Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, aan de orde is het actualiteitsdebat over de goedkeuring van het ruimtelijk uitvoeringsplan Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel voor het project Uplace Machelen.
Het debat is geopend.
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, ministers. Minister-president, het was me uw week wel, vorige week. Klimaatakkoord, Uplace, ‘Turteltaks’. Ik maak een klein woordspelletje. Als ik de eerste letters neem, klimaatakkoord een k, Uplace een u, ‘Turteltaks’ een t, dan zou je kunnen zeggen dat het dossiers zijn waar sommige van uw ministers in de Vlaamse Regering niet tuk op zijn. (Gelach. Applaus)
Jammer genoeg, minister-president, is dit een doodernstig dossier. En eigenlijk zou ik mijn betoog kunnen beperken tot één enkele vraag, één enkele vraag die ik richt aan u: waarom gaat u toch door met dit dossier? Waarom gaat u met Uplace door terwijl zowat heel Vlaanderen dit echt wel een slecht project vindt? En als klap op de vuurpijl liet u dit weekend in een weekendinterview optekenen: “Uplace is niet mijn project.” Ik vraag mij af, collega’s, minister-president, kan het nog veel absurder? Zowat iedereen in Vlaanderen vindt dit een slecht project, heeft zeer legitieme redenen om dat een slecht project te vinden. U zegt in een krant “Uplace is niet mijn project”, en toch gaat u door, toch gaat u door! Mijn vraag is dan ook: waarom luistert u niet, minister-president? Waarom luistert u niet?
Ik vat nog even de argumenten voor u samen, argumenten die het maatschappelijk debat, maar ook collega’s uit alle fracties u hebben toegespeeld om dit project toch stop te zetten.
Ja, minister-president, Uplace is een ramp voor de gezondheid van de mensen. Ja, minister-president, het zorgt voor meer files op zowat de meest filegevoelige plek van Vlaanderen. Gevolg daarvan: meer uitstoot, meer CO2, zeer pertinent in een week waarin er in Parijs over een klimaatakkoord wordt onderhandeld. Dus ja, eerste argument, dit is een slecht project voor de gezondheid.
Tweede argument, Uplace is een ramp, staat haaks op wat een modern beleid rond stad en stedelijkheid zou moeten zijn. Waar willen we eigenlijk beleving? Beleving willen we in historische stadskernen, in kernen van dorpen en gemeenten. We willen toch geen beleving organiseren in een bubbel langs de Brusselse Ring. We willen toch beleving in het centrum van onze steden en gemeenten, daar waar ondernemers die kiezen voor het centrum zorgen voor sociale samenhang. Vlaanderen heeft al de shoppingcenters van de toekomst, namelijk in het midden van onze steden en gemeenten, waar lokale ondernemers in prima winkels voorzien. Dus niet het ouderwetse Amerikaanse model, waarin u blijkbaar blijft geloven.
Derde argument, Uplace houdt wel degelijk een bedreiging in voor die kernen, voor die spelers die maken dat een stad en een gemeente sterk is. Naar alle waarschijnlijkheid zal het aantal faillissementen stijgen en zullen er heel wat jobs verloren gaan doordat u mordicus doorzet met Uplace. Verlies van jobs, leegstand van winkels, centra die leeglopen. Het enige waar u zich blind op staart, zijn de drieduizend, door Uplace, beloofde jobs. Een Vlaams spreekwoord zegt: ‘Beter één vogel in de hand dan drieduizend in de lucht.’ Met Uplace gaat u in tegen het principe van het kernversterkend beleid dat trouwens centraal staat in het Vlaams regeerakkoord.
Ik heb even gegrasduind in de bezwaarschriften en neem er willekeurig enkele uit: de stad Mechelen, de gemeente Puurs, ondernemers in Vilvoorde en omstreken en mensen die inzitten met gezondheid en milieu, zoals de Bond Beter Leefmilieu. Allerhande organisaties proberen u met luide stem duidelijk te maken dat Uplace geen goed dossier is, en vragen u om er niet mee door te gaan. U luistert echter niet. U schoffeert uw fractie en coalitiegenoten. In een interview laat u optekenen : ‘Open Vld en CD&V moeten weten waarmee ze bezig zijn.’
Minister-president, ik heb eigenlijk maar één vraag: waarom gaat u door met dit project? Waarom bent u de machinist op een trein die in een doodlopende straat aan het rijden is, recht naar de muur? Duizenden mensen zeggen stop, maar u zegt als enige machinist, neen, we rijden door. Dat is niet wat ik van een minister-president verwacht. (Applaus bij Groen)
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Geachte dames en heren ministers, u bent hier talrijk aanwezig en dat doet ons plezier.
Ik begin mijn uiteenzetting met een citaat: “Zorgen voor levendige steden en gemeenten is essentieel. Vandaag is er een druk op de kleinhandel in stads- en dorpskernen, waardoor leegstand ontstaat. Dat gebeurt door de aangroei van het aantal baanwinkels of door grootschalige winkelcentra die bovendien moeilijk bereikbaar zijn vanuit het oogpunt van de mobiliteit.”
Ik zou willen vragen dat de auteur van dit stukje proza zich bekendmaakt, dat we hem op de gepaste manier kunnen loven voor zijn visionaire woorden. De auteur is bescheiden: het is de minister-president, hij schreef dit in zijn Visienota 2050. Onze minister-president heeft gelijk, zorgen voor levendige steden en gemeenten is één van de grote uitdagingen waar Vlaanderen voor staat.
Nog meer slecht bereikbare winkelcentra zijn een aanslag op onze handelskernen en op onze mobiliteit. Daarin staat de minister-president op één lijn met de sp.a.
Een volgende vraag, collega’s: is Uplace, gepland aan de Brusselse Ring, een grootschalig winkelcentrum dat moeilijk bereikbaar is? Minister Ben Weyts, kind van de streek en ambtshalve ook expert op het vlak van mobiliteit, geeft ons het antwoord. Hij omschreef de ring dit jaar in het parlement nog als “de meest congestiegevoelige plek van heel Vlaanderen, waar ook het grootste aantal incidenten en accidenten wordt gemeld, alsook het grootste aantal files.” Kortom, veel moeilijker bereikbaar dan het terrein in Machelen kan een plek niet zijn. Daarin staat minister Weyts op één lijn met de sp.a.
Een derde vraag: zal Uplace jobs vernietigen in de handelskernen van onze steden en gemeenten en zo de leefbaarheid van die steden en gemeenten aantasten? De provincie Vlaams-Brabant, de stad Vilvoorde, de stad Leuven, de stad Mechelen, de stad Halle, de gemeenten Asse, Beersel, Bornem, Grimbergen, Kortenberg, Puurs, Rotselaar, Steenokkerzeel en Tremelo zijn ervan overtuigd dat dat inderdaad het geval is, net als Unizo. Het zijn niet de enigen die dat denken. Velen onder u, collega’s, denken er precies hetzelfde over. Een aantal onder u liet dat ook meteen weten nadat de Vlaamse Regering besliste om door te gaan met Uplace – Koen Van den Heuvel, Bart Somers, Grete Remen, zelden klonk het zo eensgezind vanuit de meerderheid. Ze zeiden: Uplace doorkruist onze ambitie om de handelskernen te versterken, Uplace is een project van het verleden. Daarin, collega’s, staat u op één lijn met de sp.a.
Uplace is schadelijk voor de jobs en de leefbaarheid van de steden. Uplace betonneert het mobiliteitsinfarct op de Brusselse ring en in de omliggende gemeenten voor de komende decennia. Uplace is een project van het verleden. Daarover zijn we het met velen hier in dit parlement eens. En toch, collega’s, toch is de Vlaamse Regering van mening dat ze niets anders kan doen dan het project groen licht geven. Wat kan daar in godsnaam de verklaring voor zijn? Minister Schauvliege, u lijkt me niet van het flirterige type, maar gisteren op de radio flirtte u toch wel met de grenzen van de ministeriële deontologie toen u er zelfs in bestond om een beslissing die u mee hebt genomen, niet te verdedigen. Nochtans worden ministers verondersteld om te allen tijde een collegiaal genomen beslissing te verdedigen. Maar toch, collega’s, toch is de Vlaamse Regering van mening dat dit project er moet komen. Minister Schauvliege, u zei “op basis van feiten”. Ik vraag u: welke feiten? Is het een feit dat Uplace de mobiliteitsknoop gaat helpen oplossen? Is het een feit dat Uplace iets zal doen aan de vuile lucht rond Brussel? Vergist de fractieleider van uw partij zich? Vergist de heer Somers zich? Vergissen de milieubeweging en Unizo zich? Zijn hun analyses fout? Neen, natuurlijk niet, collega’s. De Vlaamse Regering is bang. Ze vreest een schadeclaim, een schadeclaim die nooit groter kan zijn dan de schade die Uplace zal aanrichten als het er komt.
Misschien moet de Vlaamse Regering deze afweging eens maken: is het niet vele malen erger om een samenleving generaties lang op te zadelen met de schade aan het milieu, de volksgezondheid en de economie die een project als Uplace zal veroorzaken? Minister, ik hoop dat u in Parijs voldoende medestanders zult vinden om die schade te beperken. (Applaus bij sp.a en Groen)
De heer Diependaele heeft het woord.
Collega’s, sta me toe om u vijf minuten mee te nemen in de diepste zielenroerselen die over dit dossier in mij leven. In alle eerlijkheid, ik moet beginnen met een grove bekentenis: ik vind heel dat verhaal over het Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel (VSGB) een absoluut rotdossier.
Dat is niet alleen omdat er verschillende meningen bestaan in alle partijen, maar ik heb twee problemen met dit dossier. Dat zijn de twee grootste ergernissen die er vandaag leven in de politiek.
Een eerste ergernis betreft het gebrek aan betrouwbaarheid van de overheid. Enkele maanden geleden zei Louis Tobback dat het VSGB eigenlijk één grote koehandel is geweest. Dat waren zijn woorden over wat er gebeurd is in 2009 toen CD&V, Open Vld en sp.a dit akkoord hebben gesloten. Hij noemt dat een koehandel. Laat ons eerst kijken hoe dergelijke beslissingen tot stand komen, want volgens mij is dat een foute manier om een dossier te besluiten. Hoe doen we dat? We doen dat met een weegschaaltje, een heel precies weegschaaltje, een apothekersweegschaaltje waar iedereen die verkozen is en de ministers de voor- en nadelen op leggen, de kosten en de baten. Die worden dan afgewogen. Daar zitten we inderdaad met een verschil in mening. Zelden is iets wit-zwart. Zelden is iets heel duidelijk, zeker in dit soort dossiers.
