Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over de normen voor fijn stof
Verslag
De heer Vandaele heeft het woord.
De Europese Commissie daagt België voor het Hof van Justitie omdat het er onvoldoende in slaagt de concentraties van fijn stof in de lucht te verminderen. De Europese Commissie erkent evenwel dat ons land al inspanningen gedaan heeft om de fijnstofconcentraties te verminderen, maar drie zones – Brussel, het Gentse havengebied en Roeselaarse havengebied – halen de doelstellingen nog altijd niet. Omdat de termijn voor naleving al lang is verstreken, stapt de Commissie nu naar het Hof van Justitie van de EU. We hebben ook in het verleden al zulke dossiers gehad zoals het dossier van het stedelijk afvalwater.
Minister, had u deze stap van de commissie zien aankomen? Denkt u dat de normen in het Roeselaarse en Gentse havengebied alsnog kunnen worden gehaald met de huidige inspanningen? Zo neen, zijn er nog bijkomende inspanningen mogelijk? Hoe zult u de commissie overtuigen van onze goede wil en van het feit dat wij die doelstellingen kunnen halen?
Mevrouw Lieten heeft het woord.
Minister, ik wil ook even op het fijn stof ingaan. Ik zal me baserenop de inleiding van de heer Vandaele. U zult vermoedelijk antwoorden dat we op de goede weg zijn, dat de Europese Commissie zich op de metingen in 2013 heeft gebaseerd en dat er in 2014 geen overschrijdingen meer zijn geweest. U zult vermoedelijk herhalen wat u in de media hebt verklaard. Vlaanderen is in orde en de Europese Commissie moet maar naar de andere landsdelen kijken.
Ik stel voor dat we in verband met den fijnstofproblematiek niet te snel eenvoudigweg ons hoofd in de grond steken. Ik moet er u allicht niet van overtuigen dat fijn stof een seriële killer is. De impact van fijn stof op de gezondheid van veel mensen is enorm. Het is een slepende moordenaar. Volgens de berekeningen kost fijn stof de Vlamingen jaarlijks 79.500 gezonde, kwaliteitsvolle levensjaren. Fijn stof is verantwoordelijk voor 70 procent van alle ziektes die op een of andere wijze aan milieuverontreiniging zijn toe te wijzen.
Het is een sluipmoordenaar. We schrikken als een vliegtuig neerstort. Fijn stof werkt echter onder de radar door en heeft een impact op de gezondheid, de levenskwaliteit en de levensjaren van de Vlamingen. We mogen dan ook niet stellen dat er geen probleem is omdat we in 2014 in orde waren.
Dat we in 2014 in orde waren, betekent uiteindelijk dat in een meetstation maximaal 35 dagen per jaar een overschrijding van de daggrens van 50 microgram fijn stof per kubieke meter is vastgesteld. Om met de Europese voorschriften in orde te blijven, mogen we in een meetstation nog 35 dagen per jaar over de grens gaan. Dit mag geen excuus zijn om de ernst van de zaak niet in te schatten en om met de tot nu toe bereikte resultaten tevreden te zijn.
De normen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) zijn merkelijk strenger dan de normen van de EU. We merken dat we nergens in Vlaanderen de normen van de WGO halen.
Minister, erkent u de uitstootnormen van de WGO met betrekking tot fijn stof? Is het halen van die normen een doelstelling die u zelf naar voren schuift? Welke beleidsmaatregelen zijn volgens u het effectiefst om de emissienormen van de WGO te halen en om de gezondheid van onze kinderen fundamenteel te beschermen?
Welke concrete maatregelen zult u, in samenspraak met de transportsector, nog tijdens deze legislatuur nemen om die emissiereductie te kunnen realiseren? Welke maatregelen zult u met betrekking tot de industrie nog nemen om te proberen de normen van de WGO te halen?
De heer Sanctorum heeft het woord.
Voorzitter, ik deel natuurlijk de analyse in verband met de Europese normen. De richtlijnen van de WGO gaan natuurlijk verder dan de Europese regelgeving. We moeten die nuance aanbrengen. De Europese normen zijn gebaseerd op onderzoeken uit de jaren 1990. Ondertussen is de wetenschappelijke bezorgdheid enorm toegenomen. De Europese normen bieden geen afdoende bescherming. Indien dat wel het geval zou zijn, zouden de normen van de WGO niet veel verder gaan.
Minister, ik heb nog een technische vraag. U hebt snel gereageerd en verklaart dat de Europese Commissie zich op de gegevens uit 2013 heeft gebaseerd. Dat jaar is de limiet van 35 dagen in een aantal meetpunten overschreden. In 2014 was dat niet het geval. Ik wil hier twee bedenkingen bij maken.
Ten eerste zijn we in het meetpunt Borgerhout-straatkant op net 35 dagen met overschrijding van de norm van 50 microgram per kubieke meter uitgekomen. In 2014 hebben we de limiet in dat meetpunt gerespecteerd. De vraag is hoe duurzaam dat is. Er zal in 2015 niet veel moeten gebeuren om in Borgerhout weer een overschrijding te noteren.
