Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van Katrien Schryvers, Peter Wouters, Marnic De Meulemeester, Nadia Sminate, Ward Kennes en Sofie Joosen houdende wijziging van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging.
De algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, weinig zaken zijn de voorbije jaren zo sterk geëvolueerd als onze houding tegenover onze laatste rustplaats en de wijze waarop we willen dat stoffelijke overschotten worden bewaard. Steeds vaker willen we daarin zelf meer zeggenschap hebben om ook aan dit aspect van ons bestaan een persoonlijke toets toe te voegen. Steeds vaker wordt getracht de laatste wensen van de overledenen zoveel mogelijk te honoreren.
De maatschappelijke tendensen en wensen op dat vlak veranderen dermate snel dat de decreetgever nog maar moeilijk kan volgen. Er zijn de voorbije jaren dan ook al verscheidene wijzigingen aangebracht aan het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging. Zo zijn onder meer de mogelijkheden met betrekking tot de laatste wilsbeschikking uitgebreid en is het sinds 2014 mogelijk om het stoffelijk overschot van een foetus van minder dan 12 weken een laatste rustplaats te geven op een begraafplaats.
Met het voorliggend voorstel van decreet hebben we opnieuw geluisterd naar wat de mensen vandaag als belangrijk beschouwen met betrekking tot dit thema. Zo klinkt in onze huidige maatschappij geregeld de vraag om te worden uitgestrooid of begraven in een meer natuurlijke omgeving dan de traditionele begraafplaatsen zoals wij die in alle Vlaamse gemeenten kennen. En steeds vaker nemen nabestaanden de as van een overledene mee naar huis. Dat mag, zij het dat er daarna weinig controle is over de bestemming van deze as. Niet zelden beslissen de nabestaanden om toch in te gaan op de wensen van de overledenen en de as uit te strooien op een plek die voor hem of haar een bijzondere betekenis had, zoals de duinen, een park, een rivier of een bos. En dat, het uitstrooien of begraven van assen op andere publieke plaatsen dan een officiële begraafplaats of de aan België grenzende territoriale zee, dat mag vandaag niet.
Nochtans is het als decreetgever niet zo moeilijk om aan deze maatschappelijke tendens gehoor te geven. Vandaar ons voorstel om de lokale besturen – want zij zijn het best geplaatst – de mogelijkheid te geven om buiten de gemeentelijke begraafplaats, nog andere publieke plaatsen aan te duiden waar assen mogen worden uitgestrooid of begraven, om zo praktijk en regelgeving met elkaar in het reine te brengen.
Om nog beter te kunnen inspelen op de vragen van vandaag, willen we eveneens meer flexibiliteit inbouwen voor de inrichting van een begraafplaats. Vandaag moet elke begraafplaats zowel plaats bieden om te begraven als om as uit te strooien en urnen te bewaren. Dat is streng en het biedt weinig gelegenheid om enerzijds een antwoord te bieden op het steeds prominenter verlangen om persoonlijker te begraven en anderzijds bijna vergeten plaatsen en ruimtes een nieuwe, waardevolle bestemming te geven.
Wij stellen dan ook voor om, zolang een gemeente de drie mogelijkheden – begraven, uitstrooien en bewaren van urnen – blijft aanbieden, haar toe te laten die op verschillende plaatsen te organiseren. Dat schept de mogelijkheid om stukjes erfgoed – denk aan de vele kapelletjes die Vlaanderen rijk is of aan niet meer gebruikte en ontwijde parochiekerken – om te bouwen tot bijvoorbeeld een columbarium. Anderzijds voorkomt deze wijziging ook dat begraafplaatsen waar sommige vormen van lijkbezorging niet meer mogelijk zijn, moeten sluiten.
Laat ons ook niet voorbijgaan aan de verzuchtingen met betrekking tot natuurbehoud in relatie tot het bewaren van de stoffelijke overschotten van onze dierbaren. Naast het uitstrooien van assen op andere publieke plaatsen dan de begraafplaats, moet ook het begraven van assen mogelijk worden op door de gemeente daartoe voorziene openbare plaatsen. We benadrukken daarbij het belang van het materiaal waaruit de urne is vervaardigd en de biologische afbreekbaarheid ervan. Daarbij kan in het deksel van de urn een zaadje of stekje van een plant of een boom worden geplaatst, zodat er op de plaats van de begraving zelfs een herdenkingsbos zou kunnen ontstaan, naar analogie van een geboortebos, zoals we dat in vele Vlaamse gemeenten kennen.
