Verslag plenaire vergadering
Verslag
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van resolutie van Sabine Vermeulen, Bart Dochy, Herman De Croo, Jelle Engelbosch, Jos De Meyer en Sofie Joosen betreffende antibioticagebruik bij nutsdieren.
De bespreking is geopend.
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Collega’s, geregeld worden we gealarmeerd over de toenemende bezorgdheid over het te omvangrijke gebruik van antibiotica in onze dierhouderij en over de mogelijke ongunstige invloed daarvan in de ontwikkeling van resistentie bij de antibioticabehandeling van mensen.
Vorige week konden we nog een persbericht lezen van AMCRA dat er een nieuwe vorm van colistineresistentie is ontdekt bij voedselproducerende dieren. U moet weten dat in de humane geneeskunde colistine wordt gebruikt als laatste redmiddel bij patiënten met complexe infecties, nadat alle andere vormen van antibiotica tevergeefs toegediend werden. Er kwam dus zeer terecht een oproep om het colistinegebruik in de diergeneeskunde tot het strikt noodzakelijke minimum te beperken.
De commissie had afgelopen maanden veel aandacht voor de problematiek. Uit de hoorzitting en de commissiebesprekingen kan ik vooral besluiten dat wij allen erkennen dat de strijd tegen antibioticaresistentie een blijvend aandachtspunt en werkpunt moet blijven en opgedreven moet worden. Het doel moet zijn de resistentie terug te dringen en het effect van maatregelen en onderzoeksinvesteringen te vergroten zodat men de verdere ontwikkeling en verspreiding van resistentie zoveel mogelijk kan beheersen. Daarbij streven we ook naar een dierhouderij waar gezondheid de norm is en ziekte en behandeling met antibiotica uitzonderingen zijn.
Op het terrein is er al heel veel werk verzet. De landbouwsector, de dierenartsen, de wetenschap, de farma-industrie en de mengvoederbedrijven zijn zich terdege bewust van de problematiek en hebben zich in het verleden, zonder enig verplicht wettelijk kader, geschaard achter het doel om het antibioticagebruik te reduceren en hebben hiertoe ook al belangrijke bijdragen geleverd.
Helaas merk ik op dat er noch in de beleidsnota, noch in de beleidsbrief expliciet wordt ingegaan op de strijd tegen antibioticaresistentie. Ik meen dan ook dat een resolutie absoluut op zijn plaats is en de nodige aandacht van de regering verdient. Het Vlaams beleid moet verder zijn bijdrage leveren binnen zijn bevoegdheden. Sensibilisering, preventie en advisering zijn zeer belangrijke sleutels om een antibioticadaling te kunnen realiseren. Het vergroten van bewustwording van en kennis over de werking en het gebruik van antibiotica zijn hierin zeer belangrijk, met daarnaast concrete tips voor preventie, hygiëne en het voorkomen van overdracht van bacteriën. En dat is een taak voor Vlaanderen, waar wij met dit voorstel van resolutie extra aandacht voor vragen.
Effectieve bestrijding van antibioticaresistentie kan ook niet zonder innovatie. Want verbeterde infectiepreventie, het tegengaan van de verspreiding van resistente bacteriën en alternatieve behandelingen kunnen het gebruik van antibiotica terugdringen. Daarom moet het Vlaams beleid bij de toekenning van onderzoekskredieten aandacht hebben voor onderzoeksinstellingen die alternatieve behandelingen en innovaties op het gebied van infectiepreventie ontwikkelen.
Collega’s, dit voorstel van resolutie formuleert pertinente aandachtspunten in de strijd tegen antibioticaresistentie. Laat het een engagementsverklaring zijn voor de Vlaamse Regering, want ook een bijdrage van Vlaanderen is onontbeerlijk en blijvend noodzakelijk om deze maatschappelijk belangrijke opdracht waar te maken. (Applaus)
De heer Dochy heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, ik wil me heel graag aansluiten bij de correcte toelichting van collega Vermeulen. In deze belangrijke problematiek, vooral in tijden van crisis in de landbouwsector, is het belangrijk om ook op dit element van de kwaliteit te wijzen. Het kan voor onze landbouwsector een extra argument zijn om de dierhouderij in ruime context in een goed daglicht te stellen. Met dit voorstel van resolutie willen wij vooral een hart onder de riem steken van eenieder die zich in het verleden reeds heel hard heeft ingezet binnen de ruime sector om deze problematiek in elk geval aan te pakken en om te streven naar verbetering.
We zijn ervan overtuigd dat er nog wel wat marge is om daar nog verdere inspanningen voor te doen. Dat is ook de bedoeling van dit voorstel van resolutie, dat binnen de commissie in unanimiteit werd goedgekeurd.
De heer De Croo heeft het woord.
Ik heb met aandacht geluisterd naar onze twee collega’s, en in feite gaven zij de twee invalshoeken aan die in mijn ogen van groot belang zijn. Collega Vermeulen heeft aangehaald dat men reeds begint te falen in het bestrijden van een aantal infecties door antibiotica. We hebben in de hoorzitting ook van professor Dewulf gehoord dat er over zestig jaar – ik vond dat nog relatief optimistisch – antibiotica geen effect meer zouden hebben. We horen nu dat sommige infecties en ziekenhuisbacteriën niet meer bestreden kunnen worden met antibiotica. We moeten daar dus bijzonder voorzichtig in zijn en zien dat wij geen nieuwe bron van het nutteloos en overbodig maken van antibiotica in stand houden, zij het dan door het bijna preventieve of te gevaarlijke gebruik van antibiotica in de sector van de vleesproductie.