Ten tweede gelden de Europese normen voor PM10 sinds 1 januari 2005. We hebben een paar keer om uitstel gevraagd, maar dat is ons niet verleend. In welke mate baseert de Europese Commissie zich op de overschrijdingen in het verleden? Het kan zijn dat de normen voor PM10 op bepaalde momenten in orde zijn geweest. Kijkt de Europese Commissie misschien ook of tijdens de afgelopen jaren overschrijdingen zijn vastgesteld?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, we hebben een antwoord geformuleerd op de vragen van de Europese Commissie. Die vragen zijn hier al eerder besproken. Het antwoord bevat wat meer duiding en een overzicht van de maatregelen die we nemen.
Voor de informatie inzake de luchtkwaliteit die tot deze stap heeft geleid, heeft de Europese Commissie zich op de periode tot en met 2013 gebaseerd. In 2013 zijn in drie meetpunten in Vlaanderen de normen overschreden. Het gaat om Roeselare, Borgerhout-straatkant en Evergem.
In ons antwoord hebben we aangetoond dat er een dalende trend is. Daar zit een lijn in. De normen zouden op korte termijn worden gehaald. Dat is ook gebeurd. In 2014 hebben we in geen enkel meetpunt de normen overschreden.
De vraag is of dit een duurzame oplossing is. We zien een trend. We zullen nog zien wat de resultaten zullen zijn. Ten gevolge van de maatregelen die we in Vlaanderen hebben genomen, is een trend ontstaan.
De afgelopen jaren hebben ook in het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest overschrijdingen plaatsgevonden. De dagvaarding is echter aan het koninkrijk België gericht. De dagvaarding is aangekondigd, maar nog niet officieel verstuurd. Ze komt eraan.
Bij de ontwikkeling van de Europese grenswaarden wordt rekening gehouden met de normen van de WGO. Zoals bijna altijd het geval is, houdt de Europese Commissie echter ook rekening met andere factoren. De Europese Commissie wil de best mogelijke luchtkwaliteit op de meest kostenefficiënte wijze verwezenlijken. Om die reden zijn de grenswaarden in de Europese richtlijn niet altijd conform de richtwaarden van de WGO.
De door de WGO gehanteerde richtwaarden voor PM10 zijn dagwaarden. In plaats van 35 dagen, zoals in de Europese richtlijn staat, mogen de normen slechts gedurende 3 dagen worden overschreden.
Ons beleid is erop gericht de luchtkwaliteit te blijven verbeteren. Er is een dalende trend aan de gang die zich al jarenlang voortzet. We zetten ons beleid voort. We hebben niet gecommuniceerd dat er geen overschrijdingen meer zijn en we bijgevolg onze aanpak niet meer voortzetten. De inspanningen van de afgelopen jaren lonen. We moeten dit voortzetten en, waar nodig, bijkomende maatregelen nemen.
Luchtkwaliteitsplannen op maat helpen ons daarbij. In 2014 is een nieuw luchtkwaliteitsplan voor de agglomeratie en de haven van Antwerpen goedgekeurd. We werken momenteel aan een luchtkwaliteitsplan voor de agglomeratie en de kanaalzone van Gent. Wat de agglomeratie van Roeselare betreft, zijn ondertussen alle geplande maatregelen uitgevoerd. We zien daar de resultaten van.
Wat de mobiliteit betreft, is de invoering van de kilometerheffing voor vrachtwagens vanaf april 2016 een belangrijke maatregel. De vergunde belasting op de inverkeerstelling (BIV) wordt aangepast. In reële rijomstandigheden blijken de emissies van de Euro 6-dieselmotoren een stuk hoger te liggen. Dat punt is hier al een paar keer aan bod gekomen. Dit is trouwens ook een theoretisch model dat ons door de Europese Commissie is opgelegd.
Het Vlaams regeerakkoord voorziet in de vergroening van de jaarlijkse verkeersbelasting. We werken hier momenteel aan. Er bestaat natuurlijk ook de mogelijkheid van de lage-emissiezones. De Vlaamse Regering heeft hier afgelopen vrijdag een vervolg aan gebreid.
Onze eigen industrie heeft bijdragen geleverd en blijft inspanningen leveren. Ik zal blijven focussen op de terugdringing van de diffuse stofemissies die tijdens de op- en overslag van stuifgevoelige goederen vrijkomen. Wat de geleide emissies betreft, zal verder worden onderzocht welke kostenefficiëntietechnieken het mogelijk maken de emissies nog verder terug te dringen. Waar dat mogelijk is, zullen de vergunningsvoorwaarden worden aangepast.
Momenteel worden op het niveau van de EU onderhandelingen over de emissiegrenswaarden voor de middelgrote stookinstallaties gevoerd. Ik streef naar ambitieuze normen voor heel de EU. Hierdoor zal de import van fijn stof uit andere Europese lidstaten afnemen. We zijn op dat vlak koploper.
Tot slot besteed ik aandacht aan de lokale en tijdelijke emissiebronnen. De lopende wijziging van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM) bevat bepalingen ter beheersing van de stofemissies die tijdens sloop-, bouw- en infrastructuurwerken ontstaan.