We zijn ons er ten volle van bewust dat niet alle plaatsen en niet elk stuk van het openbaar domein geschikt is voor het uitstrooien of begraven van stoffelijke overschotten, en dat ook absoluut moet worden vermeden dat er op openbaar domein een vermenging van functies zou komen. Het is natuurlijk niet onze bedoeling dat men as zou mogen uitstrooien of biologisch afbreekbare urnen zou mogen begraven op bijvoorbeeld openbare speelpleinen, in de buurt van scholen, dicht bij veelgebruikte wandelpaden enzovoort. Het komt de gemeenten echter toe om in volle vrijheid en autonomie, en met het nodige gezond verstand, waar we zeker van zijn, de daartoe geschikte zones af te bakenen.
Zoals gezegd, is dit voorstel van decreet gegroeid vanuit maatschappelijke tendensen, die gestoeld zijn op de veranderende voorkeuren van de mensen met betrekking tot de bestemming van henzelf of hun dierbaren na het overlijden. We hebben geluisterd naar de vragen en de wensen, die steeds persoonlijker worden, en ook gekeken naar praktijken die thans eigenlijk onwettelijk zijn. Met deze voorstellen willen we een zo groot mogelijke beslissingsvrijheid geven aan de gemeenten, die per slot van rekening toch nog altijd het dichtst staan bij hun inwoners, opdat zij op hun beurt een zo goed mogelijk antwoord kunnen formuleren op deze groeiende maatschappelijke vraag.
Collega’s, aan de vooravond van 1 november, een datum waarop verwanten of anderen die ons dierbaar zijn, speciaal worden herdacht, hoop ik dat we met dit voorstel van decreet de mensen meer mogelijkheden kunnen bieden om een afscheid persoonlijker in te vullen, een persoonlijke invulling die ongetwijfeld ook helend kan werken. (Applaus)
De heer Wouters heeft het woord.
Voorzitter, voor de toehoorders zal dit misschien een korte samenvatting lijken van wat collega Schryvers mooi heeft verwoord.
In de huidige stand van de regelgeving bepaalt artikel 2, derde lid, van het Begraafplaatsendecreet dat iedere begraafplaats en ieder intergemeentelijk crematorium over een urnenveld, een strooiweide en een columbarium moeten beschikken. Door de voorgestelde versoepeling van artikel 2 van het Begraafplaatsendecreet moet niet elke individuele gemeentelijke begraafplaats alle mogelijke vormen van lijkbezorging mogelijk maken. Wel moet iedere gemeente op de totaliteit van de begraafplaatsen op haar grondgebied in voldoende ruimte voorzien voor alle decretaal mogelijke vormen van lijkbezorging. Wegens de verplichting dat elke begraafplaats alle vormen van lijkbezorging moet aanbieden, zijn de afgelopen jaren heel wat begraafplaatsen gesloten, hoewel sommige vormen van lijkbezorging er nog mogelijk waren. Ten gevolge van de voorgestelde wijziging van artikel 2 dat elke gemeente op de totaliteit van haar begraafplaatsen alle vormen van lijkbezorging moet aanbieden, lijkt het ons, de indieners van dit voorstel van decreet, wenselijk dat de gemeente een gesloten begraafplaats nog kan blijven gebruiken voor die vormen van lijkbezorging waarvoor er nog ruimte bestaat. Op die manier kan het funerair erfgoed opnieuw naar waarde worden geschat. Bovendien is er de groeiende maatschappelijke zoektocht naar nieuwe bestemmingen voor niet meer gebruikte en dus ontwijde parochiekerken en kapelletjes. Door de wijziging van het Begraafplaatsendecreet wordt het mogelijk om voormalige parochiekerken om te vormen tot ‘begraafplaatsen’, waar asurnen in een ‘columbarium’ zouden kunnen worden geplaatst. Het zijn de lokale besturen die zelf de keuze moeten maken of ze al dan niet in die mogelijkheid willen voorzien.