Ik overloop enkele argumenten die tegen elkaar worden afgewogen. Mijnheer Rzoska, er is zeker een probleem met betrekking tot de mobiliteit, maar wij geloven dat door de voorwaarden die we in het VSGB en het GRUP steken, de problemen voor een deel verholpen kunnen worden.
Ten tweede is er de opruiming van het terrein. Het is daar ongelooflijk desolaat. Die vervuilde grond moet dringend worden aangepakt. We willen dat oplossen.
Ten derde zijn er de jobs: 5000 bij constructie en 3000 structureel bij uitbating. In die regio is dat goud waard. Sommigen zijn het blijkbaar vergeten, maar toen Renault in de jaren negentig sloot, kon het niet snel genoeg gaan. Het gaat om een verpauperde, verloederde regio. Dit kan een nieuwe start zijn. Dit zou een manier kunnen zijn om de negatieve spiraal van verloedering en verpaupering te doen keren. Die kans moeten we grijpen.
Ik ben zeker gevoelig voor de concurrentie met stadskernen. Eerst en vooral geloof ik dat de demografie daar een oplossing zal bieden. Er komen mensen bij en dat betekent koopkracht, omzet, ruimte voor nieuwe economische ontwikkeling. Ik geloof in economische groei en niet in economische stilstand. We blijven achter het voornemen staan van deze Vlaamse Regering om te werken aan het kernversterkend winkelbeleid en rekenen daarvoor op de ministers Schauvliege en Muyters.
Er wordt me gezegd dat het weegschaaltje al verouderd is, dat het een keuze is van het verleden. U moet alle punten eens overlopen. Inzake mobiliteit, men stond in 2009 ook al stil op de ring, er was ook al file. De werkloosheid vandaag is veel slechter dan in 2009. De spiraal van verpaupering en verloedering heeft zich alleen maar sterker doorgezet. Er is nu alleen maar meer nood aan Uplace of aan de ontwikkeling van het gebied. Daar moeten we voor gaan. De uitdagingen voor de stadscentra waren er toen ook al. We weten allemaal dat baanwinkels en e-commerce een nog veel grotere uitdaging vormen. Ik wil gerust de oefening maken welke partijen die lokale verantwoordelijkheid dragen, de meeste baanwinkels toelaten. We zouden versteld staan van de resultaten.
Men zegt dat winkelcentra een concept zijn van het verleden en dat men er in de VS vanaf stapt. Ik hoor een zekere professor Van Ossel – die me verder niet bekend is – dat tegenspreken. Hij zegt dat het een succes zal worden. Maar meer fundamenteel, is het onze taak als overheid om te beslissen wat een commercieel succes is en wat niet? Is het de taak van de overheid om in de plaats te treden van de vrije markt? Dat is niet mijn geloof.
Een andere reden waarom dit dossier zo rot is als iets en iets naar boven brengt wat rot is in de politiek, is het feit dat – de heer Keulen verwees er vorige week ook naar in zijn huldiging – we er in Vlaanderen niet meer in slagen om nog twee stenen op elkaar te leggen. De overheid kan geen beslissing meer nemen zonder zeven keer van gedacht te veranderen, zonder dat er zeventien procedures lopen over twintig jaar tijd. Dat lijkt ons niet meer te lukken. Ondernemen in Vlaanderen wordt onmogelijk als de overheid niet duidelijk maakt dat we gaan voor een beslissing, dat we erachter staan en welvaart willen creëren, dat we beslissingen nemen om vooruit te gaan.
Ik weiger te rekenen op een rechtscollege om mijn eigen beslissingen in twijfel te trekken. Ik zit hier in dit parlement om zelf die beslissingen te nemen, dat is mijn verantwoordelijkheid als verkozen politicus. En ik vind het heel betreurenswaardig dat we dit zomaar laten gaan. Mijn fractie heeft die afweging heel minutieus gemaakt op dat weegschaaltje en steunt deze beslissing. Wij denken dat dit een weloverwogen afweging is. Wij nemen zelf die verantwoordelijkheid en houden ons aan het woord dat wij aan de Vlaming hebben gegeven. Wij hebben vertrouwen in elke minister van de Vlaamse Regering. In elk geval kan ik de Vlaming nog recht in de ogen kijken. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ik zal een wellicht hopeloze poging doen om wat leven in dit parlement te brengen. De stilte tijdens de uiteenzettingen van de fractieleiders was zeer veelbetekenend.
Sinds 2009, het brownfieldconvenant, is de weg van Uplace geplaveid met bezwaarschriften, negatieve adviezen en schorsingen door de Raad van State. Zij vormen de rode draad doorheen dit rotdossier, zoals u het zelf noemt. De vraag van de fractieleiders van Groen en van sp.a was heel terecht: waarom wil deze Vlaamse Regering dit project voortzetten?
Mijnheer Diependaele, u hebt het over mobiliteit. In de regeringsbeslissing is een – en dat moet gezegd – goede poging ondernomen om op de 73 bezwaarschriften een goed onderbouwd antwoord te bieden. Helaas, en dat hebben onder andere de professoren Lauwers en Boussauw in hun opiniestuk gezegd, was dat vaak gebaseerd op cijfers die men ‘plic-ploc’ ergens pakt. Het feit blijft dat de files op de Brusselse ring verdubbeld zijn.
Tijdens het vorige actualiteitsdebat vroeg u of de socialisten geen bijkomende jobs willen. Natuurlijk willen wij jobs, maar wij denken dat er alternatieven zijn. Wij geloven Karel Van Eetvelt wanneer hij zegt dat de jobs die bij Uplace worden gecreëerd – en sinds de studie van de University Cambridge weten we dat het gaat om precies 3249 jobs, wie gelooft dat? – elders zullen verdwijnen.
Ik wil nog eens ingaan op die studie. Een aantal weken geleden werd die studie met veel bombarie toegelicht op de VRT. Wij hebben ze opgevraagd, maar we hebben ze nog altijd niet gezien. We krijgen de studie niet te zien. Wat is een wetenschappelijke instelling waard als ze haar wetenschap niet wil delen? Voor ons blijven hier heel veel vragen. We kunnen het debat vandaag zo technisch voeren als we willen maar de bottomline blijft: wat zich hier afspeelt, dat is Absurdistan in Vlaanderen. Niemand, ook niet bij de meerderheid, wil dat project nog op die plaats. Natuurlijk willen wij jobs en willen wij dat er iets gebeurt aan die site, maar geen Uplace. Het is en blijft een slecht idee. (Applaus bij sp.a en Groen)
Minister Muyters heeft het woord.
Mevrouw Segers, u zegt dat het pad is geplaveid met ongunstige adviezen. Ik heb hier 54 adviezen waarvan er 48 positief zijn, met name van het Agentschap Ondernemen, de gemeente Zaventem, de gemeente Machelen, het Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie (NSECD), de dienst-MER, het Agentschap Wegen en Verkeer, de brandweer Vilvoorde, het Agentschap Onroerend Erfgoed enzovoort.
En bij de brandweer zitten blijkbaar de meest betrouwbare mensen.
Ik kan hier ook de lijst met negatieve adviezen voorlezen. Op 22 maart 2012 geeft de Gewestelijke Milieuvergunningscommissie een negatief advies. De Raad van State schorst de milieuvergunning op 12 december 2012. De Raad van State geeft een negatief advies over het GRUP. Ik kan zo verder gaan, maar dit is een absurde discussie.
Gaat u maar verder. Ik heb zes negatieve adviezen.
Mevrouw Segers, elke politicus moet dat weegschaaltje hanteren. Er zijn voor- en nadelen. Ik heb er alle respect voor dat u tot een ander oordeel komt. Maar kom hier geen larie verkopen. Weet u welke rode draad door dit dossier loopt? Dat zijn minstens zeven beslissingen waar een handtekening van uw partij onder staat. U hebt het zelf mee ondertekend. (Applaus bij de N-VA)
Ik heb het nu niet over 2009, maar veel recenter: ook in de vorige legislatuur heeft uw partij dat mee ondertekend. Mijnheer Vandenbroucke was in 2009 een van de voortrekkers en bezielers, en terecht. Ik geloof er echt in dat dit dossier in uw regio heel wat mensen uit de miserie kan halen. Dat is voor mij belangrijk. Dat zijn geen steriele jobs of zo. Dat zijn drieduizend jobs waar telkens een gezin achter zit, waar een inkomen achter zit, een mogelijkheid om op een betere manier deel te nemen aan onze samenleving. Doe dat eens maal drieduizend. Vertel dat verhaal eens, van elk gezin dat hierdoor aan een job geraakt, dat hierdoor misschien uit de armoede geraakt, dat voor een positieve spiraal in de regio zorgt. Doe dat eens maal drieduizend, en dan kom je op een heel ander oordeel uit. Als u dat gewoon naast u neerlegt, dan pleegt u schuldig verzuim. (Applaus bij de N-VA)
De heer Nevens heeft het woord.
Ik had niet gedacht dat ik me vandaag zou opwinden, maar de tussenkomst van mevrouw Segers en haar partij doet me zeggen dat ze consequent moet zijn. Vandaag ligt ook het dossier van NEO en Docks voor. Wat is daar het mobiliteitsprobleem? Dan geeft u niet thuis. We horen niets over mobiliteitsproblemen als er een infrastructuur wordt gebouwd van 50.000 vierkante meter, veel groter dan wat Uplace vandaag is. (Applaus bij de N-VA)
De heer Janssens heeft het woord.
Mijnheer Diependaele, vandaag zult u de unieke rol bekleden om als enige dit dossier te verdedigen. U hebt als enige van uw eigen fractie applaus gekregen. Ik heb de twee andere meerderheidspartijen, Open Vld en CD&V, de handen niet op elkaar zien krijgen wanneer u zo’n vurig pleidooi hebt gehouden om met dit project door te gaan.
Het is wellicht niet toevallig dat de stem van het gezond verstand bij de N-VA uit Limburg komt. Uitzonderlijk ging het niet om de voorzitter van het parlement, maar wel om volksvertegenwoordiger Grete Remen, de enige volksvertegenwoordiger die zich bij de N-VA heeft uitgesproken tegen Uplace. Blijkbaar heeft ze daarvoor zo onder haar voeten gekregen dat ze vandaag wegens ziekte is verontschuldigd. Voor alle duidelijkheid: ik wens haar zeer veel beterschap en moed om in haar eigen partij het verzet te blijven voeren tegen Uplace, want ze zegt: ik ben er flagrant tegen, het project is maatschappelijk niet meer relevant, het staat haaks op een beleid dat handelskernen moet versterken. Dit project heeft al zijn maatschappelijke relevantie en draagvlak verloren. Dat is de stem van de volksvertegenwoordiger van uw fractie, mijnheer Diependaele. Hoe kunt u de Vlaming overtuigen dat dit zo’n goed project is, als u niet eens uw eigen fractie kunt overtuigen? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer Janssens, ik begrijp het beeld, maar mevrouw Remen is wel degelijk om een geldige reden verontschuldigd. Ze is niet afwezig vanwege dit debat. Ik geef het grif toe, mevrouw Remen is niet de enige die bedenkingen heeft bij dit dossier. Het is een afweging van voor- en nadelen, kosten en baten die ieder voor zich moet maken. We hebben die beslissing in groep genomen en we staan als een ploeg achter de beslissing. Dat is het resultaat dat voor ons telt.
