Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over strengere normen voor het welzijn van varkens
Verslag
De heer Engelbosch heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, Denemarken, Nederland, Duitsland en Zweden ondertekenden recent een gezamenlijke verklaring waarin ze pleiten voor een strenger EU-beleid inzake dierenwelzijn. Dat deden ze op de internationale top waarin de ministers van Landbouw twee dagen debatteerden met wetenschappers en experten vanuit de varkensvleessector om het varkenswelzijn in Europa te verbeteren.
Dit varkenswelzijnscharter schuift ook enkele concrete maatregelen naar voren. Zo stellen ze voor om het couperen van staarten enkel nog toe te laten wanneer de varkenshouder kan aantonen dat hij alle maatregelen om staartbijten tegen te gaan, heeft genomen, zoals bijvoorbeeld hokverrijking en een lagere hokbezetting. Ook namen ze bepalingen op rond biggencastratie en dringen ze bij de commissie aan op grootschalige studies rond groepshuisvesting.
De landbouwministers van deze landen nodigen nu de andere lidstaten uit om zich achter de verklaring te scharen. Ze willen het welzijnsniveau in alle landen optrekken om te komen tot een realistisch level playing field op gebied van varkenswelzijn.
Minister, wat is uw mening over een gezamenlijk EU-beleid rond varkenswelzijn? Zult u zich achter de gezamenlijke verklaring scharen? Hoe ziet u de samenwerking met die andere landen? Welke initiatieven inzake varkenswelzijn worden er reeds genomen in Vlaanderen? Welke concrete engagementen zult u aangaan om het varkenswelzijn in Vlaanderen te verbeteren?
De heer Sanctorum heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, er beweegt wel wat bij een aantal Europese lidstaten. Na een internationale top in Kopenhagen over het welzijn van varkens in de veehouderij, hebben de Deense, Nederlandse, Duitse en Zweedse ministers van Landbouw een gezamenlijke verklaring opgesteld waarin ze pleiten voor een strenger Europees beleid met betrekking tot varkenswelzijn. Het gaat over biggencastratie, het couperen van de staart, de bewegingsvrijheid van zeugen in het kraamhok en een verplichte groepshuisvesting van zeugen vanaf het moment van spenen. De voorstellen kwamen na toetsing met de laatste wetenschappelijke inzichten, praktijkervaring in de sector en het evolueren van de publieke opinie. Onlangs was er de presentatie van de resultaten van een enquête in opdracht van GAIA, uitgevoerd door Ipsos. Daaruit blijkt dat dierenwelzijn een belangrijk thema is, ook in Vlaanderen.
De vier landen zijn Europese koplopers wat betreft varkenswelzijn – toch wat hun engagement op Europees niveau betreft – en ze vragen andere lidstaten ook uitdrukkelijk om zich aan te sluiten bij hun verklaring. Het is een beetje spijtig om vast te stellen dat de enige reactie in ons land kwam van de Boerenbond, die zich sceptisch opstelt ten aanzien van de voorstellen.
Minister, onderschrijft u als minister van Dierenwelzijn de oproep van Denemarken, Nederland, Zweden en Duitsland om meer werk te maken van varkenswelzijn in de veehouderij? Is Vlaanderen bereid de verklaring mee te ondertekenen om zo de druk binnen Europa op dit dossier te verhogen? Hebt u rond het welzijn van varkens al overleg gehad met uw collega van Landbouw, minister Schauvliege?
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, uiteraard zijn wij ook voorstander om het niveau van het varkenswelzijn te verhogen. Ik heb begrepen dat de varkenssector zelf ook aan het zoeken is naar haalbare verbeteringen op het vlak van dierenwelzijn. Concreet wil ik het proefproject van de KU Leuven, in samenwerking met Thomas More, aanhalen. Het proefproject draait rond verrijkingsmateriaal voor varkens. De resultaten zouden in principe al in februari worden opgeleverd, maar ik verneem dat het project verlengd is tot september. De resultaten zouden eind dit jaar, in december, bekend zijn.
Minister, ik wou informeren of u op de hoogte bent van voorlopige resultaten. Zult u zich houden aan het in het regeerakkoord opgenomen Europese level playing field? Zult u in het bijzonder rekening houden met de economisch zeer moeilijke omstandigheden waar de varkensbedrijven mee kampen?
