Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van Cathy Coudyser, Karin Brouwers, Marnic De Meulemeester, Jan Van Esbroeck, Johan Verstreken en Ann Soete houdende het toeristische logies.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Vandenberghe, verslaggever, heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, samen met mevrouw de Bethune werd ik in de commissie aangeduid als verslaggever. Dit verslag werd dan ook in samenspraak met mijn collega opgemaakt. Zij heeft mij gevraagd om de verslaggeving in de plenaire vergadering vandaag op mij te nemen.
Dit voorstel van decreet moet het Logiesdecreet van 2008 vervangen. Meerderheid en oppositie onderkennen dat het Logiesdecreet uit 2008 de kwaliteit van de sector heeft verhoogd. Na 2008 hebben zich echter belangrijke ontwikkelingen voorgedaan, waarop het huidige Logiesdecreet niet heeft geanticipeerd. Het huidige Logiesdecreet houdt de facto enkel rekening met een uitbating via klassieke toeristische bedrijven. Ondertussen moeten we echter vaststellen dat er nieuwe logiesvormen zijn ontstaan, die de grens tussen consument en aanbieder hebben vervaagd. We spreken dan over initiatieven als Airbnb, die tussen de mazen van het huidig juridisch kader vallen. Bovendien stellen we vast dat de consument via internet eigenlijk op alle vlakken zelf een actievere rol opeist.
De meerderheid is van oordeel dat de sector na 2008 zodanig is veranderd, dat een nieuw decreet zinvoller zou zijn dan een aanpassing van het huidige Logiesdecreet. Het voorstel van nieuw decreet is breder van opzet dan het huidige decreet en onderkent dat er een aanbod aan toeristisch logies kan bestaan naast de traditionele toeristische vormen. Het nieuw decreet stapt met name af van een verplichte erkenning van toeristisch logies ten voordele van minimale kwaliteits- en veiligheidsvereisten. Tegelijkertijd probeert het nieuwe decreet om via deregulering het verschil in innovatiemogelijkheden tussen de klassieke toeristische sector en de nieuwe aanbodvormen te verkleinen.
Geen enkele partij in de commissie Toerisme was tegen het scheppen van een decretaal kader dat antwoorden kan bieden op de nieuwe ontwikkelingen binnen de toeristische sector. Anderzijds bestaat er wel discussie over de mate waarin Vlaanderen de toeristische sector moet dereguleren. Ook bestaat er onduidelijkheid over de mate waarin de toeristische sector zelf betrokken is geweest en ook zelf voorstander is van het nieuwe decreet. De meerderheid gaat er namelijk al van bij het eerste voorstel prat op dat de sector is gehoord en dat het decreet een verbetering inhoudt, maar moet uiteindelijk wel noodgedwongen de behandeling van dit punt van de agenda van de plenaire vergadering van 9 december 2015 halen vanwege protest vanuit de sector zelf.
Dit voorstel kent, omwille van de hoger genoemde discussiepunten, ondanks zijn jonge leeftijd al een grote historiek. Op 13 juli 2015 werd een eerste voorstel ingediend, dat vooral opviel door een verregaande deregulering. In dit eerste voorstel werden onder andere de verplichte aanmelding en de verplichte comfortclassificatie afgeschaft. Op 14 oktober 2015 werd een nieuw voorstel opgemaakt, dat de verplichte aanmelding herintroduceerde. Hiermee werd tegemoetgekomen aan de vragen van de sector en sp.a. De verplichte comfortclassificatie bleef nog altijd afgeschaft. Op 10 november 2015 werd het voorstel van decreet een laatste maal technisch bijgeschaafd. Net voor de plenaire behandeling van dit decreet op 9 december 2015 lanceerde parlementslid Cathy Coudyser een perstekst waarin wordt gemeld dat de tekst van het nieuwe Logiesdecreet zal worden bijgestuurd naar aanleiding van protest vanuit de sector.
Met name het vrijwillige systeem van comfortclassificatie zou worden geschrapt en eventueel vervangen door een verplichte comfortclassificatie voor hotels en campings. Uiteindelijk was er op 19 januari een nieuwe bespreking in de commissie en werd alsnog beslist om de comfortclassificatie vrijwillig te houden.
Sp.a heeft tot twee keer en Vlaams Belang één keer gevraagd om een hoorzitting te organiseren met de sector, gezien het ongenoegen dat er volgens hen heerste binnen de sector. Groen heeft die vraag telkens gesteund. De vraag werd echter geweigerd door de meerderheid, met het argument dat ze reeds werden gehoord bij de evaluatie van het huidige decreet en dat er overleg is geweest.
De meerderheid onderstreepte de merites van het Logiesdecreet van 2008, maar wees op twee belangrijke tekortkomingen. Het decreet brengt heel wat administratieve rompslomp met zich mee, zowel voor de uitbaters als voor Vlaanderen zelf. En het decreet speelt niet in op de nieuwe economische tendensen zoals Airbnb. Uiteindelijk waren er twee mogelijkheden: ofwel het bestaande Logiesdecreet aanpassen en vereenvoudigen, ofwel een nieuw voorstel van decreet uitwerken. Afgezien van de administratieve vereenvoudiging, brachten de nieuwe economische tendensen in de sector en de wens om die innovatie te stimuleren, de meerderheid ertoe om een nieuw voorstel van decreet voor te stellen.
