Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
In de huidige beheersovereenkomst met de VRT staat bij een van de operationele doelstellingen, OD7.3: “De VRT kan het audiovisueel aanbod op deredactie.be, cobra.be en canvas.be uit de domeinen nieuws, cultuur en kennis en wetenschap waarvan hij rechtenhouder is beschikbaar maken via door niet-commerciële derden uitgebate niet-commerciële digitale initiatieven en dit op basis van het principe van non-discriminatie.”
Sinds een jaar echter stelt de VRT via het zogenaamde syndicatieproject video-nieuwsfragmenten ter beschikking van de schrijvende pers en de onlinepersbedrijven, wat toch iets anders lijkt dan de toelating voor “door niet-commerciële derden uitgebate niet-commerciële activiteiten”.
Tijdens de hoorzitting die we op 18 juni hebben gehouden in het kader van de toekomstige beheersovereenkomst van de VRT, roemde de VRT-directie dit project als een voorbeeld voor structurele samenwerking met de Vlaamse mediasector en dus als voorbeeld voor zijn marktversterkende rol. Ten aanzien van de schrijvende pers is dat wellicht heel juist.
Medialaan biedt al veel langer nieuwsbeelden aan de andere commerciële spelers aan. Na de start van syndication door de openbare omroep is het aantal views net meer dan gehalveerd in een jaar tijd. Dat leidt tot een aanzienlijke negatieve financiële impact voor Medialaan. Dat is wellicht logisch: wanneer bijvoorbeeld de persconferentie over de antiterreuractie in Verviers belicht wordt, dan brengen beide redacties verslag uit over hetzelfde nieuwsfeit. De keuze voor het ene verslag maakt het andere overbodig.
Minister, wat is uw standpunt over het syndicationproject dat de VRT heeft afgesloten met de krantenuitgevers? Bent u van mening dat dit project in overeenstemming is met de huidige beheersovereenkomst?
Gelet op de nadelige gevolgen van dit akkoord op de inkomsten van andere audiovisuele mediabedrijven lijkt het opportuun om dit dossier nog eens grondig te bekijken in functie van de marktversterkende rol die VRT moet opnemen. Bent u daartoe bereid?
De heer Vandaele heeft het woord.
Wat mevrouw Brouwers naar voren brengt, is ook ons ter ore gekomen. Het gaat hier over een halvering van de inkomsten uit syndication voor de commerciële omroep. Ik weet niet of dat van dien aard is om dan te zeggen dat VRT dat niet meer mag doen, want dan krijgen we een monopolie aan de andere kant. Maar het is wel belangrijk dat de VRT aandacht heeft voor het evenwicht in de sector en tegen marktconforme prijzen en niet op exclusieve basis werkt. Dit is misschien toch een aandachtspunt voor de nieuwe beheersovereenkomst.
Minister Gatz heeft het woord.
Wat de eerste vraag betreft, heb ik overleg gepleegd met mijn administratie en met de VRT over de compatibiliteit met de beheersovereenkomst. Ik stel vast dat er in feite geen strijdigheid met de huidige beheersovereenkomst kan worden vastgesteld. De beheersovereenkomst stelt in strategische doelstelling 4: “De VRT moet een zo groot mogelijk en gevarieerd publiek bereiken.”
Operationele doelstelling 4.1 stelt: “Online: de VRT bereikt op maandbasis minstens 40 procent van de Vlaamse surfers en minstens 30 procent binnen elke relevante doelgroep (leeftijd: 12-24, 25-44, 45-64, 65+, geslacht: M/V, opleidingsniveau: LSO, HSO, HO).”
Onder 6.2.2. ‘Distributie van het openbare omroepaanbod in samenwerking met derden’ van de beheersovereenkomst staat: “De VRT zorgt ervoor dat haar aanbod maximaal aanwezig is op relevante platformen via relevante netwerken in Vlaanderen.”
In overeenstemming met de Europese regelgeving huldigt de beheersovereenkomst het principe van de technologische neutraliteit. In hoofdstuk 16.1 van de beheersovereenkomst is daarom bepaald dat onder andere volgende dienst niet wordt beschouwd als een nieuwe dienst en derhalve in overeenstemming is met het Mediadecreet en de lopende beheersovereenkomst.
Het gaat dan over de wijze waarop een dienst technisch/technologisch wordt gedistribueerd rekening houdend met de algemene principes beschreven in artikel 6.2.
Dat betekent concreet dat syndicatie als een technisch andere manier kan worden beschouwd om het bestaande VRT-aanbod te distribueren en derhalve gedekt is door de lopende beheersovereenkomst. Maar ik begrijp dat syndication wel iets meer om het lijf heeft dan deze definitie en dat de VRT door dit te doen een bepaalde positie inneemt op de markt. Welke die positie precies is, is bijzonder complex.
U verwijst in uw vraag naar de concurrentie met Medialaan. Tegelijkertijd moeten we ook vaststellen dat de schrijvende pers al lange tijd vragende partij blijkt te zijn om toegang te krijgen tot het audiovisueel aanbod van de VRT. Dat betekent dat redacties van de schrijvende pers de mogelijkheid wensen te hebben om ook uit diverse audiovisuele bronnen te kunnen putten.