Minister, het debat over het dierenwelzijn en de kennis die op verschillende fronten aanwezig is, is al vaak gevoerd. Op welke manier gebeurt de overdracht en de betrokkenheid van partners die in het verleden aan dit debat hebben deelgenomen? Hoe loopt dat? Is de minister van Landbouw ook betrokken? Wordt de kennis en ervaring van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) ook betrokken? Hoe verloopt het overleg met de sector?
Minister Weyts heeft het woord.
Collega’s, in Vlaanderen zijn er verschillende initiatieven ter verbetering van het varkenswelzijn. In het regeerakkoord is de ambitie geformuleerd om in 2018 te komen tot een verbod op chirurgisch castreren van varkens, gebaseerd op de zogenaamde Verklaring van Brussel. Ik heb al ketenoverleg opgestart op mijn kabinet. Ketenoverleg is met alle spelers uit de sector – van riek tot vork, van wei tot winkel – die een rol spelen. Het is van groot belang dat ze er mee aan werken. Voor alle duidelijkheid mag het wel eens worden gezegd dat Vlaanderen al een voortrekkersrol speelt: 40 procent van de varkens in Vlaanderen wordt chemisch gecastreerd. Hiermee staan we aan de Europese top.
Medewerkers van de dienst Dierenwelzijn maken deel uit van de werkgroep castratie, die zich situeert op het niveau van de Europese Commissie. Ze zitten mee aan tafel om alle nieuwe ontwikkelingen op te volgen en ze spelen een belangrijke rol in het sturen van de besluitvorming.
Dat gebeurt samen met de Europese spelers die in deze materie werken aan de vooropgestelde doelstelling, want dat gebeurt natuurlijk niet alleen in Vlaanderen, maar ook in de rest van Europa.
Anderzijds lopen er in het kader van het ILVO een aantal onderzoeksprojecten naar het welzijn van varkens. Het gaat dan zowel over vleesvarkens als over zeugen en biggen. Wat de vleesvarkens betreft, gaat het net om onderzoek naar alternatieven voor chirurgische castratie. U kent de problematiek van de berengeur. Er wordt intensief onderzocht hoe we die kunnen verhinderen. Voor zeugen en biggen gaat het vooral over huisvesting en daaraan gerelateerde problemen zoals kreupelheid.
U verwees ook naar een studie van de KU Leuven en Thomas More. Ik heb daar recent nog informatie over gekregen. Ik weet het niet goed uit het hoofd, maar ik meen me te herinneren dat een medewerker me via mail meldde dat de resultaten in het vroege najaar worden verwacht. Ik verwacht ze dus rond september, maar pin me er niet op vast.
De varkensproductie is een Europese markt. Idealiter is het zo dat verbeteringen voor het welzijn van varkens ook op Europees niveau kunnen worden doorgevoerd. Ik veronderstel dat iedereen het daarover eens is.
De verklaring over varkenswelzijn was een initiatief van Denemarken, Nederland, Duitsland en Zweden. Ze hebben eigenlijk in een eerste fase geen andere landen uitgenodigd om eraan te participeren. Als deze verklaring mee ondertekend zou worden, kan dat volgens de huidige bevoegdheidsverdeling niet namens Vlaanderen, maar dient België die mee te ondertekenen. Eigenlijk werd onvoldoende of geen tijd gelaten tussen de bekendmaking van de verklaring en de vergadering van de Landbouwraad. De mogelijkheid was er dus niet om dit intra-Belgisch nog in gang te zetten.
Op de conferentie waar de verklaring werd voorgesteld, waren er geen vertegenwoordigers van de Vlaamse Regering aanwezig. Eenmaal we op de hoogte waren, hebben we er wel voor gezorgd dat er vertegenwoordigers van onze administraties waren, zowel van Landbouw als van Dierenwelzijn.
De verklaring was in de eerste plaats een oproep ten aanzien van de Europese Commissie om de Europese regelgeving aan te passen. Er is dus geen onmiddellijke rechtstreekse impact op het dierenwelzijns- en landbouwbeleid in Vlaanderen.
De verklaring bevat een aantal punten die zeker het welzijn van varkens zouden bevorderen. Zo wordt er gepleit voor extra onderzoek, bijvoorbeeld naar vrijloopkraamhokken, en voor een strengere en concretere regelgeving wanneer het gaat over omgevingsverrijking en bezettingsdichtheid. De regelgeving waarvan sprake, zou gedeeltelijk resulteren in bijkomende investeringen door de varkenshouders. De impact hiervan is sterk afhankelijk van de duur van de overgangstermijn en de heersende economische situatie.
