Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het beleidsmatig stimuleren van bioplastic zakken in het kader van een circulaire economie, naar aanleiding van de Waalse beslissing om een verbod op het gebruik van conventionele plastic zakken in te voeren
Verslag
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Wallonië heeft definitief beslist om het gebruik van plastic zakjes te verbieden. Dat zal gefaseerd gebeuren: in december 2016 worden plastic zakken aan kassa’s verboden, vanaf maart 2017 wordt ook bij de verkoop van fruit en groenten het gebruik van plastic zakken definitief verboden.
Minister, wij hebben dit thema recent besproken in de commissie Leefmilieu. Toen had Wallonië al het plan om een verbod in te stellen. U verklaarde toen dat u voor een geharmoniseerde en gewestoverschrijdende aanpak bent en dat u dit zou voorleggen aan de Interregionale Verpakkingscommissie (IVC). U zei ook dat er drie pistes werden onderzocht: het verbod, de hoeveelheidsbeperking en de sanctie bij niet-naleving.
Minister, wij zijn in Vlaanderen goed bezig. Sinds 2003 is het gebruik van plastic zakken met 90 procent gedaald. We halen ook de EU-richtlijn, we zijn dus goed bezig, maar tegen 2025 moeten we wel nieuwe doelstellingen halen op Europees vlak.
We zien dat Wallonië heeft beslist om de plastic zakken te verbieden en we hebben ook vernomen dat Brussel dezelfde weg zou opgaan en op zeer korte termijn dezelfde beslissing zou willen nemen. Gezien uw toon in de commissie van januari jongstleden over uw voorkeur voor een gewestoverschrijdende aanpak, is mijn vraag aan u of u al dan niet ook een verbod op het gebruik van plastic zakjes zult instellen.
De heer Nevens heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, vandaag bestaat bijna alles uit plastic. Nu blijkt dat zelfs ons water veel plastic bevat. In De Standaard van vandaag staat dat miljoenen partikels micro- en nanoplastic in ons afvalwater en dus in onze waterlopen aanwezig zijn. Dat is een groot probleem voor ons leefmilieu. Ik weet dat u als minister van Leefmilieu het leefmilieu in uw hart draagt. Maar ook voor de gezondheid van mens en dier is die vervuiling een probleem. Want vroeg of laat komen die dieren op ons bord, en zo worden we zelf slachtoffer van die plasticpartikels.
En er is meer. Mevrouw De Vroe zei het al. Europa legt ons doelstellingen op. Ik denk dat we koploper moeten zijn in de strijd om die plastics uit ons leefmilieu te verwijderen. Wallonië heeft daartoe al een voorlopig decreet uitgewerkt. Ook Brussel wil een verbod opleggen. Vlaanderen heeft zich evenwel nog niet uitgesproken over de vraag of we plasticverpakking moeten verbieden, dan wel of we een afbouw van het gebruik ervan moeten opleggen. Een andere mogelijkheid is inzetten op afbreekbaar bioplastic. We zijn allemaal voorstanders van een circulaire economie. Wel, laat nu net dat afbreekbaar bioplastic passen in de uitbouw van die circulaire economie. Welke rol ziet u weggelegd voor bioplastic, ook als element van een circulaire economie?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw De Vroe, u zegt terecht dat we op dit ogenblik bijzonder mooie resultaten behalen. We halen de Europese doelstelling nu al, dankzij het systeem van het vrijwillig niet langer ter beschikking stellen van plastic zakjes. Uiteraard hebben we de ambitie om het nog beter te doen. Omdat andere gewesten bereid zijn om een verbod op plastic zakjes in te voeren, kunnen wij samen met hen de stap vooruit zetten.
Mijnheer Nevens, u vraagt of bioplastic een oplossing kan zijn. Het ene bioplastic is het andere niet. Sommige worden heel gemakkelijk in het milieu afgebroken; voor andere daarentegen is dat niet het geval. We moeten op dat vlak erg voorzichtig te werk gaan. Als we bioplastic toestaan, dan moet het wel om een product gaan dat het milieu niet vervuilt.
