Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, ik wil me niet moeien met uw privéleven maar toen uw echtgenote twee jaar geleden misschien wat ongelukkig was toen u minister van Mobiliteit en Openbare Werken werd, hebt u haar misschien getroost door te zeggen dat u er zelf voor kunt zorgen dat u ’s avonds vroeger thuis bent en ’s morgens later kunt vertrekken. Ik zeg niet dat u dat hebt gezegd maar indien u dat hebt gedaan, dan zal ze de afgelopen jaren toch al meermaals op haar uurwerk hebben gekeken toen u thuiskwam. Hoe we het draaien of keren, we zijn langzamerhand aan het wennen aan files, en dan zeker op dagen als vandaag. Ik wil er nog een andere dag uitpikken, namelijk afgelopen maandag, toen door twee ongevallen ter hoogte van Wommelgem de E34 en de E313 zodanig toeslibden dat bestuurders meer dan drie uur onderweg waren richting Limburg en Antwerpen.
We hebben het daarnet gehad over Oosterweel maar ik wil dat debat niet heropenen. Wat de E313 betreft, wordt vanuit Limburg en vanuit de Antwerpse Kempen gepleit voor een oplossing. Maar de E313 is vooral ook een belangrijke ontsluiting van de Antwerpse haven naar het Ruhrgebied. In 2015 heb ik u bevraagd over de E313 en toen antwoordde u dat u eerst in Ranst het aantal rijstroken van drie naar vier wilde brengen. In september had u het over spitsstroken tussen Beringen en Lummen maar mijn vraag is of het ook uw intentie is om de E313 uiteindelijk op tweemaal drie rijstroken te brengen.
Minister Weyts heeft het woord.
Voor alle duidelijkheid: het ongeval waarvan sprake deed zich voor ter hoogte van Wommelgem rond 6 uur ’s ochtends. Twee vrachtwagens waren met elkaar in conflict gekomen, met een file tot gevolg. Die file en de takeling waren opgelost rond 7.15 uur, dat ging dus redelijk snel. Net op die plaats zijn er tweemaal drie rijstroken, en daarnaast dan nog een busstrook. Als u dus vraagt of het uitbreiden tot tweemaal drie rijstroken een oplossing is voor dat ongeval, dan kan ik daar alleen maar negatief op antwoorden want net op die plaats zijn er drie rijstroken.
We hebben dit debat al gevoerd in 2014, naar aanleiding van een vraag van de heer Van Miert, waarbij u zei dat het louter verbreden van de snelweg betekent dat de file korter maar ook breder wordt en dus in feite even groot, en dat is juist. Het grootste probleem van de E313 is dat op een bepaald moment de E313 en de E34 samenkomen. Dat zijn twee autosnelwegen met tweemaal twee rijstroken die samenkomen op tweemaal drie rijstroken, en dat is de flessenhals. Als we op de rest van de E313 tweemaal drie rijstroken zouden maken, dan staan we sneller aan die flessenhals, maar zullen we er waarschijnlijk sneller en met meer wagens staan.
Dat is dus het belangrijkste. We gaan dus het stuk tussen Ranst en Wommelgem aanpakken. Er loopt ook een milieu-effectenrapportering. Ik hoop – en ik heb me geïnformeerd bij de cel-MER – dat die eind dit jaar is afgerond. Op het tracé dat u beschrijft, namelijk van Lummen tot Ranst, doen we ook ingrepen. We zorgen voor een spitsstrook tussen Lummen en Beringen-Paal. We pakken ook twee afritten – Beringen en Wommelgem – aan waar er een probleem van een terugslag is. Er ontstaan files aan die afritten, waardoor er een terugslageffect is en er zich een file vormt tot op de E313.
We zijn dus met die zaken bezig. Wat de flessenhals betreft, hoop ik snel tot een conclusie te komen in het kader van de MER.
Minister, ik wil met veel plezier antwoorden op uw antwoord. Inderdaad, de E313 enkel verbreden, maakt de file korter maar breder. Het gaat uiteraard over een totaaloplossing. De Oosterweel, de knoop rond Antwerpen, moet een oplossing krijgen. De E313 en E34 tussen Ranst en Antwerpen moeten een oplossing krijgen. Ik wil ook verwijzen naar de tactische studie die daarrond is gemaakt. Die studie zegt heel duidelijk dat er op het traject Ranst-Antwerpen iets moet gebeuren en pleit ook – dacht ik – om te gaan van drie naar vijf rijstroken en de E313 van twee naar drie rijstroken op te waarderen.