Sp.a ging akkoord met de administratieve vereenvoudiging, maar kon zich niet vinden in de beslissing om het verplichte kwaliteitsstreven via sterrenclassificatie te verlaten. Maar het debat daarover zal zo meteen nog gevoerd kunnen worden. Ik dank u. (Applaus)
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, vandaag staan we aan het einde van een parlementair proces voor een nieuw, vereenvoudigd Logiesdecreet. Ik wil als hoofdindiener vooreerst de collega’s van de meerderheid bedanken voor de intensieve, positieve en vooral constructieve samenwerking. We zaten van in het begin op dezelfde lijn: een lijn van vertrouwen, vertrouwen in elkaar, vertrouwen in de sector, vertrouwen in onze logiesuitbaters. En die lijn hebben we aangehouden.
Toch zijn we ook altijd samen blijven nadenken over hoe we konden tegemoetkomen aan de bezorgdheden van de sectorfederaties. Ook die verschillende sectorfederaties wil ik bedanken. Elke sector – want de logiessector is heel divers – heeft zijn rol gespeeld en de belangen van zijn achterban verdedigd. We hebben er alle begrip voor dat ze even moesten wennen aan de nieuwe koers die wij, als indieners, wilden varen. Dat vergt flexibiliteit en enig aanpassingsvermogen. Maar samen – indieners en sectorfederaties – zijn we tot verbeteringen en verfijningen gekomen en leggen we hier vandaag een gedragen voorstel van decreet voor.
Voor de oppositie ging dit proces van draagvlak creëren te traag. Maar het resultaat is wel een nieuw decreet, met heel wat mogelijkheden voor een innovatieve en creatieve logiessector in Vlaanderen, die met een minimum aan administratieve lasten focust op gastheerschap en kwaliteit. We hebben ook bewust gekozen voor een voorstel van decreet dat bestand is tegen de toekomst en waarmee soepel kan worden ingespeeld op nieuwe trends in de logieswereld. Daardoor ontstaat ook rechtszekerheid.
Onze lijn is gebaseerd op vijf pijlers, die ik graag nog even wil opsommen. Een: vrijheid van ondernemerschap en innovatie stimuleren. Twee: een gelijk speelveld creëren voor iedereen die logies aanbiedt. Drie: een focus op veiligheid en kwaliteit van het logies in Vlaanderen. Vier: de administratieve vereenvoudiging. Vijf: een hedendaagse overheid die coacht op het terrein, gegevens opvraagt daar waar het moet en dat niet telkens opnieuw bij de exploitant doet en vertrouwen in de ondernemer stelt, zodat die laatste niet alle documenten moet opsturen maar ze bij controle wel kan voorleggen.
Voor het eerst zijn we er als decreetgever in geslaagd om alle logiesvormen te vatten. Iedereen die logies aan de markt aanbiedt, moet aan de basisnormen van veiligheid en kwaliteit voldoen. Dat gaat van het klassiek hotel, camping, B&B, vakantiewoningen, andere logiesvormen en ook logiezen die te huur worden aangeboden via Airbnb of andere internetplatformen. Dit houdt de facto in dat iedereen zich aan dezelfde spelregels moet houden. We creëren een gelijk speelveld voor iedereen. We doen ook geen dubbel werk. Zaken die al geregeld zijn in andere wetgevingen – zoals fiscaliteit, ruimtelijke ordening, sociale wetgeving of vergunningen – nemen we niet opnieuw over in dit decreet. Deze wetten of decreten bestaan, en het spreekt voor zich dat de exploitant daarmee rekening moet houden.
De basisnormen die gelden voor iedereen, zijn als het ware het olympisch minimum waaraan iedereen moet voldoen. Het gaat dan onder meer over brandveiligheid, onderhoud en properheid, verzekeringen, minimale toeristische normen van verlichting, verluchting, slaapmogelijkheden... Kortom, we leggen de lat voor iedereen gelijk. Iedereen moet over de lat heen, en we bewaken bij elk logies de kwaliteit en de veiligheid. Wie start met een toeristisch logies moet dat melden bij Toerisme Vlaanderen. Dat kan met een eenvoudig formulier of via een webtoepassing. Zo heeft Toerisme Vlaanderen een volledig zicht op de logiessector en kan op basis daarvan worden gestart met dataverwerking, de coaching, de promotie van logiezen, de handhaving, de steekproefsgewijze controles, enzovoort.
Het spreekt voor zich dat bepaalde logiesvormen bij de toerist een zeker verwachtingspatroon opwekken. Deze logiesvormen kunnen van de minister een beschermde benaming krijgen. Daar horen, bovenop de basisnormen die voor iedereen gelden, extra normen bij. Deze specifieke normen zijn de normen die de consument of de toerist verwacht van dit type logies. Elke exploitant kan ook vrijwillig een erkenning aanvragen bij Toerisme Vlaanderen. Zo’n erkenning komt dan neer op een officieel bewijs dat het logies positief is gecontroleerd op de basisnormen en als men een beschermde benaming gebruikt, ook op de extra normen die met zo’n beschermde benaming gepaard gaan. In ruil krijgt de logiesuitbater een erkenningsteken, bijvoorbeeld een schildje. Belangrijk zijn ook de comfortclassificaties. Laat het duidelijk zijn: de comfortclassificatie blijft behouden. Niemand twijfelt aan het nut van een objectieve beoordeling van het comfort door een onafhankelijke instantie.
Reviewwebsites kunnen interessant zijn, maar blijven subjectief van aard. De overheid laat dan ook de comfortclassificaties niet los. Dat was zo in ons eerste voorstel het geval, en nu is dat opnieuw zo. De exploitant die het nut van de comfortclassificatie ook inziet, kan de comfortclassificatie vrijwillig aanvragen, bijvoorbeeld samen met de vrijwillige erkenning als hotel. We voorzien ook in de mogelijkheid dat Toerisme Vlaanderen bij de controle op de basisnormen ambtshalve een comfortclassificatie kan toekennen aan een logies – uiteraard op voorwaarde dat er een comfortclassificatie voorhanden is.
