Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
De asielcrisis laat zich nu ook serieus voelen in het Vlaams onderwijs. Dat is een beetje het resultaat van de keuze die het federaal beleid maakt om kinderen en niet-begeleide minderjarigen in collectieve opvangcentra onder te brengen. Dat legt een grote druk op de scholen rond deze centra. Die kinderen hebben vaak een lange reis achter de rug, ze hebben traumatische ervaringen opgedaan in het land van herkomst en ze zijn de Nederlandse taal niet machtig. Soms zijn ze zelfs niet gewoon om naar school te gaan.
Die kinderen moeten dan opgevangen worden in ons onderwijs, in een secundaire school, een lagere school of een kleuterschool. Daar kan al een capaciteitstekort heersen: in veel kleuterscholen hebben we vaak al grote klassen, bij gebrek aan voldoende financiering. De druk op ons onderwijs wordt dus groot.
Het onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers is een speciale regeling voor de opvang van die kinderen. Bij de eerste discussie die hier gevoerd werd over de asielcrisis had de minister een uitbreiding van dat onthaalonderwijs beloofd. Er zou snel een nooddecreet komen, maar nu zijn we een maand later en er is nog niets. (Opmerkingen van de voorzitter)
Vorig weekend las ik tot mijn verbazing een interview in Gazet van Antwerpen waarin één van uw meerderheidspartners, namelijk de N-VA, zegt geen voorstander te zijn van het OKAN. Ze willen die middelen verdelen en daarenboven ook de werkingsmiddelen voor gelijke onderwijskansen (GOK) inzetten voor taalbadonderwijs.
Minister, deelt u die visie? Komt het nooddecreet er nu of niet?
Mevrouw Meuleman, als u uw spreektijd overschrijdt, ontzeg ik u de repliek.
Minister Crevits heeft het woord.
Mevrouw Meuleman, maak u geen zorgen, ik heb uw vraag zeer goed begrepen. Ik ben wel verrast dat die vraag hier vandaag wordt gesteld, omdat we vorige week nog maar in het parlement een zeer uitgebreide discussie hebben gevoerd over de problemen en noden die er zijn. Ik ben toen ook vrij duidelijk geweest in mijn antwoord.
Iedereen in de Vlaamse Regering is het erover eens dat de instrumenten en structuren die vandaag bestaan in ons onderwijs goed werken. We mogen dus blij zijn dat ze bestaan. In de nota die de Vlaamse Regering goedgekeurd heeft, staat heel expliciet dat het goed is dat we OKAN hebben en we willen dat zo houden. Geen haar op mijn hoofd denkt eraan om OKAN zoals het vandaag bestaat, af te schaffen. Daar wil ik zeer duidelijk over zijn.
Vorige week is in het parlement gevraagd om OKAN flexibeler te maken in het secundair onderwijs. Daarop heb ik geantwoord dat daarvoor best een parlementair initiatief komt, dan kan dat sneller gebeuren dan via de regering. We zijn het daarover eens binnen de regering, en er is ook een afspraak gemaakt om te kijken hoe we voor de allerkleinsten, de kleuters, iets kunnen doen. De methode van de taalbaden kan een oplossing bieden, maar het probleem daarmee is dat de financiering, zoals ze vandaag bestaat, pas een jaar later komt. We zitten daar nu dus tijdelijk met een budgettaire vraag. Ik ben ervan overtuigd dat we daarover tot een consensus kunnen komen. Sommige parlementsleden hebben daar in het weekend inderdaad al uitspraken over gedaan. Het is niet aan mij om daarop te reageren. Het staat parlementsleden vrij om suggesties en voorstellen te doen.
Het is niet mijn intentie om de werkingsmiddelen van scholen te gaan inzetten om de vluchtelingencrisis te beheersen. Ik denk daar niet aan. Ik heb trouwens de berekening gemaakt: dat zou betekenen dat 98 procent van onze Vlaamse scholen werkingsmiddelen zou verliezen. Daar heb ik nu geen behoefte aan. De bestaande instrumenten zijn goed zoals ze nu zijn. We kunnen ze in de toekomst misschien op een aantal punten versterken.
