Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, collega’s, het is wat door de mazen van het medianet geglipt, maar gisteren is er een belangrijk rapport van het Europees Milieuagentschap EEA verschenen over het klimaatbeleid in Europa en de Europese lidstaten. Donald Trump, deze ochtend klaarblijkelijk verkozen als Amerikaans president, noemde nog niet zo lang geleden de klimaatverandering een Chinese hoax. Ik denk dus dat het klimaat niet beter zal worden van de verkiezingsuitslag van deze ochtend. Maar dat neemt niet weg dat we ook in Europa en in Vlaanderen gewoon moeten doorgaan met de strijd tegen klimaatverandering.
Minister, wat blijkt uit het rapport van het Milieuagentschap? Vijf landen zijn niet op schema, waaronder België. Minister, om eerlijk te zijn, ik val daar niet van achterover, want dat is dezelfde kritiek die we verleden jaar hebben mogen lezen, en het jaar daarvoor, en het jaar daarvoor en ook het jaar daarvoor. Ik kan dus niet zeggen dat dat als een verassing komt, maar dat maakt het niet minder verontrustend. Nog meer verontrustend, minister, is dat de uitstoot in 2015 hoger blijkt te zijn dan in 2014. Het gebeurt in heel Europa. Dat heeft te maken met de koude winter. Dat geldt ook voor Vlaanderen. Maar blijkbaar werd in Vlaanderen voor alle sectoren een hogere uitstoot vastgesteld. Er is dus duidelijk meer aan de hand in Vlaanderen dan alleen maar een koude winter.
Ik hoop, minister, dat u even verontrust bent als ik. Hoe gaat u de klimaattrein eindelijk op het goede spoor krijgen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Sanctorum, u maakt het verwijt dat dit rapport door de mazen van het medianet is geglipt, maar dat is niet zo verwonderlijk. Het gaat over resultaten en cijfers die al bekend zijn en waarover we ook hier in het parlement al debatten en discussies hebben gehad. Zo verwonderlijk is het dus niet dat de media het rapport niet breed opnemen, en het verwondert mij een beetje dat u er een actuele vraag over stelt.
Het gaat hier over cijfers van 2013 en prognoses voor 2014-2015 die aan het Europees Milieuagentschap zijn gerapporteerd voor de lidstaat België. Dat zegt u ook zelf in uw vraag. Uit die cijfers blijkt wat we hier al vaak hebben gezegd, namelijk dat we de doelstellingen 2020 in België en ook in Vlaanderen halen, maar dat we voor de periode daarna bijkomende maatregelen moeten nemen.
Daarom ook organiseren we voor de derde keer een Vlaamse klimaattop. Die heeft plaats op 1 december en die zullen we gebruiken om bijkomende maatregelen op te lijsten. We wachten daar niet op, we bereiden dat goed voor en ook nu al nemen we bijkomende maatregelen.
Binnenkort zullen we, zoals u weet, in het Klimaatfonds 300 miljoen euro ter beschikking hebben, bovenop de 1 miljard euro die we al investeren. Daarmee nemen we nu al meteen bijkomende maatregelen. Het gaat daarbij vooral om investeringen in gebouwen, omdat we op dat terrein absoluut nog een extra inspanning moeten doen. De koude winter van 2015 zorgde inderdaad ook voor hogere uitstootcijfers, precies omdat we met een verouderd patrimonium zitten dat niet goed geïsoleerd is. Daar moeten we absoluut iets aan doen. De Vlaamse Regering heeft dat ook begrepen, en daarom staat in het Vlaams regeerakkoord dat de middelen prioritair naar gebouwen gaan.
Bovendien hebben we op 1 december de klimaattop en daarop zullen we, samen met alle actoren, bijkomende inspanningen vertalen naar een klimaatpact. Dezelfde aanpak wordt ook deze en volgende week gehanteerd door het Marokkaans voorzitterschap. Werken met vrijwillige pledges en mooi voorbeeldacties, zo zullen wij de Vlaamse klimaattop aanpakken.
Ik zie dat mijn tijd om is. Ik kan niet alle maatregelen opsommen, maar we zijn al bezig met bijkomende maatregelen, zodat we nu al werken aan nog minder uitstoot in Vlaanderen na 2020.