Bovendien zullen de coaches op het terrein elke exploitant die om een of andere reden nog niet vrijwillig de comfortclassificatie zou aanvragen, stimuleren om het toch te doen. Het is dus eigenlijk een aanbevolen systeem. Toch krijgt de exploitant de vrijheid om de comfortclassificatie al of niet te gebruiken. Wie het niet wil gebruiken, hoeft het niet te doen, maar op zich is Vlaanderen zeker dat elk hotel en elke camping een comfortclassificatie heeft. De hotel- en campingsector kan zich in deze aanpak vinden.
Ik wil hier ook nog het belang van de coachende overheid benadrukken. De coaches zijn niet louter ‘inspecteurs’, die enkel controleren, maar de coaches zullen op het terrein, samen met de uitbater, zoeken naar oplossingen. Ze zullen de uitbater helpen met administratie. Ze zullen de uitbater informeren en stimuleren om de kwaliteit van het logies in Vlaanderen telkens te verhogen. We willen de lat telkens hoger leggen. De coaches kunnen doorverwijzen naar kwaliteitsverbetertrajecten, naar opleidingen en vormingen bijvoorbeeld over gastheerschap, over nieuwe trends in de sector. Uiteraard kijken we hier naar nauwe samenwerking met de sectorfederaties.
Los van coaching en begeleiding blijven ook handhaving en inspectie een belangrijk gegeven. Elk toeristisch logies kan te allen tijde gecontroleerd worden op die basisnormen, ook het logies via Airbnb, ook het pop-uphotel of de glampingtent. De controle zal gebeuren op vraag van de logiesuitbater zelf, of op initiatief van de overheid. Bij twijfel of klacht zal de overheid een controle uitvoeren. Bovendien zullen ook steekproefsgewijze controles gebeuren. Het was uit het evaluatierapport van vorig Logiesdecreet duidelijk gebleken dat het onmogelijk is om alle logiezen te controleren, op voorhand, alvorens een vergunning af te leveren. Vandaar hebben we vertrouwen in de ondernemers, kunnen ze starten op voorwaarde dat ze voldoen aan de basisnormen. We hebben ook ingebouwd dat tussenpersonen zoals Airbnb of internetplatformen verplicht zijn om de gegevens van hun klanten over te maken aan Toerisme Vlaanderen in het kader van een controle.
De leidraad is: we coachen en begeleiden, maar de cowboys moeten eruit. Voor de rest blijft de handhaving behouden zoals in vorig decreet. En belangrijk: door het reduceren van de papierwinkel krijgen we veel meer inspecteur-coaches op de baan, en kunnen we dus een veel groter aandeel van de toeristische logiezen controleren op het naleven van de normen. Straks is het aan de minister om dit decreet uit te voeren. Wij vragen om als indieners en samen met de sector verder betrokken te worden bij de uitvoeringsbesluiten. En uiteraard zorgen we dat de overgang soepel verloopt. Zo kan elk vergund logies van nu verder werken, moet het zich niet opnieuw melden en kan het de naam en het schildje gebruiken tot bij een controle van het nieuwe decreet. De vele investeringen die de sector nu reeds doet of deed, gaan dus niet verloren.
Collega’s, wij zijn overtuigd dat we met dit decreet verandering en vooruitgang boeken voor de logiessector in Vlaanderen. Wij rekenen op de steun van dit parlement om Vlaanderen het voortouw te laten nemen op het vlak van logies. Wie in Vlaanderen logeert, kan rekenen op een divers, veilig en kwaliteitsvol logies, vaak op unieke locaties. Vlaanderen, gastvrij land. Wij hebben alle vertrouwen in onze logiesuitbaters. (Applaus bij de N-VA)
De heer Van Esbroeck heeft het woord.
Ik wilde mevrouw Coudyser laten uitspreken, maar ik heb een opmerking bij de verslaggeving die we daarnet hebben gehoord. Daar zijn een aantal zaken in vermeld die volgens mij en volgens het verslag van de commissie niet in de commissie zijn gezegd. Ik wil dan ook verwijzen naar het verslag van de commissie.
De heer Vandenberghe heeft een mondeling verslag gebracht, maar ik heb niet gecontroleerd of dat overeenkomt met het commissieverslag. We nemen daar akte van. Maar het schriftelijk verslag ligt al sinds maandag ter inzage.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Er is al heel wat gezegd door de verslaggever, al dan niet correct. Ik zal dan ook proberen niet in herhaling te vallen.
Bij het opstellen van dit voorstel van decreet zijn de indieners niet over één nacht ijs gegaan. Eerst werd het huidige decreet grondig geëvalueerd, er was er een benchmark met de ons omringende landen. Er was ook een hoorzitting met de toeristische sector op 3 maart 2015 in dit parlement en er waren ook heel wat bilaterale contacten met mensen uit de toeristische sector.
In juli vorig jaar dienden we een eerste voorstel van decreet in en vroegen we meteen ook advies aan de Raad van State en aan de Privacycommissie omdat we rechtszekerheid erg belangrijk vinden. Vanwege enkele opmerkingen van de Raad van State hebben de indieners ervoor gekozen om die niet als amendementen in te dienen maar om een volledig nieuw voorstel van decreet in te dienen. Hierover hebben we grondig van gedachten gewisseld in de commissievergadering van 27 oktober 2015.
