Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, het land is in de ban van stakingen allerhande: bij de NMBS, bij De Lijn en ga zo maar verder. Zelfs de ‘Positive Belgium’-campagne van uw federale collega’s kan de ergernis die daarover in het land bestaat, helaas niet wegnemen. Gisteren reden in verschillende steden en regio’s – Antwerpen, Gent, Aalst, Brugge, Hasselt, Genk, om er maar enkele te noemen – maar de helft of een derde van de bussen en de trams, tot ergernis van vele reizigers.
Er kan inderdaad veel kritiek geleverd worden op zowel de Vlaamse als de Federale Regering, maar door de manier waarop men dat doet, raakt men natuurlijk de verkeerde mensen. Het zijn altijd dezelfde die het slachtoffer zijn van dergelijke stakingen: werknemers die niet of te laat op hun werk raken, studenten die niet of te laat op school raken en daardoor zelfs hun examens missen.
We hadden hier iets meer dan een jaar geleden, trouwens naar aanleiding van een staking toen en een vraag daarover van uw eminente collega uit de meerderheid Bart Somers, ook een debat over minimale dienstverlening bij De Lijn. U zei toen: “Ik hoop dat we ervoor kunnen zorgen dat we minstens op termijn afspraken kunnen maken over de zwaksten, de meest kwetsbaren, zoals jongeren en scholieren, zodat die gevrijwaard worden en kunnen rekenen op die mobiliteit en niet in de kou worden gezet.” Voortgaand op de staking van gisteren kan ik alleen maar concluderen dat daar blijkbaar niets van in huis gekomen is, want ook de meest kwetsbaren, jongeren en scholieren, zijn gisteren niet geraakt waar ze moesten of wilden zijn.
Minister, wat is er gekomen van de afspraken die u destijds aankondigde? Hoe wilt u de minimale dienstverlening voor busreizigers garanderen bij toekomstige stakingen?
Minister Weyts heeft het woord.
U wijst op communautaire verschillen, en ik prijs mij gelukkig dat we vandaag kunnen zeggen dat op het terrein de minimale dienstverlening de facto bestaat in Vlaanderen. Ik kan u cijfers voorleggen van De Lijn. Op 27 april, de grote stakingsdag, zijn 80 tot 85 procent van de bussen en trams uitgereden. Op 24 mei is meer dan de helft, ongeveer 55 procent, van de bussen en trams uitgereden. De cijfers van afgelopen dinsdag variëren naargelang de omgeving: in de steden is meer dan de helft van de bussen en trams uitgereden, op het platteland is dat 70 tot 75 procent. Dat zijn alleszins bemoedigende cijfers.
Maar ik vind ook wel dat we moeten kunnen rekenen op enige zekerheid en betrouwbaarheid. Ik vind het belangrijk dat we vanuit De Lijn een signaal van zekerheid en betrouwbaarheid kunnen geven. Daarom heb ik aan het management gevraagd – en dat moet zijn vertaling krijgen in de beheersovereenkomst – om ervoor te zorgen dat we op Vlaams niveau het systeem toepassen dat we vandaag bijvoorbeeld in Gent en Leuven toepassen. In Gent en Leuven hergroepeert men de werkwilligen en focust hen op de belangrijkste stadslijnen. Hetzelfde moeten we kunnen doen op Vlaams niveau, als het over het kernnet gaat. Zo kunnen we ervoor zorgen dat De Lijn te allen tijde staat voor zekerheid en betrouwbaarheid, minstens op dat kernnet. Die vertaling gaan we effectief doen in het kader van de beheersovereenkomst, maar vandaag ben ik alleszins tevreden – voor zover je daar tevreden over kunt zijn in het geval van een staking – dat er in Vlaanderen de facto wel een minimale dienstverlening bestaat op het terrein.
Minister, met een de-factobeleid gaan we er natuurlijk niet komen. Honderden, duizenden mensen zijn gisteren door de stakingen, maar ook door het gebrek aan een volledige minimale dienstverlening, niet op hun werk of op school geraakt. Dan is de vraag waarom u talmt met de invoering van zo’n minimale dienstverlening. U hebt hier immers bondgenoten genoeg. Open Vld heeft zich daar vorig jaar voor uitgesproken. Ik wil u daar ook in steunen. En er zijn allicht nog andere partners en partijen die u daar ook in willen steunen. In het federale regeerakkoord staat de minimale dienstverlening ook ingeschreven. Waar wacht men nog op?