Collega Schryvers, ik ga u nu even corrigeren. Als goed christen herdenk ik de doden op 2 november, op Allerzielen. (Applaus bij de N-VA)
De heer De Meulemeester heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, dit voorstel van decreet heeft tot doel meer mogelijkheden te geven aan gemeenten om in te gaan op vragen van inwoners om te worden begraven of uitgestrooid op andere plaatsen dan klassieke begraafplaatsen.
Dit voorstel van decreet geeft dus de mogelijkheid om bijvoorbeeld te komen tot echte natuurbegraafplaatsen, iets waar sommige gemeenten vandaag al mee experimenteren. Ik kom hier straks nog even op terug.
Gemeenteraden zullen andere plaatsen dan de afgebakende begraafplaatsen kunnen aanduiden als zones waar assen zullen mogen worden uitgestrooid of in biologisch afbreekbare asurnen begraven. Er zijn wel enkele terechte beperkingen opgesomd in de toelichting, zoals een verbod om dat te doen op speelpleinen of in de buurt van scholen, maar principieel is het aan de gemeenteraden om deze zones af te bakenen. Op deze manier wordt de weg vrijgemaakt om te komen tot volwaardige natuurbegraafplaatsen waar men assen zal mogen uitstrooien of biologisch afbreekbare asurnen begraven.
De plicht om in alle wettelijke vormen van lijkbezorging te voorzien op elke gemeentelijke begraafplaats, wordt daarmee versoepeld. Vandaag moet elke gemeentelijke begraafplaats naast klassiek begraven, een urneveld, een strooiweide en een columbarium hebben. Met het voorstel van decreet wil men die plicht enkel nog behouden over de totaliteit van alle begraafplaatsen op het gehele grondgebied van de gemeente, en dus niet meer op elke begraafplaats afzonderlijk. Deze versoepeling maakte het mogelijk om bijvoorbeeld oude parochiekerken om te vormen tot een columbarium of om oude begraafplaatsen die niet alle vormen van lijkbezorging hadden, opnieuw te gebruiken.
Voorzitter, collega’s, Open Vld heeft bijzonder actief meegewerkt aan de totstandkoming van dit voorstel en steunt het volmondig. Met dit voorstel van decreet geven we mensen immers meer keuzevrijheid, zelfs na hun dood. We komen tegemoet aan de stijgende vraag om ook elders dan op een klassieke begraafplaats begraven te worden, zoals in de vrije natuur. Dit voorstel van decreet maakt de weg vrij om te komen tot volwaardige natuurbegraafplaatsen, waar assen kunnen worden uitgestrooid of in biologisch afbreekbare urnen begraven. Bovendien geven we meer autonomie aan de gemeenten om dit te organiseren. Zij zullen zelf hun zones vrij kunnen afbakenen. Ook versoepelen we de huidige verplichting om op alle begraafplaatsen in alle vormen van lijkbezorging te voorzien. Zo geven we gemeenten meer mogelijkheden om te komen tot een modern, hedendaags beleid inzake lijkbezorging.
Meer keuzevrijheid voor de mensen en meer autonomie voor de steden en gemeenten: dit zijn de hoofdredenen waarom we met Open Vld dit voorstel van decreet zullen goedkeuren.
De heer De Loor heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, ik ga niet herhalen wat de vorige drie sprekers reeds hebben uiteengezet. Ik zou namens de sp.a-fractie willen toevoegen dat we inhoudelijk achter dit voorstel van decreet staan, niet enkel omdat het de keuzevrijheid vergroot, maar ook omdat het beantwoordt aan een maatschappelijke behoefte.
We vinden het wel jammer – ik heb die bekommernis ook geuit in de commissie – dat we niet werden betrokken bij dit voorstel van decreet, wat in het verleden wel gebeurde. Het is toch een problematiek die de partijgrenzen overstijgt. We zullen dit voorstel van decreet mee goedkeuren.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2015-16, nr. 823/1)
– De artikelen 1 tot en met 5 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.