Tijdens die vergadering werd de tekst een eerste maal geamendeerd om tegemoet te komen aan de vragen vanuit de logiessector. Dat was een algemeen gedragen vraag. Het ging over het amendement waarbij de verplichte aanmelding van elk toeristisch logies bij Toerisme Vlaanderen opnieuw in het voorstel van decreet werd ingevoerd.
Net voor de plenaire bespreking van het nieuwe Logiesdecreet bleek dat de hotel- en kampeerfederaties vragende partij bleven om de verplichte comfortclassificaties, het toekennen van de zogenaamde sterren, op te leggen in ruil voor de privatisering van dit systeem. De indieners hebben toen beslist om de agendering uit te stellen zodat dit grondig juridisch onderzocht kon worden. Maar uiteindelijk is gebleken dat er praktische maar vooral ook legistieke bezwaren zijn tegen het invoeren van een verplichte classificatie. Onder meer het gelijkheidsbeginsel was in het geding.
We vinden het daarnaast ook erg belangrijk om vertrouwen te hebben in de professionaliteit van de ondernemers, die zelf ook het best weten wat ze moeten doen om hun zaak te laten groeien. Zo ontvingen wij veel mails van hoteliers die vragende partij waren voor een verplichte classificatie maar evenzeer hebben wij mails gekregen van hoteliers die geen vragende partij waren voor een dergelijke verplichte classificatie omdat het hun vrijheid van ondernemen belemmert en vaak zelfs hun klantgerichtheid bemoeilijkt.
Ik zal het voorbeeld geven van een Gentse hotelier die van de inspectiedienst opmerkingen kreeg omdat hij in de kamers niet had voorzien in schoenpoetsdoekjes, infomapje of antislipmat. Dat hotel koos voor een klantvriendelijke aanpak op een andere manier. Die uitbater zei: “Service is een grote troef van onze zaak. Wij zetten alles op alles om onze gasten een onvergetelijk verblijf te geven. Dat wil zeggen dat wij de schoenen van onze gasten poetsen in plaats van schoenpoetsdoekjes op de kamers te leggen. Dat wil zeggen dat wij de informatie verbaal meegeven aan onze gasten in plaats van zomaar een mapje op de kamers te leggen. Dat wil zeggen dat wij in antislipmatten of extra handdoeken voorzien indien nodig geacht.” Dergelijke aanpak op maat past niet in een verplicht classificatiesysteem met aanvinklijstjes van verplichte attributen in hotelkamers. Het hotel in kwestie scoort wel erg hoog op reviewsites. Immers, moderne consumenten die op zoek zijn naar kwaliteit, kijken veelal verder dan de sterren. Het oordeel van gasten via bijvoorbeeld reviewwebsites wordt ook een belangrijke extra graadmeter. Hotels die blijven investeren in kwaliteit, zullen trouwens ook door hun gasten worden aangeprezen.
In overleg met de horeca- en kampeersector vorige week hebben we nog ingestemd met enkele verfijningen aan het voorstel van decreet. Zo wordt het voldoen aan de basisnormen gelijkgesteld met één ster en wordt de mogelijkheid tot een ambtshalve classificatie ingevoerd. CD&V is erg tevreden dat de versie die we hier vandaag bespreken, gesteund wordt door de toeristische sector, niet enkel de ‘klassieke’ logiessectoren maar ook nieuwe spelers zoals Airbnb.
Onze fractie blijft dus achter de basisfilosofie van dit voorstel van decreet staan, namelijk iedereen die logies tegen betaling aanbiedt, moet aan de basisvoorwaarden van dit decreet voldoen. Zo vatten we in de toekomst ook plots opduikende innovatieve vormen van logies zoals boomhutten of Airbnb. Tweede belangrijke punt van de basisfilosofie is de vrijwillige erkenning en classificatie. Derde punt is de koppeling aan maximale coaching om de kwaliteit te verhogen en te verbeteren. Ten slotte kan hiervoor gebruik worden gemaakt van de verschillende ondersteuningsmogelijkheden die de Vlaamse overheid biedt, zoals premies.
Dit is een kaderdecreet. We roepen de minister uitdrukkelijk op om in nauw overleg met de sectorfederaties de uitvoeringsbesluiten op te stellen. De minister heeft tijdens de bespreking van zijn beleidsbrief ook toegezegd om de classificatie te promoten en te koppelen aan bepaalde subsidies, bewegwijzering, promotionele voordelen, kwaliteitstrajecten van Toerisme Vlaanderen enzovoort. We zullen dat nauwgezet opvolgen. We hebben er alle vertrouwen in dat minister Weyts dit voorstel van decreet op een goede manier ten uitvoer zal brengen.
De weg naar dit volledig vernieuwde Logiesdecreet leek soms een beetje op een processie van Echternach, maar het is soms niet slecht eens op de stappen terug te keren. We hebben dat ook bewust gedaan met de indieners van dit voorstel van decreet en met op een bepaald moment de steun van de heer Caron. Zo hebben we uiteindelijk een betere tekst gekregen. (Applaus bij CD&V)
De heer De Meulemeester heeft het woord.
Voorzitter, dames en heren, ik wil eerst de collega-indieners van dit voorstel van decreet bedanken voor de constructieve samenwerking die we het voorbije jaar hebben gehad bij de totstandkoming van dit Logiesdecreet. Dat het vorige Logiesdecreet zijn beste tijd had gehad, hoeft geen betoog. Het dateerde van 2008 en is ondertussen meer dan zes jaar werkzaam. Om even te duiden: in 2008 was Facebook enkel weggelegd voor de hipste jongeren, net als Twitter. Sites als TripAdvisor, Booking.com en Yelp bestonden dan wel al, maar ze kenden alleszins nog niet de grote bezoekersaantallen en het succes van vandaag.
