Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister, de online gokkantoren doen dezer dagen gouden zaken. Dat deden ze al langer, maar nu, met het EK, blijkt dat voor bijvoorbeeld een wedstrijd van de Rode Duivels maar liefst dubbel zoveel weddenschappen worden afgesloten en dat dat voornamelijk online gebeurt.
Er wordt dan ook bijzonder agressief reclame gemaakt, op alle mogelijke manieren: tijdens wedstrijden op tv, tijdens familieprogramma’s, via advertenties per mail of op het internet. Als je al eens gegokt hebt en je bent een tijdje niet op die website geweest, weet men je blijkbaar te vinden via herinneringsmails en zelfs telefoons. Ook is het zo dat we in Vlaanderen nauwelijks nog een krantenwinkel vinden zonder zo’n zogenaamde ‘bet computer’, waaraan jongeren steeds vaker verslingerd raken.
Kortom, u en ik, wij voelen het aan en de verslavingsexperts bevestigen het: de maatschappelijke toegeeflijkheid ten opzichte van gokken, sportgokken, is erg groot. Het lijkt doodnormaal en het is bij jongeren zelfs hip. Nochtans kun je via het internet veel sneller verslaafd geraken, dat begrijpt u allemaal. Elk uur van de dag kun je daar in alle stilte en alle anonimiteit op duizenden sites terecht.
Uit de resultaten van de activiteiten van de kansspelcommissie, die vorige week werden bekendgemaakt, blijkt dat die inzetten sterk stijgen. Het centrum voor alcohol- en andere drugproblemen (CAD) en de betrokken hulpverleners maken zich zorgen. Zij zien namelijk in hun werk de keerzijde van de medaille.
Het regelgevend kader rond online gokken alsook de ‘commotie’ is een federale bevoegdheid. Minister Geens heeft inmiddels al aangekondigd maatregelen te nemen om die agressieve reclamecampagnes tegen te gaan. Maar preventie is minstens even belangrijk en in dezen ook noodzakelijk. Het is onze taak om die risico’s duidelijk te maken en jongeren, ouders en opvoeders te informeren.
Minister, wat doen wij in Vlaanderen? Wat kunnen en zullen wij doen in het kader van preventie van dit online gokken? Welke initiatieven bestaan er op dat vlak of zullen er nog worden ontwikkeld?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Collega’s, het initiatief van minister Geens om de reclame, ook die geconcentreerd rond bepaalde activiteiten in de media, te beperken, is natuurlijk ook een maatregel van preventie. Uiteraard zijn wij bevoegd voor de gezondheidspromotie en ziektepreventie, maar preventie is een dermate breed begrip dat uiteraard ook op andere niveaus daarrond initiatieven kunnen en zelfs moeten worden genomen. De federale bevoegdheid over reclame is natuurlijk heel duidelijk. Hetzelfde geldt bij tabak, alcohol enzovoort.
Er bestaan ondertussen al wel preventieve initiatieven in verband met gokken en gedragsverslavingen. Er zijn een aantal websites, er is lesmateriaal voor de scholen en voor professionelen die worden ondersteund. Er bestaan daarover een aantal dossiers. Op diverse websites kunt u daarover het materiaal terugvinden.
Wat staat er te gebeuren? We hebben een nieuwe beheersovereenkomst afgesloten. Daarin is uitdrukkelijk de gokproblematiek opgenomen in de expertise die onze partner moet aanbrengen en waarrond we methodieken moeten ontwikkelen. Die methodieken moeten uiteraard worden verspreid en verdeeld. Die opdracht is zeker opgenomen in de beheersovereenkomst en recent afgesloten. U weet ook dat op de gezondheidsconferentie uitdrukkelijk is aangegeven dat we rond gedragsverslavingen een aantal eerste analyses en strategische acties zullen formuleren.
We hebben er op de Interministeriële Conferentie Drugs op aangedrongen dat de Algemene Cel Drugs die in toepassing van het samenwerkingsakkoord rond drugbeleid is geïnstalleerd, effectief rond gokken en gokverslaving een geïntegreerd beleid zou ontwikkelen. We hebben het voorzitterschap gekregen van de werkgroep die dat moet voorbereiden. Die werkgroep is al een aantal keer bijeengekomen. We hebben een aantal experts ontmoet om te bekijken op welke manier dat luik van het verslavingsbeleid een meer geïntegreerde, Vlaamse en federale, aanpak kan krijgen.
