Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw Soens heeft het woord.
In onder andere West-Vlaanderen liggen nog heel wat poldergebieden. Ik denk dan aan het 'De 3 Mussen'-gebied in Diksmuide of de Uitkerkse polders in De Haan. Deze laaggelegen waterrijke gebieden bestaan in hoofdzaak uit hooi- en graasweiden die doorkruist worden met vele kilometers grachten, laantjes - drainagebuizen avant la lettre - en weddings - poelen aan grachten. Door dit dicht netwerk aan waterstructuren dienen deze gebieden onder andere als natuurlijke waterbuffers bij hevige regenval.
Veel van deze poldergebieden zijn er relatief slecht aan toe. Dit heeft meerdere redenen, zoals de ophoging van sommige percelen. Bij andere percelen werden de grachten opgevuld met aarde of werden weiden omgevormd tot akkers.
Er is echter nog een tweede probleem. Veel van de waterstructuren in de poldergebieden moeten dringend op een goede manier worden onderhouden. Het polderbestuur neemt de polderwaterlopen voor zijn rekening. De meeste van deze waterlopen zijn relatief goed onderhouden. De koegrachten - particuliere grachten - die dienen als perceelafbakening van de weiden, zijn er heel slecht aan toe. Veel van deze grachten zijn al vijftig jaar of langer niet meer geruimd, waardoor ze zijn dichtgeslibd, met als resultaat dat zowel de landbouw als de natuur met problemen kampt.
In de zomer hebben de dieren op de weiden onvoldoende drinkwater door de dichtgeslibde grachten en in de winter is er meer kans dat percelen onder water komen te staan. Maar ook voor de natuur is dit achterstallige beheer problematisch. Zo hebben onder meer amfibieën onvoldoende water om zich voort te planten en verdwijnen waterplanten door een gebrek aan water.
Om voor deze problemen een oplossing te vinden, zette het regionaal landschap IJzer & Polder in 2011 in samenwerking met het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) en de stad Diksmuide een pilootproject 'De 3 Mussen' op. Met dit project werd aan landbouwers gevraagd of ze op vrijwillige basis wensten deel te nemen aan dit ruimingsproject van particuliere grachten. De landbouwer moest enkel de bestaande prikkeldraden wegnemen en ze na de werken opnieuw plaatsen. Alle overige werken, zoals oude palen verwijderen, grachten ruimen, slib openspreiden en nieuwe palen plaatsen, werden door het regionaal landschap gerealiseerd met financiële steun.
Ondertussen werden in vier jaar tijd 34,5 kilometer grachten, 7 kilometer laantjes en meer dan 150 weddings geruimd. Dit project is een voorbeeld voor heel Vlaanderen hoe we voor zowel de landbouw als de natuur een win-winsituatie kunnen creëren. Dieren hebben in de zomer opnieuw voldoende drinkwater en in de winter is het waterbufferend vermogen heel wat groter, waardoor we op termijn minder kans hebben op overstromingen. Maar ook planten zoals de zwanenbloem en amfibieën zoals de kamsalamander krijgen opnieuw alle kansen in deze gebieden.
Minister, bent u van plan het project ‘De 3 Mussen’ in Diksmuide naar alle poldergebieden in Vlaanderen open te trekken? Vindt u het een optie de ruiming van de particuliere grachten in de poldergebieden financieel te ondersteunen? Beschouwt u dit eventueel als een compensatie voor de bescherming van de polderweilanden? Ziet u een rol weggelegd voor de regionale landschappen om de ruimingsacties te coördineren?
De heer Vandaele heeft het woord.
Ik wil het debat over de poldergraslanden niet heropenen. Het project ‘De 3 Mussen’ is natuurlijk een vaak aangehaald voorbeeld van de samenwerking tussen landbouw en natuurbeheer. Het gaat om een vrij groot gebied. Als ik me niet vergis, gaat het om 380 hectare. Meer dan 50 landbouwers zijn in dit samenwerkingsverband gestapt. Dat zijn niet alle landbouwers, maar wel de meesten. Dit is zeker een goed voorbeeld van de samenwerking tussen twee sectoren.
Minister, ik ben benieuwd naar uw antwoord op de opsomming van alle taken door mevrouw Soens en van de spelers die hier volgens haar voor moeten instaan.
Minister, ik wil me ook kort even bij deze vraag om uitleg aansluiten. Dit project en de samenwerking tussen de verschillende partners toont duidelijk aan dat win-winsituaties kunnen worden gecreëerd. Dit is vaak de succesfactor om een goede samenwerking tot stand te kunnen brengen. Dergelijke projecten zijn belangrijk om dit voldoende in beeld te brengen. Op die wijze kunnen we de samenwerking en de eventuele uitdagingen waar we allemaal voor staan, op een goede manier aanpakken.
