Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Soens heeft het woord.
Minister, in het advies van de Vlaamse Jeugdraad op het eindverslag van het Vlaams Jeugdbeleidsplan en het Vlaams Actieplan Kinderrechten las ik het volgende: “De Vlaamse overheid heeft veel aandacht besteed aan veilige, duurzame en toegankelijke infrastructuur voor de activiteiten van kinderen, jongeren en hun verenigingen. In het lokaal jeugdbeleid was de prioriteit brandveiligheid in de periode 2010-2013, in combinatie met de samenaankoop van brandveiligheidsmateriaal, een succes. Het is belangrijk om de realisaties van deze prioriteit op te volgen en erin te blijven investeren op het vlak van onderhoud om hogere investeringen in de toekomst te vermijden.”
Minister, u gaf in uw beleidsnota aan dat brandveiligheid een bijzonder aandachtspunt blijft. U wilt verder blijven inzetten op het reeds bestaande instrument Lokalenmap, waarin een checklist over brandveiligheid is opgenomen. Daarnaast zou u ook een aantal nieuwe instrumenten ontwikkelen en aanreiken om aan brandveiligheid te werken.
Vorige week hebben we in de plenaire vergadering een decreet goedgekeurd waardoor de sectorale subsidies, onder andere die voor lokaal jeugdbeleid, in het Gemeentefonds worden ingekanteld. Vanuit Vlaanderen blijven er niet veel sturingsmogelijkheden meer over, want die taak komt nu toe aan de gemeentebesturen. U kent ons standpunt. Ik zal de discussie niet opnieuw openen. We zullen hier nog geregeld op terugkomen in de komende jaren.
In een schriftelijke vraag van mevrouw Van Eetvelde las ik over de positieve cijfers over de samenwerking met gemeentediensten zoals de brandweer. Dat is uiteraard veelbelovend. U haalde in uw antwoord aan dat de knowhow van Vlaanderen verder kan worden ontsloten. Via de website van vzw Formaat gebeurt dit al, omdat de Lokalenmap raadpleegbaar is voor iedereen. U sloot af met: “Met betrekking tot brandveiligheid kunnen de Vlaamse overheid, steunpunten en koepels samen nagaan welke knowhow nuttig is voor de gemeenten.”
Minister, welke instrumenten hebt u nog op stapel staan om de brandveiligheid van jeugdlokalen te bevorderen? Hebt u al zicht op welke knowhow van nut kan zijn voor de gemeenten om de brandveiligheid van jeugdlokalen verder te bevorderen? Wat is de timing daarvan? Hoe wilt u dit concreet aanpakken? Zijn daar specifieke budgetten voor gepland?
Mevrouw Christiaens heeft het woord.
Minister, ik sluit me aan bij de vraag om uitleg van mevrouw Soens. De brandveiligheid is een heel belangrijk aandachtspunt. De bevoegdheid daarvoor ligt bij de lokale besturen en de eindverantwoordelijkheid bij de burgemeesters. Het probleem is dat er een gebrek is aan eenduidigheid. De eindverantwoordelijkheid ligt bij de burgemeester, maar de controle ligt bij de brandweercommandant. Met de relatief recente wijziging in de brandweerzones is er niet overal dezelfde wijze van aanpak.
Minister, daar ligt een rol voor u en voor Vlaanderen om een beter kader te creëren om de lokale besturen te stimuleren de brandveiligheid beter op te volgen. Dat geldt trouwens niet alleen voor de lokale besturen. Voor elk evenement dat wordt georganiseerd in tenten of in open lucht is een brandkeuring nodig. Daar doet zich hetzelfde probleem van eenduidigheid voor.
Minister, hebt u al plannen om voor de lokale besturen een beter kader te creëren en hen daarin te ondersteunen?
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, de laatste jaren is er veel aandacht gegaan naar en zijn er veel inspanningen geleverd voor het verhogen van de brandveiligheid van jeugdlokalen. Ik denk daarbij aan de instrumenten die al zijn genoemd maar ook aan bijvoorbeeld het logboek brandveiligheid, het samen aankopen van brandveiligheidsmateriaal, het spel Pyromania. Het is goed dat deze instrumenten er zijn, maar het is ook belangrijk ervoor te zorgen dat ze effectief worden gebruikt. We krijgen signalen dat sommige lokale besturen onvoldoende op de hoogte zijn van deze instrumenten. Ik heb daarover een aantal bijkomende vragen aan u.
