Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de eventueel variabele snelheid op autosnelwegen en het overleg ter zake met de gewesten
Verslag
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Voorzitter, geachte leden, minister, uw federale collega minister Galant vindt dat de regel van de maximumsnelheid van 120 kilometer per uur op onze autosnelwegen eigenlijk niet meer van deze tijd is. Ze denkt dat het beter is om de maximumsnelheid te laten variëren, bijvoorbeeld naargelang de weersomstandigheden, het tijdstip van de dag – ’s nachts sneller dan overdag – of de staat van de weg. Ze wil de impact van haar idee op de doorstroming, op het milieu en de uitstoot en natuurlijk ook op de verkeersveiligheid laten bestuderen.
Minister, ik heb twee bedenkingen bij haar ballonnetje. Er is in Vlaanderen al jaren geen sprake meer van een maximumsnelheid van 120 kilometer per uur in alle omstandigheden. Wij passen al variabele snelheden toe op de drukste punten van ons autosnelwegennet: kijk rond Antwerpen, rond Gent, op de E313. Ik heb begrepen dat u dat in de toekomst nog meer zult doen. Ik vind dat prima.
Mijn andere bedenking is fundamenteler. Minister Galant sluit blijkbaar niet uit dat de maximumsnelheid moet kunnen worden opgetrokken naar 130 kilometer per uur. Ik denk dat een verhoging van de maximumsnelheid een bijzonder slecht idee is. Er is al voldoende onderzocht wat de gevolgen daarvan zijn. Sneller is dodelijker. Sneller zorgt ook voor meer uitstoot. Wij moeten ervoor zorgen dat de schande van de vierhonderd doden op onze wegen een oplossing krijgt, dat dit naar beneden gaat. Ik denk niet dat het verhogen van de snelheid daartoe kan bijdragen. Minister, mijn vraag aan u is heel eenvoudig: vindt u het optrekken van de maximumsnelheid op de autosnelwegen, in welke omstandigheden dan ook, een optie?
De heer Rzoska heeft het woord.
Klimaatvoorzitter, voorzitter, minister, collega’s.... (Gelach)
Uiteraard wens ik de voorzitter te feliciteren met zijn belangrijke bijkomende taak. (Applaus)
We rekenen uiteraard de volgende zes maanden voluit op hem.
Minister, ik fronste eerlijk gezegd toch de wenkbrauwen toen ik het persbericht van uw federale collega Galant zag. Daarmee liet ze opnieuw het ballonnetje op om te gaan sleutelen aan snelheden, en vooral dan aan die maximumsnelheid. Ze liet zelfs de opening om in de toekomst, afhankelijk van de omstandigheden, zoals collega Vandenbroucke heeft geschetst, naar 130 kilometer per uur te gaan.
Nu begrijp ik om te beginnen absoluut niet dat ze dat opnieuw wil onderzoeken. Er zijn in het verleden immers onderzoeken ter zake gebeurd, die zeer duidelijk aantonen dat dit geen optie is, dat dit inderdaad het effect zal hebben dat er bijkomende verkeersslachtoffers zullen vallen.
Bovendien werken we in Vlaanderen al volgens het principe, een goed principe, dat op het moment dat allerhande verkeerssimulaties en softwaremodellen vaststellen dat er zich een capaciteitsprobleem of ander probleem op de weg voordoet, met dynamische snelheidsborden wordt gewerkt om in te grijpen op de snelheid. Ik denk dat er ook een parlementaire meerderheid is om op die manier te werk te gaan.
Minister, aangezien u in Vlaanderen bevoegd bent voor dit luik, aangezien ik freedom of speech zeer hoog in het vaandel voer – en ik weet via de sociale media al dit u wel via Villa Politica gereageerd hebt, maar zoals de voorzitter zegt, bestaat Villa Politica niet maar is het parlement de belangrijkste plaats om een uitspraak te krijgen –, is mijn vraag dezelfde als die van collega Vandenbroucke. In hoeverre gaat u eigenlijk mee in het ballonnetje dat uw federale collega heeft opgelaten?
Minister Weyts heeft het woord.
Collega’s, mevrouw Galant heeft inderdaad zo’n studie aangekondigd. Ik ken niemand die dommer is geworden van een extra studie, maar er is ook de vraag of je nog moet bestuderen wat al bestudeerd is. Er zijn, zelfs van vrij recente datum, nog studies, zowel van het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV) als van Transport & Mobility Leuven (TML) die tot de conclusie komen dat 130 kilometer per uur voor 25 extra verkeersdoden zal zorgen. Ik heb hier een artikel bij. Ik denk niet dat we dat in Vlaanderen kunnen aanvaarden met een schande van 400 verkeersdoden. Die conclusie is dus overduidelijk.