Minister, ik kijk natuurlijk ook uit naar de resultaten van de klimaattop en het Vlaamse klimaatpact. Maar er ligt vandaag al iets op tafel. U hebt de verdeling van de klimaatmiddelen al voorgesteld, onder andere in uw beleidsbrief. Met de maatregelen die we vandaag kennen, komen we er echter niet. Ik geef een voorbeeld. De uitstoot van de transportsector is voor heel Europa een grote uitdaging en dat geldt voor Vlaanderen nog meer dan voor andere landen. De maatregelen die op tafel liggen, gaan over het vergroenen van bussen van De Lijn, over het aanschaffen van milieuvriendelijke wagens door de Vlaamse overheid… Dat is nuttig, dat is goed, dat is noodzakelijk, maar het is niet voldoende. Het is geen beleid. Om de uitstoot in de transportsector echt om te buigen moet natuurlijk het hele mobiliteitssysteem worden hertekend en herdacht. Dat gaat over veel meer dan gewoon wat bussen en wagens aankopen.
Bovendien staat in het Europees milieurapport ook de kritiek dat België en Vlaanderen niet aangeven hoe ze de doelstellingen tegen 2020 wél willen halen. Ik hoop dat ik dat volgend jaar niet meer moet lezen en dat u wel een dergelijk plan zult indienen.
De heer Caron heeft het woord.
Minister, dit is nu een voorbeeld van een punt waarop wij slecht scoren en het is niet het enige. Nu gaat het over broeikasgassen, vorige week hadden we het nog over de oppervlaktewateren en de rode meetpunten. Op al die punten die met milieu te maken hebben, scoren wij slechter dan onze buurlanden en andere landen in Europa.
Ik kijk dus met heel veel belangstelling uit naar wat er zal gebeuren op de klimaattop en of u, zoals de heer Sanctorum zegt, structurele maatregelen zult nemen die effectief tot minder transport zullen leiden – dus maatregelen op het vlak van mobiliteit. In de industrie, in de landbouw en in de gezinnen zijn er vrij ver gevorderde plannen voor dakisolatie, al wordt daar dan weer de premie afgebouwd. Het beleid blaast koud en warm. Het zou structureel en veel grondiger moeten dan vandaag, als we aan de internationale norm willen voldoen, tenminste als we een goed figuur willen slaan. Dat is ook wel nodig.
De heer Vandaele heeft het woord.
De minister bracht al enkele nuances aan bij het rapport van het Europees Milieuagentschap. Dat is terecht. Mijnheer Sanctorum, het verbaast me een beetje dat u dit moment kiest voor uw vraag. We weten allemaal dat we momenteel vanuit het parlement in het kader van de klimaatcommissie de laatste hand leggen aan een aantal voorstellen van resolutie die ambitieus en haalbaar zijn.
De minister zei al dat we op 1 december de klimaattop van de Vlaamse Regering krijgen, met ook weer een reeks concrete maatregelen. Als N-VA zijn we zeker van plan, als het huiswerk is gemaakt – en dat is bijna een kwestie van dagen – om dat zeer nauwgezet uit te voeren en er met volle kracht voor te gaan. Ik denk dat het moment van uw vraag dus misschien niet goed gekozen is.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Mijnheer Sanctorum, ik begrijp uw vraag ook niet goed. Uw vraag was misschien actueel een of twee jaar geleden, maar ze is nu helemaal achterhaald. Misschien komt het omdat u niet meer de ondersteuning krijgt van een volwaardige fractie waardoor u een beetje in het politiek luchtledige terecht bent gekomen. (Opmerkingen bij Groen)
De actie is volop bezig. De regering heeft met de klimaat- en energietop op 1 december zelf al aangegeven dat we een tandje moeten en zullen bijsteken om de doelstellingen in 2030 te halen. Ook in de schoot van dit parlement hebben we, onder meer op uw initiatief, de klimaatcommissie opgericht en hebben we vele uren hoorzittingen achter de rug. We komen de komende dagen en weken met voorstellen, met een concreet voorstel van resolutie naar buiten. Die zal het klimaatbeleid na 2020 mee vorm geven. Ik roep u dan ook van harte op om daar uw steun aan te geven.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
We moeten met positieve energie blijven inzetten op een goed klimaatbeleid. Dat is inderdaad ook wat er bezig is. Het voorstel van resolutie is inderdaad in opmaak en ze is zeer ambitieus.
