Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik heb een vraag opgesteld over het droppen van energieklanten. De meesten weten wellicht dat onze energiefactuur bestaat uit drie grote componenten: de energieprijs, de nettarieven en de heffingen. Het nettarief wordt door de energieleverancier gefactureerd, maar het betreft diensten van de netbeheerder. De netbeheerder gaat dus ook met dat bedrag lopen. Ook de diverse heffingen op de energiefactuur worden gefactureerd door de energieleverancier die de energiebijdrage, de federale bijdrage en de toeslag voor beschermde klanten doorstuurt naar de overheid. De marge voor de energieleverancier zit dus in de prijs van elektriciteit en aardgas, want die kan de leverancier vrij bepalen.
Minister, onlangs werden wij op de hoogte gebracht van een toch wel bijzondere praktijk bij klanten met een terugdraaiende teller, vooral mensen die beschikken over zonnepanelen, prosumenten. Zij hebben geen of heel weinig verbruik. De component ‘energieprijs’ is bijgevolg heel laag, ze betalen daarvoor zo goed als niets. Ze betalen wel een nettarief aan de distributienetbeheerder en ze betalen ook de heffingen die worden doorgestort aan de federale overheid. Door de terugdraaiende teller en door de heel lage energieprijs, levert dit de energieleverancier weinig tot niets op. We hebben vernomen dat bepaalde leveranciers daardoor geen energiecontract afsluiten met een energieklant of dat ze zelfs overgaan tot het verbreken van het energiecontract omdat het zo goed als niets opbrengt.
Ik had u dan ook graag volgende vragen gesteld. Bent u op de hoogte van deze praktijken? Wat is uw visie op deze manier van werken? Zult u concrete stappen zetten naar aanleiding van deze berichtgeving?
Minister Turtelboom heeft het woord.
Voorzitter, mevrouw Taeldeman, er zijn ons geen gevallen bekend van elektriciteitsklanten die wegens het beschikken over een decentrale productie, zonnepanelen, een nulverbruik hebben en om die reden door hun elektriciteitsleverancier gedropt zijn. De federale Ombudsdienst voor Energie noch de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) hebben hierover klachten of meldingen ontvangen.
Natuurlijk werd in het verleden wel een bepaald, zij het beperkt, aantal prosumenten, klanten van zonnepanelen, gedropt, maar het is absoluut niet duidelijk dat dit wegens een nulverbruik zou zijn. Een drop kan trouwens teruggedraaid worden, bijvoorbeeld als de klant een openstaande factuur betaalt. Ook kan een drop stopgezet worden als de klant in kwestie een andere elektriciteitsleverancier vindt binnen de acht dagen.
Het is een aandachtspunt dat in tijden van hevige concurrentie tussen de elektriciteits- en aardgasleveranciers, het marktmodel onder druk komt dat de energieleveranciers belast met de inning van zowel de facturen van de transmissiefacturen voor elektriciteit en de transportfacturen voor aardgas, als voor de distributienetfacturen, alsook voor de heffingen, zonder hiervoor enige vergoeding te ontvangen en daarbij het betalingsrisico dragend ingeval de energieklant de factuur niet betaalt. Vanuit dat puur economisch oogpunt is het logisch dat deze klanten, die de leveranciers objectief gezien meer kosten dan opbrengen, voor de leverancier niet meer als aantrekkelijke klanten worden gezien.
Reeds op dit moment kan een elektriciteitsleverancier een huishoudelijke klant enkel weigeren in een heel beperkt aantal gevallen: de leverancier beperkt zich tot een geografisch omlijnde afzetmarkt; de afnemer is aangesloten op een distributienetgebied waar de leverancier nog niet levert; de leverancier levert alleen aan bepaalde segmenten van afnemers; de leverancier is actief als coöperatieve vennootschap en levert alleen aan vennoten; de huishoudelijke afnemer, of één van diens op hetzelfde adres gedomicilieerde gezinsleden, heeft nog openstaande schulden bij de leverancier.
Maar ik wens af te sluiten met nogmaals te beklemtonen dat bij mijn administratie en op mijn kabinet geen gevallen bekend zijn van klanten die gedropt werden wegens het beschikken over een vorm van decentrale productie. Als u of iemand anders wel gevallen kent, dat hoor ik dat natuurlijk heel graag, want misschien heeft dit ons nog niet bereikt via de officiële weg.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik zal een paar concrete gevallen overmaken aan uw kabinetsmedewerker, de heer De Smet. Zo zult u zien dat het wel degelijk gebeurt.
U geeft aan dat het puur vanuit het oogpunt van economische rentabiliteit zo is dat mensen met een decentrale productie niet zo interessant meer zijn voor energieleveranciers omdat er zo goed als geen energieprijs wordt aangerekend. De energieleverancier is wel verantwoordelijk voor het innen van het nettarief en van de heffingen en moet die twee componenten van de energiefactuur puur doorstorten naar de distributienetbeheerder en naar de federale overheid. Vanuit het oogpunt van rentabiliteit zijn degenen met een decentrale productie niet zulke interessante klanten. Toch moeten we er absoluut op blijven inzetten, zeker rekening houdend met het feit dat wie nu een nieuwbouwwoning plaatst, sowieso verplicht wordt om een aandeel hernieuwbare energie te hebben.
In ieder geval gaat het in de toekomst richting van de decentrale productie, we moeten daar zeker rekening mee houden. Ik zal de concrete gevallen bezorgen aan uw kabinet, minister.
Minister Turtelboom heeft het woord.
Het is goed om dat te weten want er zijn soms gevallen bekend waarin nog geen officiële klacht is neergelegd. Wanneer we zien dat dit probleem zich vaker voordoet, moeten we dat zeker opvolgen, vooral omdat er meer decentrale productie komt. We moeten daarbij nagaan of we eventueel wetgevend moeten bijsturen.
Minister, sommige leveranciers die nieuwe klanten contacteren, huis aan huis of telefonisch, polsen op voorhand of die potentiële klanten beschikken over een decentrale productie-eenheid. Zij zijn in dat geval terughoudender om met die mensen een energiecontract te sluiten.
U beklemtoont zelf dat we steeds meer de richting uitgaan van decentrale productie. Dat is een techniek waar we voorzichtig mee moeten zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.