Waar we wel op inzetten en wat we in Vlaanderen al doen, is dynamisch verkeersmanagement, waarbij we het snelheidsregime aanpassen aan de weersomstandigheden en de filevorming. Vandaag is 226 van de 1500 kilometer autosnelweg gedekt door dynamisch verkeersmanagement. Dit jaar komen er nog zes tracés bij, waardoor er 4 procent bijkomt. Uiteindelijk zal ongeveer 20 procent van het autosnelwegennet zijn gedekt door dynamisch verkeersmanagement. In de Vierarmentunnel komt nog dynamisch verkeersmanagement, evenals op de E17 tussen Kruibeke en Beveren. Er zijn nog vier andere tracés. Er is geen tegenspraak tussen doorstroming en verkeersveiligheid. Dat is de weg die wij willen opgaan.
Minister, ik dank u voor uw kort en zeer helder antwoord. Ik ben blij dat we met z’n allen – dat hoop ik toch – de analyse delen dat een verhoging van de maximumsnelheid absoluut niet aan de orde mag zijn op de Vlaamse snelwegen.
Ik ben ook blij dat u aankondigt dat u de uitrol van de dynamische snelheidsborden voortzet. Snelheid is natuurlijk niet de enige factor die van belang is.
Minister, het Vlaams Verkeersveiligheidsplan staat al enige tijd in de steigers. Waarom mogen we dat verwachten? Wanneer mogen we de complete rist aan maatregelen verwachten om de verkeersveiligheid in Vlaanderen te verhogen?
Minister, u zegt dat een bijkomende studie tot daaraan toe is en dat we de conclusie kennen, maar in mijn ogen is het een stukje weggegooid overheidsgeld. U hebt gelijk. Iedereen kent de studie. Het is al meermaals aangetoond dat dat niet de optie is.
Minister, ik heb soms de indruk dat uw relatie met uw federale collega misschien niet helemaal optimaal verloopt. Ik heb soms de indruk dat minister Galant regelmatig een ballonnetje op laat en dat u in Vlaanderen dan duidelijk moet maken dat we niet helemaal op dezelfde lijn zitten. In hoeverre was u eigenlijk op de hoogte dat dat haar bedoeling was? In hoeverre hebt u regelmatig overleg met minister Galant om zulke zaken te bespreken? Ik moet eerlijk zeggen dat het al een paar keer is voorgevallen dat zij iets communiceert en dat u in Vlaanderen een andere lijn volgt.
De heer de Kort heeft het woord.
Minister, dit gaat weer over een onderwerp dat eigenlijk aan de overkant zou moeten worden besproken. De federale overheid is enkel nog bevoegd voor de snelheid op autosnelwegen. Sinds de zesde staatshervorming zijn wij voor al de rest verantwoordelijk. Ik wil van de gelegenheid gebruikmaken om een oproep te doen om verder te debatteren en van gedachten te wisselen in de Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken op 4 februari bij de bespreking van de conceptnota Snelheidsregime. Dat is een goede conceptnota en ik nodig iedereen uit om die grondig te lezen.
Ik heb uw reactie al gelezen op het voorstel van minister Galant dat dit een teveel aan snelheidsborden zou meebrengen. Het concept in verband met het snelheidsregime gaat uit van de staat van de weg en zou ook moeten zorgen voor minder verkeersborden, want die veroorzaken een hoop onduidelijkheid. Op die manier zullen we de verkeersveiligheid zeker en vast kunnen verhogen.
De heer De Clercq heeft het woord.
Voorzitter, minister, dames en heren, ik wil een oproep doen die ik ook al een paar keren in de commissie heb gedaan. We geloven nogal sterk in het samenwerkingsfederalisme. Het is heel belangrijk dat u, minister Galant of andere collega’s op gezette tijdstippen het initiatief nemen om samen te zitten in het belang van de weggebruiker in het algemeen. Verkeer stopt niet aan de grenzen van de gewesten. Een eenheid van beleid is belangrijk en de regeringen lenen zich daartoe. Inzake verkeersveiligheid, de zelfrijdende wagen, modernisering van de wegcode en doorstroming moet er een visie en een duidelijk eenstemmig verhaal komen in het belang van de weggebruiker. Minister, ik doe een oproep om daar eindelijk werk van te maken in de geest van samenwerkingsfederalisme dat u aanhangt.