Minister, ik ben enigszins gerustgesteld door uw antwoord. Het blijft wel zo dat het voorstel van decreet op zich laat wachten. U zegt dat het sneller zal gaan dan een initiatief van de regering, maar dat lijkt niet het geval te zijn.
Ik stel me echt wel vragen bij de voorstellen die in de krant gelanceerd zijn door de leden van uw meerderheid. Ze zeggen dat OKAN moet worden afgeschaft en ze willen dat die middelen, 12 tot 15 miljoen euro, worden verdeeld over alle scholen die een groei kennen van hun aantal leerlingen. Dat staat letterlijk in dat artikel. Daar knelt het schoentje natuurlijk. Vóór de schermen zegt u dat u achter OKAN staat en het wil uitbreiden voor kleuters. Niettemin komt het er niet. Volgens mij is het volgende gebeurd: achter de schermen is er een soort koehandel gaande, waarbij de N-VA u die toezegging doet in ruil voor het geld voor de taalbaden. Een dergelijke koehandel kan voor ons niet door de beugel.
Genoeg. Wie wenst aan te sluiten? (Opmerkingen van Elisabeth Meuleman)
Mevrouw Meuleman, u hebt een minuut tijd en u kunt dat volgen op dat schermpje recht voor u. (Opmerkingen van Elisabeth Meuleman)
Ik heb ze afgezet. (Opmerkingen van Elisabeth Meuleman)
Ja, dat is vervelend.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik krijg de indruk dat we een sessie ‘parlementsleden ondervragen parlementsleden’ moeten organiseren. (Opmerkingen)
Wat wij voorstellen, heeft vooral te maken met onze grote bekommernis om de kwaliteit van ons onderwijs. De asielcrisis speelt daarin een rol, maar er zijn ook grote uitdagingen voor de anderstaligen in ons onderwijs. Het is een ook-ookverhaal.
Het is nog altijd gelegitimeerd dat parlementsleden een suggestie of voorstel doen, in globo. Dat is eigenlijk niet zo vreemd, hoor. Op 16 juli is dit reeds ten volle aan bod gekomen in de commissie. Er is een persmededeling van de heer Daniëls verschenen over het adequaat inzetten van GOK-middelen en de middelen voor anderstaligen. Wij werken daaraan.
Mevrouw Helsen heeft het woord.
Minister, we moeten twee dossiers loskoppelen en de discussies daarover apart voeren: de werkingsmiddelen en de toekenning van middelen aan scholen om de vluchtelingenproblematiek op te vangen.
CD&V is het ermee eens dat de bestaande instrumenten versterkt kunnen worden. Wat de kleuters betreft, zijn wij vragende partij om de scholen van de nodige mankracht en middelen te voorzien zodat zij het onderwijs aan kleuters op een kwaliteitsvolle manier kunnen aanbieden. Wij vragen zeer uitdrukkelijk om daar ook rekening te houden met de eigenheid van de ontwikkeling van kleuters. Dat betekent dat we niet enkel moeten inzetten op taalontwikkeling maar op de totale ontwikkeling van kleuters. Dat is een heel expliciete vraag om dat waar te maken, minister.
Een tweede vraag is hoe het busvervoer kan worden georganiseerd.
U hebt slechts recht op één vraag.
De heer De Ro heeft het woord.
Voorzitter, ik wil een paar citaten voorlezen, dus ik heb een papier voor mij liggen. Het Katholiek Onderwijs zei zondag in een persbericht: “Het totaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers doet het nu reeds goed, enkel de financiering van kleuters onder de 5 jaar dient nog dringend geregeld te worden.”
De raad van bestuur van stedelijk en gemeentelijk onderwijs zei gisteren: “De definitie van anderstalige nieuwkomers moet uitgebreid worden niveau kleuter.”
