Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de schorsing van uitvoeringsbesluiten bij het Maatwerkdecreet door de Raad van State
Actuele vraag over de schorsing van uitvoeringsbesluiten bij het Maatwerkdecreet door de Raad van State
Actuele vraag over de schorsing van uitvoeringsbesluiten bij het Maatwerkdecreet door de Raad van State
Verslag
De heer Beenders heeft het woord.
Voorzitter, minister, meer dan 20.000 mensen zijn vandaag tewerkgesteld in de sector van de sociale economie, bijvoorbeeld in kringloopwinkels en bij groendiensten. Dat toont aan dat de sector echt een meerwaarde is voor onze samenleving.
De sociale economie wordt almaar belangrijker omdat het aantal mensen dat nood heeft aan begeleiding op de arbeidsmarkt toeneemt. Op 1 april 2015 is het Maatwerkdecreet in werking getreden. Dat decreet bood een antwoord op de uitdagingen waar de sector voor stond. Het is een goed decreet, er zijn ook uitvoeringsbesluiten gevolgd die helemaal correct zijn. Natuurlijk is er ook voorzien in een overgangsperiode waarbij u hebt voorzien in financiële middelen die u hebt voorgesteld in dit parlement. Toch zijn twee maatwerkbedrijven naar de Raad van State getrokken omdat zij vonden dat die periode van duidelijkheid iets te lang duurde.
De Raad van State heeft intussen een uitspraak gedaan. Ik betreur dat die procedure is gevolgd. Wanneer je naar de Raad van State stapt, is nooit zeker wat daarvan de uitslag zal zijn. Ik denk ook dat deze twee maatwerkbedrijven hebben onderschat wat de impact kan zijn van een uitspraak van de Raad van State. Vandaag stellen we vast dat het Maatwerkdecreet is vernietigd. Daarmee is een bom gelegd onder de sector van de sociale economie. De bedrijven weten niet waar ze aan toe zijn en de meer dan 20.000 mensen uit de sector maken zich zorgen over hun job. Net in een periode dat we de sector moeten versterken, is de onrust enorm groot.
Minister, hoe gaat u om met dit arrest? Hoe zult u stappen ondernemen om zo snel mogelijk duidelijkheid te geven aan de sector zodat de rust kan terugkeren en de sector zich kan focussen op de toekomst, namelijk nog sterker worden en groeien?
Mevrouw Taelman heeft het woord.
Minister, zoals de heer Beenders als zei, heeft de Raad van State op 26 januari de uitvoeringsbesluiten van het Maatwerkdecreet geschorst. Ook wij zijn ervan overtuigd dat de nieuwe regelgeving die de schotten tussen de vroegere beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen weghaalt en die kijkt naar de reële ondersteuningsnood van het kwetsbare individu dat daar tewerkgesteld is, een goede zaak is.
Door deze schorsing van de Raad van State zitten de bedrijven en de kwetsbare groepen die daar werken, in een rechtsonzekere positie. Minister, welke stappen zult u ondernemen om daar een antwoord op te bieden?
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, het Maatwerkdecreet is een goed decreet dat nog tijdens de vorige legislatuur is goedgekeurd. We zijn altijd believer geweest van dit decreet omdat het oplossingen biedt voor heel wat uitdagingen. Ik was vrijdag aanwezig op een studiedag over dit thema. Alle leiders van de werkgeversorganisaties, zowel van het normaal economische circuit als van de sociale economie, waren daar aanwezig. Ik was fier dat ik ooit had meegewerkt aan het Maatwerkdecreet. Vandaar dat ik heel erg ontgoocheld ben dat het decreet nu is geschorst. Er is me echter nog iets onduidelijk, minister. Vorig jaar hebt u een besluit genomen in verband met de atypische bedrijven. Het ging net over die bedrijven die naar de Raad van State zijn gestapt. Dat is niet ingebracht in de discussie met de Raad van State. Ik ga ervan uit dat het decreet niet zou zijn geschorst indien men voldoende rekening had gehouden met de alternatieven die u hebt geboden. Ik begrijp wel dat het te lang heeft geduurd: de eerste vraag is hier gesteld door de heer De Meyer op 11 februari 2015. Het heeft dus een jaar geduurd voor er een oplossing was voor die atypische bedrijven. Maar hoe verhoudt uw oplossing voor de atypische bedrijven zich tot de schorsing van de Raad van State?
