Verslag plenaire vergadering
Verslag
Opheldering over de stand van zaken
Dames en heren, met toepassing van artikel 50 van het Reglement van het Vlaams Parlement heeft de heer Björn Rzoska bij motie van orde het woord gevraagd.
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, om u bij uw 65e verjaardag onmiddellijk op temperatuur te krijgen – wat bij u normaal gesproken nooit een probleem vormt – vraag ik het woord bij motie van orde over het ontbreken vandaag van een actualiteitsdebat in het parlement over Uplace.
Dat begrijp ik niet. We staan immers voor een cruciaal kantelmoment in het dossier. Er werden ronkende verklaringen afgelegd over het wachten op de Raad van State. Nu heeft die een advies klaar, maar weigert de meerderheid het debat aan te gaan. Als het parlement die naam waardig is, moet het zich op de actualiteit toespitsen, maar dat doet het niet.
De leden van Open Vld zijn nog afwezig. Ik vermoed dat de heer Somers nog ergens vastzit.
Mijnheer Van den Heuvel, ik heb een persbericht van 2 december voor me liggen en herinner me uw ronkende interviews, onder meer in Villa Politica. U verklaart dat zodra een juridisch probleem optreedt rond Uplace, het dan over en uit is. Nu durft u het debat zelfs niet aan te gaan. Dit is een zuivere illustratie van hoe jullie plat op de buik gaan. Jullie zitten bij wijze van spreken in een N-VA-regering en zijn in deze meerderheid overbodig geworden.
Als we in het parlement in deze fase bij zo’n cruciale beslissing en op zo’n kantelmoment niet meer dieper kunnen ingaan op dit dossier, wat zitten we hier dan te doen? (Applaus bij Groen en sp.a)
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Mijnheer Rzoska, als u intellectueel eerlijk bent, weet u dat de interviews en perscommuniqués handelen over arresten van de Raad van State, en niet over adviezen. Een advies van de Raad van State past in de procedure van een regeringsbeslissing. Dat vormt het grote verschil tussen beide.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Voorzitter, dit is uiteraard een beslissing van het parlement. Ten behoeve van de publieke opinie wil ik er echter op wijzen dat men de regering niet interpelleert over een advies. Dit advies is net ontvangen en wordt nu bestudeerd. De regering zal dit advies bekijken en zal daar, zoals altijd, op een gefundeerde wijze op antwoorden. Als de regering een beslissing heeft genomen, kan ze worden geïnterpelleerd, maar niet over een advies van de Raad van State. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister-president, u hebt hier indertijd gezegd: “Ik heb een grote parlementaire reflex”. Het had van een grote parlementaire reflex getuigd mocht uw meerderheid – dit is inderdaad aan het parlement – er vandaag voor hebben geopteerd om het debat aan te gaan.
Mijnheer Van den Heuvel, kunt u nog een grotere tjeverij bovenhalen dan te zeggen ‘het is een advies en geen arrest’? U kent de inhoud en ik ken de inhoud van dat advies. We weten allebei dat er zeer fundamentele opmerkingen worden gemaakt en dat het project op deze manier niet kan doorgaan. Het is een verlies voor het parlement dat u het debat op dit moment niet aangaat.
Evengoed, minister-president, had ik van uw fractieleider wat meer moed verwacht. We hebben destijds op zijn vraag een actualiteitsdebat gehouden over de tariefverhoging bij De Lijn op basis van een beslissing door de raad van bestuur waar we nog niet eens de documenten van hadden. Mijnheer Diependaele en mijnheer Van den Heuvel, had u wat politieke moed gehad om een beslissing te nemen en de knoop door te hakken, dan had dit parlement vandaag zijn tanden laten zien. Dat doet het niet en het is jammer om 2016 op deze manier te moeten starten. (Applaus bij Groen en sp.a)
De heer Tobback heeft het woord.
Mijnheer Van den Heuvel, ik was enigszins gechoqueerd door wat u zei. Uw redenering komt erop neer dat u het advies wilt negeren en wachten tot er een arrest komt. Als wetgevend orgaan en als controleur van de regering is het onze taak om arresten van de Raad van State te vermijden en niet om ze af te wachten. Onze taak is niet om mensen te verplichten – burgers en anderen – om naar de Raad van State te gaan om hun gelijk te krijgen omdat wij het advies dat we vooraf krijgen, hebben genegeerd.
Het advies dient om de regering en het beleid mee richting te geven en te zorgen dat de regels worden gevolgd voordat burgers naar de Raad van State moeten gaan, voordat er eindeloze juridische procedures komen. Uw redenering dat het ‘maar’ een advies is waar niet over gediscussieerd moet worden, getuigt noch wettelijk, noch bestuurlijk van enige vorm van degelijkheid. Het is het opzijschuiven van uw verantwoordelijkheid en ervoor zorgen dat dit dossier verder verrot. Met dat soort houding is het verrot en zo laten we het verder verrotten. (Applaus bij sp.a en Groen)
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Ik wil nogmaals wijzen op het ongerijmde van dit debat. Had men mij hier vandaag willen interpelleren, dan kon ik zelfs niet antwoorden want de regering heeft nog geen beslissing genomen. De regering moet het advies bestuderen, zal de argumenten erin bestuderen en moet er een antwoord op geven. Dit zal volgende week vrijdag gebeuren. Daarna kan er een debat plaatsvinden en kan het parlement de regering ter verantwoording roepen. Dit kan niet om te vragen wat de positie is ten aanzien van een advies van de Raad van State waar de regering zich nog niet over heeft gebogen.
Ik vind dit beschamend. Er staat vandaag een actuele vraag geagendeerd over de gevolgen van het advies van de Raad van State over de afslanking van de provincies. Over dat advies kunnen vragen worden gesteld en kan de regering worden gevraagd hoe ze daarop zal reageren, maar inzake Uplace gaat iedereen achteruit leunen en zegt dat er geen vragen kunnen worden gesteld over een advies. Er staat een actuele vraag op de agenda! (Applaus bij Groen en sp.a)
De heer Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Rzoska, u hebt gelijk: die vraag staat ook op de agenda. Maar ik neem aan dat de regering dan ook zal zeggen wat nu het antwoord is: we gaan aan de slag met dat advies, dat gaan we bekijken. Een actualiteitsdebat is nog iets anders. Waar moeten we precies een debat over voeren? Je voert een debat over een beslissing van de regering. Wij zijn de wetgevende macht die de regering controleert, maar hier is nog geen beslissing, hier is nog geen gevolg gegeven aan dat advies. Dat zal er komen. Dan neem ik aan dat er een nieuw initiatief zal komen. Wij willen dat debat op geen enkele manier uit de weg gaan.
Het incident is gesloten.