Ik heb met Grete gebabbeld na haar tweet. Stel dat zij van de overheid een engagement krijgt om ergens een fabriek te bouwen, en ze doet die investering, ze zet er een architect op, en een ingenieursbureau, ze maakt de kosten. En stel dat, als die plannen vergevorderd zijn, de overheid zegt: nee, sorry, we gaan ermee stoppen, het is toch niet zo goed, we hebben een ander ideetje, we gaan de boel stilleggen. Mevrouw Remen begrijpt heel goed dat je op zo’n manier niet kunt omgaan met ondernemers.
De heer De Ro heeft het woord.
Mijnheer Diependaele, u schildert mijn streek en stad af als een gebied dat verloederd is. Er is inderdaad meer werkloosheid, maar er zijn nu meer tewerkstellingsplaatsen dan er waren toen Renault de deuren sloot. Wij zijn een arbeidsbassin van 30.000 jobs, waar ze vanuit vier provincies naartoe rijden en in de file gaan staan om bij ons te komen werken. U zegt dat we er geen steen meer op elkaar kunnen leggen. Minister Crevits kan binnenkort op twaalf plaatsen linten komen doorknippen. Twaalf scholen worden er gebouwd, drie woonzorgcentra worden er gebouwd. Wij investeren meer dan 11 miljoen euro in ons handelscentrum. Er wordt een nieuw ziekenhuis gebouwd en er worden per maand een 50-tal nieuwe woningen en appartementen geopend. Wij van Open Vld doen dat niet alleen in Vilvoorde, neen, we doen dat samen met de collega’s van Groen, van sp.a en van de N-VA. Ik kan het niet zomaar over mijn kant laten gaan dat u zegt dat wij in een verloederd gebied wonen, dat Vilvoorde bijna het Palermo aan de Zenne is. Sorry, maar dat pik ik niet. U zult misschien eens meer moeten praten met uw collega’s van de N-VA van Vilvoorde. Ik nodig u in elk geval uit om eens te komen kijken hoeveel stenen wij concreet op elkaar leggen, elke dag. (Applaus bij Open Vld, sp.a en Groen)
Mijnheer De Ro, in alle eerlijkheid, hier schrik ik helemaal van. Ik hoor daar bij u een zekere burgemeester die niet anders doet dan aan de alarmbel trekken en geld bijvragen voor de situatie in zijn gemeente. (Applaus bij de N-VA)
Ik kan dat heel goed begrijpen. Maar het gaat natuurlijk niet alleen over Vilvoorde op zich. De buurgemeenten, zoals Machelen, met een sp.a-burgemeester, zeggen heel openlijk: laat maar komen, wij hebben die jobs nodig. Daarnaast, mijnheer De Ro, ligt een gewest waar uw partij al zeer lang aan de macht is, waar de werkloosheid galactische proporties aanneemt en waar maar niet op gereageerd wordt. Die mensen zullen deels een beroep kunnen doen op die arbeidsplaatsen daar. (Applaus bij de N-VA)
Mijnheer Diependaele, ik wil teruggaan naar een van de kernelementen uit uw betoog. Hoewel ik het wat jammer vind, blijkt u toch niet de gave te hebben om uw coalitiegenoten op dat punt te gaan verbinden. U hanteert een zeer agressieve stijl ten opzichte van een aantal mensen die u in mijn ogen eerder als bondgenoot zou moeten gebruiken dan in plaats van ze te schofferen vanop het spreekgestoelte.
Laat me terugkomen op een van de kernelementen. U hebt daarnet gezegd: handelskernversterking, oké, maar de overheid hoeft toch niet te gaan bepalen waar commerciële ontwikkelingen al dan niet mogen. Het is een beetje cynisch dat ik het moet doen, maar ik wijs u erop dat in het regeerakkoord zeer duidelijk staat dat deze Vlaamse Regering komt met een decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid. Wanneer dat komt, zullen we nog zien. Dan zie ik toch een duidelijke politieke keuze van deze meerderheid om handelskernen te gaan versterken. U hebt gezegd dat je dat allemaal op weegschaaltjes moet leggen, maar u gaat mij nu toch niet vertellen dat Uplace een project is dat past binnen die handelskernversterking?
Een tweede punt: het is niet omdat we fundamentele twijfels uiten – en wij niet alleen – bij dit project – u en ik hebben de pijnpunten aangekaart – dat we daarom pleiten om heel die site braak te laten liggen. Er zijn ook andere mogelijkheden qua ontwikkelingen op een dergelijke site. We hebben trouwens zelf een oefening gemaakt door mensen te vragen wat ze daar graag zouden zien verschijnen. Er zijn nog andere mogelijkheden dan een zeer groot shoppingcenter met zeer veel nadelige gevolgen. Ik begrijp uw discours niet zo goed. Het staat gewoon haaks op wat uw Vlaamse Regering zegt waar ze naartoe wil. Dat staat daar gewoon haaks op.
Mijnheer Rzoska, eerst en vooral heb ik niemand willen schofferen. Ik breng mijn verhaal, mijn overtuiging. Ik heb het gevoel dat ik de plicht heb om dat te doen tegenover de mensen die mij verkozen hebben. Dat heb ik gedaan, niet iemand schofferen.
Ik kom op de inhoudelijke punten. Ten eerste zijn we een engagement aangegaan met een ondernemer. Dat zijn die zeven beslissingen waar sp.a ook zijn handtekening onder heeft gezet, negen of elf beslissingen in totaal die de Vlaamse overheid al genomen heeft in dit dossier. Dat zijn allemaal beslissingen waarin wij hebben gezegd dat we verder en verder en verder gaan. Daarop terugkomen, lijkt me geen goede zaak voor de politiek.
Ten tweede: mijnheer Rzoska, u moet opletten want ik ga geloven dat er een communist in u naar boven komt. Wat wil in godsnaam zeggen: we gaan handelskernen versterken, en daardoor is al de rest niet meer mogelijk? Betekent dat dat u zegt dat we morgen het internet moeten sluiten want e-commerce mag ook niet meer want dat is ook niet goed voor de handelskernen? Leg me dat eens uit!
Is Karel Van Eetvelt een communist?
Ik heb daarjuist heel duidelijk gezegd dat ik absoluut onverkort blijf staan achter minister Muyters en achter minister Schauvliege, om werk te maken van dat handelskernversterkend beleid. Daar blijf ik onverkort achter staan. Maar dat betekent niet dat dat de enige optie is van deze overheid. Het zou maar gek zijn.
Dat betekent dat je de baanwinkels moet gaan sluiten en dat je het internet moet afsluiten. Ik zou het u graag eens zien doen. Dat lijkt mij dus een redenering die op niets gestoeld is.
Ik heb het altijd gewaardeerd dat Groen met een alternatief gekomen is, ook voor die site. Als ik mij niet vergis, was het in dit geval een vorm van logistiek, ofwel een vorm van maakindustrie. Alsof dat geen vrachtwagens op de baan zou brengen, alsof dat geen uitstoot zou creëren. Had u er nu nog voor gepleit om Brusselse volkstuintjes aan te leggen, dan zou ik het begrijpen.
Ik kweek ook groenten in mijn tuin, hoor, mijnheer Diependaele – als dat al een schande is ... Ik moet eerlijk zeggen dat ik uw toon en uw stijl van debatteren op dit moment, met inhoudelijke argumenten die nergens op slaan, terwijl ik u gewoon een vraag naar de kern heb gesteld, beneden alle peil vind. Uiteraard zijn er alternatieven mogelijk, en daar kan een deel maakindustrie bij zitten. Wij hebben wel degelijk mensen bevraagd en een oefening gemaakt. Bij ons was het dan niet Uplace maar Myplace: wat wilt u op die site zien?
Ga alternatieven die naar voren geschoven worden, nu niet op een dergelijke belachelijke manier naar beneden halen. Als u mij een communist vindt, mijnheer Diependaele, zal ik straks eens naar Karel Van Eetvelt bellen, want dan is hij ook een communist. (Applaus bij sp.a en Groen)
Laat mij de vraag opnieuw stellen, mijnheer Rzoska: vindt u dat, als er voor een kernversterkend beleid wordt gekozen, we e-commerce moeten gaan afremmen?
Dat heeft er in se zelfs niets mee te maken. Als u kiest voor een kernversterkend beleid, en u leest alle bezwaarschriften, waarbij stads- en gemeentebesturen van zowat alle omliggende gemeenten een signaal naar u uitzenden om u te zeggen dat u op dat weegschaaltje de leefbaarheid van onze kernen, de gezondheid van onze mensen en de mobiliteitsproblematiek moet meenemen, dan begrijp ik niet waarom uw weegschaaltje nog altijd naar de andere kant doorslaat. (Applaus bij sp.a en Groen)
Drieduizend mensen die een beter leven gaan krijgen, dát is het weegschaaltje dat doorweegt.
De kern van uw betoog zijn die 3000 jobs, en volgens Cambridge zijn het er zelfs 3249. Ze komen aan 3249 jobs op basis van twee elementen. Ten eerste: de groei van de bevolking. Volgens de cijfers van de Studiedienst van de Vlaamse Regering neemt de bevolking in die regio inderdaad toe. Ten tweede: de groei van de omzet. Dat is gebaseerd op theoretische modellen, want we weten nooit hoe de economische context er over een paar jaar uitziet.
Als u de handelskernen wilt versterken, laat dan alstublieft die groei toe in de historische handelskernen, en niet in artificiële shoppingcenters, waar niemand meer op zit te wachten. Je ziet de maatschappelijke beweging dat mensen terug naar de stad gaan. Winkelconcepten veranderen. E-commerce is één zaak. Maar vandaag zetten onze handelskernen ook al in op het realiseren van beleving. En dus moet je de stadspleintjes niet artificieel nabouwen, want die zijn er al. Uw argument snijdt dus geen hout.
Ik heb u zonet dus Pascal Smet van de Brusselse Regering horen terugfluiten om te stoppen met NEO en Docks en die projecten af te voeren?
