Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Mijn vraag gaat over energiearmoede. De cijfers zijn gepubliceerd door de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) die heel goede statistieken bijhoudt over energiearmoede. Daaruit blijkt dat in 2014 het aantal gevallen daalde waarbij energieleveranciers het energiecontract opzegden wegens wanbetaling. Tegelijkertijd stuurden de netbeheerders meer dossiers door naar de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW’s) voor bespreking in de lokale adviescommissie (LAC).
Het gaat hier om gezinnen die gedropt werden door hun commerciële leverancier, vervolgens hun energie geleverd krijgen door de netbeheerder maar ook aan hen de factuur niet betalen. In de LAC’s wordt getracht een constructieve oplossing te vinden voor het betalingsprobleem om zo een afsluiting van de energietoevoer te vermijden.
Concreet werden 33.260 dossiers voor elektriciteit en 22.854 dossiers voor aardgas door de netbeheerders doorgestuurd naar de OCMW’s. Ondanks een daling van de opzeggingen van het energiecontract wegens wanbetaling komen dus meer dossiers in handen van de OCMW’s voor bespreking in de LAC’s.
De OCMW’s hebben opnieuw de nodige ondersteuning gevraagd van de Vlaamse Regering om tegemoet te kunnen komen aan al deze probleemdossiers. Het gaat dan ook over de tijd en energie die nodig is voor het organiseren van gesprekken en voor opvolgen van die dossiers.
Minister, kunt u de belangrijkste cijfers van 2014 inzake energiearmoede in Vlaanderen toelichten? Hebt u cijfers over de budgetmeters, de belevering, de netbeheerder, de betaalplannen enzovoort?
Wat is uw reactie op deze cijfers? Is er een evolutie waar te nemen in vergelijking met vorige jaren?
Ik heb in deze commissie al meermaals gevraagd – en dit is ook een uitdrukkelijke vraag van Samenlevingsopbouw – hoe we de OCMW’s voldoende kunnen ondersteunen om het stijgend aantal dossiers aan te pakken?
In het regeerakkoord staat dat u een plan van aanpak zult opmaken over energiearmoede. Ik meen begrepen te hebben dat dit plan zijn opstartfase of eindfase zou kennen in het najaar. Was is de timing van dat plan? Wie zult u daarbij betrekken en welke onderwerpen zullen daarin aan bod komen?
Minister Turtelboom heeft het woord.
De VREG heeft mij, zoals wettelijk voorgeschreven, het rapport over de uitvoering van de sociale openbaredienstverplichtingen, ‘Statistieken 2014 met betrekking tot huishoudelijke afnemers in het kader van de sociale openbaredienstverplichtingen’ voor 31 mei 2015 bezorgd. Nazicht van dit ontwerprapport leert dat een aantal gegevens en analyses in dit rapport opnieuw geverifieerd moesten worden, waardoor het rapport nog niet kon worden gepubliceerd. In die zin is het ook nog te vroeg voor een analyse ervan.
De analyse van de cijfergegevens over energiearmoede is een delicate kwestie waarmee in het verleden ook terecht altijd heel zorgvuldig is omgegaan. Zonder volledige analyse is het dan ook voorbarig om hierover verklaringen af te leggen.
De samenwerking met de OCMW’s wordt in het kader van het actieplan bekeken. De OCMW’s zijn voor mij een belangrijk aanspreekpunt in de aanpak van energiearmoede. Zij moeten voldoende kennis hebben van de maatregelen die de Vlaamse overheid neemt. Ik wil dat heel transparant vertalen voor de OCMW’s aangezien de medewerkers de maatregelen in de praktijk moeten brengen.
Langs de andere kant moeten de maatregelen de meest behoeftigen bereiken. Ook dat is een uitgangspunt voor het energiearmoedeplan dat ik dit najaar vorm wil geven.
Uiteraard ga ik helemaal niet licht over de problematiek van energiearmoede. Het is heel moeilijk om mij vandaag al uit te spreken over de vraag of er bijkomende maatregelen komen, of enkel een bijsturing van bestaande maatregelen. Het is wel de bedoeling dat de betrokken sociale organisaties goed kunnen nadenken over de krijtlijnen van het energiearmoedeplan. Daarom zal ik het voorstellen met concrete acties.
Het regeerakkoord voorziet een aanpak van energiearmoede aan de bron, met een sterke operationele rol voor de sociale economie. In ieder geval zal ook voor de sociale doelgroep ingezet worden op totaalrenovatie. De bestaande instrumenten zullen hiervoor maximaal aangewend of bijgestuurd worden. Ik stel vast dat de huidige beschermingsmaatregelen, de zogenaamde sociale openbare dienstverplichtingen, de klemtoon vooral leggen op bescherming tegen afsluiting van energielevering en op het financieel steunen van mensen die al kampen met betalingsproblemen voor de levering van energie. Met deze veeleer curatieve aanpak wordt niet verholpen aan de onderliggende problemen van te hoge energiekosten. Daarvoor is een langetermijnaanpak nodig die kwetsbare groepen structureel helpt ontsnappen aan te hoge energiekosten door hun woningen energiezuiniger te maken, dit onder andere door gebruik te maken van de energielening.