De tweede bezorgdheid kwam van collega Dochy, en hij heeft ook gelijk. We moeten inderdaad opletten dat wij niet gehandicapt worden in onze concurrentie, onder meer met Nederland, dat zich volledig antibioticavrij producent noemt van bijvoorbeeld vlees. En we mogen ook niet hypocriet zijn. In de debatten over de vrijere handelsakkoorden tussen de Verenigde Staten en Europa heeft men het soms over met hormonen behandelde vleesproducten. We vinden dat ‘not done’, maar tezelfdertijd zijn we toch te omzichtig tegenover de eventuele overdadige antibioticabehandeling die men aan sommige van onze producenten zou kunnen verwijten.
Die twee invalshoeken, enerzijds van mevrouw Vermeulen over de volksgezondheid en anderzijds over het concurrerende vermogen van onze landbouwers, onze kwekers en veehouders die de heer Dochy heeft aangehaald, zijn in mijn ogen evenwichtig in dit voorstel van resolutie aangebracht. Daarom zullen wij het uiteraard ook steunen.
De heer Caron heeft het woord.
Ik wil de collega’s gelukwensen en danken voor het voorstel van resolutie dat ze hebben opgemaakt en ingediend. We gaan die met onze fractie ook ondersteunen, laat daar geen twijfel over bestaan.
Ik wil toch even wijzen op de noodzaak ervan, bijna nog meer dan de indieners. De daling die de voorbije jaren in het antibioticagebruik in de veeteelt werd vastgesteld, is gestopt. Er is opnieuw een stijging van antibioticagebruik, vooral van een aantal vormen van antibiotica die ook voor de menselijke gezondheid gevaarlijk zijn. Het is dus absoluut tijd om actie te ondernemen. Het punt is dat we als Vlaanderen maar partieel bevoegd zijn voor de materie. Het gros zit bij het federale niveau, en dat maakt het niet altijd gemakkelijk.
Het grootste probleem, collega’s, is de al te grote preventieve toepassing van antibiotica, vooral in mengvoeders. Ik vroeg vanmiddag in het restaurant waar die konijnen gekweekt waren die we daar opgediend kregen. Men wist het ons niet te zeggen. Ik bedoel maar: wij krijgen elke dag een dosis antibioticum binnen die onze resistentie tegen virussen aantast. Misschien zal dat voor ons nog niet kwalijk zijn, maar voor onze kinderen en kleinkinderen wel. Dit is dus niet alleen een probleem van gezond vlees, maar ook van menselijke gezondheid. Er moet dus keihard ingezet worden op die te grote preventieve toepassing.
Ik wil ook even kritisch zijn. Een van de grote problemen is nog altijd de relatief gebrekkige monitoring van het gebruik. Er is beterschap. Ik hoor collega Dochy zeggen dat er stappen gezet worden. Dat is ook waar, maar er moeten ter zake nog veel meer stappen dan vandaag gezet worden. Het is positief dat wordt opgeroepen dat alle spelers in de keten meewerken. Laat dat duidelijk zijn.
Er wordt gesuggereerd dat onze concurrentiepositie benadeeld zou worden als wij te streng zouden zijn in het gebruik van antibiotica in vlees. Wel, collega’s, wij hebben een krachtig instrument, zij het niet altijd zo onbesproken, namelijk het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM), dat ons voedsel, geproduceerd bij landbouwers, promoot. Ik denk dat het produceren van vlees zonder antibiotica een fantastisch promotie-instrument kan zijn voor onze landbouwers, zowel in binnen- als buitenland. Laat ons daar volop op inzetten.
Met het bezoek van de Europese commissaris van gisteren in het achterhoofd, wil ik net als de heer De Croo waarschuwen dat een te open handel met de VS hier wel eens veel meer antibiotica op de tafels zou kunnen brengen dan wij zelf allemaal zouden willen. Laat dat dus een aandachtspunt zijn waarmee we rekening moeten houden.
Samengevat: wij steunen dit voorstel van resolutie. Wij zouden net dat stapje verder dan jullie zijn gegaan, dat begrijpen we van elkaar. Maar het is in ieder geval een belangrijke stap, die ook in de commissie kamerbreed ondersteund wordt. Er moeten nog meer stappen gezet worden.
Ik nodig dus minister Schauvliege, die er nu niet is maar die ongetwijfeld op de streaming deze zitting volgt, van harte uit om deze thematiek krachtig op te nemen. Het is zoals mevrouw Vermeulen als lid van de meerderheid met de nodige gepaste voorzichtigheid heeft gezegd: deze thematiek komt in haar beleidsnota en -brieven relatief weinig aan bod. De thematiek komt daarin niet, of bijna niet, aan bod. Wij verwachten van de Vlaamse minister dat zij een pleitbezorger is van het beste vlees dat op onze tafels komt en van de beste promotie die ervoor gevoerd kan worden. Ten bate van de gezondheid van ons allemaal.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie houden.