Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Voorzitter, ik heb daarnet verwezen naar een wederzijdse oorlog tussen de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) en de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG). Deze vraag om uitleg is hier een voorbeeld van.
De vzw Zonstraal gaat niet akkoord met de netvergoedingen en is zo intelligent geweest zowel naar het hof van beroep als naar de Raad van State te stappen. De vzw gaat ervan uit dat de VREG niet de verantwoordelijkheid heeft. Daar zijn verschillende redenen voor aangehaald.
Volgens de vzw Zonstraal is de tariefmethodologie op basis van het decreet van 14 maart 2014 tot stand gekomen. Eigenlijk zou nog steeds op basis van de federale Elektriciteitswet moeten worden gewerkt. De vzw vecht, met andere woorden, de bevoegdheid van de VREG aan om de netvergoeding in te voeren. Uit de besluiten blijkt dat de vzw eveneens van mening is dat er geen democratische basis aanwezig is. Een derde reden om de netvergoeding te verwerpen, bestaat erin dat een overgangsperiode maximaal zes maanden mag duren. Eigenlijk staat in de motivatie vermeld dat de overgangsperiode loopt tot er een nieuw tarief is. Dat kan nog twee jaar duren. Volgens de vzw betekent dit dat de overgangsperiode twee jaar in plaats van zes maanden duurt.
Dit heeft natuurlijk een aantal consequenties. De CREG is om cijfers in verband met de historische schulden gevraagd. Volgens mij zijn die cijfers zeer recent aan de VREG overgemaakt. De betrokken partijen blijven voor twee rechtbanken bekvechten. Er zijn natuurlijk consequenties. De vraag is wat er zal gebeuren indien de vzw Zonstraal deze zaken wint.
In dat geval kunnen we ons de vraag stellen wat de wettelijke basis voor de huidige distributienettarieven is. Wat moeten we dan doen met het toekomstig tarievendecreet dat er vroeg of laat zal aankomen? Welke impact zou dit hebben op de invordering van de netvergoeding voor prosumenten? Zullen ze moeten betalen en dit geld nadien terugkrijgen? Hoe zou dit dan worden geregeld? In principe is het tarief van kracht vanaf 1 juli 2015.
Aanvankelijk was mijn derde vraag wat de bezwaren van de vzw Zonstraal zijn. Eigenlijk heb ik die bezwaren daarnet zelf al opgesomd. De vzw klaagt de overgangsperiode van twee jaar aan en is van mening dat die periode maximaal zes maanden mag bedragen. De vzw heeft het over behoorlijk bestuur en over het gebrek aan een democratische basis. De vzw betwist de bevoegdheid van de VREG om tarieven op te stellen.
De heer Danen heeft het woord.
Voorzitter, dit is een belangrijk onderwerp, zeker omdat vanaf 1 juli 2015 een prosumententarief zal worden aangerekend. Ik wil dit even vergelijken met de vorige keer dat een dergelijk tarief is aangerekend. Een aantal bedrijven hebben toen beslist het prosumententarief, dat toen nog anders heette, niet aan te rekenen. Anderen hebben dit wel gedaan en hebben het nadien moeten terugbetalen.
Minister, weet u of dit nu ook zal gebeuren? Zullen bepaalde energiebedrijven de uitspraken van het hof van beroep en van de Raad van State afwachten alvorens het tarief effectief door te rekenen? Denkt u of weet u dat iedereen de doorrekening op 1 juli 2015 zal laten starten?
Minister Turtelboom heeft het woord.
Voorzitter, op 14 maart 2014 is het decreet houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de omzetting van de richtlijn van de Europese Unie 2012/27/EU van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie en de toekenning van groenestroomcertificaten, warmte-krachtcertificaten en garanties van oorsprong afgekondigd.
