Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet tot wijziging van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, het Provinciedecreet van 9 december 2005 en het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
De algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, hier staat voor u een tevreden lokaal bestuurder, want eindelijk beweegt er wat op het vlak van een modern personeelsbeleid. Ik ben een aantal jaren schepen van personeelsbeleid geweest, en dat heeft me erg gefrustreerd: de regelgeving was zo strikt dat een eigen personeelsbeleid voeren in mijn ogen amper mogelijk was. De voorliggende aanpassingen zijn dus meer dan welkom.
De Vlaamse Regering geeft ons hiermee veel meer vrijheid om een modern personeelsbeleid te voeren. Denken we bijvoorbeeld maar aan de keuze in verband met de statuten en aan het afschaffen van de personeelsformatie. Denken we bijvoorbeeld aan de evaluatie van het personeel, waar we veel meer vrijheid in krijgen. Denken we bijvoorbeeld aan de mogelijkheid van terbeschikkingstelling van statutair personeel. Dat zijn allemaal zaken waarbij we in het verleden met handen en voeten waren gebonden aan veel te strikte regels.
Dat verder de vaststelling van de rechtspositieregeling en het organogram en het dagelijks personeelsbeheer kunnen worden overgeheveld naar de colleges kan voor mij enkel voor efficiëntiewinst zorgen. Ik zie hier sommige leden van neen gebaren. Ik zeg wel duidelijk dat het dit kán betekenen: de gemeenteraad beslist immers nog altijd autonoom of die bevoegdheid wordt overgeheveld naar het college.
Minister, ik heb tijdens de commissievergadering ook nog een aantal suggesties gedaan om in dezen nog verder te gaan om dat modern personeelsbeleid te kunnen bereiken. De eerste betrof het scholingsbeding voor statutairen, de tweede de tuchtprocedure, die in mijn ogen vandaag nog veel te log is. Over beide suggesties wordt spijtig genoeg niet gesproken in dit ontwerp, maar ik heb van u begrepen dat u daar zeker voor openstaat en ik kijk dus uit naar het vervolg van de werkzaamheden van het comité.
Minister, mijn conclusie is dat vandaag heel veel lokale bestuurders hier zullen bevestigen dat deze maatregelen broodnodig waren. Ik zou dus zeggen: meer van dat. (Applaus bij de meerderheid)
De heer De Loor heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, dit ontwerp van decreet bevat volgens u, zoals u ook in de memorie aangeeft, inhoudelijke thema’s met een prioritair karakter. Concreet betreft het, zoals hier daarnet is gezegd, de regelgeving met betrekking tot het personeel van gemeenten, provincies en OCMW’s en het toezicht op de hulpverleningszones. Wat dat laatste betreft, sluiten we ons aan bij het voorstel vervat in dit ontwerp.
Ik wil echter toch wijzen op de manier waarop het overleg werd georganiseerd. De opmerkingen van de vakorganisaties ter zake klinken heel duidelijk. Zelfs de vakorganisatie waarmee wél een protocol van akkoord werd bereikt, AVC-Openbare Diensten, is vernietigend in haar opmerkingen. De vertegenwoordigers van ACV-Openbare Diensten stellen dat ze “de manier waarop de onderhandelingen over het voorontwerp van decreet in Comité C1 verlopen zijn, betreuren”. Ik ga verder met het citaat: “Wij hadden het gevoel dat de politieke overheid de onderhandelingen slechts als een noodzakelijke formaliteit zag en dus niet de intentie had om compromissen te zoeken.”
Minister, ondertussen is dat een bekend oud zeer. Hoewel u dit omschrijft als inhoudelijke thema’s met een prioritair karakter, vinden we het onlogisch dat dit niet onmiddellijk mee wordt opgenomen in het nieuwe decreet Lokaal Bestuur dat er toch zit aan te komen.
We hopen en gaan er ook van uit dat een van de kerngedachten van het nieuwe decreet het versterken van de gemeenteraad zal zijn. Sp.a pleit er dan ook al lang voor dat lokale besturen over hedendaagse instrumenten kunnen beschikken om hun personeelsbeleid vorm te geven.
Ik stel ook vast, minister, dat enkele symbolische beslissingen voor u belangrijker zijn dan veranderingen die gebaseerd zijn op bestuurlijke inzichten. De vakorganisaties merken op dat de statutaire tewerkstelling ook belangrijk is omdat het de onafhankelijkheid van de ambtenaren en de administratie vergroot tegenover onder andere de politiek verkozen. Dat is een stelling waar we toch belang aan moeten hechten.
We hadden ook meer ambitie verwacht inzake de evaluatiecyclus. In een aantal gevallen kan het huidige systeem als log worden ervaren. Dat klopt, maar nu wordt het kind met het badwater weggegooid. Het is een gemiste kans om als kaderstellende overheid meer optimale instrumenten inzake loopbaanontwikkeling aan te bieden aan de lokale besturen.