Ik wil nog twee elementen aanbrengen, in verband met de financiering van het Vlaams Klimaatfonds. U hebt daarnet gezegd dat we moeten inzetten op gebouwen. Dat is inderdaad heel belangrijk in Vlaanderen. We moeten er natuurlijk altijd waakzaam voor zijn dat klimaatgeld niet wordt gebruikt om bijvoorbeeld de achterstallen in andere domeinen te compenseren. Ik denk bijvoorbeeld aan de achterstand in de scholenbouw. We moeten ervoor zorgen dat het klimaatgeld op de juiste manier wordt geïnvesteerd.
Ruimtelijke ordening is heel belangrijk in het klimaatbeleid. Dat hebben we ook gezien in de hoorzittingen over het klimaat. We moeten er bij de opmaak van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) voor zorgen dat we het klimaat als een belangrijke toetssteen gebruiken zodat we op dat vlak de nodige inspanningen leveren.
Mijnheer Sanctorum, ik wil nog eens herhalen dat het om een Belgische rapportering gaat. Het is dus niet zo dat alleen Vlaanderen erin terug te vinden is.
Wat u maar al te goed zou moeten weten: het klopt dat België als lidstaat geen bijkomende maatregelen heeft gerapporteerd. Het betreft cijfers van 2013. Waarom werd dat niet gerapporteerd? Omdat Vlaanderen als enige regio een Vlaams klimaatbeleidsplan had, waar die bijkomende maatregelen in staan, maar Brussel en Wallonië en de federale overheid geen dergelijk klimaatbeleidsplan hadden. Als lidstaat België konden wij dus niets rapporteren, omdat onze collega-gewesten en de federale overheid niet die additionele maatregelen hadden. Wij hadden ze wel al. Ondertussen is dat rechtgezet en hebben ze die wel en zal dat bij de volgende rapportering kunnen worden meegedeeld. Dat is de enige reden waarom België geen bijkomende maatregelen heeft gerapporteerd.
Het is natuurlijk bijzonder gemakkelijk om te zeggen dat Vlaanderen niets heeft gerapporteerd, dat Vlaanderen niets doet. Als u voorbij de cijfers zou kijken, en weten wat erachter zit – en u zou dat maar al te goed moeten weten – dan zou u dat hier correct kunnen weergeven. Vlaanderen is in België koploper, heeft als enige regio het Vlaamse klimaatbeleidsplan, met bijkomende maatregelen: 1 miljard euro, nog eens bijkomend 300 miljoen euro en daarbovenop hebben we onze klimaat- en energietop op 1 december waar vanuit het veld bijkomende maatregelen komen.
En uiteraard zal ook het voorstel van resolutie van het Vlaams Parlement daartoe bijdragen.
Collega’s, hier wordt gezegd dat Vlaanderen in alles achterophinkt en in alles de slechtste regio is. Dat is niet zo. U bent bijzonder selectief, collega Caron. Kijk bijvoorbeeld naar onze circulaire economie, materialenbeleid, afval. Wij worden alom geprezen voor wat wij op dat vlak doen in Vlaanderen. Kijk naar onze bodemsanering, waar wij het fantastisch doen. U bent dus bijzonder selectief in wat u aanhaalt.
Natuurlijk hebben wij op een aantal vlakken heel grote uitdagingen, als je dat vergelijkt met andere lidstaten in Europa. Vlaanderen is een heel intense regio, dichtbebouwd, met een ruimtelijke ordening die veel te jong is, die destijds veel te laat gestart is. We zitten daar dus met een aantal historische uitdagingen die het voor ons niet gemakkelijk maken om die doelstellingen te halen. In Nederland en Frankrijk bijvoorbeeld heb je veel meer ruimte waar je dingen kunt doen. Daar is het gemakkelijker om die doelstellingen te halen.