Artikel 4 en 5 van dit decreet maken de VREG bevoegd voor de goedkeuring van de distributienettarieven, inclusief de vaststelling van de tarifaire methode en de bepaling van de overgangsmaatregelen inzake tarieven. Dit decreet mandateert de VREG om de tarifaire methode vast te stellen omdat de federale voorschriften inzake tarieven in de artikelen 3.1.3, ten tweede, en 3.1.4, paragraaf 2, worden vervangen. Ik vermeld de artikelen omdat het hier een heel juridische vraag om uitleg betreft. Dit lijkt me dan ook nuttig voor het verslag. Omdat de federale voorschriften inzake tarieven door artikel 3.1.3, ten tweede, en 3.1.4., paragraaf 2, van het Energiedecreet werden vervangen, is er geen sprake meer van een federaal kader, inzonderheid artikel 12bis, paragraaf 4 of paragraaf 5 van de Elektriciteitswet.
Zelfs indien iemand ten onrechte veronderstelt dat de federale tarifaire voorschriften niet zijn opgeheven, blijven de beslissingen van de VREG wettig. De beslissingen tot vaststelling van de tariefmethodologie voor de reguleringsperiode 2015-2016 en de daaropvolgende beslissingen in verband met de tarifering zijn immers overgangsmaatrelen. Voor overgangsmaatregelen is het federale procedurele kader niet nodig.
De VREG heeft een tarifaire methode voor de exploitatie tijdens de periode 2015-2016 goedgekeurd.
Het beroep heeft geen schorsende werking. Zolang er geen uitspraak ten gronde is gedaan, blijft de aangevochten beslissing rechtsgeldig van toepassing. De aanrekening van dit tarief start dus, zoals voorzien, op 1 juli 2015. In 2015 zal de helft van het jaarbedrag gefactureerd worden.
Het beroep heeft geen impact op de problematiek van de historische saldi. Het is wel zo dat voor hetzelfde hof van beroep een andere rechtszaak hangende is, waarvan de uitkomst wordt afgewacht. In die rechtszaak zal het vraagstuk beslecht worden welke regulator bevoegd is om de omvang van de saldi vast te stellen en te controleren, de CREG of de VREG.
In een eerste middel wordt ingeroepen dat de rechtsgrond van de bestreden beslissing verkeerd zou zijn, nu de VREG de federale bepalingen inzake tarieven, en niet de Vlaamse, zou hebben moeten toepassen. Volgens ons is die stelling onjuist en zonder gevolgen. De bestreden beslissing is ook verenigbaar met het opgeheven federale kader. Daarvoor verwijs ik terug naar mijn antwoord op de eerste vraag.
In een tweede middel wordt een gebrek aan overleg ingeroepen. Nochtans heeft de VREG dat daadwerkelijk gedaan. De modaliteiten van het betwiste tarief werden gewijzigd naar aanleiding van opmerkingen van marktspelers gedurende het overleg. Mede gelet op de oorsprong van die wijziging en het feit dat het niet over een fundamentele wijziging gaat, moet geen nieuw overleg worden georganiseerd. En toch werden Zonstraal en de sectorfederatie PV-Vlaanderen gehoord gedurende een apart aanvullend overleg op 23 september 2014 over het betwiste tarief in zijn gewijzigde vorm. Zonstraal heeft tijdens dat overleg kritiek geformuleerd, en dat werd in het consultatieverslag ook besproken.
In een derde middel wordt ingeroepen dat het prosumententarief discriminatoir zou zijn, omdat het niet afhankelijk is van de reële afname, maar wel van een raming ervan. Dat element is materieel onoverkomelijk, omdat terugdraaiende tellers de werkelijke afname niet meten. Verzoeksters hebben de mogelijkheid om een elektronische slimme meter te plaatsen indien zij op basis van de werkelijke afname willen worden getarifeerd. Zolang zij dat niet doen, zijn zij niet in een vergelijkbare situatie ten opzichte van netgebruikers van wie de reële afname wel gemeten wordt. Alle netgebruikers die zich in dezelfde toestand bevinden, worden identiek behandeld. En dat is altijd een belangrijk feit: men is ongelijk wanneer men gelijke situaties ongelijk behandelt. Maar hier behandelen wij een gelijke situatie op dezelfde manier.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Bedankt, minister, voor het duidelijke antwoord. Zonstraal is intussen wel bezig zijn communicatie op te voeren en maakt mensen onnodig bang, waardoor er heel veel vragen omtrent de netvergoeding binnenkomen. Mijn collega’s kunnen daarvan getuigen. Veel mensen vragen zich af wat er nu zal gebeuren. Zonstraal brengt het voor de rechtbank, maar er is nog geen uitspraak. Zal men het moeten terugbetalen? Zal men het terugkrijgen? Maar als ik die drie elementen in uw antwoord hoor, vind ik die heel pertinent om te kunnen zeggen dat Zonstraal eigenlijk weinig kans op slagen heeft met zijn rechtszaak. Zoals Zonstraal aan het communiceren is, zou er misschien vanuit de Vlaamse Regering of door iemand anders ook gecommuniceerd moeten worden.
