Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet houdende instemming met de versterkte partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kazachstan, anderzijds, ondertekend te Astana op 21 december 2015.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Van Overmeire, verslaggever, heeft het woord.
Voorzitter, ik breng kort verslag uit over de bespreking van deze partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst. Dit type overeenkomst werd in het verleden vrij vlot en nagenoeg unaniem goedgekeurd, maar die tijd ligt achter ons. Net als over andere overeenkomsten was er ook over dit ontwerp van decreet een pittig debatje in de commissie, en daarvan breng ik even verslag uit.
Ik maak van de gelegenheid gebruik om onze goede collega en medeverslaggever Tine Soens, die vandaag door gezondheidsredenen niet bij ons kan zijn, een spoedig en volledig herstel toe te wensen.
De Republiek Kazachstan was tot voor kort een iets minder bekend land. We kenden het vooral door ‘Borat’, een film waarmee de regering toen niet zo blij was, maar die blijkbaar toch voor een grote boost aan toerisme naar Kazachstan heeft gezorgd. Recent is Kazachstan ook in het nieuws gekomen, maar dan met thema’s die niet meteen iets met deze overeenkomst te maken hebben.
In zijn inleidende uiteenzetting schetste de minister-president het karakter van deze traditionele algemene kaderovereenkomst met een politiek gedeelte, een economisch gedeelte en een gedeelte over de samenwerking in verschillende andere domeinen. De overeenkomst bevat de politieke standaardclausules van de Europese Unie inzake mensenrechten, het Internationaal Strafhof, massavernietigingswapens, handvuurwapens en lichte wapens, en terrorismebestrijding. Verder zijn er bepalingen inzake samenwerking op gebieden als gezondheid, milieu, klimaatverandering, energie, belastingen, onderwijs en cultuur, werkgelegenheid en sociale zaken, wetenschap en technologie, vervoer, juridische samenwerking, de rechtsstaat en het bestrijden van witwassen, terrorismefinanciering, georganiseerde misdaad en corruptie. Nog andere bepalingen van de overeenkomst betreffen de handel. Het is met andere woorden een zeer breed en algemeen kader. Dat moet ervoor zorgen dat de ondernemingen in Kazachstan een beter regelgevingskader hebben, en dat zou op zijn beurt voor ondernemingen in de Europese Unie economische voordelen moeten opleveren.
Het is een overeenkomst met een gemengd karakter, waardoor het ook aan ons parlement wordt voorgelegd. Kazachstan is de eerste Centraal-Aziatische partner waarmee de Europese Unie een dergelijke overeenkomst sluit.
Deze overeenkomst vervangt een eerdere overeenkomst uit 1995.
Een aantal collega’s namen tijdens de bespreking het woord.
Collega De Croo wees erop dat Kazachstan vroeger het testgebied voor nucleaire wapens van de Sovjet-Unie was. Bepaalde gevolgen daarvan worden nu nog altijd in het Vlaamse Mol onderzocht. Collega De Croo erkende ook dat het regime niet altijd even aanbevelenswaardig is, maar dat geldt voor heel veel landen waarmee we overeenkomsten afsluiten.
Zelf heb ik gewezen op het feit dat deze traditionele algemene kaderovereenkomst gesitueerd is in een groter geopolitiek spel. Kazachstan is centraal gelegen en beschikt over grote voorraden van gas en olie. Rusland, China, de VS en de EU trachten daar allemaal een voet aan de grond te krijgen. Kazachstan wedt daarbij op verschillende paarden tegelijk, en daarom het is voor de EU belangrijk om daar aanwezig te zijn.
De heer Van Besien deelde mee dat Groen tegen dit ontwerp van decreet zal stemmen. Sinds 1991 wordt Kazachstan autocratisch geregeerd door president Nursultan Nazarbajev. Op het vlak van democratie en mensenrechten wordt er niet veel vooruitgang geboekt, en dus vindt de heer Van Besien het verkeerd om dit te belonen door een bestaande overeenkomst uit te diepen.
Mevrouw Turan, die straks nog een betoog zal houden, stelde eerst voor om bij ordemotie de verdere behandeling van dit agendapunt uit te stellen om de Vlaamse Regering toe te laten een afdoend antwoord te geven op een aantal opmerkingen van de Raad van State, maar de commissie verwierp dit voorstel met 9 stemmen tegen 2. Collega Turan ging dan verder in op de opmerkingen van de Raad van State en wees op de mensenrechtensituatie.
