Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, Samson en Gert waren vorige zaterdag niet welkom in Plopsaqua. Het subtropisch zwembad van Plopsaland in De Panne was afgehuurd door een vzw van moslima’s die hadden geëist dat er geen mannen aanwezig zouden zijn en dat er enkel vrouwelijke redders zouden zijn.
Sommigen vragen zich misschien af waar ik me mee moei, het gaat immers om een privé-initiatief, maar ik wil de collega’s erop wijzen dat er de afgelopen jaren toch heel wat publieke middelen naar Plopsaland zijn gegaan. In 2014 werd via Toerisme 200.000 euro toegekend aan Plopsa Theater. In 2009 werd er bijna 400.000 euro uitgegeven aan een MER-studie om de mobiliteitsproblemen aldaar op te lossen. Ook de gemeente De Panne geeft jaarlijks 750.000 euro uit voor de huur van het tropisch zwembad.
Het federale Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen heeft me al voor een deel gelijk gegeven. Zij zeggen dat de wet hier wordt overtreden omdat men niet op basis van geslacht aan personeelsaanwerving kan doen. Maar misschien nog belangrijker – en dat is ook de aanleiding van mijn vraag – is ons eigen Vlaams Antidiscriminatiedecreet. Minister, wat denkt u over dit dossier? Kan religie een basis, een criterium zijn om personeel aan te werven?
Minister Homans heeft het woord.
Ik heb me een beetje moeten verdiepen in de federale arbeidswetgeving, maar het kan nooit kwaad om iets bij te leren.
Mijnheer Sintobin, ik denk dat u het met mij eens bent dat het privaat afhuren van bijvoorbeeld een zwembad niet strafbaar is – politieke partijen kunnen dat ook doen – maar dat hebt u ook niet beweerd.
Toegeven aan de eis dat er enkel vrouwelijke redders aanwezig zijn, is volgens de federale arbeidswetgeving wel degelijk discriminerend en dus strafbaar. Ik volg u dus in wat u zegt. Ik wil wel een onderscheid maken tussen het aanwerven van personeel en het inzetten van bestaand personeel. Wanneer bij het aanwerven wordt gediscrimineerd op basis van geslacht, dan gaat het om een Vlaamse bevoegdheid. Het gaat dan over het decreet op de evenredige arbeidsparticipatie. In dit geval gaat het echter over bestaand personeel en geen extra personeel dat wordt aangeworven en ingezet.
U hebt zelf verwezen naar het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, waarvan mevrouw Liesbet Stevens de leiding heeft. Zij heeft een aantal klachten gekregen en is die nu aan het onderzoeken. Zij gaat bekijken wat ze kan doen en ze gaat ook nog proberen te bemiddelen. Maar zij is net zoals u en ik van mening dat dit inderdaad discriminatie is, dat dit niet kan en dat er inderdaad naar een rechtbank kan worden gestapt. We zullen dus afwachten wat dat instituut doet.
Mijnheer Sintobin, ik hoop dat ik u een beetje tevreden kan stellen als ik op dit spreekgestoelte in naam van de Vlaamse Regering zeg dat ik ontzettend betreur dat in deze zaak in het bijzonder maar ook in het algemeen mannen en vrouwen niet gelijk behandeld worden. Dat staat haaks op de normen en waarden die wij in Vlaanderen heel belangrijk vinden en hoog in het vaandel voeren.
Minister, dank u voor uw antwoord. Ik moet eerlijk zeggen dat ik tevreden ben dat u hetgeen daar gebeurd is veroordeelt. U zegt dat het niet kan. U verwijst wel naar het federale instituut en hebt het over klacht indienen, maar daarbij verschuilt u zich toch een beetje achter het juridische aspect. Ik vind vooral het feit dat dit kan gebeuren in Vlaanderen anno 2016 bijzonder erg.
Maar misschien moeten we wat verder durven te kijken. Misschien moeten we durven vast te stellen dat wij in de loop der jaren altijd maar hebben toegegeven aan de eisen van de islamgemeenschap in Vlaanderen, door altijd maar in te gaan op hun eisen en door altijd maar te zeggen dat religie boven de wet staat. Ik wil u trouwens wijzen op het artikel in De Standaard van vandaag, waarin een professor stelt dat twee op de drie moslims in Vlaanderen en Europa de Koran boven de wet stellen.