Ik moet inderdaad erkennen dat in dit verhaal de sleutel voor een groot stuk ligt daar waar minister Geens hem heeft opgepakt. Wat hij heeft gedaan of wat de Federale Regering doet, is in dezen van groot belang. Dat was ook wel noodzakelijk. Daarnaast vind ik het zeer goed dat u niet alleen vanuit de verschillende hulpverleningsinstanties acties en initiatieven ontwikkelt, maar dat u dit probleem ook op een geïntegreerde wijze op de agenda wilt plaatsen, niet alleen met een beheersovereenkomst of een gezondheidsconferentie, maar ook over alle beleidsniveaus heen. Mij lijkt dat de ideale manier om deze trend toch een halt toe te roepen, want dat is ons beider doel.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Zelfregulering is op papier vaak een goed idee, maar in de realiteit blijkt het dat niet te zijn. We hebben dat gezien bij de regulering van reclame voor alcohol, bij de regulering van reclame voor roken, en nu zien we het bij reclame voor gokken. De vraag van mevrouw Jans is absoluut terecht. Het initiatief van minister Geens is een noodzakelijke stap, maar gaat voor onze fractie absoluut niet ver genoeg. Wij zijn voor een totaalverbod op reclame voor onlinegokken omdat de problematiek dermate belangrijk is. Het is een laagdrempelige manier van gokken en werkt bijzonder snel verslavend. Minister, u somt een aantal initiatieven op, maar die maken nog niet veel indruk op ons. Wij roepen u met aandrang op om veel verder te gaan, om veel meer te doen dan wat er vandaag is. Tot slot zouden wij u ook willen oproepen om met de federale collega in gesprek te gaan over het verder oprukken van de zogenaamde wedkantoren zoals Napoleon Games en Starbet.be, etablissementen die als paddenstoelen uit de grond schieten en waarvoor we vragen dat u actie onderneemt.
De heer Anseeuw heeft het woord.
Preventie is inderdaad heel erg belangrijk wanneer het over problematisch gokken gaat. Gokken neemt in Vlaanderen een heel hoge vlucht, ook online. Wanneer we het over preventie hebben, moeten we er echter voor zorgen dat we niet in een scenario terechtkomen waarbij we dweilen met de kraan open. Ik heb daarover eind vorig jaar al een vraag gesteld aan uw collega, minister Gatz. Vandaag komen online gokaanbieders er nog altijd straffeloos mee weg wanneer ze zelfs met pertinente leugens mensen over de streep proberen te trekken om hen aan het gokken te zetten. Als we enkel inzetten op preventie zonder dat we dat erg breed zien en alle omgevingsfactoren mee in rekening brengen, zullen we nooit resultaten bereiken. Zeker wat betreft de audiovisuele media, die een Vlaamse bevoegdheid zijn, moeten we duidelijk eens regels gaan opstellen over wat wel en niet wenselijk is. Zoals het vandaag gaat, kan het echt niet.
Ik ben het met een aantal bedenkingen eens, maar als men echt een aantal strafrechtelijke verbodsbepalingen wil invoeren, dan zit men gauw op het federale bevoegdheidsniveau. Het is juist dat we met het Mediadecreet ook een aantal zaken kunnen doen. Dat betwist ik niet, maar als men met internationale fenomenen te maken heeft, op het internet enzovoort, dan is mijn ervaring – ik reconstrueer het nu een beetje uit het hoofd – dat men vaak wordt geconfronteerd met het feit dat er bepaalde regelgeving nodig is die niet alleen op het Vlaamse niveau mogelijk is. Maar het is juist dat we via het Mediadecreet wellicht ook een aantal zaken kunnen doen.
Als we een geïntegreerde aanpak willen, zullen we echter met de federale Kansspelcommissie, met het openbaar ministerie en met een aantal partners afspraken moeten maken. Daarom hebben we dat aangekaart in de Algemene Cel Drugsbeleid. Als we op dit vlak een goed beleid willen voeren, moeten we op de verschillende componenten kunnen inzetten. We moeten dat doen. Daarom hebben we die gedragsverslavingen toegevoegd aan de gezondheidsconferentie, mede op vraag van het Vlaams Parlement trouwens, precies omdat we beseffen dat we onze aandacht voor preventie breder moeten maken dan alleen aandacht voor alcohol, drugs, tabak en illegale producten. Gokverslaving is een nieuw maatschappelijk risico, dat we ernstig moeten nemen.
De bijkomende terechte opmerkingen van de collega’s maken duidelijk dat dit alleen maar werkt als we een beleidsoverschrijdende aanpak hanteren. In dat kader moeten we naar alle partners op alle niveaus kijken. Minister, ik ben blij in u een bondgenoot te hebben gevonden.
De actuele vraag is afgehandeld.