Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de zwakke doelstellingen van het uitvoeringsplan voor huishoudelijk afval
Actuele vraag over de onenigheid binnen de meerderheid betreffende het uitvoeringsplan huishoudelijk afval
Verslag
De heer Nevens heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, vorige week is het openbaar onderzoek over de doelstellingen van het nieuwe uitvoeringsplan voor huishoudelijk afval afgerond. Vandaag halen 158 van onze 308 Vlaamse gemeenten de doelstellingen die volgens u in 2022 moeten worden gerealiseerd. Dat is weinig ambitieus. De Vlaamse gemeenten hebben al veel inspanningen geleverd en scoren geweldig goed. Voor de gemeenten die de doelstellingen niet halen, hebt u de lat vrij hoog gelegd. Neem bijvoorbeeld Pepingen, of andere gemeenten: ze moeten tegen 2020 70 kilogram afval per inwoner minder produceren. Dat wordt een hele uitdaging. Is het mogelijk om dit plan ambitieuzer te maken voor de gemeenten die vandaag ver onder de doelstellingen voor 2022 zitten? En hoe wilt u de gemeenten die onrealistische doelstellingen worden opgelegd over de streep trekken?
De heer Vanbesien heeft het woord.
Minister, een vraag die ook rijst, is: doet u uw job nog graag? U bent minister van het milieu. Dat betekent dat u zich met hart en ziel moet inzetten voor de verbetering van het milieu in Vlaanderen, maar dan komt u altijd met fletse doelstellingen en wat flauwe maatregelen. En dan is het godbetert de N-VA die elke keer uit plaatsvervangende schaamte moet komen zeggen dat het niet genoeg is.
Concreet en inhoudelijk nu: het gaat over het huishoudelijk afval, de restfractie, de fractie die niet gerecycleerd kan worden. Vroeger was de doelstelling 180 kilogram per inwoner. Nu maakt u doelstellingen per gemeente, en die variëren van 116 tot 258 kilogram, afhankelijk van het soort gemeente. Maar zoals mijn collega al gezegd heeft, halen de helft van de gemeentes die doelstelling al. Dit is een doelstelling voor 2022, maar ze halen die nu al. Die doelstellingen zijn dus flauwe koek. Wij zijn op dit moment voorloper in de wereld als het gaat over afvalreductie en recyclage, maar we dreigen dat voorloperschap volledig uit handen te geven.
Bent u bereid om meer ambitie te tonen? Bent u bereid om zich een echte minister van milieu te tonen? Ons concrete voorstel is vrij eenvoudig, namelijk om de doelstellingen met 20 procent scherper te stellen, en dus de doelstellingen voor al die gemeenten te verlagen.
De heer Tobback heeft het woord.
Minister, deze discussie is al een tijd gaande. Een paar weken geleden stond de heer Nevens hier ook met precies dezelfde boodschap, namelijk: wees ambitieuzer. Dat is een boodschap die – het spijt mij zeer – uit uw eigen meerderheid komt.
Wat mij vooral van het hart moet, is dat de reden waarom wij in Vlaanderen voorloper zijn inzake afvalbeleid en zeker materialenbeleid, niet bij de Vlaamse Regering ligt, maar bij inspanningen van Vlaamse gemeenten en gemeentebesturen en van Vlaamse inwoners, die kampioenen zijn in selectief inzamelen en zorgen voor hun afval. Als u dat draagvlak, die ambitie, die steun wilt behouden, zult u niet alleen een beleid moeten kunnen voorleggen dat de steun krijgt van al uw regeringspartijen, wat vandaag heel duidelijk niet het geval is, maar zult u ook doelstellingen moeten brengen die haalbaar, realistisch én ambitieus zijn.
U hebt gekozen voor een systeem waarbij u de gemeenten indeelt in 11 clusters met 150 criteria, waardoor niemand nog weet wat nu precies de reden is waarom hun ambitie hun ambitie moet zijn, waardoor je inderdaad in de discussie terechtkomt dat rijke gemeenten meer afval per persoon mogen produceren dan gemeenten met lagere inkomsten, dat gemeenten die bij wijze van spreken aangrenzend zijn, in dezelfde omstandigheden soms 30 procent meer of minder afval mogen produceren. Dit is een beleid dat niet meer uitlegbaar is. En blijkbaar krijgt u het zelfs in uw eigen coalitie niet meer uitgelegd.