Hoe kunt u er vanuit Vlaanderen voor zorgen dat de bestaande initiatieven lokaal beter worden ontsloten? Ziet u daarin een rol weggelegd voor Vlaanderen?
In de toekomst zal de sturende rol die Vlaanderen heeft gespeeld op het vlak van brandveiligheid misschien wegvallen. Ziet u nog mogelijkheden om hier wel nog een rol te spelen? Ik denk dan aan een soort van impulssubsidies.
Als er nieuwe initiatieven worden genomen, ga ik ervan uit dat die zullen worden besproken met de jeugdsector.
Mevrouw Van Eetvelde heeft het woord.
Het is niet goed om verschillende zaken door elkaar te gooien. Mevrouw Soens, u wekt de indruk dat de overheveling van de sectorale subsidies uit het decreet Lokaal Jeugdbeleid ervoor zal zorgen dat lokale besturen niet meer zullen investeren in brandveiligheid. Ik heb daar een aantal bedenkingen bij.
Heel wat lokale besturen hebben onder impuls van het uitvoeringsbesluit prioriteit brandveiligheid in de periode 2011-2013 werk gemaakt van die brandveiligheid. De subsidiëring en prioritering daarvan hebben ervoor gezorgd dat lokale besturen ook in 2014 en 2015 zijn blijven investeren in de brandveiligheid van jeugdlokalen. Als we eerlijk zijn, dan weten we dat die prioriteit brandveiligheid jeugdlokalen in 2014-2015 ook al niet meer bestond. Het uitvoeringsbesluit heeft in die zin een hefboomeffect gecreëerd en lokale besturen ertoe aangezet om te investeren in die brandveiligheid en hen bewust gemaakt van de nood om te investeren in brandveilige jeugdlokalen. Ik ben er dan ook van overtuigd dat het uitvoeringsbesluit effect heeft gehad.
Maar om nu te zeggen dat die overheveling van de sectorale subsidies ervoor zal zorgen dat de lokale besturen niet langer aandacht zullen besteden aan brandveilige jeugdlokalen, dat lijkt me een brug te ver.
Ik dank u dat u verwijst naar mijn schriftelijke vraag, want ook mijn partij vindt het heel belangrijk dat Vlaanderen aandacht blijft besteden aan brandveiligheid van jeugdlokalen. In het antwoord op mijn schriftelijke vraag heeft de minister verwezen naar het onderzoek jeugdhuizen in Vlaanderen uit 2014 waarin een op tien verantwoordelijken jeugdhuisverantwoordelijken aangaf niet in orde te zijn met de brandveiligheid. Hij concludeerde dan ook dat ondanks de inspanningen op Vlaams en op lokaal niveau, brandveiligheid een blijvend aandachtspunt is. Uiteraard ondersteunen wij dat. Vraag is alleen hoe u hij dat wil concretiseren en vormgeven.
Mevrouw Soens, ik geef u gelijk dat de overheveling van de sectorale subsidies ervoor zal zorgen dat de verhouding tussen het Vlaamse en lokale niveau wijzigt. Volgens mij biedt dat opportuniteiten. Ik denk dat lokale besturen ook veel meer vrijheid en verantwoordelijkheid zullen krijgen. De Vlaamse overheid zal de gemeenten niet langer betuttelen maar eerder ondersteunen. Het is belangrijk dat de overheid daarvoor een cultuuromslag maakt.
In het antwoord op mijn schriftelijke vraag stond ook duidelijk dat de brandveiligheid een mooi thema is waarin het Vlaamse niveau het lokale niveau nog kan ondersteunen. De overheveling naar het Gemeentefonds sluit ook helemaal niet uit dat Vlaanderen zijn expertise en knowhow ter beschikking blijft stellen van de lokale besturen. Wat de brandveiligheid betreft, kunnen de Vlaamse overheid, de steunpunten en de koepels samen nagaan welke knowhow nuttig is voor de gemeenten. Minister, hebt u al meer zicht op de expertise die nuttig kan zijn voor de lokale besturen?
Minister Gatz heeft het woord.
De veiligheid en kwaliteit van jeugdlokalen blijft inderdaad ook de komende jaren nog een belangrijk aandachtspunt. Ondanks de vooruitgang die de voorbije jaren geboekt werd, kampen ook vandaag nog jeugdwerkinitiatieven met een gebrek aan degelijke en veilige lokalen om hun werking te ontplooien.
Belangrijk is dat de vooruitgang die de voorbije jaren werd geboekt en de expertise die zowel bij het Vlaamse jeugdwerk als op het lokale niveau werd opgebouwd niet zomaar verdwijnt.