Anderzijds gaat de verklaring, van de landen die zeggen een voortrekkersrol te willen spelen, er wel van uit dat het stopzetten van chirurgische castratie vanaf 2018 niet haalbaar is. Dat zou een stap achteruit betekenen ten aanzien van de vooropgestelde ambitie.
Wat die ambitie betreft, meen ik dat we onder andere in het kader van het ketenoverleg in eerste instantie voor eigen deur moeten vegen. We moeten bekijken wat we zelf kunnen doen. Vandaar dat we het intense overleg met alle spelers uit de sector zullen voortzetten. Het verloopt onder een goed gesternte. Ik wil in eerste instantie, in plaats van te kijken naar wat het buitenland doet, bekijken hoe we zelf tot een aanvaardbaar vergelijk en een oplossing kunnen komen.
De heer Engelbosch heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw heel uitgebreid antwoord en voor de opsomming van wat we in Vlaanderen al doen rond het thema varkenswelzijn, onder meer ook van wat het ILVO al doet voor verrijking en dergelijke. Er gebeurt al heel wat in Vlaanderen. We spelen inderdaad een voortrekkersrol, ook binnen Europa.
Anderzijds moeten we altijd waken over het zogenaamde ‘level playing field’. Het valt in die zin aan te moedigen dat ook andere landen gezamenlijke stappen zetten om het debat op Europees niveau te openen.
Een dergelijke verklaring dient inderdaad vooral om de Europese Commissie aan te sporen om een aantal dingen te doen om gezamenlijk voor Europa zaken te bepalen die het dierenwelzijn ten goede komen. En dus kan die ons wel helpen om in intensief overleg met alle betrokkenen, en u gaf aan dat dit gebeurt, te komen tot een beter varkenswelzijn op Europees niveau. We moeten dat ‘level playing field’ immers zeker behouden.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, ook ik dank u voor het antwoord. U haalt relatieve cijfers aan over varkenscastratie en u zegt dat we in Vlaanderen op goede weg zijn. Dat kan. Maar ik durf te beweren dat het beeld enigszins verandert als we de absolute cijfers bekijken. Er is hier in Vlaanderen immers een grote concentratie van varkenskweek. Als we dan de vergelijking zouden maken met andere landen, betwijfel ik of Vlaanderen zo schitterend bezig is.
U zegt dat we in Vlaanderen al heel wat doen, dat het in België niet zo gemakkelijk werken is, dat alles met wat vertraging bij Vlaanderen terechtkomt. Ik word altijd een beetje ongemakkelijk bij zo’n antwoord. Dit is inderdaad geen gemakkelijk thema in de praktijk, er worden altijd meteen heel wat economische bezwaren aangehaald. Maar zodra er een wat moeilijker thema aan bod komt, verschuilt men zich ook direct achter de complexiteit van ons land. Ik hou daar niet van. Vlaanderen of België heeft inderdaad nog geen standpunt ingenomen, maar ik hoop dat u als bevoegd minister – voor dierenwelzijn, niet voor landbouw – zult ijveren voor een standpunt in Vlaanderen. En dat u zo het standpunt van België mee wilt bepalen in de richting van betere normen voor dierenwelzijn in Europa. Op die manier kan de druk worden verhoogd op Europees niveau. U kunt zeggen dat we al veel doen in Vlaanderen en u hebt goede intenties, maar het gros van de normen inzake dierenwelzijn wordt Europees geregeld. Hoe meer Europese lidstaten erop drukken, hoe realistischer het zal zijn dat de dierenwelzijnsnormering verstrengt.
Ik zou graag van u een duidelijk engagement horen. Als u zegt dat het voor u mag blijven zoals het is op Europees niveau, dan is dat een duidelijk antwoord. Ik zou het betreuren, maar het zou duidelijk zijn. Als u zegt dat het voor u gerust strenger mag en dat u mee aan de Europese kar wilt trekken, dan zal ik blij zijn met uw antwoord.
