Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Doomst heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, mijn vraag komt voort uit de ontstellende vaststelling dat we week na week moeten vaststellen dat in Vlaanderen mensen nog omkomen in een woningbrand, ondanks het vele veiligheidsvernuft dat op goedkope wijze kan worden aangeboden. In juni laatstleden heb ik u hierover nog een schriftelijke vraag gesteld. U antwoordde dat het nogal meevalt bij de inspectie wanneer men conformiteitsattesten moet uitreiken. Toch blijkt dat 60 procent van de woningen in privé-eigendom nog geen rookmelders hebben. U hebt mij ook geantwoord dat er overleg zou zijn met de federale minister van Binnenlandse Zaken om na te gaan hoe de verschillende overheden daar wat aan kunnen doen.
Minister, is er inderdaad overleg geweest? Wat was het resultaat?
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer Doomst, ik denk dat iedereen het erover eens is dat het geen positieve signalen en cijfers zijn. Elke dode, om welke reden dan ook en zeker in een woningbrand, valt te betreuren. In uw initiële vraag – en die hebt u hier niet herhaald, maar dat kan geen kwaad – spreekt u over 33 doden in Vlaanderen en 23 in Wallonië. Ik wil er wel even op wijzen dat dit verhoudingsgewijs, gelet op het bevolkingsaantal, eigenlijk gewoon een beetje gelijkloopt.
Ik kan u ook nog meegeven – maar u weet dat, want u hebt zelf verwezen naar uw schriftelijke vraag van juni 2016 – dat er sinds 2013 een verplichting is tot het ophangen van rookmelders in huurwoningen.
Ik wil mevrouw Schryvers een compliment geven omdat het ook verplicht is in studentenkamers sinds 1 oktober 2014. Het klopt dat het in een woning waarin de eigenaar zelf woont, niet verplicht is, behalve als het over nieuwbouw gaat of grondige renovatieprojecten.
Vanuit deze meerderheid is al heel veel gewerkt aan een voorstel van decreet om de verplichting ook in te voeren voor eigenaars die in hun eigen huis wonen. Dit initiatief wordt getrokken door de heer Engelbosch. Ik hoop dat uw fractie dit zal steunen.
Ik wijs erop dat dit een preventieve maatregel is. Helaas kan een rookdetector niet vermijden dat er nog iemand sterft in een woningbrand. Het krantenartikel in zowel Het Laatste Nieuws als De Morgen wees dat ook uit.
Ik hoop dat het voorstel van decreet van de heer Engelbosch snel wordt goedgekeurd door dit parlement. Ik zal dan ook mijn verantwoordelijkheid nemen en die verplichting onmiddellijk inschrijven in de Vlaamse Wooncode.
Minister, ik dank u voor de perspectieven. De vraag is natuurlijk of we het moeten verplichten. Dat is een mogelijkheid. Vraag is ook of een sensibiliseringscampagne niet op zijn plaats is. Heel wat lokale besturen zouden daar volgens mij graag op intekenen. Het aantal senioren dat thuisblijft en dus een risicogroep wordt, neemt elk jaar toe. Een sensibilisering op kortere termijn zou ook een oplossing kunnen zijn om het plaatsen van rookmelders te stimuleren.
De heer Engelbosch heeft het woord.
Mijnheer Doomst, ik dank u om de problematiek van de rookmelders onder de aandacht te brengen. Ik ben erg tevreden te horen dat u er de meerwaarde van inziet. De minister wees al op het voorstel van decreet dat is besproken met de leden van uw fractie die in de commissie Wonen zitten. Het is inderdaad niet logisch dat we in Vlaanderen een verplichting hebben bij huurwoningen en nieuwbouw, maar dat het bij 60 procent van ons woonpatrimonium niet verplicht is. In landen waar er wel een verplichting is, is er een significante daling in het aantal slachtoffers. Andere argumenten voor dit voorstel van decreet zijn daarmee eigenlijk overbodig.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, er is inderdaad veel overleg geweest, samen met de heer Engelbosch, om een voorstel van resolutie op te maken. We zaten goed inzake de hoofdlijnen. Een partij wou echter liever dat er decreetgevend werk werd verricht. De heer Engelbosch trekt dat. We zijn daar erg blij mee en we zullen het ook steunen.
Het is natuurlijk jammer dat er eerst op de voorpagina van de krant een sterfgeval moet verschijnen om de hoogdringendheid in te zien. Volgens mij is verplichten een goede zaak, maar de controle daarop zal een pijnpunt blijven. We moeten de bevolking sensibiliseren dat een rookmelder een goede zaak is voor zowel de inwoners van de woning als hun omgeving. Mijnheer Doomst, ik dank u om dit onder de aandacht te brengen, maar de meerderheid was hier effectief al mee bezig.
Mijnheer Doomst, u had een bijkomende vraag over sensibilisering. We hebben al heel veel gedaan, bijvoorbeeld bij het agentschap – en dat was al ingevoerd door mijn voorgangster – bestaat een folder over hoe er met rookmelders moet worden omgegaan, wat hun nut is enzovoort.
Zoals ik al zei, is het verplicht in huurwoningen, maar niet voor eigenaars die een eigen woning bewonen. We moeten volgens mij verder gaan en het verplichten, maar het blijft een preventieve maatregel.
We hebben de sociale huisvestingsmaatschappijen extra middelen gegeven om rookmelders in alle sociale woningen te kunnen plaatsen.
Als u weet dat de gemiddelde kostprijs van een rookmelder 25 à 30 euro is, dan moet de Vlaamse overheid in eerste instantie de mensen die het minst kapitaalkrachtig zijn, de nodige middelen geven om die rookmelders die effectief een effect kunnen hebben, te plaatsen. Ik geloof in sensibilisering, maar ik denk dat een verplichting noodzakelijk is. Vandaar dat ik veel geloof hecht aan het initiatief van de heer Engelbosch en dat ik hoop dat de meerderheid en ook de oppositie, die misschien ook wel het nut inziet van een verplichte rookmelder in elk woning, dit snel goedkeuren. Ik zal dan ook mijn verantwoordelijkheid nemen om dit in te schrijven als een verplichting in de Vlaamse Wooncode.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik hoop dat de cijfers die vandaag nog altijd schrijnend zijn, een stimulans zijn en dat Vlaanderen daar werk van maakt nog voor de regionalisering van de brandweer. Wij moeten het aanbrengen van rookmelders sterk in de kijker plaatsen.
De actuele vraag is afgehandeld.