In zijn antwoord gaf minister-president Bourgeois onder meer mee dat handelsakkoorden minstens tot categorie 2 zouden moeten behoren en het best tot categorie 3, waardoor de ministers van de deelstaten wellicht ook vroeger betrokken zouden worden. Hij wees er verder op dat alle opmerkingen van de Raad van State in de memorie van toelichting wel degelijk punt voor punt worden beantwoord, maar dat een aantal pijnpunten behoren tot het domein van de federale bevoegdheden.
De commissievoorzitter ging over tot de stemming, waarbij het ontwerp van decreet werd aangenomen met 9 stemmen tegen 3.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Het versterkte partnerschap tussen de Europese Unie en haar lidstaten enerzijds en de republiek Kazachstan anderzijds is eigenlijk een versterkte samenwerking met twee belangrijke luiken: het gaat niet alleen om een vrijhandelsakkoord maar ook om internationale samenwerking inzake mensenrechten, democratische principes enzovoort. Alles wat nodig is om een evenwichtig akkoord tot stand te brengen, zit erin. Toch sta ik hier vandaag vanwege een aantal belangrijke principiële bezwaren, maar ook vanwege bezwaren die geformuleerd zijn door de Raad van State.
Ik dank de verslaggever, want die is ermee geëindigd: in de commissie ben ik de bespreking begonnen door mijn collega’s en de minister-president te vragen om dit akkoord er niet door te jagen, maar om het minstens uit te stellen om de Vlaamse Regering, de Federale Regering en de andere deelstaten de mogelijkheid te geven om tegemoet te komen aan de opmerkingen van de Raad van State. Zeven belangrijke aanbevelingen en opmerkingen werden geformuleerd door de Raad van State en de Vlaamse Regering neemt er genoegen mee in de memorie van toelichting te stellen dat ze eraan zal werken of dat het gaat om zaken die tot de bevoegdheid van de Federale Regering behoren.
Ik zal twee van de zeven opmerkingen van de Raad van State geven.
De Raad van State zegt dat er een onderzoek moet worden gevoerd naar de conformiteit van het verdrag met de Vlaamse regelgeving. Dat vraagt uiteraard tijd. De Vlaamse Regering zegt: ‘We zullen die aanbeveling ter harte nemen, maar niet nu. We zullen dat later doen. Maar vanwege het belang is een snelle ratificatie noodzakelijk.’ De vragen die ik heb gesteld aan minister-president Bourgeois, zijn onbeantwoord. Wat is het belang? Waarom moet er een snelle ratificatie zijn, collega’s? Het staat nog niet op de agenda in de federale Kamer. Het staat niet op de agenda van de andere deelstaten. Waarom moet het zo snel door het Vlaams Parlement worden gejaagd? (Opmerkingen van Herman De Croo)
Is het ondertussen al bij de Kamer, mijnheer De Croo? Dan zal ik het straks wel horen, u zult mij daarop wijzen. Vorige week was het er nog niet.
De tweede opmerking van de Raad van State die ik wil geven, is de verplichting die is opgenomen in het akkoord om elke gerechtelijke uitspraak te publiceren. Dat is heel wat. Er zitten hier juristen en advocaten. We hebben Juridat. Daarin worden sommige gerechtelijke uitspraken gepubliceerd. Maar in België worden niet alle uitspraken gepubliceerd. Die mogelijkheid is er nog niet. De Vlaamse Regering neemt daar akte van en zegt dat dat een probleem is van de Federale Regering. Collega’s, zijn we wel met goed bestuur bezig? Hoe is deze Vlaamse Regering bezig? Het is dezelfde meerderheid hier als aan de overkant van de straat die dit eventjes kort uitstelt en die de bezwaren van de Raad van State wegwerkt. Ik vind het niet kunnen dat er zeven opmerkingen zijn van de Raad van State die worden erkend door de Vlaamse Regering, maar dat ze met betrekking tot twee van die opmerkingen zegt er later aan te zullen werken, terwijl ze van de andere vijf zegt dat het een probleem is van de Federale Kamer omdat het haar bevoegdheid niet is. Dit is geen manier van werken. Dit onbehoorlijke bestuur is volledig de verantwoordelijkheid van deze meerderheid.