Overigens, de Brusselse Regering stopt zelf geld in die projecten. Dat is hier niet het geval. De mobiliteitsoplossingen zijn daar sowieso nodig. Er wordt geen geld gestopt in dit project. Brussel doet dat wel. Ik zou graag hebben dat u daar eens over nadenkt.
Mevrouw Segers, ik heb het niet alleen over die 3000 jobs gehad, maar ook over de betrouwbaarheid van de overheid. Het zijn beslissingen die u mee genomen hebt. Wat de cijfers van de demografie betreft: het gaat over een aangroei van 200.000 mensen tegen 2030 in Brussel alleen. Dat lijkt mij toch voldoende voor een paar bijkomende winkels. En dat zullen niet alleen de buurtsupermarkten zijn. Dat zal meer zijn. Geef dat ook de kans om te groeien en te bloeien. Dat is de vrije markt, waar wij inderdaad in geloven. En dan zal die economische groei daarop volgen.
Ik heb één concrete vraag over de mobiliteit. Nu zegt de beslissing van de Vlaamse Regering dat het GRUP kan doorgaan als op 31 december 2017 de vergunning is gegeven voor de NMBS-halte Kerklaan.
In welk budget is daarvoor voorzien? Bij mijn weten is daarvoor in nul euro voorzien. In hoeveel euro is er bij De Lijn voorzien voor de buslijn? Wij hebben dat schriftelijk opgevraagd bij de NMBS: in nul euro. Hoe gaan jullie dat dus in godsnaam kunnen garanderen? Vergunningen zijn geen lege doos. Maar met een vergunning staat dat station er nog niet. Wanneer zal dat station er zijn, als er nu in nul euro is voorzien?
Mevrouw Segers, we hebben daarnet de zeer terechte opmerking van de heer De Ro gehoord: er gebeurt op dat terrein meer dan alleen Uplace. Ik heb daarnet gezegd dat die mobiliteitsoplossingen sowieso nodig zijn in die regio, zowel voor het autoverkeer als voor het openbaar vervoer. Dat is de vraag die je moet stellen.
De heer Van Eyken heeft het woord.
Mijnheer Diependaele, ik probeer uw redenering te volgen. U hebt al twee keer gezegd dat als een overheid een project begint, dat ze zich engageert – en u hebt al zeven keer gezegd dat ze zich engageert – om daarin verder te gaan. Maar er zijn toch veel voorbeelden uit het verleden van projecten die werden begonnen en die werden stopgezet. Waarom nu in godsnaam zeggen dat dit niet gaat en dat we altijd iets dat begonnen is tot op het einde moeten voortzetten? Kijk maar eens rondom u. Er zijn tal van projecten waarover gesproken werd, waaraan architectenbureaus te pas zijn gekomen, die al gefinancierd werden door ondernemers, maar die werden stopgezet.
De overheid moet inderdaad betrouwbaar zijn. Als je in een convenant stapt – en een convenant is geen eenzijdige beslissing, in dezen is het een brownfieldconvenant – dan moet je je ‘end of the bargain’ houden. Punt, amen en uit.
Minister Weyts heeft het woord.
Mevrouw Segers, u brengt hier een manifest onjuiste voorstelling van zaken. Het is altijd het discours geweest van sp.a om te zeggen dat de Vlaamse overheid investeert in het Uplaceproject. Nu hoor ik u zeggen dat de overheid niet in geld heeft voorzien voor die projecten. Het is heel duidelijk, we zijn inderdaad strenger geworden voor de voorwaarden die we opleggen, ook inzake mobiliteit. Alles wat we vandaag op en rond de Woluwelaan aan het uitrollen zijn, is een inspanning die volledig door de overheid wordt gedaan en die al lang gepland is en nu bezig is, ook zonder Uplace. Of Uplace er komt of niet, dat maakt niets uit: we doen dat sowieso.
Maar daarnaast hebben we specifieke voorwaarden opgelegd. De pendelbus moet volledig betaald worden door Uplace. Dat kost 2 miljoen euro. Er moet ook een vergunning zijn voor het station daar ter plaatse. Er is een voorwaarde bepaald die zegt dat aan die twee elementen moet voldaan zijn vooraleer Uplace het levenslicht kan zien. Hoe ver kunnen we nog gaan? Hoe streng kunnen we nog zijn? Eerst verwijt u ons onterecht en leugenachtig dat de Vlaamse overheid geld geeft aan dit project. Quod non. Vervolgens vraagt u waar het geld is voor dit project.
De heer Van den Heuvel heeft het woord. Hij wenst niet onderbroken te worden.
Minister-president, leden van de regering, beste collega’s, de regering stelde het GRUP VSGB definitief vast. Dat uitvoeringsplan omvat heel wat deelprojecten om de teloorgegane Renaultsite op te waarderen: de bouw van een nieuw ziekenhuis, de uitbouw van logistieke activiteiten in de omgeving van de luchthaven, bedrijventerreinen, een duizendtal nieuwe woningen, een vierhonderdtal nieuwe appartementen en serviceflats, groothandel, kantoorruimte en, ja collega’s, ook retail, waaronder het project dat werd naar voren geschoven door ontwikkelaar Uplace.
Het project werd acht jaar geleden door velen met enthousiasme onthaald. Sindsdien opereerden drie Vlaamse regeringen met verschillende politieke partijen binnen het juridische kader dat door onze regelgeving wordt gecreëerd. Het leidde tot herhaaldelijke remediëring, herinvulling, heroverwegingen en vernieuwde engagementen. Voor elk van die beslissingen werden de geëigende procedures gevolgd. Ook nu, ook deze laatste week.
Los van de engagementen uit het verleden kunnen we ons de vraag stellen of Uplace nu nog op evenveel enthousiasme zou kunnen rekenen als acht jaar geleden. Beste collega’s, het zal u niet verwonderen dat het mijn aanvoelen is dat velen, ook in dit halfrond, over alle fracties heen, deze vraag negatief zouden beantwoorden. Zelfs de minister-president gaf in een weekendinterview duidelijk aan dat Uplace niet zijn project is, maar dat hij meer van stedelijke winkelkernversterking houdt.
Dat neemt niet weg, collega’s, dat mijn fractie begrip heeft voor de recente beslissingen van de regering. Ze kan niet opereren buiten het procedurele kader dat zoveel jaren geleden is opgestart en de door de verschillende regeringen aangegane engagementen zonder meer doorbreken.
Collega’s, tegelijk zijn we van mening dat de opeenvolgende regeringen hun goodwill intussen ruimschoots hebben getoond. We blijven vanzelfsprekend vasthouden aan de procedurele afhandeling, maar we kunnen niet eindeloos blijven remediëren. Want ook dat ondergraaft finaal de geloofwaardigheid van de overheid en de rechtsstaat.
Natuurlijk moet een overheid betrouwbaar zijn en haar engagementen nakomen, maar wel voor alle investeerders, groot en klein. Ze moet er zijn voor de kleine ondernemer die dag in dag uit zijn nek uitsteekt om onze directe leefomgeving aantrekkelijk te maken. Het ene bevoordelen ten nadele van het andere is voor CD&V geen optie. Inzake risicovol ondernemerschap heeft niemand het monopolie en spelen meer belangen dan louter de grote getallen.
Samen met verenigingen en buurtcomités vormt de lokale middenstand immers het kloppend hart van elke zichzelf respecterende leefgemeenschap in Vlaanderen. Iedereen kent centrumgemeenten en -steden, bestuurd door verschillende politieke partijen, die de voorbije jaren een metamorfose hebben ondergaan om gezellig winkelen en vertoeven in hun kernen te stimuleren. En met succes, collega’s, ook in Vlaanderen! We moeten echt niet tot in Rijsel gaan om dat te zien.
Ook in die kernen nemen ondernemers risico’s door een zaak te starten, te vernieuwen en mensen tewerk te stellen. Ook zij hebben nood aan rechtszekerheid en een stimulerend ondernemersklimaat. Tegenover het begrip voor een regering die haar engagement ten aanzien van een grote projectontwikkelaar ernstig neemt, staat dan ook onze eis dat diezelfde regering ook haar engagement nakomt ten aanzien van de vele lokale besturen en de duizenden handelaars in onze dorps- en stadskernen.
Collega’s, ongeacht de uitkomst van de nog lopende procedures in het dossier is het tijd om een versnelling hoger te schakelen. De leefbaarheid van onze dorps- en stadskernen moet absolute voorrang krijgen.
Al in februari, toen we hier ook samen waren voor een debat over hetzelfde onderwerp, brak ik een lans voor een toekomstgericht handelsvestigingsbeleid als antwoord op de economische vraagstukken. CD&V trok de kar voor de opmaak van de Winkelnota, de Winkelnota 2.0 en eiste expliciete vermelding van het handelsvestigingsbeleid in het regeerakkoord.
Het is, collega’s, meer dan hoog tijd om lokale besturen en hun ondernemers volop te stutten als we willen dat ze hun engagement om onze kernen aantrekkelijk en leefbaar te houden ten volle blijven opnemen. Ze moeten worden gemotiveerd om te blijven investeren en hun rol te spelen in het versterken van ons sociaal en economisch weefsel.
Leden van de regering, er is geen tijd meer te verliezen. De recente beslissing van de regering hoeft niet haaks te staan op een beleid dat nadrukkelijk de versterking van onze winkelkernen nastreeft, maar dan moet dat beleid er natuurlijk wel zijn en voorwerp uitmaken van een volgehouden inspanning op lange termijn. Voer de winkelnota uit! Maak werk van het integraal handelsvestigingsbeleid! We hebben de bal voor doel gelegd. Alles is klaar om onze lokale kleinhandel leefbaar te houden en de groeikansen te bieden die hij verdient. U moet alleen nog binnenkoppen, we rekenen sterk op u. (Applaus bij CD&V, Open Vld en Groen)
Mijnheer Van den Heuvel, dat was zelfs naar CD&V-normen een wel heel wollig betoog. Waar is de Koen Van den Heuvel van vorige week, die na het nemen van de beslissing van de Vlaamse Regering luidkeels protesteerde tegen dit project omdat hij het een project van het verleden vond? Nu vraagt u zich een beetje wollig af of er nog evenveel enthousiasme voor Uplace is als acht jaar geleden.
Neen. Het antwoord is heel duidelijk, dat enthousiasme is er niet meer. Open Vld die bij het opstarten van het project met Patricia Ceysens nog mee de drijvende kracht was achter dit dossier, is er intussen tegen. CD&V dat mee de drijvende kracht was achter dit project, is er intussen tegen. Hoe legt u uit aan de Vlamingen dat in dit Vlaams Parlement zes partijen vertegenwoordigd zijn waarvan er vijf tegen dit project zijn en waarvan er één partij, dixit de minister-president, niet voor en niet tegen is. Vijf partijen zijn uitdrukkelijk tegen, eentje is niet voor en niet tegen, en toch gaat dit project door! Dat krijgt u aan niemand uitgelegd.
