Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, minister, de koepel van het katholieke onderwijs heeft te kennen gegeven dat scholen met veel moslimleerlingen best rekening houden bij het opstellen van het examenrooster met de islamitische ramadan. Die valt dit jaar in juni in de examenperiode, en dus wil men geen zware examens op vrijdag in de namiddag en dergelijke meer. Het verbaasde mij natuurlijk om dergelijke uitspraken te horen van de top van het katholiek onderwijs omdat ik er in al mijn naïviteit van uitga dat katholiek onderwijs inderdaad katholiek is en dat diegenen die dergelijk onderwijs volgen, zich conformeren aan het katholieke onderwijsproject, en dat ook moslims zich daaraan aanpassen. Dat blijkt steeds minder het geval.
Het is toch werkelijk onaanvaardbaar dat men er alleen nog maar aan denkt om een examenrooster aan te passen aan de religieuze voorschriften van de islam. We hadden al halaleten in onze scholen. Moslims hebben vrijaf op islamitische feestdagen. Nu is er ook nog eens een vraag om het examenrooster aan te passen aan de ramadan. Wat zal de volgende stap zijn? Wat zal de volgende eis zijn? Wat wordt de volgende toegeving?
Ik hoop dat u nu hier vanuit het Vlaams Parlement een krachtig signaal geeft en dat u duidelijk zegt dat in elk geval het officieel onderwijs neutraal is en dat er geen sprake van kan zijn dat men dingen gaat aanpassen aan islamitische voorschriften. Ik hoop tegelijkertijd dat u samen met mij en vele Vlamingen zich luidop afvraagt waar in godsnaam het katholiek onderwijs mee bezig is.
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer Janssens, u weet dat het organiseren van examens en de manier waarop examens worden geprogrammeerd, tot de vrijheid behoort van elke school, niet van koepels en van netten, maar van elke school.
Er zijn bijvoorbeeld scholen die de dag van Waregem Koerse een halve dag sluiten. Mijnheer Van Dijck, ik kan me voorstellen dat als Witgoor Dessel kampioen zou spelen, de scholen de dag erna een halve dag dicht zouden zijn. Elke school in Vlaanderen heeft dus de kans en gelegenheid om een verlofdag te plannen en om ook de examens te organiseren op de manier zoals ze dat willen. Elke school moet dat ook doen, rekening houdende met de leerlingenpopulatie.
Ik zou het bijzonder vreemd gevonden hebben als de topman van het katholiek onderwijs zou hebben opgeroepen aan alle scholen om zich te organiseren op de ramadan. Dat heeft hij niet gedaan. Hij heeft gezegd dat ze scholen willen ondersteunen die er rekening mee willen houden. Ik heb me afgevraagd wat zo’n ondersteuning dan wel kan betekenen. Het gaat erover dat examens bijvoorbeeld ’s ochtends worden geprogrammeerd, wat in heel veel scholen al gebeurt. Het gaat erover dat zware examenblokken op maandagmorgen worden gepland. Het zijn dus helemaal geen specifieke zaken, maar zaken waar heel veel scholen vandaag al rekening mee houden.
Ik vind dus dat elke school in Vlaanderen maximaal rekening moet houden met de leerlingenpopulatie en moet zorgen voor een goede examenspreiding, zodat jongeren maximaal en in de beste omstandigheden hun examen kunnen afleggen.
Minister, ik had een ander, krachtig signaal van u verwacht, of had althans daarop gehoopt. Als u vindt dat scholen hun examenroosters en dergelijke meer moeten aanpassen naargelang de moslimpopulatie in die scholen toeneemt, vraag ik mij luidop af of iedereen zich dan maar als gevolg van de aanwezigheid van steeds meer moslims in onze samenleving moet beginnen aan te passen aan islamitische regels en voorschriften. Dat noemt mijn partij islamisering, minister. En die islamisering neemt hier in Vlaanderen dag na dag toe. We zien het in scholen, we zien het in andere aspecten van de samenleving, we zien het zelfs in Keulen, waar, wanneer vrouwen aangerand worden, ze nadien het advies krijgen dat ze een armlengte afstand van mannen moeten houden. Bij al die oorzaken, bij al die gevolgen, is er één ding wat ik niet hoor, namelijk dat moslims zich eindelijk eens aanpassen aan ons.
Daarom betreur ik, minister, dat u en de Vlaamse Regering, mijnheer Van Dijck, geen afstand neemt van de islamisering van ons katholiek onderwijs.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Aangezien ik zowel door de vraagsteller als door de minister tweemaal bij naam genoemd word, wens ik te reageren – en ik hoop dat Witgoor Dessel vroeg of laat nog eens kampioen speelt.
