Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer De Ro heeft het woord.
Voorzitter, minister, beste collega’s, deze ochtend was het een blij ontwaken, met een goede tijding in de krant De Tijd. We konden daar lezen dat er ten opzichte van het vorige school- en academiejaar al meer dan 10 procent meer aanvragen voor studietoelagen binnen zijn. Nu zijn dat er meer dan 400.000, vorig jaar waren dat er meer dan 360.000. Minister, onmiddellijk werd daarbij gezegd, en u hebt dat ook zo gecommuniceerd, dat een van de verklaringen is dat de administratie, het Ministerie van Onderwijs veel proactiever te werk gaat. Mensen die tot vorig jaar of het jaar daarvoor een aanvraag hadden ingediend, maar er nog geen hadden ingediend op een controlemoment, namelijk in januari van dit jaar, denk ik, kregen proactief een vooraf ingevuld formulier toegestuurd, wat toch wel vruchten begint af te werpen. Onze fractie kan dat alleen toejuichen, hoewel ik me moeilijk kan voorstellen dat iemand dat niet doet. Hoe meer mensen dat sneller indienen, hoe meer mensen er aanspraak op kunnen maken en hoe beter ouders hun leerlingen of studenten financieel kunnen bijstaan.
Nog iets beter is de ambitie die de meerderheid en ook de vorige regering in het regeerakkoord, de beleidsnota en het plan ‘Radicaal digitaal’ van de Vlaamse Regering hebben gestoken, om die aanvragen voor een studietoelage automatisch toe te kennen.
Minister, waar staan we op dit moment? Dat automatisch toekennen zou niet alleen betekenen dat er een hele hoop papierwerk wegvalt en dat de Vlaamse overheid efficiënter kan werken, maar vooral dat de laatste groep van mensen die we nog niet bereiken met studietoelagen ook automatisch een toekenning krijgt en dat we zo dat ‘dark number’, waarover we altijd spreken, kunnen beperken.
Minister Crevits heeft het woord.
Het klopt dat het ook deze Vlaamse Regering de ambitie heeft om ervoor te zorgen dat de mensen krijgen waar ze recht op hebben. De meest ideale situatie is de situatie waarin dat automatisch gebeurt. Dat is ook mijn betrachting. We moeten een aantal stappen ondernemen om tot die automatische toekenning te komen.
De eerste stap is ervoor te zorgen dat je een eenvoudig formulier hebt, dus niet een met duizend parameters waarvan je afhankelijk bent. Het moet klaar en helder de criteria opsommen om een studiebeurs te krijgen. Dat formulier is klaar, zoals u weet, mijnheer De Ro. Het is de bedoeling om van een formulier van negen pagina’s te komen tot een van minder dan drie pagina’s. Dit om het eenvoudig te houden. Dit is ook voor een automatische verwerking veel aangenamer.
Ten tweede, wij moeten databanken koppelen. Ongeveer 1,3 miljoen lerenden maken potentieel aanspraak op een studiebeurs in Vlaanderen. We moeten die databanken kunnen koppelen aan wat mensen verdienen, gewijzigde gezinssituaties… Dat is best wel moeilijk. De eerste stap die we daarbij willen zetten, is dat voor mensen die recht hebben op een leefloon de studietoelage automatisch wordt toegekend. Het is de bedoeling dit nu zeer snel gerealiseerd te krijgen. Wij zetten daar stappen.
Ik vind die automatisering geen argument om te wachten met nu al te doen wat we kunnen. Dat is de reden waarom we proactief mensen aanschrijven en hun vooringevulde formulieren bezorgen, die ze gewoon moeten terugbezorgen. Dat werpt zijn vruchten af. Er zijn twintigduizend extra aanvragen. Dat zijn mensen die anders misschien uit de boot zouden gevallen zijn.
Mijnheer De Ro, dit heeft ook zijn impact op de budgetten. Wij moeten constant budgetten bijgeven. Wij doen dat consequent. Als het goed is, mag het ook gezegd worden: onze minister van Financiën en Begroting – voilà, ze komt net binnen! – respecteert volkomen de ‘open end’. Als er extra middelen nodig zijn, worden die toegekend. Als we rechten op een studiebeurs verlenen, dan is het ook de bedoeling dat iedereen die er recht op heeft deze zo snel en efficiënt mogelijk krijgt, en dat we geen betalingen uitstellen wegens een tekort in de budgetten.