En intussen rekent u op de Raad van State. Als de uitvoerende macht, de regering, de verantwoordelijkheid niet neemt en als de wetgevende macht, dit parlement, de verantwoordelijkheid niet neemt om een slechte beslissing uit het verleden te herroepen, dan rekent men nu vanuit de meerderheid blijkbaar op de rechterlijke macht. Dat is de functie die uw meerderheid nu aan de Raad van State geeft. De Raad van State is geen rechtscollege meer, maar een vrederechter. Wanneer de meerderheidspartijen er onderling niet meer uit geraken, wanneer de meningsverschillen zo groot zijn dat ze zelfs binnen de regering niet meer beslecht worden, dan moet de Raad van State blijkbaar de rol van vrederechter op zich nemen en de hete kastanjes voor u uit het vuur halen. Dat is de situatie waarin uw meerderheid nu verkeert, mijnheer Van den Heuvel. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer Janssens, uw betoog was natuurlijk heel voorspelbaar. Voor alle duidelijkheid: ik heb vorige week en vandaag net hetzelfde gezegd. Wij hebben begrip voor de procedures die deze regering moet volgen. Dat wil zeggen dat er nu naar de Raad van State kan worden gegaan. Wij respecteren die procedures. Het is de regering die vorige week een beslissing heeft genomen. Het is volgens de procedures dat dit nu naar de Raad van State kan gaan. Wij zeggen heel duidelijk dat de engagementen door de regering nagekomen kunnen worden, maar dat dit niet eindeloos kan blijven duren.
Maar daarnaast, naast het project van Uplace, is het heel belangrijk om meer dan ooit in te zetten op de handelskernen, op winkelkernversterking. Daar is hier in dit halfrond een kamerbrede meerderheid voor. Het is een prioriteit, we moeten er meer dan ooit op inzetten. De nota’s zijn klaar. Het voorstel/ontwerp van decreet ligt klaar. Wij willen er een prioriteit van maken. Dit moet op korte termijn goedgekeurd worden zodat onze steden en onze kernen absoluut nieuwe levensruimte krijgen. (Applaus bij CD&V)
De heer Somers heeft het woord…
Mevrouw Turan, u wilt nog iets zeggen?
Voorzitter, ik heb nog een vraag voor de heer Van den Heuvel.
Dat is dan een late inval.
Neen, ik heb eerder al mijn hand opgestoken, maar blijkbaar had ik wat luidruchtiger moeten zijn.
Dan heb ik heel slecht gekeken. Maar ja, ik kijk altijd naar rechts. (Gelach)
Dat was natuurlijk een grapje.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Voorzitter, het is goed dat we nog wat kunnen grappen. Ik zal nu een iets minder grappige opmerking maken.
In Antwerpen hebben we een historische fout gemaakt met Wijnegem Shopping Center. We weten wat het Antwerpen heeft gekost. Gelukkig hebben we onze grote winkelas, de Meir, nog kunnen vrijwaren, maar de districtskernen hebben er echt zwaar onder geleden. Ik wil daarom iedereen verzoeken om hier voorzichtig mee om te gaan, maar ik merk vandaag het tegenovergestelde.
Collega Van den Heuvel, ik heb u heel hard horen pleiten om de winkelnota versneld uit te voeren. Ik heb het snel gecheckt, tijdens de bespreking van de beleidsbrieven in Economie hebben we met geen woord gerept over de winkelnota. De woorden ‘winkelnota’ en ‘winkelen’ komen evenmin voor in de laatste beleidsbrief. Hoe gaat u die winkelnota, waar geen budget voor is vastgelegd, realiseren?
Er is de winkelnota en er zijn verschillende instrumenten om die nota om te zetten in concreet beleid. Een van de mogelijkheden is het integraal handelsvestigingsbeleid. Ik ben vol vertrouwen dat dit op korte termijn kan worden besproken en binnen enkele maanden kan worden goedgekeurd in dit parlement.
Ik heb vorige week tijdens de bespreking van de beleidsbrief aan mevrouw Remen het overzicht gegeven van alle instrumenten die wij gebruiken om de kernversterking te stimuleren. Er is – ik denk dat u erbij was, mevrouw Turan – effectief een instrument voor de gemeenten om dat kernversterkend beleid in een planning om te zetten. Dat kost geen geld, dat is een bestaand instrument, een bestaande manier van werken.
Minister Schauvliege en ikzelf zullen het Kleinhandelsdecreet zo snel mogelijk voorleggen aan de regering, zodat het snel naar het parlement kan komen.
De heer Somers heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, leden van de regering, als laatste spreker, na mij komt het Vlaams Belang, zal ik proberen genuanceerd in te gaan op dit dossier. Ik heb de heer Diependaele aandachtig beluisterd. Soms was ik het volledig met hem eens. Hij zei dat dit een zeer complex en moeilijk dossier is. Ik deel die mening. Dat is ook voor mijn fractie zo, en ik denk voor iedereen in dit parlement.
Het gaat om een innovatief project, voorgesteld door een innovatieve en creatieve ondernemer, een tiental jaar geleden. Hij had het plan om een zwaar vervuild stuk grond om te toveren tot een shoppingcenter, met toeters en bellen, een nieuw belevingsgebeuren dat werkgelegenheid zou creëren. Het project is spijtig genoeg ingehaald door de tijd, door diepgaande maatschappelijke evoluties. E-commerce is ontstaan, vandaag al goed voor 14 procent van de aankopen.
Tegelijk neemt de fragiliteit van onze stedelijke handelscentra toe, jaar na jaar. Ondanks de grote inspanningen die lokale besturen doen om die handelscentra te versterken, neemt de kwetsbaarheid eerder toe dan af. Dat blijkt uit tal van studies. Zo constateerde IDEA Consult samen met het Agentschap Ondernemen in 2008 plus 70 procent leegstand in de stad, vooral in de stadskernen. Dat moet ons bezighouden. Dat houdt gelukkig de Vlaamse Regering bezig. In haar regeerakkoord wordt er heel veel aandacht aan besteed. De studie legt de oorzaken uit van de toenemende leegstand en fragiliteit: op twee e-commerce en op één shoppingcentra. Dat is bedreigend. Dat is een grote uitdaging.
Ik las in het weekend in De Tijd een artikel dat heel helder uitlegt wat stedelijkheid is. Stedelijkheid is dat er in het hart van de stad kan worden gewinkeld, dat men van de horeca kan genieten, van cultuur, van de historische omgeving, dat mensen er graag vertoeven en verblijven. Zodra de winkelcentra afbrokkelen en verdwijnen uit onze steden, sterven onze steden. Het is een essentiële opdracht van de overheid om ervoor te zorgen dat de vitaliteit van de handelssteden overeind blijft.
En dat is een ongelofelijk complexe opdracht. Dat zegt u iemand die vorige week de tweede prijs heeft gekregen van meest winkelvriendelijke stad. Ongelofelijk moeilijk, niet te herleiden tot één of twee factoren, geen eenvoudige antwoorden. De druk is immens. Als studies zeggen dat de druk mede veroorzaakt wordt door een foutieve politiek van shoppingcentra buiten de steden, moeten we daarmee rekening houden. Dat moet ons bezorgd maken. Daar kunnen we niet overheen stappen. Het maakt mee de complexiteit van het dossier. Onze taak is de leefbaarheid van de stad versterken en garanderen. En dit project, of we dat nu graag horen of niet, dreigt daar haaks op te staan en dreigt daar een hypotheek op te leggen.
Men kan er niet omheen dat we niet van een blanco blad beginnen. Het is een dossier met een lange voorgeschiedenis, waar ook mijn partij deel aan heeft. De voorgeschiedenis begon tien jaar geleden in een ander tijdperk. Die voorgeschiedenis houdt engagementen in, brengt juridische consequenties mee, maakt openingen voor eventuele schadevergoedingen, roept vragen op naar rechtszekerheid en stabiliteit. Als een regering of een politicus daarmee wordt geconfronteerd – en ik volg de heer Diependaele, maar mijn balans is anders – komt het tot een moeilijke afweging. De regering heeft de afweging gemaakt om rechtszekerheid te creëren door het GRUP goed te keuren en vast te stellen.
Evident hebben we ook engagementen tegen anderen. We leven in een rechtsstaat met een procedure waarin mensen rechten hebben. Uiteindelijk eindigt het altijd, zeker bij zulke complexe dossiers, bij de ultieme afweger en dat zal in dit geval een rechtbank zijn. Die gaat oordelen: ja of nee, zijn alle wettelijke procedures gevolgd? Is het GRUP voldoende onderbouwd? Zijn de bezwaren voldoende beantwoord? Dat zal gebeuren in alle rust en objectiviteit.
Soms eindigt dat op een manier die men niet verwacht. Een week geleden is er nog in een ander groot winkeldossier een belangrijke beslissing genomen. De Raad van State heeft voor NEO anders beslist dan de overheid had gehoopt.
Kortom, ik trek vier lessen uit dit dossier. We moeten onze procedures vereenvoudigen en versnellen. Die zijn zo verschrikkelijk complex geworden dat wij als parlement, in alle eerlijkheid, dat zelfs niet eens meer goed kunnen. We hebben nood aan kortere procedures die korter op de bal spelen, die dossiers niet vijftien jaar lang laten aanslepen, waardoor dossiers die in een bepaalde periode beginnen in een ander tijdperk eindigen.
Twee, herdenk uw brownfieldconvenanten. We zijn te veel rechter en partij, daarover moeten we nadenken. Er zit een weeffout in, dat moeten we in alle rust en objectiviteit bekijken. Een overheid neemt op een bepaald moment een engagement en moet later in het proces onafhankelijk oordelen. Ik zeg het naar aanleiding van dit dossier, we moeten erover nadenken. De brownfieldconvenanten zijn vertrokken van een juiste filosofie: hoe mobiliseren we privaat geld om vervuilde grond te recycleren? Maar er zit een weefconstructie in.
Drie, laten we de rechtspraak die volgt respecteren. Ik sluit me aan bij de heer Van den Heuvel. Op een zeker moment moet je zeggen: dat is het.