Ik wil dan ook een heel warme oproep doen, minister. Op deze manier zult u er nooit in slagen om van uw voornaamste partners – de inwoners in dit land, de burgers en gezinnen in Vlaanderen, en de gemeentebesturen – opnieuw partners te maken in het halen van die doelstellingen. De doelstellingen zijn niet geloofwaardig en het beleid errond is niet klaar en duidelijk. Hoe gaat u dat, naar aanleiding van de opmerkingen uit het openbaar onderzoek, bijsturen? We praten vandaag over circulaire economie. Het is iets dat ons allemaal aan het hart gaat. En we zijn er nog goed in ook in Vlaanderen.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega’s, we hebben ditzelfde item inderdaad een paar weken al besproken in dit halfrond. Ik heb toen ook uitgelegd dat het niets te maken heeft met al of niet rijke gemeenten. Ik heb voorbeelden gegeven van steden die betere doelstellingen hebben, omdat zij het niet zo gemakkelijk hebben om ook die recyclagecijfers te halen.
Ik ben het er niet mee eens dat er geen ambitie is. Het nieuwe plan, zoals het nu voorligt, houdt een verdubbeling van de ambitie in ten opzichte van het huidige plan. De doelstelling verdubbelen, dat is toch een duidelijke ambitie.
Dit is ook besproken in de Vlaamse Regering, en ik heb geen enkele opmerking gekregen van een coalitiepartner. Zeggen dat de coalitiepartner er niet achter zou staan, vind ik dan ook een zeer eigenaardige zaak, collega’s.
Het klopt dat er een openbaar onderzoek is geweest. Dat liep tot 10 maart. Er zijn een paar opmerkingen. We zullen die nu verwerken en zullen dan uiteraard terug naar de Vlaamse Regering gaan. Ik kan moeilijk vooruitlopen op wat daar de conclusies zullen zijn.
Er is een schrijven van de VVSG met de heel uitdrukkelijke vraag om de criteria, die zijn bepaald in het plan, absoluut te behouden. Daar staan ze ten volle achter. Ik wil daarmee niet vooruitlopen op de beslissing die we zullen nemen, maar steden en gemeenten zijn dus niet tegen de weging zoals dat nu in het ontwerpplan zal staan.
Een zaak blijft onduidelijk. U gebruikt Belfius-statistieken van 2007. Het is nu 2016. In die statistieken worden de afvalcijfers tussen 2012 en 2014 van de gemeenten gebruikt. U wilt een beleid voeren met doelstellingen voor 2022. Vandaag blijkt dat gemeenten al veel beter doen dan wat u vooropstelt. Dat is een fout signaal, zowel voor de lokale besturen als voor de intercommunales die vandaag hoog inzetten op het beperken van restafval. Dat is toch iets waar we in Vlaanderen naar willen streven.
Vlaanderen is top inzake recyclage en hergebruik van afval. We moeten de ambitie hebben om dat zo te houden, om in Europa het afvalbeleid als topprioriteit op de kaart te blijven zetten. Minister, u maakt van Vlaamse gemeenten die vandaag koerspaard zijn, ezels en van ezels wilt u koerspaarden maken. Dat gaat nooit lukken.
Ik wil niet zozeer het debat voeren over de criteria per gemeente. Dan verliezen we ons in techniciteit, terwijl de bottomline veel belangrijker is: de hoeveelheid restafval moet naar beneden en we moeten daar ambitieus in zijn.
Minister, u zegt dat we heel ambitieus zijn. Wel, de helft van de gemeenten krijgt voor 2022 een doelstelling die ze nu al halen. Dat is dus niet ambitieus. Het belang van hoge doelstellingen is dat gemeenten dan maatregelen nemen die dieper gaan, dat er meer creativiteit komt en dat er zo een beter beleid komt. Het zal uw afvalplan wellicht ruimer onder druk zetten, want we zullen naar meer hergebruik moeten gaan, iets wat in uw afvalplan te weinig aan bod komt. We zullen ook moeten gaan naar het belonen van mensen die afval sorteren en die nieuwe grondstoffen afleveren op het containerpark in plaats van gemeenten die nu nog te hoge prijzen vragen voor kostbaar materiaal dat wordt binnengebracht. We zullen dus op vele fronten moeten verbeteren om de hoeveelheid restafval naar beneden te krijgen, maar dat zal enkel gebeuren als er druk is van genoeg ambitieuze doelstellingen.