Wat mij meer verontrust, is de rechtszaak die lopende is vanwege de distributienetbeheerders, waarin men de bevoegdheid betwist van wie uiteindelijk de saldi moet verifiëren en controleren. Dat lijkt mij nog niet van de baan. Daar is blijkbaar nog veel discussie over. Als u daar meer over weet, hoor ik dat graag.
De netvergoeding is nu opgemaakt voor de overgangsperiode 2015-2016. Betekent dat dan ook dat we mogen verwachten dat we vanaf 1 januari 2017 eindelijk van start gaan met onze nieuwe, definitieve tarieven?
De heer Danen heeft het woord.
Ik heb nog geen antwoord gehoord op mijn bijkomende vraag of u weet of energieleveranciers het tarief nog niet zullen aanrekenen, net zoals dat de vorige keer ook gebeurd is. Sommige hebben dat toen wel gedaan, andere niet. Wie het toen wel heeft gedaan, heeft dat moeten terugbetalen.
Ik zou ook willen oproepen tot wat stabiliteit. Ik begrijp dat dit veld nooit helemaal stabiel zal zijn, maar het zou wel goed zijn dat er op een bepaald moment gezegd wordt: dit is het nu, dit zal voor een tijdje meegaan. Op dat vlak wil ik de laatste vraag van collega Gryffroy wel ondersteunen.
Minister Turtelboom heeft het woord.
Ik heb gezegd dat het beroep geen schorsende werking heeft. Normaal gezien loopt alles dus zoals het op schema zit.
Ik ben het helemaal eens met wat collega Danen zegt. We hebben nood aan stabiliteit. Maar natuurlijk zul je altijd rechtszaken hebben, dat was op federaal niveau bij de CREG ook zo. Ik zou ook het liefst hebben dat we daar zo snel mogelijk duidelijkheid over hebben, want dat is gewoon niet goed. Het prosumententarief bestaat in heel wat landen. Dat is gewoon een logica als je een net in twee richtingen gebruikt. Het is een beslissing geweest van de VREG, die hij als onafhankelijke regulator neemt, maar waar een heel grote logica in zit.
Als er een rechtszaak loopt, moeten we tijdens die periode afwachten en uitzweten. Dat is een periode van onzekerheid.
In verband met de rechtszaak van de DNB’s wil ik u vragen om een aparte vraag om uitleg te stellen. Anders loop ik het risico dat ik dingen zeg. Ik heb een update van een maand geleden in mijn hoofd. Ik weet niet of er intussen nog iets gebeurd is. Bij rechtszaken zou ik toch graag zeker zijn.
In verband met de definitieve tarieven: als iets geen schorsende werking heeft, lopen de zaken zoals ze lopen.
In verband met de energieleveranciers heb ik geen weet van leveranciers die niet zouden doorrekenen. Als u op een of andere manier wel iets weet of gehoord hebt, zou ik u willen vragen om dat in een volgende vraag om uitleg te gieten. Aarzel niet om dat aan ons te melden, want dat is heel belangrijk.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Definitieve tarieven vanaf januari 2017 zou ik ten zeerste appreciëren.
In verband met de rechtszaak van de DNB’s gaan we voor 14 uur een vraag om uitleg indienen. Dan kunt u dat volgende week komen toelichten, als de commissiesecretaris en de voorzitter de vraag toelaten.
In verband met Zonstraal zou ik de boodschap willen meegeven: zoals de VREG de laatste tijd nogal hard communiceert, dan kan men hierover misschien ook eens hard communiceren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.