En vier, het belangrijkste: geachte regering, versterk de stedelijke kernen. In dit geval vooral de gemeentelijke en stedelijke kernen die in de invloedssfeer zitten van Uplace. Versterk die of ze gaan eronder lijden. Zelfs uit de studies van Uplace zelf blijkt dat de steden en gemeenten in de directe omgeving een weerslag ondervinden. Versterk die, maak een actieplan, zorg ervoor dat de steden en gemeenten sterker worden. Ik dank u. (Applaus)
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, leden van de regering, minister-president, uw regering is nog maar anderhalf jaar aan de slag, maar het is niet de eerste keer, en ik vrees dat het ook niet de laatste keer zal zijn, dat we hier staan om vragen te stellen over de cohesie binnen uw meerderheid. De vorige Vlaamse Regering, die met de vermaledijde socialisten, was al kampioen ruziemaken. Er waren ook lekken naar de pers. Er werden verwijten heen en weer gegooid. Het ziet er echter sterk naar uit dat deze regering, dat uw regering dat nog zal overtreffen. U hebt dus een groot politiek probleem. Een regering hoeft inderdaad geen vriendenclub te zijn, maar als begrippen als ‘wederzijds respect’, ‘daadkracht’, ‘loyauteit’ en ‘collegialiteit’ als parameter worden gebruikt voor de geloofwaardigheid van een regering, dan kunnen we vandaag stellen dat uw regering over de hele lijn faalt.
De ministers in uw regering nemen u zelfs persoonlijk in het vizier: u zou geen inlevingsvermogen hebben, u zou geen teamspeler zijn, u zou voor zichzelf rijden en niet voor de hele regeringsploeg. Dat zijn zware woorden over een man die nog maar goed anderhalf jaar minister-president is. Na amper anderhalf jaar bent u blijkbaar al de steun van uw ministers kwijt. Het volstaat blijkbaar niet om een verstandig man te zijn – want dat bent u ontegensprekelijk – om ook goed leiderschap te tonen en een ploeg te vormen, en die ploeg ook als ploeg te doen functioneren. Zelfs met al uw wijsheid kunt u niet verbergen dat de sfeer in uw regering verziekt is. Er zit geen teamgeest in uw ploeg, in uw meerderheid. U dreigt de brokkenpiloot te worden van een zweefvliegtuigje dat door interne turbulentie stuurloos te pletter stort.
Het verzet tegen Uplace komt immers niet van een of ander actiecomiteetje dat er plezier in vindt, dat er een hobby van maakt om van alles en nog wat tegen te houden. Neen, het verzet komt voornamelijk van ministers, van fractievoorzitters, van parlementsleden, van burgemeesters en schepenen van alle drie de meerderheidspartijen. Dit incident is ook na vandaag nog niet gesloten. U was immers nog bezig met het houden van therapeutische sessies over de klimaatdiscussie toen de fractieleiders van twee meerderheidspartijen luidop zeiden te hopen dat de Raad van State het project alsnog keldert. Dit Uplaceproject is een politieke sciencefictionfilm waarvan de N-VA de regisseur is en waarin de fractieleiders van de meerderheid een schijnrol spelen. Het is inderdaad een compleet absurde situatie waarin u verkeert. Uw Vlaamse Regering zal voor de Raad van State een dossier moeten verdedigen, terwijl twee meerderheidspartijen luidop zeggen te hopen dat de Raad van State de Vlaamse Regering in dat dossier in het zand zal doen bijten. Dat is de schizofrenie ten top. Dat krijg je in Vlaanderen aan niemand uitgelegd.
Het is nu dus wachten op de volgende beslissing van de Raad van State. Wij hopen inderdaad samen met twee van de drie meerderheidspartijen dat dat rechtscollege wel oog heeft voor de nefaste gevolgen voor de brede regio en dat het een betere beslissing neemt dan uw regering. Gezien de negatieve gevolgen op het vlak van volksgezondheid, lokale economie en mobiliteit en gezien het ontbreken van een maatschappelijk draagvlak in de regio is mijn partij, het Vlaams Belang, van in het begin geen voorstander geweest van dit dossier. Intussen hebben de stadsbesturen van Leuven, Vilvoorde, Mechelen – mijnheer Somers – een vrijgeleide om volop te chargeren tegen de beslissing van uw Vlaamse Regering. De CD&V’ers en de Open Vld’ers uit die gemeenten voelen zich immers gesterkt door hun partijen om alle rechtsmiddelen uit te putten tegen de beslissing van uw regering, tegen de beslissing van hun eigen partijen.
Minister-president, de oppositiepartijen werden de voorbije week technisch werkloos gemaakt, omdat de meerderheid oppositie tegen zichzelf voert, maar vooral de slagkracht van uw regering wordt ondermijnd door het gekrakeel in uw meerderheid. U zet Vlaanderen op de kaart als een zootje ongeregeld. Het wantrouwen heeft zich nu in deze regering genesteld, de meerderheidspartijen schieten vrijuit met grof geschut naar elkaar, u staat erbij, u kijkt ernaar en de Vlaming betaalt daarvoor de prijs. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Van Eyken heeft het woord.
Uplace is not my place, en zeker niet the place to be! Ondanks alle tegenkantingen, alle negatieve adviezen op vlak van milieu en mobiliteit en voor de zelfstandigen, gaat deze Vlaamse Regering verder met dit project, met het behoud van dit megalomane project. Er is tegen dit project veel protest van middenstandorganisaties, milieuverenigingen, van academici tot politici van meerderheid én oppositie.
De Vlaamse Regering nam vorige woensdag een belangrijke horde in het dossier van het omstreden ‘belevingscentrum’ in Machelen. Ze zette het licht op groen voor het GRUP voor het VSGB. Dat GRUP omvat de ruimtelijke plannen voor Uplace. Maar het Uplace-project kan nog worden afgeblazen. Ondernemers in de handelskernen moeten ondersteund worden zodat ze niet het slachtoffer worden van megalomane shoppingcenters.
Net in de week dat het Europees Milieuagentschap uitpakt met bijzonder alarmerende cijfers over de dodelijke gevolgen van fijn stof, slaagt de Vlaamse Regering erin groen licht te geven aan Uplace. Deze beslissing valt ook niet te rijmen met een toekomstgerichte mobiliteit voor de regio rond Vilvoorde, noch met een beleid dat inzet op het versterken van de lokale handelskernen. Het druist er zelfs volledig tegen in. Het ontbreekt deze regering duidelijk aan een visie op de toekomst van de detailhandel. Dit project is maatschappelijk niet relevant en staat haaks op een beleid dat handelskernen moet versterken. Uplace zwaait met duizenden jobs. Dat is gewoon belachelijk. Het gaat immers om tijdelijke jobs. Bovendien zullen er jobs verloren gaan doordat handelszaken sluiten.
Dit is ook een ramp voor de mobiliteit rond Brussel, want de Brusselse ring is nu al oververzadigd. Het is gewoon een slechte zaak. Dit is geen beslissing voor de toekomst, ze had al tien jaar geleden moeten worden genomen. Het Planbureau pakte enkele dagen geleden uit met cijfers over de stijging van het verkeer. Met dit project is het verkeersinfarct onomkeerbaar. Op een ogenblik dat de regering volop discussieert over een klimaatakkoord en een vermindering van de CO2-uitstoot, zet de Vlaamse Regering het licht op groen voor Uplace. Het is een project dat meer autoverkeer en dus meer CO2-uitstoot zal veroorzaken. De Raad van State vernietigde het GRUP omdat het vooraf aanleggen van een tramlijn niet wettelijk opgelegd werd in het plan. Ik vrees dat onder de huidige omstandigheden Uplace er komt zonder dat de hele resem voornemens inzake openbaar vervoer een realiteit zal zijn.
Er doen geruchten de ronde – ik heb dat gelezen in de pers – dat het bereiken van het klimaatakkoord binnen de regering verbonden was met het akkoord over Uplace – het ene tegen het andere. Ik hoop dat dat niet waar is, want dan zou het erg zijn.
En ten slotte liggen er momenteel drie projecten op tafel: NEO, Docks en Uplace. Ze liggen allen op een boogscheut van elkaar. Gaat het om een concurrentiestrijd tussen Brussel en de Rand? Is er enig overleg geweest met Brussel of met de Brusselse regeringen? Ik vrees van niet. Een ding is zeker: de randbewoners en de kleinhandel uit de regio zullen het slachtoffer zijn van deze beslissing. U kunt nog altijd neen zeggen tegen dit project. Het is vijf voor twaalf.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, ik denk dat het de voorbije dagen opnieuw duidelijk was dat het dossier Uplace bijzonder emotioneel geladen is en dat iedereen ook wel een individuele mening heeft over dat dossier. Maar, collega’s, een regering, een overheid, mag natuurlijk geen beleid voeren op basis van emoties of individuele overtuigingen. Een overheid, een regering, maakt keuzes, hakt knopen door en moet op basis van die keuzes, van die beslissingen, ook verdere stappen zetten en consequent zijn. Ze moet daarbij natuurlijk ook oog hebben voor procedures en feiten uit het dossier.
Wat is er nu vorige week woensdag beslist in de Vlaamse Regering? Het gaat over het ruimtelijk uitvoeringsplan van het Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel. Het gaat dus niet over een vergunning die zou zijn verleend aan het project Uplace. Het ruimtelijk uitvoeringsplan legt de bestemming van het gebied Machelen-Vilvoorde vast: een topregio met heel veel kansen, zoals terecht door een aantal collega’s werd vermeld. Het is een topregio die ook kansen verdient. Het gaat over braakliggende terreinen waarover destijds een brownfieldconvenant is afgesloten en waarvoor wij nu in de Vlaamse Regering vastleggen wat er allemaal op die terreinen kan gebeuren. Het gaat over kantoren, woongelegenheden, winkelcentra, een ziekenhuis, en natuurlijk worden ook uitspraken gedaan over mobiliteit.
Deze beslissing van de Vlaamse Regering bouwt ook verder op eerdere beslissingen. Het ruimtelijk uitvoeringsplan werd in 2011 al eens aangenomen en vastgelegd. De Raad van State heeft dat vernietigd. Het is de plicht van de overheid om aan rechtsherstel te doen, om een nieuwe beslissing te nemen en tegemoet te komen aan de opmerkingen van de Raad van State. Dat hebben we dus gedaan. We hebben dat gedaan in het voorjaar, toen we het ruimtelijk uitvoeringsplan voor de eerste keer hebben aangenomen. We hebben op basis van de opmerkingen van de Raad van State de oppervlakte aan kleinhandel verminderd. We zijn dus al naar een kleiner project gegaan op dat vlak. We hebben ook bijkomende, milderende maatregelen opgelegd op het vlak van mobiliteit. We hebben natuurlijk ook gekeken naar het milieueffectenrapport dat opgemaakt is in het kader van dit ruimtelijk uitvoeringsplan.
In het voorjaar hebben we de beslissing genomen. We hebben een openbaar onderzoek gestart. We hebben altijd gezegd dat we de bezwaren zouden afwachten, dat we alle elementen die zijn ingediend in het dossier, zorgvuldig zullen bekijken en we daar ook zorgvuldig een antwoord op zullen formuleren.