Minister, een reeks ambities met doelstellingen die lager liggen dan wat we nu al hebben, dat is niet ambitieus. Aan de gemeenten zeggen dat ze aan de targets die ze nu al bereiken, niets moeten veranderen, is geen ambitie in verdergaand beleid. Dan heb ik het alleen nog maar over de ambities inzake restafval. Over zwerfvuil staan zo goed als geen concrete ambities in het afvalstoffenplan, laat staan concrete hulp aan gemeenten om aan dat prangend probleem iets te doen. Ik noteer dat u daarbij niet verwijst naar de opmerking van de VVSG daarover.
Dit ambitieus noemen, is eerlijk gezegd een vreemde interpretatie van de term ambitieus. Als u zegt dat iedereen in de regering het ermee eens is, noteer ik dat de collega’s van de N-VA in het parlement hooguit in eigen naam spreken. Wie kan hun dat kwalijk nemen? Dat is ook het enige dat de minister-president tegenwoordig nog doet.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, het is vanzelfsprekend dat we op het Europese niveau koploper willen en zullen blijven inzake recyclage en hergebruik van afval, en zo weinig mogelijk restafval willen produceren.
Vandaag las ik in de krant dat de heer Nevens pleit voor maatwerk voor de steden en gemeenten. Welnu, als u het ontwerpplan goed hebt gelezen, dan ziet u dat het rekening wil houden met een aantal nieuwe maatschappelijke trends. En het is net op vraag van de VVSG en van steden en gemeenten dat wordt voorgesteld om meer op maat te werken.
De minister heeft al gezegd dat het openbaar onderzoek zes dagen geleden is afgerond. Alle opmerkingen dienen nog verwerkt te worden.
Volgende dinsdag is er in de commissie Leefmilieu een gedachtewisseling over het ontwerpplan. Het zou me verheugen om daar ook de heer Vanbesien te verwelkomen, die nu het woord voert over dit thema. Het zou goed zijn daar met hem over van gedachten te wisselen. Het lijkt me zeer voorbarig om nu al zulke voorafnames te doen en stellingen in te nemen. (Applaus bij CD&V)
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Het is inderdaad zo dat Vlaanderen koploper is op het vlak van afvalinzameling en recyclage. Het moet onze ambitie zijn om dat te blijven, ook al zal dat heel wat inspanningen vragen.
We praten over een ontwerpplan. Het openbaar onderzoek is inderdaad nog maar net afgelopen. Er zal een gedachtewisseling plaatsvinden, en ik denk dat dat de juiste gelegenheid is om die discussie te voeren. Maar het is duidelijk dat er nog een aantal aanpassingen moeten gebeuren aan het ontwerpplan. Dat is ook de reden waarom dat openbaar onderzoek heeft plaatsgevonden. Minister, ik ben heel benieuwd om van u te horen of u al een zicht hebt op het aantal bezwaarschriften dat is binnengekomen naar aanleiding van dat openbaar onderzoek.
Dit ontwerpplan is opgemaakt door de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). De VVSG staat volledig achter de methodiek die in dit plan is uitgewerkt. Het klopt dat men heeft gevraagd om te voorzien in maatwerk, terwijl nu voor elke gemeente dezelfde doelstellingen gelden. Zo moet er rekening worden gehouden met een specifieke stedelijke context, zodat daar op een andere manier met afval kan worden omgegaan. Dat is uitgewerkt en uitgerold in het plan.
Er is een openbaar onderzoek geweest dat op 10 maart is afgerond. Er zijn verschillende opmerkingen gemaakt, maar dat is ook de bedoeling van zo’n openbaar onderzoek. Wij zullen alles grondig bekijken en opnieuw een beslissing nemen, maar zeggen dat dit plan niet ambitieus is, klopt niet. Ik herhaal nogmaals dat dit nieuwe plan een verdubbeling is van de doelstelling. Dat ademt toch wel ambitie uit.