Voorgaande anekdote haal ik graag aan om de grote sprongen vooruit aan te halen, die eigenlijk nog geen decennium oud zijn. De maatschappij is veranderd, de toeristische sector evenzeer.
Nog in 2008 zochten Brian Chesky en Joe Gebbia, twee jonge Amerikanen, naar een inventieve manier om de hoge huurprijzen in San Francisco te kunnen betalen. Wanneer ze zelf op reis waren en hun appartement leegstond, moesten ze de maandelijkse huur immers nog steeds ophoesten, terwijl hun eigendom eigenlijk niet bewoond was. Waarom mensen die een kortstondig verblijf zochten in San Francisco, niet verder helpen tegen een lagere prijs dan vele hotels en ondertussen zelf geen verlies lijden door de leegstand van hun appartement? Airbnb was geboren.
Airbnb blaast begin 2018 pas tien kaarsjes uit, maar is in snel tempo volwassen geworden. De wereldwijde cijfers groeien jaar na jaar aan, en ook in Vlaanderen boomt Airbnb. Waar er in juni 2014 nog maar 4500 adressen op de website stonden, was dit in november 2015 al gestegen naar maar liefst 10.400 Belgische adressen, waarvan 3600 in Vlaanderen.
Aangezien sommige adressen meerdere kamers, tot zelfs volledige huizen ter beschikking stellen, gaat het om nog een groter aantal bedden en kamers. In de periode tussen november 2014 en november 2015 verbleven zo maar liefst 350.700 gasten in een Belgische Airbnb, wat voor Vlaanderen ongeveer neerkomt op iets meer dan 121.000 toeristen – toeristen die gemiddeld ook langer verblijven en meer geld uitgeven dan wanneer ze gebruikmaken van andere, klassieke verblijfsvormen zoals hotels en bed and breakfasts, zo leert Nederlands onderzoek ons. In Amsterdam verblijven toeristen bijvoorbeeld gemiddeld 2 nachten langer, dat is gemiddeld 3,9 nachten in een Airbnb en slechts 1,9 nachten in een hotel, en geven ze iets minder dan 300 euro extra uit tijdens hun verblijf, namelijk 792 euro versus 521 euro.
De economische return van Airbnb is dus aanzienlijk. Verhuurders van Airbnb geven bovendien ook aan dat ze de inkomsten uit hun verhuurde eigendom vaak herinvesteren in nieuwe projecten, zoals start-ups. 30 procent heeft dat al gedaan, een meerderheid ziet zich die stap zetten.
Hetzelfde Nederlandse onderzoek leert ons dat van de uitgaven die een toerist doet tijdens een Airbnb-verblijf, ongeveer een kwart, namelijk 23 procent, van die uitgaven gebeurt in de onmiddellijke nabijheid van de locatie van de Airbnb. Op het eerste gezicht lijkt dat niet verwonderlijk, want eenzelfde trend zou je ook verwachten bij een verblijf in de reguliere hotels. Toch vormt Airbnb een nieuwe economische meerwaarde aangezien veel Airbnb’s veel meer verspreid liggen in de steden en de rand van steden. Terwijl hotels zich vooral situeren in het echte centrum of in de buurt van luchthavens, kunnen toeristen via Airbnb verblijven in minder toeristische plekjes van de stad. Een economische impactstudie wijst er immers op dat 74 procent van de eigendommen die via Airbnb aangeboden worden, buiten de belangrijkste hotelgebieden ligt. De toeristische verzadiging van het centrum van steden wordt zo aangepakt en er komt een betere spreiding van toerisme.
Ook bereiken de klassieke verblijfsvormen enerzijds en Airbnb anderzijds een verschillende doelgroep. Airbnb-gasten willen een stad ervaren als een ‘local’, niet als toerist. De Airbnb-gast wil geen nummer van een hotelkamer zijn, maar integraal onderdeel van de stad, een toeristische trend die steeds duidelijker zichtbaar is.
We zien dus zeker en vast de complementariteit van de klassieke verblijfsvormen en nieuwe, innovatieve toeristische initiatieven zoals Airbnb. Het enige wat ontbrak om die complementariteit te accentueren en mogelijk te maken, was een modern en duidelijk voorstel van Logiesdecreet, een nieuw voorstel van decreet dat de gevestigde waarden uitdaagt om te blijven innoveren en beter in te spelen op de toeristische wensen, maar eveneens een voorstel van decreet dat nieuwe initiatieven niet in de grijze zone duwt en wantrouwt.
We zijn dan ook verheugd om vandaag dit nieuwe voorstel van decreet voor te leggen in deze plenaire vergadering. Door duidelijke spelregels af te bakenen schept de overheid een kader dat niet mis te interpreteren valt. Cowboys worden geweerd. En tegelijkertijd zorgen we voor een faciliterende en coachende overheid, die toeristische ondernemers vrijlaat.