Een verbod op plastic moet eenvoudig en duidelijk zijn, zowel voor de handelaar – van de grote supermarkten tot de bakkers en de marktkramers – als voor de consument. Want ook consumenten zien niet onmiddellijk wat de impact van een plastic zakje op het milieu is. Voorts moeten we goed onderzoeken wat de consequenties zijn voor het milieu: we moeten een regeling uitwerken die ervoor zorgt dat er minder plastic in het milieu terechtkomt. We zijn dus bereid om te gaan naar een verbod. Ik vind dat dit op Belgisch niveau moet worden aangepakt. Twee weken geleden voerde ik nog een gesprek met minister Di Antonio over het statiegeld en de plastic zakjes. Dat wordt verder uitgewerkt. Brussel zal daarbij worden betrokken. In elk geval moet er een regeling komen die eenvoudig en duidelijk is, en ten goede van het milieu is.
De grootwarenhuizen hebben sinds 2003 al zeer grote inspanningen gedaan die geloond hebben. Het is nu vooral de retail, de kleinhandel, de kleine winkels, de markten et cetera die nog voornamelijk plastic zakken gebruiken. Ik zou graag bijkomend vragen welk overleg u gaat aangaan. Het is belangrijk om met Comeos, met de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO) en dergelijke dit eerst nog grondig te bespreken, want uit de eerste reacties die we in de pers hebben gelezen, blijkt dat dat zeker nog een grote vraag is van de betrokken actoren. Uiteraard is het milieu er zeker bij gebaat dat we naar minder plastic zakken gaan. Iedereen is daarvan overtuigd. We zitten natuurlijk met de EU-doelstelling voor 2025. Momenteel verbruiken we nog een kleine honderd plastic zakken per inwoner en we moeten tegen 2025 naar veertig stuks per inwoner gaan. We hebben dus nog wel een hele weg af te leggen.
We moeten inderdaad een omslag maken in dezen. Het leefmilieu heeft daar baat bij. België moet volgend jaar een Europese richtlijn omzetten die de drastische reductie van milieuvervuiling ten gevolge van plastic zakjes beoogt. Wallonië heeft vandaag al een keuze gemaakt. Ik hoor dat u nu dezelfde keuze voor ogen hebt. Ik ben blij dat u ook bioplastic als een alternatief wil onderzoeken. Het is aan u, minister, om een kader te scheppen zodat we slechte bioplastic uit ons leefmilieu kunnen weren. Onze Vlaamse ondernemers hebben er baat bij om bioplastic te gebruiken. Bent u bereid om een kader te scheppen voor de kwaliteit van bioplastic zodat we een vlotte overschakeling kunnen maken van de zeer vervuilde plastic naar bioafbreekbare plastic?
De heer Tobback heeft het woord.
Aansluitend bij de twee vraagstellers, en ook wel voor een stuk bij de minister, wou ik een warm pleidooi houden om ons als Vlaanderen niet te laten voorbijsteken. We kunnen over afval niet discussiëren zonder te zeggen dat we voorlopers zijn geweest, dat we prachtige resultaten hebben geboekt. Dat is waar, maar op dit ogenblik staan we in een aantal dossiers – ik denk aan statiegeld, aan het verbod op plastic zakken – eerder stil en zien we anderen vooruit gaan. Het moet toch echt onze ambitie zijn dat we ervoor gaan. Ik wil me aansluiten bij het discours van de heer Nevens over bioplastic. Die gaat er pas komen als u een duidelijke beslissing neemt. Dat is: a) plastic zakken zijn verboden, tenzij eventueel b) u kunt aantonen dat … Ik wil u heel hard vragen dat u die aanpak hanteert en dat u nu zeer snel heel duidelijk bent, ook naar handelaars en verdelers toe, dat dit verbod er komt en dat we daar ook voorloper in zullen blijven, maar dat er eventueel achteraf uitzonderingen kunnen komen voor bioplastic, wat trouwens een terechte uitzondering zou zijn.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, ik hoor in uw antwoord duidelijk een aantal positieve zaken. U zegt dat u voor een ban van de plastic zakjes bent. U bent ook voor een eenvoudig systeem. Dat lijkt me nogal logisch. U bent voor milieuwinst. Dat lijkt me ook nogal evident. Alleen zie ik een beetje hetzelfde fenomeen als met statiegeld: principieel voor, maar het ontbreekt een beetje aan politieke actie. U zegt dat u voorstander bent en dat we overleg moeten plegen, maar ik zou graag meer duidelijkheid krijgen over wat u exact doet om tot die ban van plastic zakjes te komen.
