleine beschadigingen resulteren in één grote ramp voor onze visbestanden of het milieu.
De recreatieve visserij vertegenwoordigt immers meer dan 25.000 dagen per jaar en een vloot van 630 vaartuigen. Aangezien Vlaanderen op het vlak van duurzame visserij op de goede weg is, moeten we waken over een gelijk speelveld van de professionele en recreatieve visserij. De vis wordt nu eenmaal duur betaald! Het zou dan ook ironisch zijn dat uitgerekend de recreatieve visserij, waarvan de vangsten niet vermarkt mogen worden, ons zouden opzadelen met de hoogste ecologische en maatschappelijke kosten. Daarom moet ook zij er mee voor zorgen dat de visbestanden in de Noordzee in de goede richting blijven evolueren.
Om de cirkel rond te maken, moeten we dus van de zwakste schakel boter bij de vis durven eisen. Dat proberen we via dit voorstel van resolutie. Niet met een heksenjacht, niet door recreatieve vissers nodeloos te belasten, niet met een pakket geboden en verboden. Dit voorstel van resolutie staat voor een betere monitoring en data-verzameling om een zicht te krijgen op de impact ervan. We willen de geldende regelgeving aan een kritisch onderzoek laten onderwerpen om uit te zoeken of er zich nog lacunes voordoen in de huidige wetgeving en om te remediëren aan de knelpunten die al bekend zijn op basis van het LIVIS-rapport. Vanuit Open Vld delen we die bekommernissen. Sterker nog: op federaal vlak rekenen we op onze staatssecretaris voor de Noordzee De Backer om ze te helpen realiseren. Wij moeten ons als een vis in het water voelen, maar dat geldt natuurlijk voor alle actoren die in deze betrokken zijn om tot een duurzame zeevisserij te komen.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Onze fractie gaat uiteraard akkoord met de oproep in dit voorstel van resolutie om een gelijk speelveld te blijven bewaken tussen de recreatieve en de beroepsvisserij, maar op voorwaarde dat men niet te veel aan betutteling gaat doen, met respect voor de beide doelgroepen maar ook in overleg met hen.
We moeten ook vaststellen dat er al langere tijd heel wat wetgevende en andere initiatieven zijn die ervoor moeten zorgen dat dit wordt verwezenlijkt. Daarnet werd het al kort aangehaald: de Europese Unie verplicht ons om gegevens te verzamelen in het kader van de recreatieve visserij. De kaderrichtlijn Mariene Strategie waarmee wordt geijverd voor een goed milieu tegen 2020, zet daarop in door het duurzaam gebruik van mariene wateren centraal te zetten. Het maatschappelijk convenant in uitvoering van de doelstelling ‘vistraject’, dat hernieuwd is tot en met 2020, zegt heel duidelijk dat kleinschalige en kustvisserij specifieke aandacht verdient, met als belangrijke maatregel de monitoring van de omvang van de recreatieve visserij. Het gemeenschappelijk visserijbeleid erkent ook dat de recreatieve visserij een significante impact heeft op de visbestanden.
Het VLIZ heeft in 2014 en 2015 1 jaar lang observaties in de Vlaamse havens en op zee verricht. Die observaties sloegen op een beperkt aantal aspecten, en het experiment werd niet herhaald. Herhalingen zijn nodig om met bijkomend onderzoek de kennis over de hoeveelheid en de diversiteit te verfijnen, en dat staat ook zo in het LIVIS-rapport en het VLIZ. Dat moet toestaan om een nauwkeurige inschatting van de impact van de recreatieve visserij op allerhande actoren op te maken.
Dat is in de commissie al diverse keren aan bod gekomen. De minister is daarover ook ondervraagd. Zoals het hoort is men daar in overleg met de sectoren mee bezig. Het geeft me het gevoel dat dit voorstel van resolutie een beetje een scheet in een netzak is. Het is een verdienstelijke poging, maar de toekomst zal toch moeten uitwijzen welke concrete resultaten dit voorstel van resolutie zal opleveren. Mijn fractie zal dit in de commissie van nabij opvolgen. Vermits het voorstel van resolutie een verdienstelijke poging is, zullen we het wel goedkeuren. (Applaus bij sp.a)
Moeten wij West-Vlaamse gezegden wel opnemen in het verslag?
De heer Caron heeft het woord.
Zo nodig kan ik als vertaler optreden, voorzitter. Met een scheet in een netzak wordt gebakken lucht bedoeld. Ik wens namens mijn fractie de indieners van dit voorstel van resolutie geluk te wensen met hun initiatief. Het is absoluut nodig om in te zetten op duurzame visserij, en niet alleen in de professionele sector. Tot verbazing van velen is het zo dat ook de recreatieve visserij een grote impact heeft op de visbestanden. Een gedeelte van die recreatieve visserij is semiprofessionele visserij, en die bevindt zich in een schemerzone waar een commercieel element speelt. Die vis wordt ook verkocht. Groen heeft niets tegen echte recreatieve vissers die voor hun plezier en voor eigen gebruik een visje vangen, maar semiprofessionele visserij met een impact op de biodiversiteit van onze kustwateren kan niet. Daarom is kennis ervan noodzakelijk, en dat wordt in dit voorstel van resolutie gevraagd. We ondersteunen dat van harte.
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Mijnheer Vandenberghe, u had het over gebakken lucht. U mag niet vergeten dat we nog veel meer zaken moeten regelen. Ik denk dan aan quota’s, het statuut van de zeevisser en een inventaris van de wettelijke mogelijkheden. Er moet dus nog meer gebeuren dan wat u hier aanhaalde.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie houden.