De comfortclassificatienormen blijven bestaan, maar we houden er niet mordicus aan vast. Voor Open Vld gaat het om mensen, niet om structuren. De opinies van mensen kunnen ons immers ook veel leren, zeker op het vlak van de beoordeling van een toeristisch verblijf. Het zou een grote misvatting zijn om enkel vast te houden aan de rigide sterrenclassificaties, die ons tenslotte enkel iets vertellen over het te verwachten comfort, maar bitter weinig over de eigenlijke verblijfservaring. Subjectieve verblijfservaringen verschillen van persoon tot persoon, maar dikwijls kan een toerist meer opsteken van enkele tientallen recensies van andere gasten dan van één melding van het aantal sterren. Met het vrijwillig maken van de comfortclassificatie geven we ook een stem aan de toeristen zelf en op hetzelfde moment nemen we administratieve barrières weg voor de ondernemers.
Minder verplichten, meer vrijheid, meer vertrouwen, een stem voor toeristen én het opnemen van inventieve vormen binnen een duidelijk wettelijk kader. Het mag duidelijk zijn dat dit voorstel van decreet de toeristische kracht en aantrekking van Vlaanderen versterkt, met stevige, liberale accenten en de bijhorende open blik op de toekomst.
Daarom, voorzitter, zal de Open Vld-fractie dit voorstel van decreet met heel veel vertrouwen en veel enthousiasme goedkeuren. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Ik wil even terugkomen op de weergave van het verslag. Ik wil heel duidelijk melden dat ik in overleg en samen met mevrouw de Bethune, een collega uit de meerderheid, dit verslag in eer en geweten heb opgesteld, wetende dat er twee uitvoerige debatten zijn geweest over het voorstel van Logiesdecreet in diverse commissies en dat het uitvoerige verslagen waren.
Voorzitter, collega’s, bij de opmaak van een nieuw voorstel van decreet past het toch om ook even achterom te kijken. Dan stel ik vast dat het Logiesdecreet dat in 2008 werd goedgekeurd, zijn verdiensten heeft gehad. De verplichte vergunning of aanmelding heeft ervoor gezorgd dat alle logiezen op dezelfde manier werden en worden behandeld. De sterrenclassificatie leidde tot een kwaliteitsverhoging, in het bijzonder van de kleinschalige logiezen. Het is geen toeval dat een zeer goede samenwerking met de toeristische sectoren aan de basis lag van dit decreet.
– Wilfried Vandaele, ondervoorzitter, treedt als voorzitter op.
Collega’s, het is nuttig en zelfs noodzakelijk om ervoor te zorgen dat onze decreten mee zijn met hun tijd en dat we tijdig ingrijpen om ons aan te passen aan nieuwe ontwikkelingen. Vlaanderen heeft belangrijke toeristische troeven die we maar voluit kunnen uitspelen als er ook een eigentijds en kwaliteitsvol logeeraanbod is. Wij weten dat, de sector beseft dat en de toeristen die onze regio bezoeken, verwachten dat.
De sp.a-fractie ziet goede elementen in het voorstel van decreet, die hierop inspelen. Er komt een kader waarin innovaties, zoals Airbnb, hun plaats kunnen krijgen en de planlast wordt verminderd. Dat zijn stappen vooruit.
Laat ons in de toekomst heel alert blijven en de vinger goed aan de pols blijven houden. Ik maak me echter ook zorgen. Onze fractie maakt zich zorgen. Het is duidelijk dat er geen consensus is bereikt tussen de toeristische sector en de regering. Het compromis over de sterrenclassificatie dat door de sector als het maximaal haalbare wordt bestempeld, als een voorstel waarmee men node akkoord is moeten gaan om toch eindelijk te kunnen landen, is geen goede regeling.
De door de overheid verplichte comfortclassificatie wordt nu vervangen door een systeem dat mossel noch vis is. Aan de ene kant zul je een deel van de sector hebben die meestapt in het verhaal en hun sterren zelf zullen aanvragen, aan de andere kant hotels en campings die zich tevreden zullen stellen met de laagste classificatie of de classificatie van commerciële websites aannemen. We betreuren dit.
Voor de toeristen die naar Vlaanderen komen, is dit geen goede zaak. Hoe kun je nu als toerist met een gerust gemoed een duidelijke keuze maken als je niet de garantie hebt dat die is gebaseerd op objectieve maatstaven en dat die maatstaven voor iedereen gelden, op dezelfde manier? Weet u welke maten en gewichten review-sites als TripAdvisor en Booking.com precies hanteren? Niemand weet dat, en dat is precies het fundamentele probleem.
Het is ook niet goed dat wordt afgestapt van de verplichte classificatie omdat heel veel uitbaters van hotels en campings zware investeringen hebben gedaan om aan die normen te beantwoorden. De waarde van die investeringen dreigt te verwateren. U ondergraaft de inspanningen van de sector die wij zo nodig hebben om de toeristische troeven van Vlaanderen op de kaart te zetten.
Minister, ons pleidooi is er zeker geen van regulering en betutteling, maar van rechtszekerheid voor de uitbaters, en vooral duidelijkheid en transparantie voor hun klanten. Gelet op de grote ongerustheid die dit voorstel van decreet bij de hotel- en campinguitbaters teweegbrengt, verwacht ik van u het engagement om wat op het terrein gebeurt, zeer goed op te volgen en om hierover in overleg te blijven gaan met de sector.
Tot slot laat dit voorstel van decreet op heel wat punten aan duidelijkheid te wensen over, ondanks de verschillende bijsturingen die ondertussen zijn gedaan. Heel wat elementen moeten nog bij besluit van de Vlaamse Regering worden uitgewerkt. Ook dat wekt ongerustheid bij alle participanten. We hopen hierover snel duidelijkheid te krijgen en hopen ook dat hierover goed wordt overlegd met de sector.