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Minister, ik hoef de inleiding van de drie vorige sprekers niet te herhalen. Ik wil wel even aansluiten bij collega Claes, die zei dat het te traag gaat. Volgens mij is het niet te traag gegaan. U hebt gezocht naar een oplossing voor een atypische situatie. Het is ook niet de bedoeling om plots een zak geld te gaan geven. U hebt een objectieve grondslag gezocht en hebt die ook gevonden op het einde van vorig jaar.
Mijn vraag is dus enigszins anders. Wat gaat u eraan doen? Hebben de twee bedrijven die in beroep gegaan zijn, een compensatie ontvangen vanwege de atypische situatie? En zo ja, hoe staat u tegenover die bedrijven, die deze belangrijke hervorming toch stilleggen?
Minister Homans heeft het woord.
Collega’s, ik betreur de gang van zaken. Ik vind dit zeer jammer. Dit gaat terug tot 2009. In januari 2009 is er een principieel akkoord gesloten tussen de toenmalige Vlaamse Regering en de koepelorganisaties om tot één eengemaakt kader te komen, zijnde het maatwerk. Diegenen die op Twitter schrijven ‘haast en spoed is zelden goed’, daar heb ik begrip voor, maar 2009 ligt al zeven jaar achter ons. Men kan zeggen dat men te snel gegaan is, maar zeven jaar vind ik toch wel redelijk billijk.
Wat is er ondertussen gebeurd? Er is heel veel overleg gepleegd, ook door mijn voorgangster en haar kabinet, ook met de twee koepels die we hadden en dergelijke meer. Op 1 april 2015 zijn zowel het Maatwerkdecreet als de uitvoeringsbesluiten in werking getreden. Bovendien was er ook in een overgangsfase van vier jaar voorzien. U weet dat allemaal, want u frequenteert allemaal de commissie Sociale Economie.
Juridisch gezien mag ik eigenlijk niet meer over maatwerkbedrijven spreken, dus ik heb het nu over twee voormalige beschutte werkplaatsen die naar de Raad van State zijn getrokken. Ook de koepel van de beschutte werkplaatsen, voorheen Vlaamse Federatie van Beschutte Werkplaatsen, nu Groep Maatwerk is tussengekomen in de procedure bij de Raad van State. Dat heeft geleid tot een schorsing, niet van het decreet, maar wel van de uitvoeringsbesluiten. Dat is juridisch heel belangrijk: het decreet is niet geschorst, wel de uitvoeringsbesluiten.
Ik wil toch meegeven, collega’s, dat het ongezien is dat een organisatie, een belangenverdediger van mensen die tewerkgesteld zijn in beschutte werkplaatsen, die zes jaar mee aan tafel heeft gezeten, tussenkomt in een procedure. Ik heb dat nagevraagd bij de administratie, en het is ongezien. De koepel heeft geacht dat het goed en noodzakelijk was om tussen te komen. En ik betreur dat.
Ik wil hier ook wel eens de puntjes op de i zetten. Toen het Maatwerkdecreet in werking zou treden, op 1 april 2015, heb ik pragmatisch proberen te oordelen, maar blijkbaar wordt dat dan afgestraft. Omdat we zagen dat de kans zeer groot was dat vooral bij de sociale werkplaatsen – mensen met een psychoanalytische problematiek, mensen die veel begeleiding nodig hadden – heel veel werkplaatsen verloren dreigden te gaan door de invoering van het Maatwerkdecreet, hebben wij beslist om in de plaats van het indiceren toe te passen voor de populatie die toen al in de sociale werkplaatsen tewerkgesteld was, gewoon iedereen in te schalen in de hoogste categorie.
Dan heeft de koepel van de beschutte werkplaatsen gezegd zich benadeeld te voelen. Men voelde zich benadeeld omdat de sociale werkplaatsen bevoordeeld worden en veel meer steun hebben gekregen in het kader van begeleiding en dergelijke meer. Ik vind dat jammer, want als ik die maatregel niet had genomen, waren er heel veel mensen op straat komen te staan. We spreken hier over heel zwakke mensen, mensen die niet terechtkunnen in de reguliere economie, die nergens anders terechtkunnen en die wij kansen willen bieden in de sociale economie. Maar een van de twee koepels voelde zich benadeeld en heeft gezegd dat dit niet kan. En daar gaat het over.