Het maximaal bereik en de vraag van de schrijvende pers waren dan ook de belangrijkste drijfveren van de VRT om haar audiovisueel aanbod aan te bieden aan de schrijvende pers voor gebruik op hun onlineplatformen.
Voor alle duidelijkheid, de VRT startte hier al mee in februari 2012. Dat gebeurde in samenwerking met Belga. De openbare omroep leverde daarbij videoclips aan Belga, die deze verdeelde aan de schrijvende pers. Na een grondige evaluatie in 2014 bleek dit model echter niet succesvol te zijn. Het was te omslachtig, en enkel Corelio – nu Mediahuis – was een afnemer.
Volgens de VRT waren verschillende Vlaamse mediabedrijven vragende partij om op een meer directe manier audiovisueel aanbod van de VRT te kunnen afnemen. Daarom besloot de omroep na goedkeuring door zijn raad van bestuur om zelf een syndicatiedienst op te zetten met een marktconform model. Deze dienst is sinds mei 2014 actief.
Vandaag maken Mediahuis, Roularta, Sanoma, Metrotime, Newsmonkey en De Persgroep gebruik van het syndicatieplatform van de VRT. De meeste Vlaamse dag- en weekbladuitgevers hebben met de VRT een overeenkomst gesloten voor videoaanbod en zijn blijkbaar vragende partij voor een uitgebreidere dienstverlening van de VRT. Video is immers een van de factoren voor het realiseren van groei op onlineplatformen. De vraag van mediagebruikers naar videoaanbod groeit. Het internationale onderzoeksbureau Nielsen geeft aan dat de consumptie van audiovisueel aanbod online wereldwijd in 2014 gestegen is met 38,5 procent ten opzichte van 2013. Gerelateerd aan de groeiende populariteit van online video zijn logischerwijs ook de adverteerders vragende partij voor meer online videomateriaal. Een aantal persbedrijven zetten trouwens zelf de eerste stappen door te investeren in eigen video.
De VRT-videobeelden die op de websites van de andere Vlaamse mediabedrijven worden gepubliceerd, kunnen worden voorafgegaan door prerolls. De inkomsten uit deze vorm van commerciële communicatie worden verdeeld tussen de VRT en het betrokken mediabedrijf. De VRT wendt deze inkomsten aan om deze dienstverlening aan de mediabedrijven te bekostigen. De kosten van de dienstverlening voor de VRT bestaan onder andere uit het inzetten van extra redactieleden, hosting- en streamingkosten en technische investeringen.
Ik begrijp enerzijds de gevoeligheid ten aanzien van de concurrerende leveranciers. Anderzijds krijgen de redacties van de persbedrijven door toegang te krijgen tot het audiovisuele aanbod van de VRT, de mogelijkheid om uit meerdere bronnen van Vlaams audiovisueel aanbod te putten. Dat zorgt dan weer voor een meer pluralistisch aanbod van nieuwscontent in Vlaanderen, ook online.
Ik meen me te herinneren dat het versterken van mediapluralisme, tegen al te veel mediaconcentratie in, een belangrijke zorg is van deze commissie.
Dit is een complexe discussie waarbij we de belangen van en voor de Vlaamse mediasector als geheel in ogenschouw moeten nemen. De wijze waarop de VRT zich in de markt kan gedragen en de wijze waarop de VRT met andere mediaspelers kan samenwerken in het belang van ons ecosysteem, is voorwerp van de onderhandelingen die moeten resulteren in de nieuwe beheersovereenkomst. Ik houd rekening met deze problematiek bij de gesprekken over de nieuwe beheersovereenkomst. Vraag is in hoeverre de huidige praktijk marktversterkend is en kan blijven. Ik kan daar vandaag nog geen sluitend antwoord op geven.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, ook ik ben er voorstander van om zoveel mogelijk informatie te delen en om mediabedrijven goed te doen samenwerken. Toch vind ik het eigenaardig dat de VRT vrij lang heeft gewacht. De minister had het over 2012 en Belga. Het huidige systeem bestaat eigenlijk nog maar een goed jaar, hoewel de beheerovereenkomst bijna is afgelopen. Ik vraag me af wat de operationele doelstelling 7.3 in de huidige beheersovereenkomst dan wel inhoudt. Ik vraag u met aandrang om bij de onderhandelingen over de volgende beheersovereenkomst die bepaling eens goed onder het licht te houden en na te gaan wat ze dan wel betekent en hoe ver iedereen kan gaan op het digitale vlak. De minister heeft een zeer goed antwoord gegeven, maar op dat punt is hij niet echt ingegaan.
Minister Gatz heeft het woord.
Voorzitter, ik zal die interessante uitdaging meenemen in de besprekingen over de nieuwe beheersovereenkomst. Op dit ogenblik kan ik daarover jammer genoeg niet meer zeggen.
Deze kwestie is echt een prachtige paradox.
De vraag om uitleg is afgehandeld.