Duidelijkheid en zekerheid, voor logiesuitbaters en hun klanten, dat is waaraan de sp.a-fractie dit voorstel van decreet toetst, en die toets wordt niet met overtuiging doorstaan. Daarom zullen wij ons onthouden, tenzij het amendement van de sp.a dat het behoud van de verplichte comfortclassificatie garandeert, door een meerderheid van het parlement toch wordt opgenomen en goedgekeurd.
We zijn ook tegen planlast, maar nu wordt het gezond kind dat door minister-president Bourgeois werd gebaard, met het badwater weggegooid. We kijken dan ook kritisch uit naar de vele uitvoeringsbesluiten die de regering nog moet maken. We zullen dat met onze fractie heel correct en kritisch blijven opvolgen, en uitzoeken wat wel en niet goed is. (Applaus bij sp.a)
De heer Caron heeft het woord.
Collega’s, ik zal een gematigd kritisch maar ook positief betoog houden.
Ik wil toch even zeggen dat de heer Vandenberghe een zeer objectief verslag heeft gebracht, al zal hij wel tegenstemmen. Het was ingekort, maar hij heeft de kern geraakt. (Opmerkingen)
Als u een volledig verslag wilt, is dat geen probleem. Ik zal zo’n uur of drie extra nodig hebben. Ik kan het ook voorlezen als het nodig is. Is dat wat u wilt? Ik vind dit eigenlijk wel kleintjes. Dat moet me van het hart.
Ik zal over het voorstel van decreet zelf iets zeggen en over wat er gebeurd is. Collega’s, het voorstel van decreet pleitte in de eerste versie heel hard voor deregulering. Ik heb het met heel veel plezier ondersteund. In tegenstelling tot wat velen onder u zouden denken, is Groen ook een partij die staat voor deregulering en administratieve vereenvoudiging. (Applaus van Mathias De Clercq. Gelach)
Komaan, ik wil applaus. (Applaus bij Open Vld en CD&V. Opmerkingen)
Zelfs van uw eigen fractie krijgt u geen applaus, mijnheer Caron. (Gelach. Opmerkingen)
Onder ons gezegd en vooral gezwegen, dit is geen prioritair politiek thema voor mijn partij. Het is nu eenmaal zo. (Rumoer)
Het is zoals het is. (Rumoer)
In de loop van het traject van het voorstel van decreet is die deregulering nog ernstig teruggedraaid. Er zijn nog vormen van regulering ingeslopen, meer dan ons lief was.
– Jan Peumans, voorzitter, treedt als voorzitter op.
Laat ons de zaak benoemen zoals ze is. De kern van dit voorstel van decreet of het probleem dat aan de basis ervan lag, is de overgereguleerde strikte sector met een sterke administratieve controle en veel paperasserij. Daar wilden we met ons allen vanaf, of niet soms? Is de regulering en de comfortclassificatie in het toerisme eigenlijk nog wel een overheidstaak?
Ik zal u bij wijze van paradox het voorbeeld geven van Horeca Vlaanderen dat met veel overtuiging pleitte dat de overheid een comfortclassificatie zou verplichten, terwijl ze met de linkerhand het liefst geen witte kassa zouden opgelegd krijgen. Het hangt er maar van af wat hen commercieel het beste uitkomt. Zo ziet u maar. Als het van ons had afgehangen, hadden we hen gevraagd om zelf die comfortclassificatie te doen, in de hotelsector, op de campings en bij andere logiezen. Doe het zelf en doe het het liefst op een internationale referentiebasis. Zover kon het in Vlaanderen vandaag niet gaan.
Het is inhoudelijk geen slecht voorstel van decreet, verre van. Het had verder mogen gaan, vooral met minder administratieve controle. Het had een aantal taken voor Toerisme Vlaanderen kunnen verschuiven, meer dan vandaag het geval is, wat ik wel jammer vind, maar het is een stap. Elke stap vooruit is de moeite waard om te zetten.
Het is ook een voorstel van decreet – en dat is misschien nog het belangrijkste – dat die vele moderne vormen van verblijf mogelijk maakt, honoreert en erkent. De B&B is hier al als voorbeeld genoemd, er zijn nog allerlei andere creatieve vormen. Als overheid moeten wij innovatie stimuleren en niet afremmen. Daarom is het ook erg belangrijk.
Daarenboven daag ik u uit. Als u met vakantie gaat, al is het voor een weekend, doet u dat dan op basis van de verplichte comfortclassificatie als u naar Frankrijk gaat? Op welke basis zoekt u uw logies? Dat doet u op basis van bezoekersquoteringen, van verzamelwebsites, van Booking.com, van TripAdvisor, of niet soms? Belt u naar de Franse dienst voor Toerisme om te vragen welke classificatie de B&B heeft waar u naartoe wilt gaan? Neen, dat doet u niet. Ook in Vlaanderen moeten we die evolutie doorzetten. Eigenlijk moet de consument – er is toch geen mooiere vorm van burgerbetrokkenheid – zelf bepalen hoe goed de kwaliteit is van een bepaalde logiesvorm is. Dat is deregulering. Het is een stap in de goede richting, maar we zijn er nog niet.
Wat ik nog wil zeggen, is dat het proces om tot dit voorstel van decreet te komen, niet echt blijk geeft van een incidentloos traject. Integendeel, er waren nogal wat hindernissen die onderweg overwonnen werden. De meerderheid had mijns inziens wat coulanter kunnen zijn ten aanzien van de sector. De sector was eerst boos, maar is dan wat bijgedraaid.