Wat ik ook wel bijzonder jammer vind, is dat de twee beschutte werkplaatsen die naar de Raad van State zijn gestapt, uitgerekend twee bedrijven zijn waarvoor ik pragmatisch tewerk ben gaan. Onder meer door collega De Meyer maar ook door andere collega’s ben ik gevraagd om een oplossing te zoeken en een beetje pragmatisch tewerk te gaan voor atypische situaties. Ik heb dat gedaan. Eind december 2015 heb ik binnen mijn eigen budget van Sociale Economie 2,7 miljoen euro vrijgemaakt. Uitgerekend die twee bedrijven die een groot deel van die 2,7 miljoen euro hebben gekregen, zijn naar de Raad van State gestapt. Ik vind dat zeer jammer.
Ik hoop dat diegenen die dit hebben gedaan, die hier verantwoordelijk voor zijn, ook beseffen wat de consequenties hiervan zijn, want die zijn niet min. Die zijn echt niet min. Ik val nu terug op de oude regelgeving. Maatwerk bestaat niet meer. Ik moet terug naar de oude regelgeving. Wat betekent dat? Voor ICT-problemen kunnen we wel een oplossing binnen de administratie. Mijn administratie werkt zo goed als 24 uur op 24 uur. Dat kunnen we nog wel oplossen. Bovendien zijn er ook problemen met de toeleiding. Bijvoorbeeld, in de oude regelgeving die ik nu moet toepassen, moest men vroeger – dus eigenlijk in de huidige regelgeving – 5 jaar werkloos zijn en laaggeschoold om tewerkgesteld te kunnen worden in een sociale werkplaats. Wat doen we bijvoorbeeld met alle mensen die intussen zijn toegeleid tot een maatwerkbedrijf, een voormalige sociale werkplaats, en die geen 5 jaar werkloos zijn? Moet ik die op straat zetten? Neen, neen, ik ga dat niet doen. Als er hier zijn – en ik hoop dat er geen zijn –, als er koepels zijn die daartegen willen procederen, doen ze maar, maar ik zet die mensen niet op straat. Ook voor de voormalige beschutte werkplaatsen is er een probleem. Men had een attest voor een beschutte werkplaats en men had dan ook een soort ‘recht’ op een beschutte werkplaats, maar dat recht bestaat wettelijk gezien niet meer. Eigenlijk komen we in een situatie dat we geen nieuwe mensen kunnen toeleiden naar de bedrijven, noch naar de sociale werkplaatsen, noch naar de beschutte werkplaatsen. Als dat de bedoeling was van de mensen die dit hebben aangericht, dan betreur ik dit ten zeerste.
Ik ben dus pragmatisch geweest. Ik heb geluisterd naar de opmerkingen van alle bedrijven. Ik heb geprobeerd rekening te houden met alle opmerkingen die zijn geleverd. Ik heb geprobeerd om rekening te houden met heel veel bedrijven die bij mij op bezoek zijn geweest of in overleg zijn geweest. Ik heb dat gedaan, maar ik word er nu voor afgestraft. Want, mevrouw Claes, het is niet waar. De Raad van State heeft wel degelijk rekening gehouden met het feit dat ik die 2,7 miljoen euro voor die atypische bedrijven heb vrijgemaakt omdat zij dit hebben aangereikt onder andere als reden waarom de overgangsmaatregelen misschien niet zo goed in elkaar zaten.
Dus ik geef 2,7 miljoen euro uit mijn eigen budget om bedrijven te helpen en wat krijg ik terug? Een schorsing van het hele decreet. Collega’s, denkt u nu echt dat de sector hier beter van wordt? Neen. Ik herhaal nogmaals: ik hoop echt en oprecht dat diegenen die dit hebben veroorzaakt, weten wat ze hebben gedaan, want hier is geen einde in zicht.
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat ondernemingen in de sociale economie schitterend werk verrichten, dat ze zich moeten focussen op begeleiding op de werkvloer, dat ze zich moeten focussen op groei en dat ze zich vooral moeten focussen om een financieel model rond te krijgen.