Op aandringen van de lokale besturen zelf werd voor de jeugdbeleidsplanperiode 2011-2013 al de mogelijkheid geboden een andere prioriteit te kiezen voor het jeugdwerkbeleid, indien op het grondgebied van de gemeente de belangrijkste noden inzake brandveiligheid waren gelenigd. De verschillen tussen lokale besturen blijven groot. In heel wat gemeenten werd de voorbije tien jaar fors geïnvesteerd in jeugdlokalen. In andere gemeenten verliep dit proces trager en blijven de noden groter. Met de integratie van de middelen voor jeugdbeleid in het Gemeentefonds zal dan ook nog meer maatwerk geleverd kunnen worden en zullen lokale besturen in samenspraak met jongeren en jeugdverenigingen zelf kunnen beslissen hoe en hoeveel middelen worden ingezet, voor het lokalenbeleid. Zo kan nog beter ingespeeld worden op lokale noden. Een grote verantwoordelijkheid ligt hier dan ook bij de lokale besturen zelf.
Desondanks blijft voor Vlaanderen nog een belangrijke ondersteuningsrol weggelegd. Met De Ambrassade werd afgesproken dat zij hierin een belangrijke rol zullen blijven spelen. Hiertoe werden dan ook een aantal acties opgenomen in de subsidieovereenkomst die met De Ambrassade werd afgesloten voor de periode 2015-2017. De Ambrassade brengt kennis en expertise samen in de werkgroep jeugdlokalen. Vanuit deze werkgroep worden alle acties rond jeugdlokalen en brandveiligheid opgezet en gecoördineerd. Niet alleen het jeugdwerk is vertegenwoordigd in deze werkgroep, ook de VVJ is betrokken. Op die manier kan er een vlotte doorstroming zijn van kennis en expertise naar de lokale besturen en kunnen de acties van de werkgroep ook worden afgestemd op de noden van de steden en gemeenten.
De Ambrassade staat ook in voor het onderhoud van de thematische website jeugdlokalen.be. Dat is een website vol nuttige informatie over beheer, onderhoud en verhuur van jeugdlokalen. Op de website wordt de lokalenmap digitaal aangeboden, onderzoek wordt ontsloten en aan de hand van praktijkvoorbeelden wordt informatie over bouwen en verbouwen gegeven. Via deze website ontsluiten ze ook doorlopend bestaand materiaal rond jeugdlokalen, zoals huurovereenkomsten en uiteraard informatie over brandveiligheid.
De informatie die vandaag al via de lokalenmap en De Ambrassade beschikbaar is, kan ook nu reeds worden gebruikt door het lokale niveau. Verschillende gemeentebesturen en brandweerkorpsen maken hiervan dan ook al nuttig gebruik. Deze informatie is op maat gemaakt van het lokale jeugdwerk en is het resultaat van een samenwerking tussen de sector en vertegenwoordigers van de brandweerkorpsen.
Ik maak van de gelegenheid gebruik om het verband te leggen met een van de vorige vragen, over de monitoring van het lokale jeugd-, cultuur- en sportbeleid. Aangezien het over een veiligheidsaspect gaat, wil ik kijken hoe we dat het best kunnen opnemen, rekening houdend met het feit dat brandveiligheid een element is dat de sector jeugd of cultuur overtijgt.
Mevrouw Christiaens, het corpus van de brandveiligheid en hoe men controleert is federale materie. Daar heb ik niets over te zeggen. Het is wel de bedoeling dat het daadwerkelijk gebeurt en dat we vanuit de Vlaamse overheid een zicht hebben op hoe de gemeenten, niet alleen op het vlak van jeugdlokalen, de brandveiligheid nakomen. Als er bepaalde zones zijn waar het niet gebeurt, moeten we minstens aansporingen kunnen geven. Het zit op de grens tussen de inhoudelijke bevoegdheid die ik heb over jeugd, en de bevoegdheid van de burgemeester in het bijzonder voor veiligheid.
Concreet wil ik kijken hoe dit als een evident element kan worden opgenomen in de monitoring. We moeten kunnen weten of op het grondgebied van een gemeente de jeugdlokalen zijn gecontroleerd op brandveiligheid en of ze in orde zijn of niet. Het is een kwalitatief element, maar daar kan ik op lokaal vlak niets over zeggen. Wij zouden minstens moeten weten of en hoeveel jeugdlokalen zijn gecontroleerd op brandveiligheid. Dat is wel een engagement dat we moeten kunnen opnemen.