Minister, ik wil u hartelijk danken omdat u duidelijk aangeeft dat u het voorgaande parcours voor overleg en het ketenoverleg een waardevolle werkmethodiek vindt. We spelen in dit verhaal inderdaad niet enkel op Belgische schaal, maar op Europese. Het is belangrijk, gezien verschillende partners in dezen druk op bepaalde zaken leggen, dat alle partners van de keten betrokken worden. U merkt terecht op dat er al heel wat stappen voorwaarts werden gezet. Het bewijs wordt daarmee geleverd dat het overleg en het ketenoverleg geschikte manieren zijn om vooruitgang te boeken. Ook bij het sturen van het onderzoek proberen we op een heel actieve manier te zoeken naar oplossingen voor de uitdagingen waar we voor staan. Ik hoop dat u die weg verder zult volgen en dat we op die manier verder vooruitgang kunnen boeken met alle partners en waardoor het level playing field ook gegarandeerd kan blijven worden.
Minister Weyts heeft het woord.
Als het gaat over het al dan niet schitterend bezig zijn van Vlaanderen, zeg ik gewoon dat we in de vergelijking op Europees vlak, met 40 procent chirurgische castratie aan de Europese top staan. Ik zeg dit niet vanuit de overweging om op onze lauweren te rusten, maar het is wel goed, zeker ook gelet op het gegeven dat we voor varkensvlees netto een serieuze exporteur zijn. Ik vind het gewoon goed, dat wou ik meegeven.
Ik verschuil me niet achter de complexiteit van ons land. Ik wees gewoon op de problemen die er waren qua timing. Ik deel natuurlijk wel de analyse over de complexiteit van ons land. In een recent verleden heb ik in een andere hoedanigheid heel concrete voorstellen gedaan om daar enige verandering in aan te brengen, en dat komt nog wel, ik merk een bondgenootschap …
De heer Engelbosch heeft het woord.
Ik wil kort nog reageren op de heer Sanctorum. Ik vind dat hij nogal negatief klinkt. Ik vraag me dan ook af of hij de beleidsnota en het regeerakkoord wel heeft gelezen, want die stralen heel wat ambitie uit.
Mijnheer Sanctorum, de minister heeft ook gezegd dat er door deze meerderheid een aantal beslissingen zijn genomen die wij zeker niet zullen terugschroeven. Ik nodig u uit om de beleidsnota toch eens te lezen vooraleer u negatief uithaalt en beweert dat er weinig zou gebeuren in Vlaanderen inzake varkenswelzijn.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Dat laatste zal ik gewoon negeren. Uiteraard heb ik de beleidsnota gelezen.
Minister, ik betreur oprecht dat u het engagement niet op zich wilt nemen om dit Europees mee op de agenda te zetten. Of dat nu via de verklaring is of op een andere manier, ik had meer engagement verwacht. Ik geloof dat u oprecht begaan bent met het dierenwelzijn, maar dan verwacht ik dat ook binnen het landbouwthema, ook als het gaat over varkens. Ik herhaal nogmaals dat dergelijke zaken vooral Europees worden geregeld. Daar zal de strijd dus moeten worden geleverd – als we mogen spreken van een strijd.
Ik weet dat u moeite hebt met de complexiteit van ons land. Ik heb dat ook, in alle eerlijkheid. Maar het confederale model dat u in het verleden al naar voren hebt geschoven, zal geen oplossing bieden voor wat u daarnet zei over vertraging en dergelijke.
Laat u niet afleiden. Gelieve u te houden aan het thema van vandaag.
Voorzitter, de minister haalde het zelf aan. Het confederale model biedt geen oplossing voor deze problemen, maar dit terzijde.
Minister Weyts heeft het woord. Gelieve u aan het thema te houden.
Toen ik de inhoud van de verklaring vernam, stond ik niet te springen om me aan te sluiten. Daarmee zouden we de facto eigenlijk zeggen dat we het verbod en de ambitie om te streven naar het verbod in 2018, zouden moeten laten varen. Het is een serieus tweesnijdend zwaard. Ik heb begrepen dat de initiatiefnemende landen er ook niet van wilden afstappen. Het leek me dus niet evident om onmiddellijk naar de Nederlanders te lopen om de verklaring te ondertekenen.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Ik deel die analyse. We mogen natuurlijk geen stappen achteruit zetten, maar als we het totale verhaal bekijken van een betere Europese regelgeving, dan kan uw bijdrage misschien wel zijn dat u de verklaring wat bijstuurt zodat ze wat ambitieuzer wordt.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.