U hebt inderdaad de afgelopen maanden heel wat werk verricht om een oplossing te bieden voor die atypische bedrijven. Misschien moeten we uit de situatie waarin we vandaag zitten, ook lessen trekken en proberen om in de toekomst al het mogelijke te doen om procedures bij de Raad van State te vermijden. Dat geldt niet alleen voor u, maar voor elke minister in de Vlaamse Regering.
Maximale terugkoppeling van wat u doet, kan ervoor zorgen dat de situatie misschien ontmijnd was geweest. Ik spreek me er niet over uit of ze dan niet naar de Raad van State zouden zijn gegaan, maar ik denk dat nog meer terugkoppeling naar de sector over de zaken waarmee u bezig bent, er alleszins voor kan zorgen dat de rust weerkeert in de sector. We kijken uit naar de oplossingen die u aanreikt om ervoor te zorgen dat de bedrijven zich opnieuw kunnen focussen op het werk dat ze moeten doen, en dat is zorgen dat hun toekomst verzekerd is. (Applaus bij sp.a)
Minister, alle fracties die hier het woord hebben genomen, zeiden dat ze achter het Maatwerkdecreet staan, dat ze daarachter blijven staan en dat ze dat een goede zaak vinden.
Feit een: vandaag is er een schorsing van de uitvoeringsbesluiten. Feit twee: er zijn problemen met de toeleiding en problemen op het terrein. Het heeft dan ook weinig zin om mee te gaan in zwartepieten uitdelen en verantwoordelijkheden bepalen.
Minister, u bent pragmatisch geweest in het verleden. Ik ben een absoluut voorstander van heel veel pragmatiek. Dat moet u op dit moment opnieuw doen. Als u zegt dat er geen einde in zicht is, dan ben ik daar een beetje bang voor. U hebt getuigd van pragmatiek. Ik roep u nu op om dat opnieuw te doen, en er snel voor te zorgen dat er een rechtszeker kader wordt geschapen. (Applaus bij Open Vld)
Minister, uw eindzin treft me toch wel: er is geen einde in zicht. Ik had gehoopt dat u de sector toch enig perspectief kon geven. Ik weet dat u er niet voor hebt gekozen, maar misschien kan ik een stukje van de oplossing aanbieden.
In een sector in verandering is er weerstand. We hebben dat ook gezien in de sector van de gehandicaptenzorg en in de sector van de bijzondere jeugdzorg, waar een veranderingsmanager is aangesteld om die verandering mogelijk te maken.
Eigenlijk maken we dat in het maatwerk vandaag mogelijk voor bedrijven. Twee sectoren moeten samengaan. Ze hebben allebei verschillende regels, ze hebben een eigen koepel en staan een beetje tegenover elkaar als de pot hetzelfde blijft. Minister, wij stellen voor om een veranderingsmanager aan te stellen, zoals dat is gebeurd in de sector van de gehandicapten en die van de bijzondere jeugdzorg. (Applaus bij CD&V)
Minister, u hebt werk gemaakt van een aanpak van een atypische situatie. Dat weten we allemaal. Het heeft niet te lang geduurd. U hebt dat gedaan op basis van een objectieve grondslag. Er is voldoende terugkoppeling geweest. U hebt zelfs een brief gestuurd naar alle bedrijven op vraag van mevrouw Claes in de commissie op 26 juni. Ze waren ingelicht over wat er zou gebeuren. Uw pragmatische aanpak heeft gewerkt.
Ik vind het wel triestig, hallucinant, frappant, ambetant, zelfs irritant dat slechts twee bedrijven naar de Raad van State zijn gestapt. Wat met de rest? Waren die dan plots wel tevreden? Dat klopt ergens niet. Die twee bedrijven moesten op het moment dat ze de centen kregen van de atypische situatie, stoppen met hun beroep. Dat is mijn conclusie. (Applaus bij de N-VA)
De heer Annouri heeft het woord.
Elke partij is voorstander van het Maatwerkdecreet. Geen enkele partij kan tevreden zijn met de situatie zoals ze vandaag is. Ik begrijp dat u een heel moeilijke taak hebt om iets dat loopt sinds 2009 in goede banen proberen te leiden. Ik begrijp u als u zegt dat u een grote verantwoordelijkheid hebt, want u bent verantwoordelijk voor elke werknemer in de sociale sector. Ik begrijp zelfs uw ontgoochelde houding na de uitspraak van de Raad van State, en na de twee organisaties die de stap hebben gezet naar de Raad van State. Maar ondanks alle begrip voor uw situatie kan het daarbij niet blijven. U moet uw verantwoordelijkheid opnemen, u moet ervoor zorgen dat er perspectief en oplossingen komen. De Raad van State heeft een uitspraak gedaan. Kunt u op basis van die uitspraken uw beleid niet hertekenen, enkele aanpassingen doen, zodat we toch kunnen voortgaan vanuit de sector, zodat er snel perspectief komt?