Mevrouw Soens heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw antwoord.
Mevrouw Van Eetvelde, u hebt mij verkeerd begrepen of u hebt niet goed geluisterd. Ik heb niet gezegd dat lokale besturen niet meer gaan investeren in of aandacht gaan besteden aan brandveiligheid. Het zou dan ook fijn zijn mocht u die woorden niet in mijn mond leggen. Ik heb gezegd dat er vanuit Vlaanderen niet veel sturingsmogelijkheden meer overblijven, want die taak komt nu toe aan de gemeentebesturen. Ik heb daarmee niet gezegd dat de lokale besturen daaraan geen aandacht meer zullen besteden, integendeel.
U maakt van brandveiligheid terecht uw thema. Het zou misschien wel goed zijn dat u ook eens zegt dat brandveiligheid in de vorige legislatuur hoog op de agenda stond, door de socialisten. We hadden de minister van Jeugd. Het is snel de schuld van de ‘sossen’, maar als het goed is, wordt het natuurlijk niet gezegd.
Ik ben tevreden, minister, dat u nog altijd een ondersteuningsrol ziet voor Vlaanderen. Ik ben benieuwd hoe De Ambrassade het zal aanpakken, maar ik ben blij dat zij er een belangrijke rol in hebben. Samen misschien met de VVJ spelen zij een belangrijke rol in de doorstroom naar de lokale besturen. Ik ben ook benieuwd hoe u de monitoring zult aanpakken en hoe u het veiligheidsaspect daarin zult opnemen. Ik vermoed dat we er de komende maanden meer over zullen horen, en het ter sprake zullen brengen in de commissie.
Mevrouw Van Eetvelde heeft het woord.
Ik onthoud, minister, dat het een combinatie is van jeugd en veiligheid. Het belangrijkste is natuurlijk dat het gebeurt. Ik blijf ervan overtuigd dat de gemeentebesturen een rol zullen blijven vervullen, want zij zijn het best geplaatst om een zicht te hebben op het lokale jeugdwerk, op hun noden en problemen. Zij kunnen het snelst en het meest effectief gepaste maatregelen nemen, en zorgen voor de vereiste ondersteuning.
Mevrouw Christiaens heeft het woord.
Ik sluit me aan bij mevrouw Van Eetvelde. Want mijn vraag aan u, minister, is hoe u de rol van de lokale besturen wilt stimuleren en ondersteunen. Hoe kunt u bijvoorbeeld good practices aanreiken, voor de brandveiligheid in jeugdlokalen en bij evenementen? Ik verwijs naar mijn gemeente, waar wij met de jeugddienst een charter hebben gelanceerd. Jeugdverenigingen en socioculturele verenigingen die het ondertekenen, moeten zelf een aantal verplichtingen nakomen. Maar in ruil daarvoor doen wij als gemeentebestuur ook iets, bijvoorbeeld instaan voor de kosten voor de keuring van de brandveiligheid door de brandweer.
De VVJ heeft daar een belangrijke rol te spelen en kan dat soort elementen verzamelen. Vandaaruit kan Vlaanderen de gemeenten stimuleren en ondersteunen in het kader van de brandveiligheid.
Mevrouw Soens heeft het woord.
Nogmaals, ik heb niet gezegd dat ik denk dat lokale besturen geen aandacht meer zullen besteden aan brandveiligheid, integendeel. Ik wou gewoon terugkomen op de uitspraak van de minister.
Minister, brandveiligheid is en blijft voor u een belangrijk aandachtspunt. U wilt daar verder op inzetten. Mijn vraag was: hoe ziet u de inkanteling van de sectorale subsidies in het Gemeentefonds? Mijn vraag was niet: zullen de lokale besturen geen aandacht meer hebben voor brandveiligheid? Ik hoop voor hen van wel.
Mevrouw Christiaens, Vlaanderen geeft aan De Ambrassade de inhoudelijke opdracht om met de jeugdlokalen te beginnen aan het element van brandveiligheid. Ze moeten dat zo toegankelijk mogelijk maken.
De kennisdeling gebeurt via de VVJ. U hebt het zelf vanuit uw eigen stad aangegeven: de stad kan haar rol daarin spelen. Als we die ketting goed kunnen laten werken, en naar ons laten terugkoppelen, zijn op het grondgebied van x of y de jeugdlokalen brandveilig gemaakt, dan hebben we een consistent systeem. Zo zou ik het willen aanpakken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.