Wat de specifieke situatie betreft, zijn een aantal spelers aan het werk. Er is de specifieke problematiek van het waterbeleid. Volgens mevrouw Soens moeten de regionale landschappen met betrekking tot de ruimingsacties een coördinerende rol vervullen. Aangezien het gebied een polder omvat, vraag ik me af of de polders en wateringen hierbij aanwezig zijn. Welke rol vervullen deze besturen? Hebben ze met betrekking tot de coördinatie en de ondersteuning van de uitvoering van de werken een belangrijke rol op zich genomen? Is hier een financieel aspect aan verbonden? Is er sprake van een voordeel?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, dit is een mooi voorbeeld van een lokale samenwerking die tot een goede inventarisatie, een breed lokaal draagvlak en de verzoening van de natuur- en landbouwbelangen heeft geleid. Het poldergebied ‘De 3 Mussen’ bevindt zich in het Vogelrichtlijngebied IJzervallei. Op die manier draagt het project bij tot het bereiken van de Europese natuurdoelstellingen.
Als projecten worden ingediend die even breed gedragen voorstellen omvatten, zijn we uiteraard bereid die projecten te ondersteunen. Dergelijke projecten kunnen, onder meer naar aanleiding van de jaarlijkse projectoproep voor quick wins voor de instandhoudingsdoelstellingen (IHD’s), perfect worden ingediend. Gedragen en tot voorbeeld strekkende projecten die IHD’s kunnen realiseren, kunnen een subsidie ontvangen.
Er kan bezwaarlijk over compensaties worden gesproken. De biodiversiteit in de poldergraslanden is op het uitgesproken microreliëf, het fijnmazig slotennetwerk en het landbouwgebruik geënt. Het beschermingsproces van de historisch permanente poldergraslanden beoogt het behoud van deze aspecten. De opwaardering van de ecologische waarde van de graslanden door middel van een aantal maatregelen wordt beoogd. Vaak gaat het om de subsidiëring van resultaatgerichte projecten, beheersplannen en dergelijke. Indien in een ander poldergebied met een hoog aandeel aan historisch permanente graslanden een even breed gedragen projectvoorstel als het project ‘De 3 Mussen’ tot stand zou komen, zouden we uiteraard bereid zijn dit voorstel te overwegen.
De Regionale Landschappen zijn organisaties waarin alle in de open ruimte actieve sectoren en instanties een actieve inbreng hebben. Ze vormen op een goede wijze een overlegplatform om dergelijke projecten van onderuit te laten groeien. Dergelijke initiatieven kunnen eveneens door andere, gelijkaardige samenwerkingsverbanden worden uitgewerkt. Volgens mij zou het verkeerd zijn dit tot de Regionale Landschappen te beperken. Waar het mogelijk is, moeten we dit opentrekken. Zo kunnen, bijvoorbeeld, ook agrobeheersgroepen hierin het voortouw nemen. We moeten dit opentrekken en niet enkel tot de Regionale Landschappen beperken. Het is natuurlijk zo dat de Regionale Landschappen over een bijzondere expertise beschikken.
Verder is me gevraagd in welke mate polders en wateringen hierbij betrokken zijn. In dit gebied is dit het geval, maar ik weet niet in precies in welke mate of wat de financiële inbreng is. Ik heb die informatie niet bij me.
Dit project wordt breed gedragen en ook Polders en Wateringen zijn hierbij betrokken. Gezien de goede resultaten hebben ze hun meerwaarde voor het project bewezen. Het gaat om een mooi initiatief en een voorbeeld dat we zeker en vast op andere plaatsen zouden kunnen toepassen. Dit kan echter, zoals met betrekking tot ‘De 3 Mussen’ is gebeurd, het best van onderuit groeien.
Mevrouw Soens heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. De resultaten van het project zijn na vier jaar zeer positief. Het gaat om een gebied van 383,67 hectare. Momenteel is 257 hectare afgewerkt. Amper vier landbouwers hebben geweigerd hieraan mee te werken. De kostprijs varieert rond 120.000 euro. Als we de goede resultaten zien, valt dat al bij al nog mee.
Ik vind het positief dat u dit een goed project vindt en dat u dit graag ook in andere gebieden zou zien gebeuren. Ik blijf echter een beetje op mijn honger. U koppelt hier geen concrete actie aan. Een campagne of iets dergelijks vanuit de Vlaamse overheid zou misschien een goede manier vormen om dit project in de kijker te zetten. Op die wijze zou het misschien ook in andere gebieden tot ontwikkeling komen.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Er is wel degelijk actie ondernomen. Ik heb duidelijk gesteld dat er een projectoproep komt. Dit betekent duidelijk dat tal van projectaanvragen kunnen worden ingediend en ondersteuning kunnen krijgen.
Mevrouw Soens heeft het woord.
Minister, u wilt dit niet extra in de kijker plaatsen. Ik vind dit een beetje jammer. Het gaat immers op een positief project waarin de landbouw- en de natuursector goed samenwerken. Het zou mooi zijn dit vanuit de Vlaamse overheid nog eens in de kijker te plaatsen. Ik ben alleszins tevreden met de projectoproep.
De vraag om uitleg is afgehandeld.