We hebben vorig jaar het SINE-debat (sociale inschakelingseconomie) gehad. Ik heb toen gezegd, minister, dat als u snel wilt gaan, vooral in de laatste stappen van het Maatwerkdecreet, u niet met andere mensen moet samenwerken, neen, dan moet u maximaal terugkoppelen met alle actoren.
Mijnheer Beenders, ik ben het absoluut met u eens dat sociale en beschutte werkplaatsen belangrijk zijn in onze economie. Ze zorgen voor tewerkstelling voor mensen die nergens anders terechtkunnen.
Over de invoegbedrijven wil ik momenteel nog zwijgen. Ik weet immers niet of de leden zich bewust zijn van het volgende. Invoegbedrijven waren al afgeschaft door mijn voorgangster. Dat was een zeer goede zaak. Door het arrest van de Raad van State en de schorsing kunnen die mensen nu echter nergens nog terecht. Dat is ook een van de consequenties van dit manoeuvre dat een bepaalde koepel heeft gedaan.
Mijnheer Beenders, u zegt dat we procedures bij de Raad van State moeten vermijden. Natuurlijk zal ik dat doen, maar dat betekent natuurlijk ook wel dat ik nu louter de letter van de wet zal naleven, want vanaf het moment dat je pragmatisch te werk gaat, wordt dat tegen je gebruikt. Ik zal nu dus gewoon terugvallen op de oude regelgeving, met alle problemen van dien. Ik vind dat zeer jammer. Als je pragmatisch te werk gaat, dan word je daar eigenlijk voor bestraft. Ik vind dat toch enigszins de omgekeerde wereld.
Mevrouw Taelman, ik heb dit niet gewild. Niemand hier heeft dit gewild, denk ik, voor alle duidelijkheid.
Mevrouw Claes, wat de opmerking betreft dat er geen einde in zicht is: we worden natuurlijk enigszins gepakt op het feit dat we pragmatisch te werk zijn gegaan. Daarvoor betalen nu alle mensen die in de sector van de sociale economie zijn tewerkgesteld, een zeer hoge prijs. Dan denk ik dat het inderdaad een lange weg zal zijn. Ik wil immers geen enkele juridische fout meer maken. Ik wil geen enkele pragmatische beslissing meer nemen die tegen me kan worden gebruikt om een uitvoeringsbesluit te doen schorsen. Dat ga ik echt niet doen. Ik wil daar nog het volgende aan toevoegen. De koepel Vlaamse Federatie van Beschutte Werkplaatsen VLAB, nu Groep Maatwerk, contacteerde me vandaag met de vraag of het voor mij mogelijk zou zijn om pragmatisch om te springen met het feit dat het recht op een beschutte werkplaats niet meer bestaat. Dan zeg ik neen, want dat is nu net het argument dat diezelfde koepel tegen mij heeft gebruikt in de procedure waarin ze zich hebben gemengd bij de Raad van State. Als je bepaalde zaken doet, dan impliceert dat ook dat je de verantwoordelijkheid daarvoor neemt. Als de koepel dus vraagt om pragmatisch om te springen met de toeleiding, dan zeg ik: neen, ik doe dat niet. Vind ik dat jammer? Natuurlijk vind ik dat jammer. In de situatie waarin we ons bevinden – en ik weet niet hoelang deze situatie zal duren, maar ik denk dat u me wel gelijk geeft als ik zeg dat we echt wel de tijd moeten nemen om alles juridisch te doorgronden –, wordt het immers heel moeilijk om nog sociaal zwakkeren te kunnen toeleiden naar de sociale economie. Dat is de verantwoordelijkheid van één koepel. Ik blijf dat herhalen. Ik vind dat zeer jammer.
