Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Doomst heeft het woord.
Minister, of het Eurostadion er nu wel of niet komt, wordt stilaan actueel, niet het minst omdat straks de voetbalgekte rond het Europees kampioenschap toeslaat en wij allemaal wat ‘eurotischer’ zullen worden. Maar de manier waarop dit dossier evolueert, maakt ons veeleer aan de neurotische kant. Het gaat telkens weer met startprocedures en vertragingsprocedures zijn gang.
Tot gisterennacht kon men opnieuw opmerkingen aanbrengen bij het vernieuwde milieueffectenrapport (MER), maar ik hoor van alle kanten dat mobiliteit daar het cruciale element zal zijn. We hebben al vernomen dat met name het vertragen van de ring eventueel het project volledig zou kunnen vertragen.
Minister, halen we, met het oog op 2020, de achtste finale, of raken we misschien zelfs niet door de selecties?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik wil eerst zeggen dat ik wat verbaasd ben dat die vraag hier ten eerste wordt toegelaten, want het gaat om een vraag over een lopende procedure, namelijk een MER-procedure, en dat ze ten tweede aan mij wordt gesteld, want het gaat over de cel-MER, en dat is de bevoegdheid van collega Schauvliege.
Waaruit bestaat de procedure? Eerst wordt er door de initiatiefnemer een kennisgevingsdossier opgesteld. Vervolgens is er een openbaar onderzoek, waarbij er opmerkingen kunnen worden gemaakt door administraties en omwonenden. Op basis daarvan is er uiteindelijk een ontwerpproject-MER en volgt er een ontwerptekstbespreking met diverse administraties. Dan krijg je een aanpassing van de ontwerptekst, vervolgens een definitieve versie daarvan, een goedkeuring van de cel-MER, en op basis daarvan ook een aanvraag van de vergunning.
Gisteren heeft er een vergadering plaatsgevonden in de fase van de ontwerptekstbespreking, waar verschillende administraties aan tafel zitten: Natuur en Bos, Leefmilieu, Ruimte Vlaanderen, Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) en diverse gemeenten. Door MOW zijn er – net als door vele anderen – opmerkingen geformuleerd, vanuit hun verantwoordelijkheid voor mobiliteit.
Maar dit is een lopende procedure, en ook een tegensprekelijke procedure, waarbij de initiatiefnemer natuurlijk ook een antwoord en eventuele aanpassingen kan bieden op de inhoud van wat daar gesuggereerd is. Voor zover ik daar rechtstreeks bij betrokken ben, kan ik daar niet op ingaan. Zodra de tegensprekelijke procedure is afgewerkt, zal het resultaat een MER zijn. Dan is die procedure afgerond en kan er bekeken worden welke opmerkingen er geformuleerd zijn. Ik kan moeilijk op een en ander vooruitlopen, aangezien het een lopende procedure is.
Bedankt voor het antwoord, minister. De reden voor mijn vraag is dat, beseffend dat de procedures lopen, er uiteindelijk al naar buiten en in de media is gekomen dat mobiliteit de achilleshiel van dit project zal zijn. Ik heb het gevoel dat we dan beter duidelijkheid scheppen rond dat project. Door de stuitligging tussen Vlaanderen en Brussel was het te verwachten dat dit een zeer moeilijke bevalling zou zijn. Op een bepaald moment moeten we aan de initiatiefnemers duidelijk zeggen dat het kan of dat het niet kan. Wanneer zal die duidelijkheid er komen?
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, parking C, de plek waar het Eurostadion moet komen, kennen we vandaag als een grote, troosteloze betonvlakte. Dat er een project wordt ontwikkeld, is op zich zeer goed, maar natuurlijk niet te allen prijze.