Het onderzoek is voorbij. Er zijn 73 bezwaren ingediend, collega’s: 73 bezwaren. We zijn op alle bezwaren ingegaan. We hebben alle bezwaren beantwoord. Het is een beslissing geworden van 200 pagina’s. Ze is dus grondig gemotiveerd. Op sommige bezwaren kunnen we een antwoord formuleren zonder wijzigingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan. Voor een aantal opmerkingen in de procedure, in het openbaar onderzoek, hebben we wel een aantal bijsturingen gedaan. Ik zal twee van die bijsturingen vandaag vermelden.
In een eerste bijsturing hebben we de zone De Molens uit het ruimtelijk uitvoeringsplan gehaald. De reden is dat daarvoor al een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan is opgemaakt. Een tweede bijsturing betreft het extra verduidelijken van de mobiliteitsvoorwaarden omdat uit de bezwaren blijkt dat er heel wat bezorgdheden zijn op vlak van mobiliteit. We nemen die opmerkingen ernstig en zorgen ervoor dat er bijkomende garanties ingebouwd worden. In de beslissing staat dat de stedenbouwkundige vergunning voor de treinhalte aan de Kerklaan moet zijn verleend vooraleer het project van start kan gaan. Er moet eveneens een beslissing van De Lijn zijn over de pendelbus, voor er sprake kan zijn van verdere ontwikkeling. Wat nog meer is, dit werkt ook door op de realisatie. Er staat uitdrukkelijk dat als na 31 december 2017 niet aan die voorwaarden is voldaan, de oude bestemmingen uit het gewestplan opnieuw opleven en dat wat nu in het RUP staat, niet zal kunnen worden gerealiseerd.
Dit is niet het einde van dit dossier. Het is nog geen definitieve beslissing. De beslissing die we woensdag hebben genomen, gaat nu naar de Raad van State. Die zal daar een advies op formuleren. In januari zullen we dan definitief beslissen en zien welke opmerkingen de Raad van State heeft gemaakt. Zodra het ruimtelijk uitvoeringsplan is goedgekeurd, zullen er nog tal van andere vergunningen en investeringen moeten gebeuren vooraleer een aantal ontwikkelingen zichtbaar zullen zijn op het terrein.
Vandaag zijn er opmerkingen gemaakt over het feit dat deze Vlaamse overheid moet investeren in kernversterking. Het is terecht dat die vragen hier worden gesteld. Heel binnenkort gaan minister Muyters en ikzelf met een nieuw ontwerp van decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid naar de regering. Daarin wordt heel sterk ingezet op de kernversterking zodat we de toekomst verder voorbereiden.
Deze Vlaamse Regering wil een betrouwbare partner zijn. Wanneer je keuzes maakt en beslissingen neemt, dan moet je daar verder op bouwen. Je moet consequent zijn en ervoor zorgen dat je de beslissingen correct uitvoert. Tegelijkertijd bereiden we de toekomst voor. Ik hoor dat het niet normaal is dat het acht jaar moet duren om dergelijk dossier nog maar in deze fase te krijgen. Dat is een terechte opmerking, mijnheer Somers. We hebben nu de omgevingsvergunning goedgekeurd. Vanaf volgend jaar moet niet langer een aparte bouw- en milieuvergunning worden aangevraagd, maar zal dit samen kunnen gebeuren waardoor het sneller en efficiënter kan. Voor de toekomst verwijs ik nogmaals naar het nieuw ontwerp van decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid dat hopelijk snel door de Vlaamse Regering kan worden goedgekeurd. We zijn een betrouwbare overheid die ook de toekomst voorbereidt. (Applaus bij de meerderheid)
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Voorzitter, dames en heren, dit is een vertrouwd debat en ik heb geen nieuwe argumenten gehoord. Het is ook een oud dossier waarin de argumenten gekend zijn. Ik zal de hele geschiedenis ervan niet herhalen en evenmin in detail ingaan op wat voorligt in dit belangrijk strategisch gebied.
Het gaat om een belangrijk strategisch gebied van ongeveer 200 hectare waarvan datgene waarover het debat gaat, ongeveer 5 procent bedraagt. Het gaat over een reconversie van een terrein, iets waar grote nood aan is, een terrein dat er desolaat bij ligt. Na de sluiting van Renault Vilvoorde ontstond terecht de roep om een nieuwe impuls te geven, om nieuw leven te geven aan dat terrein. Dat gebeurt met het VSGB. Er komen een ziekenhuis, woningen, logistiek, bedrijven, serviceflats, kantoren en het retail- en kantorenproject waarover het vandaag gaat.
Dat alles is geboren uit de zorg voor reconversie van het gebied en sanering van het vervuilde terrein waartoe in 2009 een convenant was gesloten en is gegroeid uit de hoop dat er nieuwe jobs zouden worden gecreëerd in dat gebied.
Dit dossier kent een lange geschiedenis. Sommige sprekers hebben verwezen naar de verschillende stappen die zijn gezet, anderen vinden dat het sneller moet gaan. Minister Schauvliege heeft ook al gewezen op een aantal maatregelen die we zullen nemen.
Wat ik niet neem, is kritiek van partijen die nul geloofwaardigheid hebben in dit dossier. Onder het convenant staat de handtekening van Frank Vandenbroucke en Kathleen Van Brempt. De dossiers Docks en NEO in Brussel zijn tijdens de vorige bestuursperiode van de Brusselse Regering door Groen en Ecolo gepatroneerd en zijn vandaag mee door sp.a gepatroneerd. Het gaat over 122.000 vierkante meter retail.
Wees een klein beetje consequent en laat uw houding niet afhangen van het feit dat u in de meerderheid of in de oppositie zit. Neem afstand van de vorige beslissingen of wees consequent en blijf ze steunen.
In dit dossier heeft mijn regering de belangrijkste beslissing genomen in februari 2015. Dat heeft toen aanleiding gegeven tot een debat in dit halfrond. Nadat de Raad van State het vorige ruimtelijke plan had vernietigd, heeft de Vlaamse Regering een nieuwe voorlopige vaststelling gedaan. Daarbij is rekening gehouden met de bezwaren van de Raad van State, die veelal sloegen op de mobiliteit. Dat debat is hier te gronde gevoerd. Het is niet aan mij om hier vandaag in te gaan op de techniciteit. We zijn daarbij heel verantwoordelijk te werk gegaan en hebben rekening gehouden met de redenen tot vernietiging.
We hebben ook rekening gehouden met de uitspraak van de Raad van State over de leefmilieuvergunning. De vergunning die minister Schauvliege had verleend, was vernietigd door de Raad van State. Door het convenant destijds was er een schijn van vooringenomenheid en kon de minister niet meer in alle objectiviteit oordelen. Dat slaat niet op de persoon van de minister, die dit dossier zeer correct en in alle objectiviteit had beoordeeld. Dat convenant hield volgens de Raad van State een engagement in met welbepaalde data om tot realisaties te komen inzake ruimtelijke ordening, met ook gevolgen voor de vergunningen.
In februari heeft mijn regering de belangrijkste beslissing genomen. Vraag was of we wel of niet doorgingen met dit project. Het antwoord van de regering was ‘ja’. De regering moest ook beslissen over de retail. Ook daar antwoordde de regering ‘ja’, maar er werd wel beslist om de retailoppervlakte met een derde te verminderen.
We hebben toen ook een nieuw brownfieldconvenant gesloten dat conform het decreet van dit parlement is. Er is dan ook geen nood aan een nieuw decreet, er is nood aan een regering die doet wat in het decreet staat.
In het brownfieldconvenant zijn inspanningsverbintenissen afgesproken. Er wordt geen resultaat gegarandeerd, want wij leven in een rechtspraak. We maken ons geen illusies dat er na onze beslissing zal worden geprocedeerd en dat de Raad van State zich daarover zal uitspreken.
In het tweede addendum bij dat brownfieldconvenant is een engagement aangegaan door de andere partij. Die andere partij heeft daarin onherroepelijk afstand gedaan van elke mogelijke schadeclaim, contractueel en precontractueel, uit hoofde van het feit dat wij het eerste convenant beëindigen. Wij werken met een nieuw convenant dat geen resultaatverbintenis inhoudt, en dat is een heel belangrijke stap.
Dat is het geheel van beslissingen dat in februari is genomen. Voor de rest zal dit dossier op een volstrekt objectieve manier worden behandeld. We gaan met deze beslissing naar de Raad van State, die zijn opmerkingen zal formuleren, waarna wij een eindbeslissing moeten nemen, en waarna de procedures hun weg kunnen vinden. Die zullen moeten worden beoordeeld in het licht van de geldende ruimtelijke bepalingen, die goedgekeurd zullen zijn.
We hebben de bezwaren die zijn binnengekomen, grondig onderzocht. We hebben 200 pagina’s gewijd aan het beantwoorden van elk van die bezwaren. We hebben er niet mee gelachen, maar hebben ze ernstig genomen. We zijn natuurlijk niet ingegaan op de vraag om 30.000 vierkante meter af te splitsen en toe te wijzen aan baanwinkels in Vilvoorde. We zijn van mening dat geen enkel van die bezwaren van dien aard is dat de beslissing die de regering in februari heeft genomen, moet worden gewijzigd. We weerleggen de bezwaren en motiveren dat zoals dat hoort bij elke rechtshandeling van de overheid, en nu gaat onze beslissing naar de Raad van State voor een bijkomend advies.
Dat ligt vandaag op tafel. Plus een convenant dat in februari is gesloten en dat beantwoordt aan de standaardbepalingen van de convenants zoals dat hoort te zijn. Ik ben er niet van overtuigd dat we de procedures met betrekking tot de convenants moeten herbekijken. Er is een decreet. Als je je houdt aan de letter van het decreet, ga je geen resultaatsverbintenissen aan.
We moeten blijven zoeken naar het versnellen van procedures. Dat spreekt voor zich. Zoals minister Schauvliege heeft gezegd, gaan we vanaf volgend jaar met één omgevingsvergunning werken, waarbij ruimtelijke ordening en leefmilieu in elkaar vloeien. We hebben het decreet over de complexe projecten. Ook daar is er geen overheid die zich opsluit in haar bureau, die niet in contact staat met de realiteit. Het decreet Complexe Projecten, dat werd goedgekeurd in dit parlement, vergt precies dat de overheid in dialoog gaat en spreekt met degenen die plannen hebben om daar bepaalde zaken te realiseren, dat ze snel problemen detecteert, dat ze zoekt naar oplossingen zonder enig vooroordeel voor de beslissingen die moeten worden genomen, in alle onafhankelijkheid en objectiviteit zoals dat ook hier zal gebeuren.