Ik heb hier trouwens een persbericht van vijf jaar geleden bij van uw partij, die toen, alweer naar aanleiding van een staking, zei: “De N-VA betreurt de staking en ijvert voor minimale dienstverlening bij De Lijn.” Dat was vijf jaar geleden. De N-VA zit al die tijd al in de regering en heeft nu al twee jaar lang de minister van Mobiliteit, en er is nog altijd geen invoering van die minimale dienstverlening.
Waar wacht u nog op? Maak hier eindelijk eens dringend werk van zodat burgers geraken waar ze moeten zijn, ook met de bus en de tram.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Voorzitter, CD&V gelooft uiteraard in sociaal overleg, maar we zijn ook niet blind voor die onverantwoordbare syndicale acties van de voorbije dagen, vooral in het zuiden van het land. De actie van gisteren was al zeer lang aangekondigd.
Wettelijk een minimale dienstverlening opleggen, is jammer genoeg onze bevoegdheid niet. Daarvoor moeten we aan de overkant van de straat zijn. Ik apprecieer ten volle de zaken die de minister heeft gezegd. Hij probeert dit met De Lijn in het kader van de beheersovereenkomst die nog aan bod moet komen, op te nemen. Nu zijn er afspraken tussen de vakbonden en De Lijn om geen wilde stakingen te doen. Het voorbeeld om een vorm van minimale dienstverlening met werkwilligen zoals in Leuven en Gent uit te breiden naar heel Vlaanderen, steunen we ten volle. We hopen dat we iets dergelijks in de volgende beheersovereenkomst kunnen opnemen.
De heer Keulen heeft het woord.
Wij waren, zijn en blijven gewonnen voor het concept van de minimale dienstverlening. Als je de situatie op het terrein bekijkt, zou het antwoord op de vraag hoe het komt dat De Lijn dit de facto kan waarborgen, misschien wel eens kunnen schuilen in het feit dat er pachters actief zijn. De helft van de lijnen wordt door privébedrijven bediend. Daar wordt uiteraard niet gestaakt. Zo krijg je een goed percentage. Meer private inbreng is misschien de sleutel om de minimale dienstverlening de facto te waarborgen. Het concept van minimale dienstverlening is absoluut noodzakelijk om de geloofwaardigheid van ons hele bestel en de openbaarvervoersbedrijven zoals de NMBS en De Lijn, te waarborgen.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mijnheer Janssens, zoals de minister al zei, benadruk ik dat er wel degelijk veel bussen en trams zijn uitgereden, gelukkig maar. Het gaat om cijfers van 80 tot 85 procent, meer dan de helft en 75 procent. Daarmee zitten we in een situatie waarbij de Vlaamse werknemers – waarvoor dank – beseffen dat er maatregelen moeten worden getroffen en dat ze aan het werk blijven. In die zin zijn er de laatste tijd meer voertuigen uitgereden dan bij een minimale dienstverlening het geval zou zijn.
We kunnen natuurlijk op zoek gaan naar afspraken in de beheersovereenkomst of in een gentleman’s agreement waarbij we naar kernnet gaan dat gevrijwaard blijft en wordt. Ik ben dan ook verheugd dat de minister deze deur wijdopen zet. We zullen daar met plezier aan meewerken.
Minister Weyts heeft het woord.
De linkerzijde zwijgt, dat is goed. (Opmerkingen bij sp.a en Groen)
Neen, neen, het is goed.
Ik heb niet de wettelijke instrumenten voorhanden. Ik ben niet bevoegd. Het belangrijkste is niet wat je in theorie kunt doen, maar wat in de praktijk gebeurt. Op dat vlak tonen we aan dat we het in Vlaanderen beter doen. We slagen erin om in de praktijk voor een de facto minimale dienstverlening te zorgen. Dat gebeurt op basis van afspraken die zijn gemaakt tussen management en de sociale partners. Dat is het belangrijkste. Ik wil ervoor zorgen dat die afspraken een vertaling krijgen in de beheersovereenkomst en dat we er uiteindelijk voor zorgen dat er de facto op het terrein een minimale dienstverlening is.
Minister, u mag zich niet tevreden stellen met de cijfers die u zojuist hebt genoemd, ook al zijn ze beter dan aan de andere kant van het land. Neem uw engagement van een jaar geleden ter harte. Het zal aan uzelf liggen of we hier binnen enkele maanden of een jaar opnieuw staan met vragen over mensen die boos zijn omdat ze niet op hun bestemming zijn geraakt door de dienstverlening van De Lijn. U kunt met garanties voor een minimale dienstverlening die boosheid wegnemen. Neem daarvoor uw verantwoordelijkheid en maak daar dringend werk van. Laat die bus- en trampendelaars niet in de kou staan.
De actuele vraag is afgehandeld.