Er is me gevraagd of dit alles duurzaam is. De trend zet zich voort. De Europese Commissie houdt uiteraard rekening met de voorgaande jaren. De Europese Commissie onderneemt actie op basis van een onderzochte periode. Die periode loopt sinds 2005. Sindsdien is al veel gebeurd. We hebben heel wat maatregelen genomen die resultaten opleveren. Dit kon voordien misschien niet altijd worden gezegd.
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, het zuurste wat ons kan overkomen, is een boete te moeten betalen. Met betrekking tot het dossier van het stedelijk afvalwater is dit gebeurd. Dit heeft tot communautaire discussies geleid. Boetes betalen, is echt geld weggooien. We zouden met dat geld leukere en voor het milieubeleid zinvollere zaken kunnen doen. Indien het nog mogelijk is, zou ik dit te allen prijze willen vermijden.
Mevrouw Lieten heeft het woord.
Minister, ik zou toch nog om een specificering willen vragen. Mijn eerste vraag was of u de normen van de WGO voor uzelf en voor de Vlaamse Regering als een doelstelling beschouwt. Ik begrijp dat die normen niet op korte termijn kunnen worden gehaald. Hanteert u deze normen als doelstelling? Kunt u ons laten weten op welke termijn het haalbaar moet zijn die normen te halen?
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, ik wil nog even ingaan op uw stelling dat er een verbetering is. Die verbetering is, voor alle duidelijkheid, vooral aan de Europese regelgeving inzake de uitstootnormen voor wagens te wijten. Daar is de grootste winst geboekt.
Als ik uw eerste reactie goed heb begrepen, voelt u zich niet door een mogelijke veroordeling aangesproken. We halen onze normen. Indien de voorgaande jaren ook in overweging worden genomen, zou ons echter ook een boete boven het hoofd kunnen hangen. Klopt dat?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Sanctorum, ik weet niet waarmee allemaal rekening zal worden gehouden. De dagvaarding moet nog worden verstuurd.
Mevrouw Lieten, we richten ons op de Europese normen en op de Europese richtlijn. De Vlaamse Regering heeft afgesproken niet aan gold-plating te doen. Dit is belangrijk voor de Europese afspraken. We doen dit stap voor stap. We zullen zien welke beslissing de Europese Commissie in deze context neemt. We moeten rekening houden met onze concurrentiepositie ten aanzien van de ons omringende landen. Het is dan ook belangrijk dat we in de EU gezamenlijke afspraken maken en die afspraken gezamenlijk naleven. Op die manier kunnen we de luchtkwaliteit verbeteren. We leven niet op een eiland. Door dit gezamenlijk en met dezelfde voorschriften te doen, kunnen ecologie en economie hand in hand gaan.
Mevrouw Lieten heeft het woord.
Minister, ik vind uw laatste antwoord enorm teleurstellend. Eerlijk gezegd, begrijp ik het adagio van de Vlaamse Regering met betrekking tot de gold-plating echt niet. Dat argument wordt te pas en te onpas gebruikt. In verband met dit dossier wordt het zeker te onpas gebruikt. Het gaat hier om de gezondheid van de mensen, van onze kinderen en onze ouderen. Het gaat om luchtwegeninfecties. Dit heeft een grote impact op de gezondheid.
Ik vind dat u met een dubbele moraal werkt. Als ergens een trein botst, roept iedereen zeer hard dat we meer moeten doen dan de normen volgen en dat er geen enkele kans op een treinbotsing met slachtoffers meer mag zijn. Aangezien het fijn stof sluipend en onder de oppervlakte te werk gaat, stellen we ons tevreden met de Europese norm.
De Europese norm stelt dat de norm 35 dagen per jaar mag worden overschreden. Het argument van de gold-plating betekent niets voor de mensen die in een omgeving wonen waar de norm 35 dagen per jaar de facto wordt overschreden.
Als Vlaanderen een innovatieve en duurzame regio wil zijn, moeten we onze ambitie hoger stellen. Het zal nog een tijdje duren en we kunnen niet alles op een jaar tijd veranderen, maar we moeten durven stellen dat we de normen van de WGO als doelstelling hanteren.
Minister, ik zou u echt willen aanraden om uw ambities op dit vlak bij te stellen en om de overige leden van de Vlaamse Regering ervan te overtuigen hun ambities bij te stellen.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Lieten, ik wil er toch even op wijzen dat u het actieplan fijn stof als lid van de vorige Vlaamse Regering mee hebt goedgekeurd.
Mevrouw Lieten heeft het woord.
Minister, dat klopt. Enkele jaren geleden, toen we de Europese norm nog niet eens haalden, hebben we ons een ambitie gesteld. Dit hoeft niet te impliceren dat we ons ambitieniveau niet hoger moeten stellen wanneer we vooruitgang boeken. De trend is beter. Ik zou u dan ook aanraden geen excuses bij de vorige Vlaamse Regering te zoeken, maar de huidige Vlaamse Regering ervan te overtuigen de ambities hoger te leggen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.