Mijnheer Vanbesien, ik ben een beetje verrast door uw opmerking. U zegt dat containerparken te duur zijn, maar ik dacht dat u toch achter het principe stond dat de vervuiler betaalt. Dat is ook het principe dat wij toepassen. Wij willen inderdaad dat materiaal zo veel mogelijk wordt hergebruikt en gerecycleerd. We hebben tal van maatregelen genomen en zeer mooie resultaten geboekt op dat vlak. Het is zeker niet onze intentie om dat af te bouwen, integendeel, dit plan ademt voldoende ambitie uit en gaat verder op de weg die wij nu al zijn ingeslagen.
We geloven dat we in Vlaanderen goede resultaten zullen blijven neerzetten. We zullen alle opmerkingen bekijken en nagaan of het plan moet worden bijgestuurd. Ik zal daar dan mee naar de regering gaan. Dat plan is al meegedeeld aan de Vlaamse Regering, en daar is toen geen enkele opmerking over gemaakt door een coalitiepartner.
Minister, ik ben blij dat u een opening laat om te bekijken of we de ambitie die Vlaanderen vandaag heeft om op het vlak van afvalbeleid koploper te blijven in Europa, kunnen voortzetten.
Mevrouw Taeldeman, u hebt het over maatwerk. Ik pleit inderdaad voor maatwerk terwijl u pleit voor gemiddelden. Vandaag is het plan de mediaan, maar die kan nooit maatwerk opleveren. Ik wil de lijst die ik hier bij me heb, ter beschikking stellen om u aan te tonen dat met de huidige methodiek geen maatwerk wordt geleverd.
Minister, u vraagt aan steden en gemeenten om als polsstokspringer onder de lat te springen. Ik zou liever hebben dat u de lat zo legt dat een aantal steden en gemeenten er niet over geraken maar dat er een ambitie is voor de rest van de lokale besturen om wel over de lat te geraken.
Mevrouw Taeldeman, u hebt me uitgenodigd in de commissie. Ik ga u ook uitnodigen op een commissievergadering, namelijk morgennamiddag is er een hoorzitting over de circulaire economie en hoe we die in Vlaanderen kunnen installeren. Dat gebeurt onder meer naar aanleiding van mijn conceptnota over circulaire economie in Vlaanderen.
Minister, de uitnodiging heb ik vorige week al aan u gegeven en ik geef ze nog eens. Lees de visietekst ’Visie 2050’ van de Vlaamse Regering erop na: ook daar staat circulaire economie als een streven en als een doelstelling. Die circulaire economie gaat ervan uit dat we de afvalstromen vermijden en integendeel gebruikte producten opnieuw als grondstof gaan zien. Daar past mijn pleidooi in om ervoor te zorgen dat we niet meer de vervuiler moeten laten betalen, want producten die weg moeten, kunnen als grondstoffen dienen en op die manier gaan we naar een heel andere organisatie van de economie. Dat schrijft u in uw Visie 2050, maar vandaag doet u daar veel te weinig aan. Ik zou zeggen: hop met de geit en maak er echt werk van. (Applaus bij Groen)
Minister, niemand is tegen maatwerk. Waarom zou iemand tegen maatwerk kunnen zijn? Maar wanneer we vaststellen dat dat maatwerk erop neerkomt dat gemeenten voor de komende jaren meer restafval mogen produceren dan ze vandaag al produceren, dan past dat maatwerk niet. Wanneer we vaststellen dat de ambities nu al gehaald zijn maar dat ze voor binnen vijf jaar worden opgelegd, dan is dat maatwerk een kostuum dat niet past. Dan is dat vooral ook maatwerk dat geen recht doet aan de inspanningen die vandaag al geleverd zijn door de inwoners in dit land, dan is dat geen maatwerk dat ertoe leidt dat we in de toekomst verder gaan met een ambitieus beleid en dan schiet dat maatwerk tekort.
Uw maatwerk past niet, minister. De pijpen zijn te kort, de mouwen zijn te kort, het is te smal, het zit niet goed. Dus, doe daar iets aan. Er zijn mogelijkheden genoeg om dat te doen. Dit is geen discussie over goed of slecht beleid. Dit is een poging om allemaal samen iets te doen, want het gaat in de eerste plaats over inspanningen van burgers en gezinnen. Geef hen klare, duidelijke maar ook ambitieuze doelstellingen zodat zij niet in een situatie komen waar er in een gemeente perfect vergelijkbaar met hun gemeente, een compleet andere doelstelling ligt dan in hun gemeente. Dat klopt gewoon niet.
De actuele vragen zijn afgehandeld.