Collega’s, dit is een zaak van betrouwbaarheid. Deze regering heeft in februari, in de context die ik heb geschetst, na de vernietiging door de Raad van State, na een convenant waarvan het hoogste administratieve rechtscollege had gezegd dat het bepalingen inhoudt waarin de overheid zich te vergaand engageert en dus niet meer objectief kan oordelen over vergunningen, beslissingen genomen om te komen tot een heraanpak van dat dossier. Toen zijn die beslissingen genomen. Betrouwbaarheid vergt dat je op dat pad voortgaat, tenzij je bezwaren zou tegenkomen die dat allemaal onderuithalen. We zijn niet over één nacht ijs gegaan, we hebben in alle ernst en redelijkheid geoordeeld dat de bezwaren niet van aard zijn om de beslissing van februari ongedaan te maken.
Ik kom tot het beleid dat we in de toekomst moeten voeren. Mijnheer Vandenbroucke, ik ben blij dat u me hebt geciteerd, maar u had me kunnen citeren uit de jaren 70. U had ongeveer dezelfde bewoordingen van mij kunnen vinden in de jaren 70. In 1983 ben ik schepen van stadskernvernieuwing en -inbreiding geworden. Ik was toen een groot promotor. Continuïteit is het motto van stadskernvernieuwing. Ik heb inderdaad verwezen naar Rijsel om aan te tonen dat ook grote steden een beleid kunnen voeren waarbij je grote zaken in de stadskern concentreert. Welnu, dat is wat wij met deze regering gaan doen. Uplace heeft zijn geschiedenis en zal verder op een correcte manier worden behandeld.
We gaan de IKEA-wet wijzigen. Deze regering gaat het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid goedkeuren. Daarmee zullen we instrumenten geven aan de lokale besturen voor handelsvestigingen die komen in de stad, om keuzes te maken naar de aard van de handelsvestigingen.
Collega’s, we gaan een van de grootste uitdagingen voor onze kleinhandel op een positieve manier aanpakken. Minister Muyters is bezig met een project om handelszaken te helpen op weg naar e-commerce. Er is op gewezen dat onze kleinhandelszaken klanten verliezen aan e-commerce. De uitdaging zal erin bestaan om op die uitdaging in te kunnen gaan. Daarom wordt een scan gemaakt van handelszaken en wordt er gekeken welke hun troeven zijn, welke hun problemen zijn en op welke manier ze in die trend mee kunnen gaan. Dat is in samenspraak met de organisaties van de kleinhandel. Dat gebeurt op een correcte, objectieve en positieve manier.
Tot slot, collega’s, gaan wij begin 2016 verder met het witboek inzake het beleidsplan Ruimtelijke Ordening Vlaanderen. Het staat in het regeerakkoord. We gaan dat regeerakkoord ook uitvoeren. Dit regeerakkoord gaat voor kernversterking, voor verdichting. Dat zijn opties die je ruimtelijk moet vastleggen. We gaan die opties in dat witboek opnemen en verder implementeren in het nieuwe ruimtelijke plan dat Vlaanderen nodig heeft. (Applaus bij de meerderheid)
Minister-president, ik heb u goed beluisterd. U hebt een hele technische uitleg gegeven. U hebt ook verwezen naar een nieuw brownfieldconvenant. Daar ga ik ook van uit. De procedure loopt nu. U zegt dat u alles op een weegschaal hebt gelegd. Maar ik heb u iets niet horen zeggen. Ik heb maar één vraag: kunt u mij nu eens duidelijk maken wat u en uw Vlaamse Regering inhoudelijk zo goed vinden aan Uplace? Kunt u mij nu eens eindelijk duidelijk maken waarom uw Vlaamse Regering zegt: Uplace is toch een interessant project? Ik heb zeer veel technische dingen gehoord, maar nergens een inhoudelijk argument.
Voorzitter, collega’s, ik heb ook goed geluisterd naar het antwoord van de minister-president. Er zijn natuurlijk een aantal zaken die mij ongelooflijk storen, minister-president. U en ook de vorige spreker laten het uitschijnen alsof de procedure waarin dit dossier beland was, namelijk een openbaar onderzoek, een procedure is waarbij je gegevens opvraagt, die stop je in een computer en de computer zegt ‘ja’ of ‘neen’. Dat is natuurlijk absoluut niet het geval. Het is uw politieke verantwoordelijkheid, het is de verantwoordelijkheid van deze Vlaamse Regering om op basis van de ingediende bezwaarschriften in alle objectiviteit en met het algemeen belang voor ogen, de afweging te maken. Het is de afgelopen dagen, en ook vandaag tijdens dit debat, zonneklaar geworden dat de meeste fracties eigenlijk, op één na, dezelfde afweging hebben gemaakt en op basis van die bezwaarschriften en op basis van eerdere adviezen zeggen dat Uplace geen goed idee is.
Minister-president, ik had gehoopt dat u een appel zou doen op uw eigen parlementaire reflex, waar u zich zo graag op laat voorstaan. We hebben u daarvoor nog gehuldigd enkele dagen geleden. Helaas, niets is minder waar: u bent het in de Vlaamse Regering niet eens geraakt. Ik kan me voorstellen dat het inderdaad een bijzonder moeilijke discussie was. U mag mij van alles wijsmaken, maar het is natuurlijk geen toeval dat vorige week woensdagavond, na de vertoning die we in de plenaire zitting hebben gehad, uitgerekend toen de beslissing is gevallen. Toen hebt u uw coalitiepartners gewoonweg afgedreigd en vervolgens bent u in de krant gaan zeggen: het is mijn dossier niet. Een week later komt u hier opnieuw naar anderen wijzen, die het in uw plaats zouden hebben beslist. Ik vind dat een betreurenswaardige houding, minister-president. Ik vind dat niet getuigen van een authentieke parlementaire reflex of van leiderschap. Ik had gehoopt dat deze Vlaamse Regering nu eens inhoudelijke argumenten zou aanbrengen waarom dit project per se moet worden doorgeduwd, in plaats van zich weg te steken achter het verleden, achter anderen, achter procedures. We zullen inderdaad zien wat de Raad van State daarover te zeggen heeft.
Minister-president, u en de meerderheidspartijen hebben vandaag een goede poging gedaan om te laten uitschijnen dat dit dossier geen sporen zou hebben nagelaten binnen en tussen de meerderheidspartijen en in uw regering. Maar niets is minder waar. Dit dossier is nog niet ten einde en de buit voor uw regering, en de N-VA in het bijzonder, is dus nog niet binnen.
Intussen zit, door het geruzie tussen u en uw ministers en tussen de meerderheidspartijen, de klad in uw regering en in uw meerderheid. Er zijn de voorbije week ego’s gedeukt. Er is gelekt uit vertrouwelijke regeringsbesprekingen. Er zijn messen in de rug geplant. En dus zullen er, zoals dat in de politiek gaat, ook nog rekeningen vereffend moeten worden.
Zo gaat uw regering de plenaire begrotingsbesprekingen in. Zo gaat uw regering de laatste weken van het jaar in. En het ziet er, met het advies van de Raad van State over twee maanden over dit dossier, niet naar uit dat het er volgend jaar beter zal uitzien voor uw regering.
Ik heb geen aanleiding gehoord om een heel nieuw debat te voeren. Ten gronde is dit debat gevoerd in februari. Wie goed geluisterd heeft, heeft opgemerkt dat ik een paar keer verwezen heb naar de principebeslissing die in februari genomen is en die we toen omstandig en ten gronde gemotiveerd hebben.
Collega’s, voor alle duidelijkheid en voor wie eraan zou twijfelen: de beslissing die vandaag en in februari genomen is, is genomen in consensus in de Vlaamse Regering. Die is genomen door de hele Vlaamse Regering. Zo hoort het ook. Het kan ook niet anders. Wat hier voorligt, is een beslissing die unaniem genomen is door de Vlaamse Regering.
U wilt de zaak op flessen trekken, dat wij hier een computer zouden hebben geïnstalleerd en zo meer. Komaan, bekijk het dossier. Dit is een dossier waarin alle bezwaren onderzocht en beantwoord zijn, waarin omstandig gemotiveerd is. Ik kan best begrijpen, mijnheer Vandenbroucke, dat u in moeilijke schoenen zit, als u geconfronteerd wordt met een engagement, in dezen aangegaan door uw partij, een engagement waarvan de Raad van State geoordeeld heeft dat het te verregaand was, dat het een resultaat garandeerde aan een projectontwikkelaar. Ik begrijp ook dat u nog meer in moeilijkheden zit als u net aan de andere kant van de ring met uw partij zonder enige gêne twee Uplacen wilt bouwen van samen 122.000 vierkante meter. (Applaus bij de N-VA)
Ik doe toch nog een poging. Ik probeer mijn vraag te herformuleren. Minister-president, u hebt de bezwaarschriften met uw regering op een weegschaal gelegd. In uw antwoord, ook op mijn vraag, verwijst u alweer naar anderen en naar het verleden. Ik vraag aan u: kunt u duidelijk maken, niet alleen aan mij, maar ook aan de Vlaming, wat u zo goed vindt aan het project dat u beslist hebt om ermee door te gaan? U hebt daar nog altijd niet op geantwoord. Wat heeft de Vlaamse Regering inhoudelijk overtuigd om te zeggen dat Uplace een goed dossier is? Kunt u dat eindelijk eens inhoudelijk toelichten, in plaats van altijd maar over en weer te sneren over dingen die hier niet op tafel liggen? Kunt u mij dat in één duidelijke verklaring aangeven?
Ik heb geen zin om hier in een vraag-en-antwoordspel terecht te komen, waarbij de heer Rzoska zich opstelt als een leraar die vragen stelt. Ik heb in februari de beslissing van de regering ten gronde toegelicht. Ik heb vandaag toegelicht waarom deze regering in unanimiteit, nadat het openbaar onderzoek gebeurd is, verder is gegaan met dit dossier, onder welke voorwaarden en in welke omstandigheden.
Ik heb hier geen enkel argument gehoord dat mij ertoe zou brengen om te zeggen dat die bezwaren niet op een correcte manier beantwoord zijn. Als u zich wilt vermeien in de motiveringen, mijnheer Rzoska, kunt u het document van 200 pagina’s lezen, waarin we antwoord geven op elk van die argumenten.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Wenst iemand tot besluit van dit actualiteitsdebat een motie of een motie van wantrouwen in te dienen?
– Groen, sp.a en het Vlaams Belang kondigen aan een motie te zullen indienen.
De moties moeten uiterlijk om 16.30 uur zijn ingediend.
Het parlement zal zich daarover straks uitspreken.
Het debat is gesloten.