Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Christiaens heeft het woord.
Elk jaar hebben we vierhonderd verkeersslachtoffers op onze wegen. Dat is een verschrikkelijk aantal dat al stagneert sedert 2013. Ik moet dan ook niemand overtuigen van het belang van sensibilisering in het kader van verkeersveiligheid en ook niet van de nood om van elk kind een verkeersveilige verkeersdeelnemer te maken. Verkeerseducatie is daar een essentieel onderdeel van en daar worden we nu met een probleem geconfronteerd.
Een heel belangrijke partner in de verkeerseducatie was de federale politie, de cel educatieve politie, die les ging geven in de scholen. Federaal minister van Binnenlandse Zaken Jambon heeft in het kader van het kerntakendebat bij de politie beslist om die cel vanaf 1 september 2016 op te doeken. Vanaf begin volgend schooljaar, over enkele maanden dus, mogen en kunnen zij die lessen niet meer gaan geven. Zij bestaan dan gewoon niet meer.
We hebben dit in april in de commissie besproken, toen is het in de pers gecommuniceerd. U hebt toen gezegd dat de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) dit zal overnemen want de nood aan verkeerseducatie is – letterlijk – levensbelangrijk. Daar knelt het schoentje ook. De VSV heeft zeer veel expertise, nog meer goede wil, en de laatste jaren hebben ze steeds meer taken gekregen en minder middelen. Tegelijk werden de scholen pas heel recent geconfronteerd met die informatie en heeft de federale politie de boodschap nog niet overal overgebracht, integendeel, voor volgend schooljaar heeft men al lessen ingepland. Nu kijken de scholen naar de VSV en die laten weten dat ze dit momenteel niet aankunnen, dat de vraag veel groter is dan het aanbod.
Minister, wat gaat u daaraan doen? Hoe gaat u de verkeerseducatie op school garanderen? Hoe gaat u aan de bijkomende vraag voldoen?
Minister Weyts heeft het woord.
We zijn in dezen inderdaad slachtoffer van een federale beslissing. Er wordt een gat geslagen. Er is een leemte ontstaan. Desondanks zijn we onmiddellijk in de bres gesprongen samen met de VSV.
De VSV heeft zijn inspanningen opgedreven om het net van vrijwilligers uit te breiden. Intussen zit men al aan 86 vrijwilligers. Daarnaast hebben we extra middelen uitgetrokken en op korte termijn 50.000 euro extra toegekend. Daarnaast staat er 120.000 euro ter beschikking voor de aankoop van educatief materiaal, onder andere dienstwagens en een tuimelwagen. We doen ook nog een extra inspanning ten aanzien van het gratis aanbod op het vlak van ‘teach the teacher’. Men wil vooral een opleiding geven aan leraren secundair onderwijs die zelf ook sterk vragende partij zijn, zodat zij veel bekwamer voor de dag komen om zelf verkeerseducatie te geven.
Voorts zijn we begonnen met de besprekingen van de aanpassing van de samenwerkingsovereenkomst tussen de Vlaamse overheid en de VSV. Op dat punt moet ik opletten, want de commissievoorzitter luistert. Maar we proberen zo veel mogelijk tegemoet te komen. Er is een gat geslagen ten gevolge van een beslissing van een ander bestuurlijk niveau. Toch doen we al het mogelijke om dat gat weg te werken via de afsluiting van de nieuwe beheersovereenkomst, in samenspraak met de VSV.
Het klopt dat de VSV voor 2016 15.000 euro extra heeft gekregen. Maar dat gebeurde omdat de VSV in 2016 vier extra projecten, boven op de reguliere taken, moet realiseren. Een voorbeeld van zo’n project is de Dag van de Motorrijder. Nadat is beslist om die extra middelen toe te kennen, viel de cel educatieve politie weg. De VSV geeft in 382 scholen lessen verkeerseducatie. In West-Vlaanderen alleen al bereikte de politie 111 scholen, wat op zich al goed is voor één derde van het aanbod dat de VSV vandaag realiseert. U weet dat de VSV een vrijwilligersnetwerk uitbouwt, maar dat was al gepland, en daarvoor werden die extra middelen vrijgemaakt. De VSV zelf trekt aan de alarmbel en zegt dat de rek eruit is; meer doen met minder middelen is niet mogelijk. Gaat u voor extra middelen naar aanleiding van de uitwerking van de samenwerkingsovereenkomst?
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, we zitten allemaal op één lijn inzake het voorkomen van verkeersdoden en zeker inzake het aandeel van jonge mensen daarin. Ik vind dat u in dezen grote inspanningen levert. Dat is ook geboden. Ik heb het volste vertrouwen in uw beleid en kan er dan ook alleen maar op aandringen dat u de geleverde inspanningen continueert. Zowel inzake personeelsbezetting als wat betreft budgettaire middelen doet u het nodige.
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik ondersteun de vraag van mevrouw Christiaens. Tot zeer grote tevredenheid van zeer veel scholen waren deskundige politiemensen aanwezig. Vrijwilligers zullen dat ten dele opvangen. De vraag blijft evenwel of de VSV daartoe in staat zal zijn. Voorts is het zo dat scholen gebruikmaken van materialen, zoals tuimelwagens en virtualrealitytoestellen. Wie zal dat betalen? Vroeger brachten politiemensen dat materiaal mee. Als de VSV dat moet doen, wie zal die extra factuur dan betalen? Ik begrijp dus niet dat u enerzijds terecht de prioriteit legt bij de verkeersveiligheid, maar anderzijds de indruk wekt dat de verkeerseducatie wordt afgebouwd. Dat is toch een contradictie?
De heer Parys heeft het woord.
Minister, u zei dat er 86 vrijwilligers bij komen en dat er wordt gestreefd naar extra middelen en naar de aankoop van extra materiaal. Er is 120.000 euro opzijgezet om die tuimelwagen aan te kopen. U schetste als minister wat u op korte en middellange termijn van plan bent. Maar ook het Vlaams Parlement heeft een verantwoordelijkheid. In de commissie Onderwijs woedt het debat over de nieuwe eindtermen. Daar moet een stuk van die verantwoordelijkheid worden opgenomen. Verkeersveiligheid moet een hoeksteen van de eindtermen worden.
Niets is minder waar dan dat we de verkeerseducatie in Vlaanderen afbouwen; we zijn die aan het uitbouwen. Wat u zegt, is pertinent onwaar. De gesprekken over de nieuwe samenwerkingsovereenkomst lopen. Ik loop daar niet op vooruit, want dat zou niet verstandig zijn. Ik zal het gesprek voeren waar het moet worden gevoerd: aan tafel, met de VSV.
Het is zeker niet zo dat de verkeerseducatie wordt afgebouwd, maar de beslissing van minister Jambon creëert een leemte. Vlaanderen neemt zijn verantwoordelijkheden op, maar het is ook zo dat we met ons aanbod die leemte niet kunnen wegwerken.
Ik hoop dat u daarvoor een oplossing vindt met uw samenwerkingsovereenkomst. Misschien kunt u eens overleggen met uw federale collega? De scholen kunnen voor volgend schooljaar, dus binnen drie maanden, niet allemaal nog een oplossing vinden. De lessen die ze hadden gepland om te laten uitvoeren bij de politie, vallen nu plots weg. Kunt u met uw federale collega even in overleg treden om minstens in een overgangsperiode van één jaar te voorzien, zodat er geen gat valt in de verkeerseducatie die al gepland was? Ik reken daarop. Ik hoop dat u ook daarin uw verantwoordelijkheid zult nemen. (Applaus)
De actuele vraag is afgehandeld.