Verslag plenaire vergadering
Verslag
Verslag
Dames en heren, aan de orde is het verslag namens de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin over het verzoekschrift over de onduidelijkheid voor het personeel van de provinciale welzijnsdiensten ten gevolge van het project tot afslanking van de provincies
De heer Moyaers, verslaggever, heeft het woord.
Op 29 maart 2016 werd bij de voorzitter van het Vlaams Parlement een verzoekschrift ingediend over de onduidelijkheid voor het personeel van de provinciale welzijnsdiensten ten gevolge van het project tot afslanking van de provincies. De verzoekers vragen duidelijkheid over de toekomst van het personeel van de provinciale welzijnsdiensten.
Het verzoekschrift werd op 12 april 2016 ontvankelijk verklaard door de voorzitter van het Vlaams Parlement en voor verdere behandeling verwezen naar de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. De commissie besprak het verzoekschrift een eerste maal op 26 april 2016 en besliste Jo Vandeurzen, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, om uitleg te vragen over dit verzoekschrift. Op 5 oktober 2016 werd het verzoekschrift opnieuw toegevoegd aan de agenda van de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. De commissie had inmiddels op 8 juni 2016 van minister Vandeurzen een antwoord ontvangen op dit verzoekschrift.
Tijdens de bespreking leerden we dat mevrouw Cindy Franssen akkoord gaat met het antwoord van de Vlaamse Regering, dat mevrouw Lies Jans eveneens met het antwoord van de Vlaamse Regering kan instemmen, en dat in het verzoekschrift wordt gewezen op de korte termijn waarop beslissingen genomen moeten worden.
Inmiddels is de deadline ook één jaar naar achteren verschoven, tot 1 januari 2018. Commissievoorzitter Bart Van Malderen beaamt dat de Vlaamse Regering de termijn om tot afspraken te komen met één jaar heeft verlengd. Daarmee is de ongerustheid evenwel niet afgenomen. Een goed halfjaar na de indiening van het verzoekschrift staan de verzoekers geen stap verder. De spreker maakt zich daar grote zorgen over. De provincies hebben hun schaarse middelen zorgvuldig in vaak innovatieve welzijnsinitiatieven geïnvesteerd. De onduidelijke toekomst van die innovatieve projecten roept tal van vragen op bij het personeel. Medewerkers vertrekken, en dat is begrijpelijk, maar het is tegelijk ook nefast voor de kennisopbouw en dienstverlening. De heer Van Malderen kan zich dan ook niet vinden in het antwoord van de Vlaamse Regering.
De conclusie is dat de aanwezige leden instemmen met het voorstel van de commissievoorzitter om het antwoord van de Vlaamse Regering aan de indiener van het verzoekschrift te bezorgen.
Is het parlement het eens met de conclusies van de commissie? (Instemming)
Ik zal de verzoeker hiervan in kennis stellen.