Het verwondert mij eigenlijk dat ik hier alleen sta. Nu ja, het verwondert mij eigenlijk niet. Ik stel alleen vast dat wanneer er een probleem is met interimkantoren en dienstenschequebedrijven, we hier met vijf of zes staan om dat massaal aan te klagen. Vandaag sta ik hier alleen.
Mijn bijkomende vraag is: wat gaat u doen of wat kunt u doen als de vzw – zoals zij al heeft aangekondigd – volgend jaar daarvoor een nieuwe aanvraag zal indienen?
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, wij vinden het heel belangrijk dat in onze samenleving mannen en vrouwen gelijk zijn. Wij treden dan ook volledig uw discours bij. Wij vinden het een verkeerd signaal dat meisjes en jongens apart moeten zwemmen, en dat je op verzoek een man of vrouw als redder kunt vragen. Wij denken dat het in het hele antidiscriminatie- en gelijkekansenbeleid zeer belangrijk is dat in Vlaanderen de rechten van mannen en vrouwen en de gelijkheid worden gerespecteerd. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Minister, dit debat behoeft weinig nuance. Het klopt dat je er juridisch gezien weinig aan kunt doen wanneer een vereniging dat bad afhuurt en daar enkel vrouwen toelaat. Maar dat neemt niet weg dat ik daar met heel grote bezorgdheid naar kijk. Je kunt toch niet voor een land kiezen omwille van historische, politieke, economische en humanitaire redenen, maar tegelijkertijd onze gewoonten, waarden en normen naast je neerleggen. Die twee matchen volgens mij niet. Wij moeten daar met man en macht tegen vechten.
Het feit dat bovendien ook nog geëist wordt dat de redder een vrouw is, is voor mij echt geen fait divers. Dat is pure discriminatie. Voor mij is het de professionele dienstverlening die telt, en absoluut niet het geslacht. Ik vind dat wij hier hevig tegenin moeten gaan. (Applaus bij de meerderheid)
Natuurlijk onderschrijf ik wat mevrouw Sminate en mevrouw Van Volcem zeggen. Mijnheer Sintobin, ik denk dat het parlement het met u eens is, met een aantal nuances natuurlijk. We veroordelen dit scherp. We zeggen dat mannen en vrouwen en gelijk welke andere groepen gelijk zijn aan elkaar, en dat in onze Vlaamse samenleving geen plaats is voor een ongelijke behandeling van vrouwen en mannen. Dit staat haaks op onze normen en waarden. Dat is de belangrijkste boodschap.
Ik kan u ook nog zeggen dat ik absoluut mevrouw Stevens zal steunen met al haar klachten die ze eventueel zal indienen bij de rechtbanken.
Meer kan ik vanuit mijn eigen bevoegdheden of vanuit Vlaanderen niet doen, want er is de federale arbeidswetgeving. Ik denk dat het toch een heel duidelijk signaal van de Vlaamse Regering is dat wij deze praktijken ook verwerpelijk vinden.
Ik stel vast dat ik van de Vlaamse Regering eigenlijk gelijk krijg. Ik heb twee partijen niet gehoord, natuurlijk, en dat verwondert mij niet. Wanneer u mij gelijk geeft en wanneer u zegt dat we de gelijkheid van man en vrouw moeten opleggen aan iedereen die ervoor kiest om in Vlaanderen te wonen en dat ze onze waarden en normen moeten volgen, dan moeten we ook consequent zijn. Dan kunt nu dat niet zeggen en tegelijkertijd een godsdienst, de islam, subsidiëren waar men de ongelijkheid van man en vrouw predikt. U financiert moskeeën waar zulke dingen worden goedgekeurd en zelfs gepromoot. Wees eens consequent. Stop met de hypocrisie. Als u mij gelijk geeft en zegt dat zulke zaken niet kunnen, dan moeten we consequent zijn en stoppen met het subsidiëren van de islam. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.