Wat het statiegeld betreft – aangezien het hier toch op tafel komt – hebben we al heel concreet afgesproken met andere gewesten dat we eraan werken dat het in voege kan treden in januari 2018. Het is een systeem dat volgens de studies die we hebben laten uitvoeren pas in voege kan treden als het voor heel België hetzelfde systeem is en als er tijd is om iedereen de omschakeling te laten doen. Over dat systeem hebben we trouwens in de commissie al veel van gedachten gewisseld. Ik voel dat er in de commissie heel wat voorstanders zijn. Ook ikzelf vind dat we dat moeten invoeren. Maar de eerste stappen, waaronder de samenwerking met de andere gewesten, zijn reeds gezet. Ook aan de omzetting in regelgeving wordt gewerkt.
Wat betreft het verbod op plastic zakjes, heb ik weer dezelfde conclusie: het heeft geen zin en het levert ook niets op om alleen in Vlaanderen een dergelijk verbod in te voeren. Ik denk dat iedereen het daarover eens is. Het groeit ook. We zien dat nu ook Wallonië en Brussel graag bereid zijn om dat verbod in te voeren. We zullen daar absoluut aan werken, maar we zullen dat niet eenzijdig van bovenaf doen, mijnheer Sanctorum. Het is maar logisch, zoals collega De Vroe vraagt, dat je daar overleg over pleegt en dat je ook de sectoren mee hebt. We moeten het niet zomaar manu militari invoeren, zonder overleg te hebben gepleegd. De mensen die het in de praktijk moeten uitvoeren, moeten er ook achter staan. De volgende stappen die we zullen zetten zijn de intergewestelijke verpakkingscommissie, goede afspraken maken, rond de tafel gaan zitten met de handelaars en iedereen die het moet uitvoeren, en het systeem van de bioplastics verder onderzoeken.
Collega’s, u weet dat wij geen bevoegdheid hebben op het vlak van productnormering. We kunnen niet zeggen dat de bioplastics zus of zo moeten zijn. We zullen op een andere creatieve manier moeten kijken hoe we op een duidelijke manier de bioplastics die wel biologische afbreekbaar zijn, kunnen onderscheiden van bioplastics die niet biologisch afbreekbaar zijn. Er zijn immers nog verschillende systemen. Ik houd mijn hart vast als we algemeen zeggen dat bioplastics nog wel kunnen in de winkel, omdat we dan met een systeem zitten waarbij er weer plastic in ons milieu komt. Dat kan de bedoeling niet zijn. De bedoeling moet zijn dat we plastic weren en op die manier ons milieu beter maken, met een haalbaar systeem, zowel voor alle handelaars, maar ook voor de consumenten. Daar zal ik aan werken, en daar zal ik ook de tijd voor nemen, zonder het dossier op de lange baan te schuiven.
Dank u wel, minister. Ik ben tevreden dat u ingaat op mijn vraag om in overleg te gaan met de handelaars, de marktkramers en de betrokken sectoren. Uiteraard gaan we dit verder opvolgen in de commissie. Ik zou tegelijkertijd willen vragen om, als u het overleg aangaat, het niet alleen over bioplastic te hebben maar ook over eventuele andere milieuvriendelijke alternatieven.
We hebben het nu gehad over het milieu, want het hangt daar heel nauw mee samen. Wat betreft de problematiek die collega Nevens heeft aangehaald van de plastics aan de Vlaamse stranden, hebben we ook betreffende de zuiveringsgraad in Vlaanderen nog werk aan de winkel om de bioplastics uit ons water te houden.
Minister, we gaan inderdaad de goede richting uit: een verbod op plastic. Dat concludeer ik vandaag in deze plenaire. Ik heb veel getuigen. Er zijn veel collega’s aanwezig. We gaan dus voor een verbod, samen met het Waalse Gewest en met het Brusselse Gewest. We zoeken naar alternatieven zodat de consument ook bioplastics kan gebruiken die weliswaar voldoen aan de norm van bioplastic en bioafbreekbaar zijn. Ik geloof dat u zeker een partner vindt in de Vlaamse bedrijven die vandaag al bioplastic produceren. Ik vraag met aandrang om die mensen te betrekken bij heel het verhaal, want zij hebben vandaag een alternatief voor die vuile, smerige plastics die vandaag in ons water en ons leefmilieu terechtkomen. (Applaus bij de meerderheid)
De actuele vragen zijn afgehandeld.