Er moet duidelijk nog veel water naar de zee vloeien, want er is nog veel onduidelijk. De invulling van het project is nog vaag. Voor de tweede versie van de project-MER zoals die nu voorlegt, is er twijfel of die wel in overeenstemming is met de Vlaamse Codex. Er is de problematiek van de mobiliteit. Er is veel onduidelijk in dat dossier, maar één ding is wel duidelijk: als het stadion opengaat, is het Brabantnet nog niet gerealiseerd en zijn de werken op de Brusselse ring ook nog niet gerealiseerd. We gaan dus massaal stilstaan op de ring. Ten slotte zijn de mensen van Grimbergen bijzonder ongerust over wat er precies zal worden gerealiseerd. Ook de mensen van Merchtem zijn ongerust. Minister, plannen u en minister Schauvliege voldoende overleg met de mensen van Grimbergen en Merchtem om al hun bezorgdheden mee te nemen?
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, ik volg u eigenlijk wanneer u zegt dat we niet kunnen ingrijpen in een lopende procedure. Mijnheer Doomst, we volgen dit dossier samen op in de commissie. Er zijn verschillende vragen over gesteld. De procedure loopt. Ik zou dan ook niet willen – en het is meer een opmerking dan een vraag – dat het argument van het EK2020 niet wordt misbruikt – en dit is niet tegen of voor voetbal – om in te breken in een lopende procedure of uitzonderingen te maken in een lopende procedure.
Mevrouw Segers heeft gelijk als ze zegt dat de mobiliteit, maar ook andere bezwaren, heel belangrijk zijn. Laat de procedure zijn gang gaan.
De heer Ronse heeft het woord.
Collega’s, duizenden Vlaamse ondernemers volgen dagelijks alle mogelijke procedures en plooien zich daarnaar.
Collega Doomst, de achilleshiel van dit project is niet het mobiliteitsbeleid van de Vlaamse Regering, maar wel het feit dat die ontwikkelaars, en in het bijzonder de stad Brugge als promotor, zich constant boven die Vlaamse ondernemers stellen. Dat mag dit parlement nooit, nooit dulden. Het is minister Schauvliege die erop moet toezien dat alle procedures op een correcte manier worden gevolgd. Het is evident dat een vergunning pas kan worden afgeleverd als alle voorwaarden uit het ruimtelijk uitvoeringsplan zijn vervuld. We rekenen op minister Schauvliege om die procedure goed te bewaken. Dit is de zoveelste etappe in het blunderboek van de promotor en ontwikkelaar. Ik denk dat de plannen voor dit stadion hetzelfde lot beschoren zijn als White Star Woluwe.
Mevrouw Moerenhout heeft het woord.
Minister, het is natuurlijk niet zo gek dat die vraag aan u wordt gesteld omdat u minister van Mobiliteit bent. Het Eurostadion heeft 62.000 plaatsen, 62.000 auto’s dus. Er wordt verwacht dat er 80 evenementen, inclusief voetbalwedstrijden, per jaar worden georganiseerd. Men staat vandaag al stil op de Brusselse Ring; dit valt onder uw verantwoordelijkheid. We hebben dus eigenlijk geen plan-MER meer nodig. Maar de plan-MER, of het project-MER, bevestigt dat er een groot mobiliteitsprobleem op komst is, nog groter dan vandaag, op die Brusselse Ring. Omdat u minister van Mobiliteit bent, is die stilstand wel degelijk uw verantwoordelijkheid.
Mijnheer Ronse, ik hoorde u spreken over de stad Brugge. Het zou een originele locatie zijn voor het stadion van Anderlecht. U bedoelde ongetwijfeld de stad Brussel.
De MER-procedure is er natuurlijk op gericht om net de impact van dat project op milieu, natuur, ruimte, mobiliteit in kaart te brengen. De vraag is niet of de werken die wij plannen op de ring, afgestemd zijn op het Eurostadion. De vraag is of het Eurostadion compatibel is met de ring in zijn huidige en nieuwe vorm. Net daarom maakt dat onderzoek ook deel uit van de MER-procedure.
We zullen zien wat daar finaal de conclusie van zal zijn. Daar kan ik in een lopende, tegensprekelijke procedure niet op vooruitlopen.
Minister, ik dank u voor uw antwoorden. Ik kijk uit naar het resultaat van de MER-procedure. Ik ken de eigenschappen van de ondergrond van het stadion niet, maar ik heb de indruk dat we hier steeds meer in een moeras terechtkomen waar we misschien nog moeilijk uit zullen geraken.
De actuele vraag is afgehandeld.