Naast het gebrek aan financiële middelen voor investeringen in de woning, vormt ook de mate waarin men zich kan informeren en organiseren een belangrijke drempel voor kwetsbare gezinnen. Ik zal daarom nog dit jaar door middel van een participatief proces met alle belanghebbenden een actieplan voor energiearmoede voorbereiden. De nadruk zal liggen op het nemen van energie-efficiëntiemaatregelen voor de sociale doelgroep. Ik stel vast dat het verleden meer gericht was op een curatieve aanpak, terwijl ik denk dat we een structurelere oplossing moeten bieden voor de toestand van het gebouwenpark, meer specifiek voor de doelgroep die het al moeilijk heeft.
Het is wel belangrijk dat we vermelden dat we ondertussen niet stilzitten. Toen we onlangs de energieleningen hebben uitgebreid, hebben we het specifiek voor een kwetsbare doelgroep mogelijk gemaakt om huishoudelijke apparaten mee te financieren. Dat is een grote drempel, die voor extra lasten in de factuur kan zorgen. Op die manier zorgen we ervoor dat we in de maatregelen en beslissingen die we nu nemen al rekening houden met de toets van de energiearmoede. We zullen in het najaar met het volledige plan komen.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord en uw toelichting bij het plan van aanpak voor energiearmoede. Het Renovatiepact zit zeer goed in elkaar. Zes werkgroepen komen op een intensieve manier bijeen om tegen de zomer van 2015 met concrete maatregelen te komen met betrekking tot renovatie en het plan van aanpak voor energiearmoede. Zal daarbij een traject worden opgestart voor sociale organisaties, die zeer begaan zijn met deze materie en daar zeer veel van kennen, om dan te landen bij een plan van aanpak voor energiearmoede?
Minister, als u dan toch zo’n participatietraject opzet voor energiearmoede, wil ik u signaleren dat de federale Ombudsdienst voor Energie in het kader van zijn jaarrapport de idee heeft gelanceerd om de doelgroep van het sociaal tarief, dat een federale materie is, uit te breiden. Nu komen 460.000 gezinnen in aanmerking voor het sociaal tarief. De Ombudsdienst voor Energie stelt voor om die doelgroep uit te breiden naar diegenen die de verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering ontvangen, naar mensen in een collectieve schuldenregeling en naar cliënten van een erkende dienst van schuldhulpverlening. Als die doelgroepen kunnen worden opgenomen in het sociaal tarief, komen ongeveer 1 miljoen gezinnen daarvoor in aanmerking. Het gaat om gezinnen waarvan de meeste sociale organisaties aangeven dat zij balanceren op de armoedegrens. Minister, wilt u in uw verdere aanpak van het energiearmoedeplan rekening houden met die idee van de federale Ombudsdienst voor Energie?
Minister Turtelboom heeft het woord.
Het is onze bedoeling om zeker als stakeholders te overleggen. Als ik nu ga spreken over energiebeleid, zijn daar vaak ook mensen die met energiearmoede bezig zijn. Zij hebben mij gesignaleerd dat de huishoudelijke toestellen echt een probleem vormen. Om die reden heeft men het bereik van de energieleningen verbreed. Dat hebben we er al in opgenomen. Dat is al bezig.
Ik vind zelf ook dat de methodologie voor het Renovatiepact zeer goed werkt. Zo komt men tot een heel gedegen oplossing. Ik wil dat zeker ook doen voor de energiearmoede. We willen eind oktober of in november komen met het plan. We moeten dat dus doen in september of begin oktober. De problematiek is minder breed dan bij het Renovatiepact, waar je de premies en nog veel andere aspecten hebt. Ik denk dat we daar vrij snel en efficiënt kunnen werken. Daarna is er overleg in de schoot van de regering. Uiteraard kom ik daarna daarmee naar de commissie. We hebben trouwens met het Renovatiepact bewezen dat we op korte termijn heel veel kunnen doen.
De doelgroep voor de afbakening wordt bekeken. Maar dat is een moeilijke oefening. Er zijn heel veel raakvlakken met andere beleidsdomeinen, maar dat betekent niet dat we de oefening niet moeten doen. Als het te complex zou worden, moeten we een andere beslissing nemen.
De vraag naar input wordt een van de komende dagen gesteld. Ze is nog niet gesteld, maar dat zal maximum binnen de twee weken expliciet gebeuren. Het zijn de mensen op het terrein die het meeste weten. Vaak gaat het over heel praktische problemen.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. We kijken uit naar het plan van aanpak en ook, voorzitter, naar de terugkoppeling in deze commissie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.