Het tweede bezwaar tegen dit akkoord hebben we uitvoerig besproken bij het Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA): de twee systemen die in deze vrijhandelsakkoorden worden opgenomen, leiden ertoe dat er een voorkeursbehandeling wordt gegeven aan bepaalde ondernemers, zelfs een discriminatoire behandeling. U weet dat het Investor-State Dispute Settlement (ISDS) een parallel arbitragesysteem is dat aanvankelijk ook in het CETA zat. Wij hebben daarover zeer uitvoerig gediscussieerd. Uiteindelijk werd dit omgevormd tot het Investment Court System (ICS), waarbij zogezegd onafhankelijke rechters met een beroepsmogelijkheid in het CETA zitten. Ik heb minister-president Bourgeois verscheidene keren horen zeggen dat het CETA een voorbeeld is, dat het ICS-systeem een sterk verbeterd systeem is, en dat dat een minimale vereiste moet zijn voor alle toekomstige akkoorden. Collega’s, in dit akkoord met Kazachstan staat het klassieke ISDS as such er nog arbitrair in. Hoe kunt u geloofwaardig stemmen voor een dergelijk akkoord als ook in de beleidsbrief die we gisteren hebben besproken staat dat men wil gaan voor een alternatief voor het ISDS en als minister-president Bourgeois bevestigt dat de toekomst het ICS is? De geloofwaardigheid en de continuïteit ontbreken volkomen.
Laat ons de combinatie met de regelgevende samenwerking bekijken. Collega’s, ik heb het verdrag volledig gelezen. Er staan een aantal artikels in die betrekking hebben op de toekomstige regelgevende samenwerking. De regels zullen op elkaar worden afgestemd. Ik vroeg minister-president Bourgeois hoe hij zou garanderen dat er geen ‘race to the bottom’ is, dat de standaarden niet zullen dalen. Ik heb daar geen antwoord op gekregen. Dit is een opvolgingsakkoord van 1995. Ik vroeg aan minister-president Bourgeois hoeveel ISDS-processen er zijn opgestart naar aanleiding van het vorige akkoord, wie er wie heeft gedagvaard, welke resultaten er werden geboekt, welke boetes er uiteindelijk zijn betaald. Ook daarop heb ik geen antwoord gekregen.
Ik moet toegeven dat de commissies wat betreft deze vrijhandelsakkoorden eenrichtingsverkeer zijn. Ik vrees dat ze dat ook zullen blijven als men geen antwoord krijgt op vragen. Ik wil vandaag sterk benadrukken dat het debat as such wel degelijk onmogelijk wordt gemaakt. Ik heb de kans gekregen om vragen te stellen, maar als ik geen antwoord kan krijgen, kan ik dit niet beoordelen.
Last but not least ben ik ervan overtuigd dat we tegen dit akkoord moeten stemmen vanwege de mensenrechtenschendingen. Er is heel wat inkt gevloeid over mensenrechten wat betreft garanties van de rechtsstaat, wat betreft het democratiseringsproces, maar die waren er in 1995 ook. Ik heb de minister-president in de commissie uitdrukkelijk gevraagd wat de evaluatie was van het vorige akkoord. Ik wil deze evaluatie zien vooraleer we naar een nieuw akkoord gaan. Ik heb die niet gekregen. Ik heb er geen woord uitleg over gekregen.
Ik ben dan zelf gaan zoeken naar informatie over de mensenrechtensituatie in Kazachstan. Heel ver heb ik niet moeten zoeken. Kijk maar naar rapporten van Amnesty International, van Human Rights Watch en naar verslagen van de internationale arbeidsorganisatie ILO. Het zijn geen uitzonderingen. Vrijheid van meningsuiting, persvrijheid, democratisch verzet, vrijheid van religieuze beleving, rechten van minderheden, dat klinkt allemaal bekend in de oren, want spijtig genoeg spreken we daarover met betrekking tot verschillende landen. We kijken er met heel grote bezorgdheid naar. (Opmerkingen van Karl Vanlouwe)
Som ze verder op, collega. Wat u vandaag ondertekent, daar gaat het om.
Mijnheer Vanlouwe, als u graag het woord wilt, vraagt u het dan. Dan kunnen wij ook meeleven met datgene wat u als bezwaren wilt inbrengen.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Ik wil mevrouw Turan erop wijzen dat er bepaalde landen zijn waar de mensenrechten nog minder worden gerespecteerd. Ik verwijs naar Cuba, Vietnam en Noord-Korea, allemaal socialistische sovjetrepublieken. (Opmerkingen van Joris Vandenbroucke)
Daar hebt u precies iets minder problemen mee.