We hebben het hier vandaag gehad over Oosterweel. Ongetwijfeld komen we op het tracé Ranst-Antwerpen ook nog problemen tegen. Minister, we moeten proactief werken en nadenken over de twee maal drie rijstroken. Ik ben het er volledig mee eens dat dit niet de volledige oplossing is. Er is een totaaloplossing nodig, maar het is een verkeerde redenering om te wachten tot het probleem zich daar voordoet en dan beginnen te studeren.
Minister, in welke mate bent u bereid om van alle aanbevelingen uit de tactische studie werk te maken? Ik ben me ervan bewust dat enkel de verbreding van de E313 geen oplossing is.
De heer Keulen heeft het woord.
Het ideaal is de vijand van het goede. Wat filebestrijding betreft, moet er naast een performant openbaar vervoer en werken volgens het STOP-principe voor de korte afstanden, absoluut iets gebeuren aan de capaciteit van de wegen. Ik heb dat al meermaals bepleit. Aan de capaciteit is voor de laatste keer iets gebeurd in de eerste helft van de jaren 80 van de vorige eeuw. Intussen zijn er drie keer meer voertuigen op diezelfde wegen. Naast het openbaar vervoer, naast het STOP-principe, moet dus ook de wegencapaciteit worden vergroot.
Minister, maak er werk van want dit ondergraaft ook het geloof in de slagkracht van de democratie, in het vermogen van de politiek om problemen én aan te pakken én op te lossen.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister, niemand ontkent dat er enorme files zijn op het traject tussen Limburg en Antwerpen. Zoals u al zei, moet eerst de flessenhals van Antwerpen een oplossing krijgen voor we in dat traject vooruitgang kunnen boeken. Wij in Limburg steunen u volledig in uw aanpak van Oosterweel. De schop mag er zeker in de grond.
Voor het omgekeerde traject van Antwerpen naar Limburg hebt u met de studie rond de quick wins onderzocht welke mogelijkheden er zijn. U zei dat men het traject Lummen-Beringen heeft onderzocht en dat de invoegstroken en de afritten worden aangepakt. Ik vrees dat dit op termijn ook niet genoeg zal zijn. Deze week reed ik nog in de omgekeerde richting van Hasselt naar Antwerpen en vanaf Geel-Oost was er al file tot aan de verkeerswisselaar in Lummen. Zeker wat de quick wins betreft, moet er onmiddellijk worden ingegrepen.
Ik dring er ook op aan om de tactische studie nog eens onder de loep te nemen en na te gaan of er nog andere en betere oplossingen mogelijk zijn.
Ik spreek onze Limburgse collega’s absoluut niet tegen. Het blijft een werk van lange adem. In de eerste plaats wil ik focussen op wat we kunnen realiseren op korte termijn. Die spitsstrook zit al in de pijplijn, over een afstand van een 8-tal kilometer tussen Lummen en Paal-Beringen. Dat is een serieuze investering van 4 miljoen euro. Eind 2017 willen we daarmee starten.
Met de afrit Beringen en de afrit Wommelgem willen we ook op vrij korte termijn starten. Dat moet in 2017 worden aangepakt. De spitsstroken zetten we in 2017 zeker in de markt, ik weet niet of we dan al kunnen starten met de werken. Voor de afritten moeten we volgend jaar al de schop in de grond kunnen steken.
Infrastructuurwerken zijn werken van lange adem. Dikwijls zijn de werken op zich nog het snelste gerealiseerd. Dat is een reden te meer om vandaag al na te denken over de E313.
Minister, de tactische studie is gemaakt en dat is een goede handleiding om mee voort te werken. De E313 alleen is geen oplossing, die maakt wel deel uit van de oplossing. Als u zegt dat u zo snel mogelijk wilt starten met de Oosterweelverbinding, dat u zo snel mogelijk maatregelen wilt nemen voor de strook van Ranst naar Antwerpen, dan moeten we vandaag minstens al nadenken over hoe we die twee maal drie rijstroken zullen realiseren op de E313. We gaan alleszins blijven vragen om daar engagementen voor te nemen. We moeten niet wachten tot de problemen op ons afkomen, we moeten er vandaag al over nadenken.
De actuele vraag is afgehandeld.