Ik hoor woorden als empathie en dergelijke. Toen ik dat bericht las, heb ik ook even mijn wenkbrauwen gefronst, omdat het in eerste instantie wel overkwam als een advies, een richtlijn van een koepel. Ik sta in dezen op de autonomie van scholen om zaken te organiseren, te programmeren, en dergelijke. De autonomie van de instelling blijft bij mij in dezen toch wel primordiaal.
Mevrouw Helsen heeft het woord.
Ook voor ons is het van groot belang dat de scholen en schoolbesturen de vrijheid blijven behouden om zelf te bekijken hoe ze hun examens en hun school organiseren. Ook in het kader van het M-decreet heeft het Parlement duidelijk gesteld dat het heel belangrijk is om rekening te houden met noden, met beperkingen, met mogelijkheden van leerlingen en te kijken hoe een school daar het best mee omgaat. Ik denk dat het van belang is om over de gehele lijn, en dus niet alleen met betrekking tot leerbehoeften, rekening te houden met de situatie van leerlingen en om te bekijken hoe de school daar het best mee omgaat. Ook als het gaat over het beleven van een religie kan dat een element zijn waarvoor de school aandacht kan hebben, omdat het belangrijk is dat wij respect tonen voor iedereen in deze samenleving.
Mevrouw Brusseel heeft het woord.
Ik had hierover een vraag ingediend om in alle rust een discussie te hebben in de commissie. De school heeft inderdaad de vrijheid om bepaalde beslissingen te nemen. Ik ga ervan uit dat alle beslissingen die de school neemt, het belang van de leerling dienen. Daarom denk ik dat we een onderscheid moeten maken tussen een feest dat een dag duurt en het gegeven ramadan. Ik denk dat daarover een serene discussie moet worden gevoerd op respectvolle wijze, een eerlijke discussie. Ramadan is geen feest, het is een heel zware vastenperiode, die verre van gezond is, zeker voor jonge mensen die moeten studeren of moeten werken. Daarom denk ik dat scholen goed moeten nadenken – niet dat wij hier kunnen zeggen wat ze wel en niet moeten doen op dat vlak – op welke eisen ze ingaan en op welke eisen ze niet ingaan, en dit steeds in het belang van de leerling, de prestaties en de gezondheid van de leerling. Dit is volgens mij een discussie en overleg waard met de koepel van het katholiek onderwijs.
Ik herhaal nogmaals wat ik daarnet heb gezegd: voor mij is het bepalen van het examenrooster de verantwoordelijkheid van de school. Ik vind het cruciaal dat scholen daarin autonomie hebben en dat ze, uiteraard, rekening houden met de schoolpopulatie.
Mijnheer Janssens, ik kan uw associatie met Keulen absoluut niet smaken, want het gaat hier over scholen die dag in, dag uit alles in het werk stellen om het maximum te bieden aan de leerlingen die bij hen schoollopen en inderdaad ook rekening houden met de specificiteit van de leerlingen. Het is ons eigen Vlaams, Nederlandstalig onderwijs dat van heel hoge kwaliteit is, en daarover is iedereen het eens.
Als je examens houdt, mag je rekening houden met een specifieke context. Het gaat hier niet over bijzondere zaken. Het gaat over het uur waarop je een examen organiseert. Heel veel scholen organiseren de examens sowieso al ’s morgens. Andere scholen doen dat systematisch ’s namiddags. Dat hangt af van de geplogenheden die er op de school bestaan. Het moet goed overlegd zijn met de leerlingen, het moet op voorhand worden meegedeeld, maar elke keuze die de school maakt, dient maar één belang – hierin volg ik mevrouw Brusseel – en dat is het belang van de leerlingen, om die in de meest optimale omstandigheden toe te laten hun diploma te halen, en dus lessen te volgen en examens af te leggen.
Nog eens, ik zou het niet aanvaarden als hierover eisen worden gesteld aan scholen. Dat is absoluut not done, het kan ook niet. De school zelf is verantwoordelijk en heeft een vrije keuzemogelijkheid om dat op de meest optimale manier te organiseren.
Minister, ik maak de associatie met problemen die gepaard gaan met steeds meer islamitische migranten in onze samenleving, omdat het geen losstaand feit is. Het is geen fait divers dat examenroosters worden aangepast aan islamitische voorschriften. Het is een zoveelste illustratie dat onze samenleving steeds meer toegeeft aan de eisen van de aanhangers van die ene godsdienst, van die politieke religie die gekend is om haar onverdraagzame voorschriften, om haar onaanpasbaarheid aan onze samenleving, om haar steeds toenemend terrorisme. Daarom vind ik dit niet kunnen.
Onze regering en de West-Europese regeringen zijn al ver genoeg gegaan. Het wordt tijd dat we stoppen met toegeven aan de islam, dat de islam zich eindelijk eens aanpast aan onze Europese, westerse manier van leven. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.