Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van Lionel Bajart – aanwezig –, Miranda Van Eetvelde – aanwezig –, Tinne Rombouts – niet aanwezig –, Marius Meremans – niet aanwezig –, Caroline Bastiaens – aanwezig – en Bart Nevens – aanwezig – houdende wijziging van het decreet van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Bajart heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, met dit voorstel van decreet doen we in feite twee zaken. We lossen het probleem op waar het jeugdwerk nu tegenaan loopt, en tegelijkertijd stroomlijnen we een en ander, waardoor ook de administratieve lasten van het jeugdwerk kunnen afnemen, wat uiteindelijk belangrijk is.
Een belangrijke insteek is de initiële aanpak. Tussen 2014 en 2016 steeg het aantal organisaties die binnen het jeugd- en kinderrechtenbeleid werden gesubsidieerd van 87 naar 99. Hoewel we natuurlijk allemaal tevreden zijn dat het jeugdwerk sterk staat in Vlaanderen en dat daar ook een positieve evolutie in is vast te stellen, moeten we ook erkennen dat dit ook een negatief bijeffect had. De automatische toetreding tot de subsidies betekent dat de middelen die we daarvoor ter beschikking stellen, over steeds meer organisaties moeten worden verspreid. Er is dus één enveloppe voor steeds meer organisaties.
De jeugdsector zelf vroeg een aanpassing van het systeem, waarbij de eerder erkende verenigingen niet meer jaarlijks te maken zouden krijgen met een besparing, en er ook meer zou worden ingezet op schaalgrootte en zo ook op een Vlaamse relevantie van de verenigingen die we als Vlaamse overheid subsidiëren.
Met dit voorstel van decreet gaan we daar dan ook op in. We werken de negatieve effecten van het huidige decreet weg en geven de organisaties binnen het jeugdwerk de tijd – want het is zeer belangrijk dat dit geleidelijk aan gebeurt – maar ook de middelen om door te groeien naar die schaalgrootte en die Vlaamse relevantie. Dat doen we door enerzijds de decretale vereisten geleidelijk te laten toenemen en door anderzijds ook in fusie-incentives te voorzien. (Applaus bij Open Vld)
Mevrouw Van Eetvelde heeft het woord.
Voorzitter, voor mijn partij is dit ook een zeer belangrijk voorstel van decreet. Ik ben zeer tevreden dat er in de schoot van de meerderheid werk is gemaakt van een duurzaam kader voor het Vlaamse jeugdwerk. Er was een evaluatie aangekondigd in de beleidsnota Jeugd. Die evaluatie heeft ons ertoe aangezet om, met de aanbevelingen van de reflectiegroep, als mede-indieners van dit decreet het decretale kader, dat door de sector zeker als waardevol werd beschouwd en waarvan de architectuur werd geapprecieerd, verder te versterken en verder te verfijnen. Die aanpassingen kunnen op de goedkeuring van de jeugdsector rekenen. Daarvan getuigt ook het positieve advies van de Vlaamse Jeugdraad.
Collega’s, we kennen allemaal de budgettaire context waarin we ons bevinden. Collega Bajart heeft het al vermeld. We hadden problemen: door de budgettaire druk en door de mogelijkheid om in te stappen voor een basissubsidie en met het jaarlijks indienen van een beleidsnota, werden nieuwe erkenningen eigenlijk betaald door besparingen bij de reeds erkende en gesubsidieerde jeugdwerkverenigingen. In het programmadecreet van 2016 werden daartoe reeds enkele wijzigingen aangebracht. Die kregen een positief advies van de Vlaamse Jeugdraad, maar er werd daarna toch nog vastgesteld dat de erkenningscriteria zo waren geformuleerd dat er een hoge instroom aan nieuwe organisaties was, die negatieve budgettaire effecten per organisatie zou inhouden.
Daarom is het heel belangrijk dat we met dit voorstel van decreet nog verder zijn gegaan dan met het programmadecreet, met name door nog slechts erkenningen om de vier jaar toe te laten. Daarnaast zetten we in op een grotere Vlaamse relevantie en trekken we de spreidingsvoorwaarden voor de organisaties met betrekking tot participatie en informatie enerzijds en cultuureducatie anderzijds op.