Het klopt dus dat het voor een aantal van die doelstellingen voor ons een bijzondere uitdaging is om ze te halen, maar dat neemt niet weg dat we die uitdaging aangaan en dat we ook zeer goede resultaten hebben. Als je bijvoorbeeld kijkt naar de voorbije Kyotoperiode, hebben wij het veel beter gedaan dan de verplichtingen die ons waren opgelegd. Hetzelfde geldt tot nu toe voor wat klimaat en minder uitstoot van CO2 betreft.
Collega De Vroe, wat het klimaatgeld en het klimaatfonds betreft, weet u dat die, zoals is beslist binnen de Vlaamse Regering, worden aangewend voor tal van maatregelen. Het gaat onder andere over gebouwen, waarbij we heel ruim gaan. Het gaat over de eigen overheid, over schoolgebouwen, maar ook zorginstellingen. Dat wordt allemaal goed gemonitord. Het is niet zo dat dat in een pot gaat en dat dat voor van alles en nog wat gebruikt kan worden. Wij zullen ook de winst die daarmee geboekt wordt, het minder uitstoten van CO2, goed monitoren. Dat wordt goed opgevolgd, zodat die middelen niet zomaar opgaan in een algemene pot.
En uiteraard is de ruimtelijke ordening van belang. Ik heb daarnet aangetoond hoe wij historisch veel te laat begonnen zijn met na te denken over onze ruimtelijke ordening. We hebben dat historisch passief. Het is ook juist daarom, collega De Vroe, dat ik een ambitie heb om de inname van de open ruimte te stoppen. Ik herinner mij het debat daarover in de plenaire vergadering. Uw partij had daar toen wel wat bedenkingen bij. Maar dat is dus juist de reden waarom wij in het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen de ambitie hebben om de verdere inname van de open ruimte te stoppen. Wij hopen daar ook in dit parlement voldoende steun voor te ervaren.
Collega Sanctorum, ik hoop dat u aanwezig zult zijn op 1 december en dat u mee zult ondersteunen wat er vanuit de verschillende sectoren komt. En dat gaat ook over de verschillende beleidsdomeinen. U verwijst naar transport. Daar zit inderdaad een zeer grote uitdaging. Dat is net waarom wij in de Vlaamse Regering hebben gezegd dat al die sectoren waar de uitdagingen groot zijn, en ook al de bevoegde beleidsdomeinen en ministers, hun voorstellen zullen voorleggen op die klimaattop. Dat zal zo zijn voor mobiliteit, voor gebouwen, voor landbouw en alle andere actoren die daar nog een grote bijdrage hebben.
Collega Sanctorum, eigenlijk is het grootste deel van uw vraag dus al op voorhand beantwoord. Ik hoop dat u nu ook overtuigd bent om heel positief en actief mee te werken, zowel aan de klimaattop als aan het voorstel van resolutie van uw Vlaams Parlement.
Minister, het is een ongelooflijk arrogante houding die u toont. En die is totaal misplaatst. Het gaat over een gisteren verschenen rapport van het Europees Milieuagentschap, het officiële agentschap dat klimaat onderzoekt in Europa. De cijfers zijn gebaseerd op de laatste informatie die vanuit uw administratie is aangeleverd. We mogen toch aannemen, collega Bothuyne, dat dat betrouwbare gegevens zijn?
Opnieuw wordt in dat rapport de analyse gemaakt, net zoals de vorige jaren, dat we niet op schema zitten. Mijn oproep in dit parlement is om nu eindelijk eens uit dat verdomhoekje te raken. Laat ons nu eindelijk eens ophouden met discussies over welke boekhoudkundige trucjes we kunnen toepassen om toch maar te beantwoorden aan de klimaatdoelstellingen. Laat ons de discussie voeren over hoe we onze klimaatdoelstellingen echt halen. Hoe gaan we de uitstoot verminderen van huizen, van de industrie, in de landbouwsector, in de transportsector? Het draagvlak groeit inderdaad, binnen uw regering, minister-president, en binnen het parlement. Maak gebruik van dat politieke draagvlak.
En wees gerust, minister: net zoals alle vorige keren zal ik aanwezig zijn op uw Vlaamse klimaattop. (Applaus bij sp.a en Groen)
De actuele vraag is afgehandeld.