Minister, dames en heren, om deze redenen zullen we ons onthouden bij de stemming over dit ontwerp van decreet. (Applaus bij sp.a)
Mevrouw Pira heeft het woord.
We zullen ons ook onthouden bij de stemming over dit ontwerp van decreet. We storen ons aan de uitholling van de gemeenteraad. Uiteraard zijn we vragende partij voor autonomie van de lokale besturen als het gaat over het personeelsbeleid en meer efficiëntie. Wat hier gebeurt, is dat de rechtspositieregeling en het organogram – toch twee belangrijke documenten van de gemeenteraad, die in vele gevallen 50 procent van de begroting uitmaken – van de gemeenteraad aan het college kunnen worden gedelegeerd. Dat is natuurlijk facultatief, maar een meerderheid doet dat sowieso. De gemeenteraad heeft op die manier geen zicht meer op meer dan 50 procent van de begroting. Het was de bedoeling om het operationele uit de gemeenteraad te trekken. Dit is echter niets operationeels meer, maar gaat over de krijtlijnen. De gemeenteraad kan dat debat niet meer voeren.
Dat is niet de enige uitholling van de gemeenteraad, maar de zoveelste. We hebben al de politieraad, de intercommunales, de autonome gemeentebedrijven: telkens weer worden er bevoegdheden onttrokken aan de gemeenteraad. Ik sta daar niet alleen in. Ik heb onlangs van de minister-president op het zeventiende congres van de lokale politiek in Gent een gelijkaardig discours gehoord. Hij heeft de uitholling van de gemeenteraad aangekaart en gezegd dat het een van de oorzaken is waarom jonge mensen zo weinig interesse betonen om nog in de gemeenteraad te gaan zetelen.
De gemeenteraad is aan evaluatie toe. We moeten praten over wat de gemeenteraad – en uiteraard ook de provincieraad – kan betekenen in een veranderende wereld. We hebben niet enkel de gemeenteraad, maar ook de groeiende burgerparticipatie. Het is aan de orde om na te gaan wat de nieuwe rol kan zijn van de gemeenteraad. Ik hou een warm pleidooi om daar samen over na te denken.
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, ik wil ook onze stemhouding toelichten.
Minister, als dit een voorafname is van het decreet Lokaal Bestuur, dan staat ons, naar ik vrees, nog een hele uitholling van de raden te wachten, want ook deze voorstellen zijn alweer een versterking van de colleges. Het toverwoord in de documenten is ‘steden en gemeenten meer autonomie geven’, maar in de praktijk zullen de bevoegdheden die naar het college kunnen worden gedelegeerd, niet facultatief maar effectief worden gedelegeerd. We zien nu al een maximalisatie van de delegatie. We vrezen daarbij dat al die autonomie en delegatie van personeelszaken een opening maakt naar intercommunales die graag zullen aanbieden om deze werklast van de gemeente over te nemen.
En inderdaad, ik ben het eens met mevrouw Pira: die raad zal, vrees ik, alle zicht op personeelszaken verliezen, en het vraag- en controlerecht van de raad zal dat niet opvangen. Vanwege de uitholling van die raden zullen ook wij dit ontwerp van decreet niet goedkeuren.
Minister Homans heeft het woord.
Voorzitter, ik ben blij dat een grote meerderheid in dit parlement gewonnen is voor meer autonomie voor meer lokale besturen. Dit is, voor alle duidelijkheid, geen uitholling van de gemeenteraad. Wij hebben dat debat ook gevoerd in de commissie. Iedereen die een klein beetje ervaring heeft op lokaal niveau, in de gemeenteraad of zelfs in de provincieraad, weet dat daar nauwelijks of nooit over echte personeelszaken wordt gesproken. Heeft iemand hier aanwezig ooit al eens gedebatteerd in de gemeenteraad over het vaststellen van een organogram? Ik denk dat dat heel weinig gebeurt. (Bart Caron en Jan Bertels steken de hand op.)
Dan loopt het daar waarschijnlijk niet zo van een leien dakje in Kortrijk en Herentals? (Opmerkingen)
Voorzitter, mijn punt was dat er in de gemeenteraad bij mijn weten wordt gedebatteerd over beleidsmatige keuzes en niet zozeer over management. Wij hebben op vraag van de lokale besturen, die al jaren meer mogelijkheden vragen om ook een modern personeelsbeleid te kunnen voeren, met dit ontwerp van decreet het hele regelgevend proces laten afgaan. We zitten hier vandaag om het goed te keuren. Ik hoop dat al diegenen die hier aanwezig zijn en een absoluut geloof hebben in de kracht van de lokale besturen en in meer autonomie voor de lokale besturen, op het groene knopje zullen drukken.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2015-16, nr. 731/1)
– De artikelen 1 tot en met 72 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.