Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Beste collega’s, minister, sinds 2003 kunnen we zelf vrij kiezen met welke energieleverancier we in zee gaan. We hebben twee tendensen, twee soorten tarieven gezien. Ten eerste is er een tarief waarvan de energiecomponent een vaste prijs is voor een bepaalde duur. Ten tweede is er een tarief waarvan de energiecomponent nog altijd een variabele prijs is. Men heeft met andere woorden een bepaalde naam voor die formule, maar de interne berekening laat toe dat via indexering de prijzen altijd verduren.
Men moet via bepaalde studies vaststellen dat de tarieven met deze variabele energiecomponent ook de duurste tarieven zijn. Er zijn soms zelfs verschillen van 20 procent ten overstaan van het goedkoopste tarief voor elektriciteit en van 30 procent voor aardgas.
Het is natuurlijk verwonderlijk dat de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) naar buiten komt met dit probleem en eigenlijk zelfs zegt dat 60 procent van de huidige gezinnen nog nooit is veranderd van leverancier. Dat zijn namelijk net die slapende contracten met die variabele tarieven.
Zij stellen dan ook voor om een benchmarktool te plaatsen op de website van de federale energieregulator CREG. Maar in Vlaanderen is er toch de V-test, die weliswaar enkel de vaste prijzen en contracten kan vergelijken? Mijn spontane vraag is dan: schort er dan iets aan ons beleid omtrent de V-test om deze tarieven te kunnen vergelijken?
Minister Turtelboom heeft het woord.
De energiecalculator werkt goed, maar er zijn een aantal zaken die we nog moeten verbeteren.
Volgens de jaarlijkse enquête van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) verandert 63 procent van de burgers op een bepaald moment van energiecontract en energieleverancier. De gemiddelde winst die je kunt maken, is – op basis van de cijfers van anderhalve maand of twee maanden geleden – per jaar 90 euro voor elektriciteit en 166 euro voor gas. Wanneer je beide componenten samen neemt, loopt dat voor een kmo op tot meer dan 1500 euro per jaar. Het loont dus echt de moeite om die test te doen en regelmatig van energieleverancier te veranderen.
Nu stellen we vast dat vaak de goedkoopste energieleverancier soms ook de duurste, slapende contracten in zijn portefeuille heeft. Onze energiecalculator en onze website lopen goed, maar we moeten ons concentreren op die slapende contracten, op die 37 procent van de gezinnen die volgens het onderzoek van de VREG nog nooit is veranderd van leverancier. Ik zal daarover een overleg opstarten met de energieleveranciers en hun vragen om driejaarlijks, bij de vernieuwing van het contract, ook het goedkoopste contract aan te bieden. Dat moet in overleg gebeuren, want dat behoort niet tot de bevoegdheid van Vlaanderen.
Wie vaak van leverancier verandert, zijn hoogopgeleiden, gezinnen met kinderen, mensen die heel prijsgevoelig zijn. Ouderen en laagopgeleiden veranderen niet of minder vaak van energieleverancier. We zullen dan ook een overleg opstarten met seniorenorganisaties en via de energiehuizen en via de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten bekijken hoe we die mensen via maatwerk zelf kunnen benaderen om hen te wijzen op die grote prijswinst.
Minister, het is goed dat u met de sector bekijkt in welke mate zij vaste contracten verkiezen. Ik wil u ook vragen dat u er bij uw federale collega, minister Peeters, op aandringt dat ook de CREG niet nog eens een benchmarktool introduceert op haar website want dan wordt het voor de Vlamingen wel heel verwarrend. Op de VREG-website staat immers de V-test, maar het kan niet de bedoeling zijn elkaar te beconcurreren. Dat moeten we absoluut vermijden.
De heer Beenders heeft het woord.
Minister, het is inderdaad goed om de mensen maximaal te stimuleren om prijzen te vergelijken en te veranderen van energieleverancier als dat voordeliger is, maar we kunnen niet verwachten dat mensen dat jaarlijks doen. Het is goed dat de bevoegde minister tijdens de vorige federale regeerperiode een consumentenakkoord heeft gesloten waarbij de energieleveranciers hun laagste prijzen aan hun klanten communiceren, elk jaar opnieuw. Misschien moeten we opnieuw in overleg gaan met die leveranciers om ervoor te zorgen dat die laagste prijs duidelijker wordt gecommuniceerd en waardoor mensen sneller worden gestimuleerd om van leverancier te veranderen en automatisch jaarlijks de laagste prijs krijgen bij hun leverancier.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, bijna twee derde van de mensen verandert regelmatig van energieleverancier. Toch stellen we vast dat het aandeel van de duurste contracten veel groter is dan het aandeel van de goedkopere contracten. Ik vind dat een heel vreemde tegenstelling. Ik stel ook vast dat heel wat leveranciers op zoek zijn naar trucjes om hun winstmarges te doen stijgen. Sommige leveranciers rekenen een vast tarief aan per begonnen jaar. Iemand die na één jaar en één maand of na twee jaar en één maand verandert, moet dan telkens dat vast tarief betalen.