Minister, de ambitie om niet te wachten tot we iedereen automatisch in het systeem kunnen steken en tot alle databanken kunnen gekoppeld worden, is een zeer pragmatische en een zeer efficiënte manier om aan beleid te doen. Dat kan worden onderschreven, niet alleen door mijn fractie maar ook door verschillende andere fracties.
U spreekt over leeflonen. Dat is evident. Het onderzoek dat onder andere bij het OCMW gebeurt, naar de financiële status van mensen, is inderdaad onderzoek dat niet opnieuw moet gebeuren bij de dienst Studietoelagen. Maar zo zijn er nog groepen te detecteren. Bijvoorbeeld het OMNIO-statuut, dat zowel door scholen als door mutualiteiten en gemeenten wordt aangenomen als een manier om te detecteren wie meer zorg of financiële bijstand nodig heeft, is daarin nuttig.
Een andere vraag tussen nu en de automatische toekenning komt van scholen. Men heeft altijd met de privacy geschermd om niet de lijst van kinderen die een studietoelage krijgen te geven. En, voorzitter, scholen hebben dat nodig want ze zouden dan de andere ouders kunnen motiveren. Maar als we dat nu eens zouden omdraaien, en scholen de lijst bezorgen van diegenen die de toelage niet krijgen. Dat heeft hetzelfde effect: scholen kunnen ermee aan de slag en we vermijden het probleem van de privacy en de stigmatisering.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Mijnheer De Ro, ik ben heel blij dat u helemaal op het einde toch nog de scholen erbij betrok. Die spelen nog altijd een zeer cruciale rol, zeker als de basisscholen. Pakweg enkele jaren geleden waren de scholen veel minder bezig met het sensibiliseren van de ouders met betrekking tot het toekennen van studietoelagen.
Maar je merkt dat de scholen daar de laatste jaren veel adequater mee bezig zijn, en de ouders uitnodigen of zelf op huisbezoek gaan om ervoor te zorgen dat de studietoelagen worden ingevuld. Het zijn nog altijd de scholen zelf die er het beste zicht op hebben welke leerlingen de studietoelage niet aanvragen omdat hun ouders daar niet bewust mee bezig zijn. Mijnheer De Ro, ook daaraan moeten we aandacht besteden. Ik ben voorstander van automatisering en minder planlast. Daarover hebben we het al vaak gehad in de commissie. De mensen op de werkvloer, die dagelijks bezig zijn met de kinderen en de ouders, blijven daarin hopelijk een cruciale rol spelen.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
In dezen kan ik de heer De Ro en de minister eigenlijk alleen maar bijtreden. Het is waar dat scholen een belangrijke rol te spelen hebben. Het betekent natuurlijk een extra belasting voor scholen die al heel wat werk hebben en veel te maken hebben met planlast. Mocht die automatische toekenning, waarover nu al zo lang wordt gesproken, er kunnen komen, zou dat een grote stap vooruit zijn. Een belangrijk wapen in de strijd tegen armoede, is namelijk dat rechten automatisch worden toegekend.
Mevrouw De Meulemeester heeft het woord.
Via het semi-geautomatiseerde systeem zullen we heel wat mensen bereiken die anders de weg naar het aanvragen van een school- of studietoelage niet zouden vinden. Ik kan er dus alleen maar achter staan.
We moeten er natuurlijk echter wel voor zorgen dat er geen misbruik wordt gemaakt van die automatische toekenning. Daarom moeten we er zeker voor zorgen dat de bewijsstukken verder worden aangeleverd. Het mag niet automatisch overgaan van het ene jaar naar het andere indien er ondertussen iets is veranderd in de situatie van het gezin waardoor de kinderen er geen recht meer op hebben. Dat moet dus worden uitgefilterd.
Minister, ondervindt u veel moeilijkheden bij de implementatie van die automatisering? Hebt u een timing?
Mevrouw Helsen heeft het woord.
Minister, het is zeer positief dat u werk maakt van de automatische toekenning van de studietoelagen. Onze fractie vraagt dat al jaren. Wij zijn zeer tevreden dat de eerste stappen in het automatisch toekennen van de studietoelagen eraan komen.
In het verleden is duidelijk gebleken dat het vooral de ouders van kleuters waren die de studietoelage niet aanvroegen. Het ging op een bepaald moment om 25 procent. Bereiken we, nu er meer aanvragen zijn, die specifieke groep nu dan beter? Of is de stijging op dit moment een stijging door een gewijzigd inkomen van de ouders die gemakkelijker en beter in aanmerking komen voor een studietoelage?
Collega’s, ik dank u voor de aanvullende opmerkingen.