De heer Parys heeft het woord.
De minister zegt dat er nog niemand dommer is geworden van studies. Ik heb ze hier bij me: studies van het BIVV, TML en het Vlaams Verkeerscentrum. Er is nog niemand dommer van geworden, maar de belastingbetaler is er wel al armer van geworden. Als we eerst een bos moeten omleggen om uit te vissen wat we eigenlijk al weten, dan lijkt me dat niet de goede weg om te bewandelen.
Minister, ik heb een vraag over wie wat doet. Het wordt een beetje gek. Zoals ik het heb begrepen, is het federale niveau enkel bevoegd voor de lineaire snelheidsbepalingen op de autosnelwegen en zijn wij bevoegd voor de variabele snelheidsbepalingen. Het federale niveau is bevoegd voor de verkeersborden en wij voor de regels voor het plaatsen van die verkeersborden. Misschien is het nuttig dat minister Galant een studie doet naar wie bevoegd is en dat ze uitvist waar haar bevoegdheid begint en eindigt. Het enige wat ze nog kan doen, is de maximumsnelheid op de snelwegen lineair bepalen en niet op de gewestwegen waarover de conceptnota gaat, mijnheer de Kort.
Waar wil minister Galant naartoe? Wij willen gaan naar een dynamisch verkeersmanagement. Ik begrijp niet hoe minister Galant een verschil kan maken tussen 110 of 130 kilometer per uur. (Applaus bij de N-VA)
Wat het verkeersveiligheidsplan betreft, handhaven we in de schoot van het Vlaams Huis voor de Verkeersveiligheid nog altijd de timing van dit voorjaar. Inzake de rijopleiding hebben we al wat stappen gezet. De rest volgt.
Ik verschil soms inderdaad van mening met minister Galant, maar de freedom of speech geldt ook voor haar. Inzake verkeersveiligheid bekijken we in Vlaanderen de zaak wat anders. Ik vertolk een mening die niet stopt aan de gewestgrenzen en ook niet aan de grenzen tussen meerderheid en oppositie. We moeten kort op de bal spelen. De relaties zijn persoonlijk zeer goed. We hebben meningsverschillen, maar dat is de evidentie zelve. Ik probeer zo maximaal mogelijk de consensus die in Vlaanderen bestaat over de verkeersveiligheid en de schande van de vierhonderd verkeersdoden en de nood aan een aanpak, te vertolken in de discussies met minister Galant.
Het verheugt mij dat we allemaal op dezelfde lijn zitten, dat we allemaal gaan voor Go For Zero, geen doden meer op onze wegen.
Minister, als u mevrouw Galant nog eens ontmoet, zou u haar misschien kunnen wijzen op een studie die ze zelf besteld heeft en waarvan de resultaten bekend zijn sinds 2015. Het ging om een studie van het BIVV over het effect van de invoering van het rijbewijs met punten. Dat staat in het Vlaams regeerakkoord, alle Vlaamse partijen zijn er voorstander van. Ik zou u willen vragen mevrouw Galant met aandrang te verzoeken haar eigen studie te lezen en vast te stellen dat het invoeren van een rijbewijs met punten een zeer positief effect zou kunnen hebben. Dat ze daarmee al begint.
Minister, we hebben hier een zeer ruime parlementaire meerderheid om duidelijk te maken aan uw collega Galant dat we daar in Vlaanderen niet op zitten te wachten. Ik was het niet helemaal eens, collega de Kort, ik denk dat het hier wel degelijk – wat ook de andere collega’s hebben aangetoond – over een stukje Vlaamse bevoegdheid gaat en dat we dat duidelijk moeten maken. Ik ben het wel met u eens dat de conceptnota van uw fractie, wat betreft die snelheidregimes, een zeer interessante conceptnota is, waar ook mijn fractie volledig achter kan staan.
Minister, ik denk dat, ook gelet op de huidige verkeersongevallen die ons elke dag alert en bezorgd moeten maken – want de dalende trend is op dit ogenblik een stagnerende trend – we als kiespijn kunnen missen dat een beleidsverantwoordelijke minister een dergelijk ballonnetje oplaat. Dat getuigt niet echt van gezond verstand. Al heeft ze vijf studies liggen, ik hoop dat minister Galant 2016 gebruikt om te werken aan haar boerenverstand.
De actuele vragen zijn afgehandeld.