De leveranciers gebruiken ook nog andere trucjes. Ik wil erop aandringen dat u daar in het overleg met de leveranciers op wijst. Wanneer dat niet gebeurt, zullen mensen die sociaal kwetsbaar zijn, die minder prijsgevoelig zijn en die minder doorzicht hebben in contracten, altijd de pineut zijn. Mensen die wel prijsgevoelig zijn en gemakkelijk contracten doorgronden, zullen dan altijd voordeel hebben. Minister, bent u bereid om ook dat gesprek aan te gaan?
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, ik wil ervoor pleiten om een maximale inspanning te doen om die 37 procent van de consumenten die nog niet van leverancier is veranderd, te overtuigen om de energieprijzen te vergelijken. Ik heb begrepen dat er een tool is, maar die 37 procent is daar niet van op de hoogte of weet niet om te gaan met die tool op de webstek.
Dus: inderdaad inzetten op die 37 procent, onder andere, zoals u zegt, minister, via de ouderenverenigingen, maar er zijn nog heel wat andere kanalen om toch maar die 37 procent van de consumenten te bereiken. Vandaar ook mijn pleidooi om aan de energieleveranciers te vragen om ook de goedkoopste contracten in de vitrine te zetten.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Het is inderdaad belangrijk dat we actieve energieconsumenten krijgen. Nog te veel gezinnen maar ook kmo’s betalen nog te veel voor hun energie. Er zijn in het verleden door heel wat instanties al acties opgezet. De federale overheid heeft hier een verantwoordelijkheid en wij hebben inderdaad een heel performante V-test, mijnheer Gryffroy. U ging die ook nog wat bijsturen en versterken, minister.
Het is belangrijk dat we gaan samenwerken met de federale overheid, provincies en lokale besturen die samen met het middenveld consumenten kunnen begeleiden en hen helpen om die goedkoopste leverancier te vinden. De vraag is of u werk gaat maken van zo een actieve campagne met betrokkenheid van alle actoren en alle overheden om de consument bij te staan.
We zien dat elk jaar weer mensen van energieleverancier veranderen. Als je bijvoorbeeld 2014 en 2015 met elkaar vergelijkt, dan zijn dat er zowel voor gas als elektriciteit 19 procent meer. Dat is een tendens die al gedurende jaren bezig is. Dat is ook een goede tendens. Daarom zal ik in overleg gaan met de energieleveranciers om het laagste contract aan te bieden wanneer er een hernieuwing is van het contract. Ik denk dat dat het meest efficiënt is.
Ik ben het er ook mee eens dat de verschillende beleidsniveaus moeten samenwerken op dit vlak. Ik vind ook dat de federale overheid geen nieuwe tools moet ontwikkelen, tools die de Vlaamse overheid al heeft. Laat ons vooral bij de tools en de websites die bestaan, de verwarring niet groter maken, maar integendeel mensen naar een en dezelfde website leiden. Uiteraard is samenwerking met de federale overheid nodig, omdat we daar een gezamenlijk doel hebben, namelijk de liberalisering van de markt, die een duidelijke neerwaartse druk heeft op de prijzen. Zelfs wie drie of vier jaar geleden veranderd is van leverancier, doet vandaag nog winst door nog eens te veranderen van leverancier. Voor dat doel moeten we gewoon samenwerken.
Dank u voor de verschillende reacties. Het is inderdaad duidelijk dat we momenteel hoofdzakelijk moeten inzetten op die slapende groep die blijkbaar met die variabele tarieven zit. Ik wil bij dezen een waarschuwing uiten, in tegenstelling tot degenen die hier pleiten voor meer samenwerking. Het Vlaams prijzentarief is een Vlaams beleid. Laat ons in godsnaam niet toestaan dat de CREG afkomt met haar eigen benchmarktool die dan in concurrentie komt met onze V-test. Laat ons in godsnaam alles doen om de huidige Vlaamse V-test van de Vlaamse regulator, zo goed mogelijk uit te werken, met een zo goed mogelijke communicatie, om op deze manier die slapende groep te activeren in deze volatiele markt.
De actuele vraag is afgehandeld.