Het voorstel van collega Vandenberghe, dat ik heb gesteund, om bijvoorbeeld in de maand november nog eens een hoorzitting met alle federaties te houden om naar hun grieven te luisteren – want luisteren is onze taak als volksvertegenwoordiger – werd weggestemd. Dat is jammer. Zoals mevrouw Brouwers zei, had wat hier in december voorlag en daarna werd ingetrokken, nooit moeten voorliggen. Dat had perfect vermeden kunnen worden, wellicht was het eindresultaat weinig anders geweest dan het resultaat dat vandaag op tafel ligt. Het is onhandig. Laten we dat in het vervolg vermijden. Het is een van de elementen waar de heer Vandenberghe terecht boos om is. Ik wil hem daarbij echt ondersteunen.
Het tweede element is dat het terugtrekken van een voorstel van decreet tijdens een plenaire zitting, ook niet bepaald een uiting is van decisief, affirmatief en overtuigend bestuur. Ook dat had vermeden kunnen worden.
Collega’s, Groen heeft de amendementen van na de sessie van december mee ondertekend en ondersteund, ook al zijn ze wat meer gematigd dan de originele tekst van het decreet. Niettemin is het – ik zei het al – een belangrijke stap vooruit.
Er is nog één minpunt. Wij zijn ook niet voor de verplichte comfortclassificatie. Dat is duidelijk. Dit voorstel van decreet laat echter wel heel erg veel uitvoeringsmodaliteiten over aan de regering. Die kan heel veel nieuwe regels opleggen, te veel. We delegeren niet alleen te veel aan de regering; we geven te veel ruimte om weer andere, nieuwe regels op te leggen. Ook dat had met een grondigere voorbereiding vermeden kunnen worden.
De eerste spreker van de indieners, mevrouw Coudyser, verwees al naar gastvrij Vlaanderen. Daarvoor doen we het. Laten we dat ook zijn. Maar laten we het niet alleen voor de rijke toerist zijn, maar ook voor de campingbezoeker of voor wie een nachtje B&B wil doen. Iedereen moet een goede kwaliteit krijgen tegen een betaalbare prijs. (Applaus bij Groen en sp.a)
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, sta me toe om tot de essentie van dit debat te komen. Het is al aangehaald dat we hierover twee debatten hebben gehad in de commissie. Een aantal collega’s voor me hebben dat hele debat al ruim geschetst, ik beperk me graag tot de essentie.
Ik heb een aantal zaken opgeschreven. Ik richt me specifiek tot de indieners. Ik ga akkoord dat er een aantal goede zaken in staan, zoals nieuwe logiesvormen en administratieve vereenvoudiging. Dat heb ik ook in de commissie al gezegd.
Ik vind de verplichte comfortclassificatie toch nog altijd een spijtige zaak. Daarover gaat het natuurlijk, want in dit voorstel van decreet zijn twee zaken heel belangrijk: de comfortclassificatie en de aanmelding. Ik vind het een beetje eigenaardig dat een aantal argumenten die in 2008 werden gebruikt om te komen tot het initiële Logiesdecreet, onder meer over de kwaliteit, nu gebruikt worden om dat hele Logiesdecreet af te schaffen en om een geheel nieuw te maken. Ik heb in de commissie ook al gezegd tegen mevrouw Brouwers dat heel dit scenario me een beetje doet denken aan de discussie over het Reisbureaudecreet, dat met één pennentrek werd afgevoerd. Ook daarbij werden een aantal argumenten gebruikt die gehanteerd werden bij de totstandkoming van het eerste decreet.
Ik heb begrepen dat bij de meerderheidspartijen, en dan vooral bij de N-VA, een sfeer heerst van ‘vrijheid, blijheid’, van ‘iedereen doet maar op’.
Mijnheer Caron, ook wij zijn niet voor de overreglementering van de sector. Ik vind dit nog altijd een spijtige zaak, maar ik heb begrepen dat er een akkoord of op zijn minst een consensus is bereikt met de sector. Mijnheer Vandenberghe, ik had ook liever de comfortclassificatie verplicht gehouden in het decreet, maar de sector heeft een compromis bereikt.
Ik wil nog zeggen, net als de heer Caron dat heel beleefd heeft gedaan, dat de totstandkoming van dit voorstel van decreet parlementair knoeiwerk was van de bovenste plank dat ik tijdens mijn parlementaire loopbaan zelden of nooit heb gezien. Iemand heeft daarstraks nog gezegd dat het tijd was om dit decreet, dat zes jaar oud was, te vervangen door een ander decreet. Wanneer we alle decreten die zes jaar oud zijn, in dit parlement zouden moeten vervangen door nieuwe decreten, dan zouden we de komende jaren heel wat werk hebben. Eerst wordt er een decreet ingediend, dan wordt er een amendement ingediend, dan wordt het amendement teruggetrokken tijdens de plenaire vergadering, dan wordt het opnieuw voorgelegd: dat is geen deftig parlementair werk.
De heer Vandenberghe en de heer Caron hebben gelijk wanneer ze zeggen dat dit voorstel van decreet al lang was goedgekeurd wanneer we de sector hadden gehoord tijdens de bespreking van het voorstel van decreet in november. Dan zou er niet moeten worden gewerkt met een amendement en dan zouden de indieners trotser kunnen zijn op hun werk dan nu het geval is.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet.
De door de commissie aangenomen tekst wordt als basis voor de bespreking genomen. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2015-16, nr. 499/6)
– De artikelen 1 tot en met 6 worden zonder opmerkingen aangenomen.
Er is een amendement op artikel 7. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2015-16, nr. 499/7)
De stemmingen over het amendement en over het artikel worden aangehouden.
– De artikelen 8 tot en met 20 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.