Mijnheer Vandenberghe, ik ben heel blij met uw opmerking, omdat ze positief is en erop duidt dat scholen effectief niet alleen bij het kind, maar ook bij de ouders betrokken zijn en mensen de weg willen wijzen naar de mogelijkheden die er zijn om een studietoelage te krijgen.
Toen u uw vinger opstak, was ik even bezorgd, omdat ik vanmorgen in een berichtje gelezen had dat volgens sp.a de stijging van de tarieven de oorzaak was. Dat is natuurlijk niet waar, want de inschrijvingsgelden zijn totaal niet verhoogd voor jongeren die een studiebeurs genieten. Die band is er dus niet. U wijst echter op de inspanningen die scholen leveren. Daarmee ben ik het volledig eens.
Collega’s, het ultieme ideaal is uiteraard de volledige automatisering. Mevrouw Helsen, mevrouw Meuleman, mijnheer De Ro, ik ben het daarmee eens. De aanvullende vraag van mevrouw De Meulemeester wijst echter op een aantal pijnpunten.
Een van de moeilijkheden om automatisch te kunnen toekennen, is het feit dat nogal wat mensen van adres wisselen, qua verloning veranderen, soms wel en dan weer niet aan de voorwaarden voldoen of dat de samenstelling van hun gezin wijzigt. We moeten oppassen dat we in onze grote drang om automatisch toe te kennen, niet in een situatie verzeilen waarbij de enen niet krijgen waar ze recht op hebben terwijl anderen te veel krijgen of krijgen zonder dat ze er recht op hebben. We mogen niet in die val trappen. Ik stel dus voor om daadwerkelijk te beginnen met mensen die een leefloon krijgen of een bijzonder statuut hebben, want voor hen is de kans klein dat er fouten worden gemaakt bij de toekenning van toelagen.
Mevrouw Helsen, de stijging is bijna volledig te wijten aan de recyclagetechniek die we hanteren. Mensen die al eens een studietoelage hebben gekregen, bezorgen we een vooraf ingevuld formulier dat ze kunnen terugsturen om opnieuw een studietoelage te krijgen. Dat slaat dus niet op de ouders van kleuters die voor het eerst in het systeem terechtkomen, en evenmin op de mensen die plots van statuut zijn veranderd. Eigenlijk betreft het diegenen die al een studiebeurs hebben gekregen, maar het misschien zouden kunnen vergeten om een nieuwe aan te vragen.
Voorts is het zo dat moet worden gewezen op de enorme toevloed van mensen die gewoon bij de administratie aanschuiven voor het invullen van de formulieren. Vandaar dat ik een tijdje geleden een brief naar een aantal burgemeesters heb verstuurd om hun te vragen om na te gaan of er geen lokale contactpunten kunnen worden ingericht waar de mensen van mijn administratie mensen kunnen helpen bij het invullen van de formulieren. Onderschat de moeilijkheden van mensen niet om die aanvraag correct te doen.
We zijn het dus eens: wij zeggen ja aan de automatisering. Maar we moeten ervoor zorgen dat we daarbij geen fouten maken waardoor de middelen terechtkomen waar ze niet horen terecht te komen. Ik zei het al vaker: ik ben bereid om de criteria nog meer te vereenvoudigen, en na te gaan of de afstemming op de criteria om kinderbijslag te verkrijgen, niet kan worden verbeterd. Er zijn veel punten waarop kan worden vereenvoudigd en dus worden geautomatiseerd, en ik ben daartoe bereid. Maar we moeten dat zo doen dat de middelen terechtkomen waar ze moeten terechtkomen.
Voorzitter, minister, collega’s, Vlaanderen staat op een kruispunt. We moeten de goede weg inslaan en ervoor zorgen dat de verschillende databanken waarmee de Vlaamse overheid werkt – het zijn er heel wat, denk maar aan die van het VAPH, Kind en Gezin, het onderwijs, het kadaster – aan elkaar worden gekoppeld. Dat is niet gemakkelijk, dat weten we. Als u een aantal groepen met het oog daarop ondertussen sneller kunt helpen, dan is dat goed. Ik sluit me aan bij de collega’s die ervaring hebben met schoolwerking: het gaat om een extra belasting, maar toch zijn scholen er klaar voor om mensen te helpen. Ze doen dat ook al jaren. Laten we de krachten bundelen en data ter beschikking van scholen stellen om het beter te doen. Als dat gebeurt, zullen we volgend jaar kunnen vaststellen dat we groepen bereiken die we tot nu onvoldoende of niet hebben bereikt. (Applaus bij Open Vld)
De actuele vraag is afgehandeld.