Deze ochtend was er een vraag van het Gemeenschapsonderwijs aan drie parlementsleden van verschillende partijen hier aanwezig: “Waar blijft het nooddecreet?”
Het schoolteam dat op 9 november Athraa, Albasola, Bahram, Albjona, Taim en Hadi, allemaal kleutertjes van onder de 5 jaar, met warmte zal begroeten en opvangen, rekent op ons, op dit Vlaams Parlement, om onze nek uit te steken.
Twee artikelen moeten we aanpassen om kleuters toe te staan om in OKAN te zitten en om in het secundair onderwijs nieuwe OKAN-klassen op te starten. Hier zijn negentien stemmen, in dit blauwe vak, die dat morgen onmiddellijk willen indienen, en volgende week willen goedkeuren. Waarop wachten wij? (Applaus bij Open Vld)
Ik dank u, collega’s, voor de bezorgdheden.
Mevrouw Meuleman, u hebt een terechte oproep gedaan om snelheid te maken. Ik denk dat u deze regering evenwel niet kunt verwijten dat ze geen snelheid maakt. We hebben onmiddellijk in de nodige budgetten voorzien, zelfs ook om extra capaciteit te maken. Er is een akkoord binnen de Vlaamse Regering om die flexibiliteit binnen OKAN in het secundair onderwijs toe te staan en om een gepaste maatregel te nemen naar kleuters.
Zijn we te laat? Dat denk ik niet, mevrouw Meuleman. Ik kan u een paar cijfers geven. U hebt daarnaar gevraagd. We hadden eind augustus 950 kinderen die in collectieve opvangcentra verbleven. Nu, een maand later – we hebben net nieuwe cijfers gekregen, u hebt ze gisteren per tweet gevraagd, en ik heb ze speciaal voor u mee – zijn er 1340 leerplichtige kinderen. Daarvan zijn er een 500-tal, iets minder dan 500 jonger dan 6 jaar.
Die kinderen zijn nu verspreid over grotere entiteiten. We moeten ervoor zorgen dat zij goed kunnen worden opgevangen en dat er mogelijkheden zijn in de scholen, ook in het lager en secundair onderwijs.
Daarnaast zijn er heel wat kinderen die in lokale opvanginitiatieven verblijven. U bent er ook groot voorstander van dat kinderen niet in collectieve maar in lokale centra terechtkomen. We hebben daar cijfers over gekregen van Fedasil. Op dit moment verblijven1562 kinderen in lokale opvanginitiatieven, her en der in Vlaanderen. Wanneer we oplossingen zoeken voor kinderen, moeten we ervoor zorgen dat ook voor de kinderen die in lokale opvanginitiatieven verblijven en naar school gaan, een adequate oplossing kan worden gevonden. We werken daaraan en ik ben ervan overtuigd dat we daar spoedig in zullen slagen.
Minister, ik heb eigenlijk vertrouwen in u. Ik ben zeker dat u ook wilt wat ik wil, namelijk een heel snelle oplossing voor OKAN-kleuters en voor de uitbreiding van het onthaalonderwijs.
Het probleem zit elders in uw meerderheid, dat weten wij allebei. We hebben dat gezien. Het was een perverse poging om het OKAN-onderwijs te koppelen aan de middelen voor gelijkekansenonderwijs. Die werkingsmiddelen zouden naar taalbaden gaan om dan toe te geven op OKAN. Ik vind dat pervers. Het onthaalonderwijs voor kleuters moet er komen. U wilt dat. Ik heb ook de heer De Ro gehoord, die dat zeer duidelijk wil. Mensen van de N-VA, het is onverantwoord om kleuters in de kou te laten staan. Als het gaat over twee artikelen die worden aangepast, dan wil ik dat dat nooddecreet hier morgen ligt. (Applaus bij Groen)
De actuele vraag is afgehandeld.