Mijnheer Vandenbroucke, wat wou u zeggen? (Opmerkingen van Joris Vandenbroucke)
Mevrouw Turan heeft het woord.
Bedankt voor uw intellectuele eerlijkheid, mijnheer Vanlouwe. Bedankt dat u kunt lezen. Wat u hebt opgesomd over die landen, heb ik ook gelezen, en ik was even verbouwereerd als u. Even verwerpelijk als u vind ik de mensenrechtenschendingen in Cuba, Vietnam en Noord-Korea. Ik distantieer mij daar volledig van. Ik distantieer mij van gelijkaardige mensenrechtenschendingen in Kazachstan. Ik vraag me af wat voor u het verschil is tussen Cuba, Vietnam en Noord-Korea en Kazachstan. Human Rights Watch maakt dezelfde opmerkingen. Blijf consequent en blijf intellectueel eerlijk.
Mensenrechtenschendingen zijn schering en inslag. Er worden jonge studenten opgepakt. Op 20 april jongstleden, net na de presidentiële verkiezingen, heeft de Europese Unie een persbericht uitgestuurd waarin ze Kazachstan vraagt om werk te maken van de internationale verplichtingen in verband met democratische principes en mensenrechten. Er is dus eigenlijk een zware waarschuwing naar buiten gestuurd. Ook Ban Ki-moon, die daar kortelings op bezoek was, vraagt om de mensenrechten, de rechten van minderheden en de religieuze vrijheden te garanderen. Dames en heren, zeg niet dat u het niet weet. De mensenrechtenschendingen zijn daar een feit.
Collega’s, in het akkoord staat er heel veel tekst over mensenrechten, maar we zeggen anderzijds ook dat het een gelijkwaardige partner is. Wat is het nu? Wat doen we met die rapporten over mensenrechtenschendingen? We beschouwen Kazachstan als een volwaardige partner. Waarom is er dan nood aan ISDS?
De conclusie is duidelijk. Opmerkingen van de Raad van State zijn niet weggewerkt. Men is niet gaan samenzitten met de federale overheid om de bezwaren weg te nemen. Het is een teken van onbehoorlijk bestuur. Verschillende vragen van parlementsleden, vooral van mij uiteraard, zijn niet beantwoord. Een echt debat over dit dossier is niet mogelijk gemaakt. De hoogdringendheid is mij nog altijd niet duidelijk. De mensenrechtenschendingen blijven.
Collega’s, u bent uiteraard vrij om te stemmen hoe u wilt. Ik vraag u om consequent te zijn en tegen deze akkoorden te zijn. Ik ben voor die akkoorden. Ik zal de onderhandelaars dus vragen om opnieuw aan de onderhandelingstafel te gaan zitten en degelijke garanties voor mensenrechten af te dwingen en tot een alternatief voor ISDS in combinatie met regelgevende samenwerking te komen. Dit is nodig, als de volgende generaties nog iets te zeggen willen hebben over de levensstandaarden die we hier ook willen laten gelden.
De sp.a-fractie zal met veel overtuiging en consequent dit akkoord niet goedkeuren. (Applaus bij sp.a)
Minister Homans heeft het woord.
Voorzitter, het is niet mijn specialiteit en ik heb van de minister-president een blad gekregen met een aantal aantekeningen die ik absoluut niet kan lezen.
Mevrouw Turan, u hebt natuurlijk volledig recht op uw eigen mening. Ik heb toch wel begrepen dat in de commissie van 8 november alle opmerkingen van de Raad van State door de minister-president zijn weerlegd en dat er ook duidelijk is geantwoord op uw vragen. Natuurlijk is het wellicht niet het antwoord geweest dat u had gewenst, maar dat is een ander debat.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Ik zou minister Homans willen bedanken, maar ik ben niet veel met uw antwoord dat u een blad gekrabbel hebt gekregen dat u niet kunt lezen.
Ik heb de vragen die ik in de commissie heb gesteld, vandaag nog eens herhaald. U zegt dat het mij niet zint, maar ik heb geen antwoord gekregen. Ik weet niet hoeveel ISDS-processen er zijn opgestart naar aanleiding van het vorige akkoord. Ik weet niet wie er wie heeft gedagvaard. Ik weet niet welke schadevergoedingen er zijn betaald. Ik weet nog altijd niet wat de hoogdringendheid is. Ik ken nog altijd de officiële evaluatie van het mensenrechtenrapport niet. Ik heb daar totaal geen antwoord op gekregen. U zegt: ‘Ik heb hier wat gekrabbel gekregen.’