Is er overleg gepleegd? Ja, ook door mijn voorgangster, bij wijze van spreken tot vervelens toe, maar geen enkel overleg is er een te veel. We hebben gisteren nog aan tafel gezeten met de koepels. We zitten morgen nog aan tafel met de koepels. Als je echter bepaalde daden stelt, dan ben je daar ook verantwoordelijk voor. Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten. Ik vind dat zeer jammer, vooral voor die zwakkeren die in deze toch wel zeer cruciale sector zijn tewerkgesteld.
Wil ik tot een oplossing komen? Ja, natuurlijk wil ik tot een oplossing komen. Absoluut. Ik wil echter geen juridische fouten maken, en ik wil zeker ook geen pragmatisme meer vertonen dat gewoon tegen mij wordt gebruikt.
Mijnheer Annouri, ik ben niet zozeer ontgoocheld in die twee bedrijven die naar de Raad van State zijn gestapt, maar ik ben wel zeer ontgoocheld in de desbetreffende koepel, Groep Maatwerk, die zich heeft gemengd in de procedure. Ik heb daarnet in mijn initiële antwoord ook al gezegd dat dit ongezien is: iemand die sinds 2009 mee aan tafel zit, die zich principieel akkoord verklaart met elke fase en elke beslissing, om dan zes à zeven jaar nadien mee te doen aan de procedure bij de Raad van State. Ik vind dat ongezien en eigenlijk onverantwoord ten opzichte van al die zwakkeren die zijn tewerkgesteld in de sector van de sociale economie.
Ik vind dit dus ontzettend jammer. Ga ik aan oplossingen werken? Ja. Ga ik overleggen? Ja, ik ga geen enkel moment van overleg uit de weg. Ik herhaal echter dat bepaalde mensen wat dit betreft toch wel een zeer grote verantwoordelijkheid hebben genomen, en dat ze zelf niet beseffen wat ze eigenlijk hebben aangericht.
Minister, sp.a reikt u oprecht de hand. Wij hebben in de vorige legislatuur meegewerkt aan de decreten en willen meehelpen aan een oplossing om de sector zo snel mogelijk toekomstperspectieven te geven. De procedure, die een impact heeft gekregen die volgens mij niemand had verwacht, moet zo snel mogelijk worden ontmijnd. Wat dat betreft, nodig ik u openlijk uit: u mag ons contacteren. Wij willen graag met u meewerken om ervoor te zorgen dat we zo snel mogelijk kunnen focussen op datgene waarvoor we hier zitten, namelijk om ervoor te zorgen dat de sociale economie wordt versterkt, kan groeien en kan inzetten op die dingen waarop ze moet inzetten. U mag ons contacteren. (Applaus bij sp.a)
Minister, ik ben vandaag hoopvol: de principes van het Maatwerkdecreet worden kamerbreed ondersteund.
Ook onze fractie gaat voluit mee in de implementatie van die principes. We kunnen het ons niet permitteren om gewoon vast te stellen dat we in een impasse zitten. Er zijn meer dan 20.000 mensen tewerkgesteld in de sector. Dat zijn kwetsbare mensen. We gaan voluit mee in het zoeken naar een vlugge oplossing in dit kader. (Applaus bij Open Vld)
Minister, u bent minister om oplossingen te vinden. Ik begrijp heel goed dat u ontgoocheld bent. U hebt hard gewerkt, u hebt een oplossing voorgesteld met die atypische bedrijven. Maar uiteindelijk zitten we vandaag in de situatie dat de Raad van State de uitvoeringsbesluiten heeft geschorst.
Minister, iedereen is bezorgd over deze sector, waarvoor u verantwoordelijk bent. U bent ook verantwoordelijk voor de oplossing.
Ik roep u ertoe op om uw ontgoocheling opzij te zetten en te gaan voor een oplossing. Misschien kan zo’n veranderingsmanager in twee belangrijke sectoren die in transitie zijn, deel uitmaken van de oplossing.
Ik zou graag willen dat u daar mee over nadenkt. (Applaus bij CD&V)
Ik heb nog één advies aan de Vlaamse Federatie van Beschutte Werkplaatsen (VLAB), nu Groep Maatwerk. Ik vraag mij af of ze op dit moment de Groep Maatwerk waard zijn. Het is misschien opnieuw tijd om van naam te veranderen. (Applaus bij N-VA)
De actuele vragen zijn afgehandeld.