Dan wil ik nog iets zeggen over de fusieregeling. Voor onze fractie biedt de regeling die vervat zit in het voorstel van decreet, voldoende houvast. Ik verklaar me nader. Men krijgt nu de kans om naar eigen inzichten de keuze te maken om een beleidsnota in te dienen, en zelfs de kans om, indien blijkt dat men er bijvoorbeeld moeilijker in zou slagen om te voldoen aan de opgetrokken erkenningsvoorwaarden, in de periode van 1 januari 2017 tot 31 december 2019 de beslissing te nemen om alsnog te fuseren, met behoud van de subsidie-enveloppe. Dat kan een stimulans zijn voor kleinere organisaties of organisaties die toch moeite hebben om te voldoen aan de bepalingen inzake de Vlaamse relevantie, om samenwerking te bevorderen, waardoor de knowhow en de organisaties toch nog kunnen blijven bestaan.
Ik wil besluiten met nog een andere aanpassing. De beleidsperiode voor de organisaties met een bijzondere opdracht – ik denk aan de Ambrassade, JINT, de Vereniging Vlaamse Jeugddiensten (VVJ), het Kenniscentrum Kinderrechten en de Kinderrechtencoalitie –, die heel dicht bij de overheid staan, worden afgestemd op de regeerperiode. De bedoeling is ze gemakkelijker te laten inspelen op de Vlaamse beleidsprioriteiten.
Met deze wijziging van het Jeugddecreet zetten we een belangrijke stap. Ik wil dan ook aan de collega’s van de oppositie vragen om, in tegenstelling tot hun stemming in de commissie, toch ook te gaan voor de wijzigingen van dit Jeugddecreet. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Soens heeft het woord.
De Vlaamse Jeugdraad kwam in de commissie een advies toelichten. Eigenlijk was de belangrijkste oproep toen: investeer in het jeugdwerk. Dat is ook onze boodschap: investeer in het jeugdwerk in plaats van de toegangsdeur dicht te doen voor nieuwe organisaties zodat andere organisaties nu moeten besparen, zoals in dit voorstel van decreet wordt voorgesteld. Sp.a vindt dat een fundamenteel foute visie.
De instap van nieuwe organisaties zou net positief moeten zijn. Daarom vragen we extra investeringen in het jeugdwerk in plaats van een conservatieve logica om de deur dicht te doen voor nieuwe organisaties. We blijven dan ook bij ons standpunt en zullen ons onthouden bij de stemming.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Voorzitter, ik wil me aansluiten bij de collega’s van de meerderheid wat de toelichting van het voorstel van decreet betreft. Ik wil mevrouw Soens en de andere collega’s van de oppositie uitnodigen om dit voorstel van decreet toch goed te keuren. Ik begrijp dat u de houding aanneemt dat er deuren worden gesloten. Met andere woorden: u probeert de perceptie te creëren dat er minder wordt geïnvesteerd in het jeugdwerk. Ik denk dat dat niet zo is. Er worden wel grenzen aangegeven om het relatief jonge decreet op een betaalbare manier toekomstkansen te bieden. De organisaties die er vandaag zijn en die recht hebben op middelen om hun krachten te kunnen blijven uitbouwen, moeten we een toekomst blijven verzekeren.
Ook voor innovatieve ideeën is er ruimte gecreëerd. In het debat in de commissie hebt u gehoord dat we dit zullen blijven opvolgen. Daar waar er kansen liggen, zullen we dat nog meer versterken. We zullen dat meenemen. Ik zou het spijtig vinden dat u zou afhaken op deze toch wel belangrijke wijziging, die op vraag van het jeugdwerk zelf mee is aangereikt, en zich zou onthouden. Ik zou u echt willen uitnodigen om daar mee in te gaan.
Wat de fusies betreft, wil ik meegeven dat we verenigingen kansen willen geven op fusies, maar natuurlijk met de nodige zekerheid dat ze kunnen blijven beschikken over de nodige middelen. In een fusieoperatie en een weg naar fusies wil dat altijd zeggen dat er ook wel eens dingen naar boven kunnen komen die wat nieuwigheden met zich meebrengen of onvoorziene omstandigheden, waarvoor wij een pragmatische aanpak vragen aan de regering en de administratie om alles in goede banen te leiden.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2015-16, nr. 717/1)
– De artikelen 1 tot en met 16 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.