Collega’s, we hebben het gehad over het CETA en het gebrek aan democratisch debat. Op 8 november stond dit punt op de agenda, en ik heb mijn vragen inderdaad kunnen stellen. Mijn vragen zijn gesteld, maar men blijft mij de antwoorden schuldig. Dit parlement gaat dus geen open debat aan.
Voorzitter, voor alle duidelijkheid: het was een grapje van dat blad met dat gekrabbel. Ik heb hier het verslag van de commissie. Ik heb de voorbereiding van de minister-president die hij tijdens de commissie heeft gebruikt. Mevrouw Turan, ik herhaal wat ik daarnet heb gezegd: u hebt vragen gesteld en er zijn antwoorden op gekomen, maar die antwoorden waren niet naar uw zin, en het is uw volste recht om die niet goed te vinden.
De heer Van Overmeire heeft het woord.
Men mag hier veel zeggen, maar toch niet dat er over dit soort akkoorden geen debat wordt gevoerd in het Vlaams Parlement. Ik herinner me vorige parlementen en vorige commissies van Buitenlandse Zaken, waar in een kwartier tijd over ettelijke vragen werd gestemd. Over akkoorden als het TTIP, het CETA en dit akkoord is er wel degelijk debat. De meningen verschillen, men komt natuurlijk niet tot gemeenschappelijke conclusies, maar men kan niet zeggen dat er geen behoorlijk debat is.
Als de Raad van State opmerkingen heeft, en we stellen vast dat het pijnpunt op het federale niveau ligt en dat het nog moet worden behandeld op dat federale niveau, wat kan de Vlaamse minister-president anders zeggen dan dat die discussie op het federale niveau moet worden uitgeklaard? Dat is nu eenmaal de situatie waarin we ons in deze stand van staatshervorming bevinden.
Over dit ontwerp van decreet is er toch een grondig debat gevoerd. Ik hoop dat alle andere parlementen in dit land en alle andere lidstaten van de Europese Unie dit met dezelfde ernst doen. (Applaus bij de N-VA)
De heer Kennes heeft het woord.
We hebben het al vaker gehad over ICS en ISDS. Begin dit jaar hebben we vastgesteld dat Europa en Canada erin zijn geslaagd in goed overleg de onderhandelingen weer open te breken en naar dat ICS-systeem te gaan. We hebben dat toegejuicht als een grote stap vooruit, met beroepsmogelijkheden, onafhankelijke rechters enzovoort, weg van het vroegere ISDS-systeem, dat op een aantal punten minder garanties bood.
Dit is een verdrag waarover waarschijnlijk al heel lang is onderhandeld. Het is ondertekend op 21 december 2015. Het is een ouder verdrag dan het nieuwe verdrag, waarvan we hebben gezegd dat het de nieuwe norm is in het internationaal recht, die voor ons belangrijk is. Het zou niet correct zijn om vroegere verdragen te toetsen aan de nieuwe norm die we met het CETA hebben gezet.
Minister Homans, zoals ik vrijheid van meningsuiting heb – gelukkig maar –, gaan we straks vrij stemmen. Ik wil hiermee reageren op de opmerking dat de opmerkingen van de Raad van State moeten worden opgelost op het federale niveau. Het is ongehoord dat we met de federale overheid niet kunnen samenzitten om die opmerkingen weg te werken, want er zijn er ook bij die zijn geformuleerd voor Vlaanderen.
Ik heb er al twee gegeven, maar ik wil u een derde niet onthouden, omdat die te maken heeft met het parlement. Ik lees twee zinnen voor: “De Raad merkt op dat het akkoord voorziet in enkele bijzondere procedures van wijziging van de bijlage bij de voorliggende overeenkomst.” In het akkoord is dus bepaald dat bepaalde artikelen van dat akkoord kunnen worden gewijzigd. Daarvan zegt de Raad van State: “Dit kan ertoe leiden dat België gebonden wordt door dergelijke wijzigingen zonder instemming van de parlementen.”
Het is geen politieke partij die dat zegt, het is de Raad van State die zegt dat met dit akkoord het parlement het laatste woord uit handen heeft gegeven. De soevereiniteit die o zo belangrijk is als het op bepaalde dossiers aankomt, geldt niet meer als het over vrije handel gaat. ‘Shame on you.’
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2015-16, nr. 861/1)
– De artikelen 1 en 2 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.