Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
We gaan van Zuid-Afrika over EFSI en TTIP naar Baskenland. Alsof dit geen razend interessante commissie zou zijn.
De heer Verstreken heeft het woord.
Absoluut, een heel mooie regio, voorzitter, wegens de natuur, cultuur, gastronomie enzovoort. Het is absoluut een mooie regio. Voor wie er nog niet is geweest, kan ik ze alleen maar aanbevelen.
Vanuit het principe ‘in foro interno, in foro externo’ voert Vlaanderen voor al zijn bevoegdheden een buitenlands beleid waarbij het ook gebruikmaakt van bilaterale verdragen met andere staten en deelstaten. Op maandag 1 juni hebben Vlaanderen en de autonome Spaanse regio Baskenland een memorandum van overeenstemming getekend. In dit memorandum, dat zowel door uzelf als uw Baskische ambtgenoot werd ondertekend, worden een aantal afspraken geregeld in verband met samenwerking op het vlak van beroepsopleiding, arbeidsmarkt en milieu. Deze intentieverklaring met het Baskenland vormt blijkbaar het begin voor meer en intensere samenwerking.
Minister-president, op grond van welke criteria koos u voor deze samenwerking met de autonome Spaanse regio Baskenland? Is er een bepaalde meerwaarde voor deze keuze vanuit Vlaanderen? Kunt u meer toelichting geven bij de inhoud van het memorandum? Wat houdt het concreet in? Er werd ook meegedeeld dat dit memorandum de opstap is naar toekomstige samenwerking met het Baskenland. Zijn hiervoor al de nodige initiatieven genomen? Over welke domeinen gaat het? Met welke landen of regio’s hebben we tot op heden een gelijkaardige samenwerking? Zijn er eventueel nog gelijkaardige plannen voor andere regio’s in de wereld, in Europa, of met al dan niet andere Spaanse regio’s?
De heer Van Esbroeck heeft het woord.
Naar aanleiding van de ondertekening van dit memorandum had ik ook al een schriftelijke vraag ingediend. Aangezien ze nu toch hier in behandeling is, heb ik daar geen enkel probleem mee. Ik voel het in ieder geval aan als een erg positief gegeven. Ik denk dat een samenwerking tussen de regio’s binnen Europa een zeer belangrijke doelstelling is of moet zijn voor onze Vlaamse Regering.
Ik had ook graag een beetje meer duiding rond dit memorandum. Wat zit er nog in de pijplijn? Zijn er eventueel al andere initiatieven op til met andere regio’s waarnaar we kunnen uitkijken?
De heer De Croo heeft het woord.
Elke regio heeft een aparte bevoegdheidsschaal in dat immens comité. Welke moeilijkheid hebt u ondervonden omdat onze regio meer bevoegdheden heeft dan de autonome regio van Baskenland? Vormt dat een beperking bij de onderhandeling over of de concretisering van deze samenwerking?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Wat de samenwerking met Baskenland betreft, is er eigenlijk al een heel lange traditie. Ze is begonnen onder minister-president Luc Van den Brande in 1998. Hij heeft toen alleen al zes keer bilaterale contacten gehad, Wivina Demeester ook tweemaal in 1998. Ikzelf heb in 2006 vier keer contact gehad, Kris Peeters in 2008, en nu heb ikzelf opnieuw contacten. Er zijn dus al heel wat contacten geweest. In Vlaanderen is er een traditie van goede samenwerking met deelstaten met wetgevende bevoegdheden. Baskenland is er daarvan een. Voor het overige zijn er ook gelijklopende zaken: alle twee deelstaat in een multinationaal koninkrijk, lidstaten van de Europese Unie, sociaal-economische vergelijkingen, sterke internationale positioneringen van de diverse deelstaten.
Onze regering heeft de intentie om intens samen te werken met een aantal deelstaten met wetgevende bevoegdheid, maar ook met een aantal andere landen. Hier hebben we nu een samenwerkingsovereenkomst ondertekend die slaat op innovatie, beroepsopleiding, arbeidsmarkt, milieu, gezondheid en culturele en creatieve sectoren. Ze staan allemaal online. Het is natuurlijk een opstap om de zaken concreet in te vullen. Begin juli is er al een eerste overleg op ambtelijk niveau om na te gaan hoe we inhoud kunnen geven aan die intenties. Het is gemakkelijk om een overeenkomst te ondertekenen, maar er vervolgens niets meer mee te doen. Ik ben maandag naar Luxemburg geweest, ik heb daar vastgesteld dat door Patrick Dewael nog een verdrag gesloten is met het Groothertogdom, maar dat er tot nu toe nauwelijks iets mee gedaan is. Ook daarvoor hebben we afgesproken om na te gaan hoe we met de Luxemburgers bepaalde afspraken kunnen maken. Voor de haven van Antwerpen bijvoorbeeld heb ik twee opties geopend. Je moet altijd proberen concrete invulling te geven.
Op de vraag naar gelijkaardige samenwerking, collega Verstreken, kan ik nu niet antwoorden, maar ik zal de lijst laten opmaken en aan de voorzitter bezorgen om ze te laten verspreiden.
Er zijn zoveel samenwerkingsverbanden. We zullen dat aan elk beleidsdomein moeten vragen. Zo heeft minister Weyts vorige week nog een ‘memorandum of understanding’ ondertekend met de minister van Buitenlandse Zaken van Bolivië. Er zijn op diverse beleidsdomeinen tal van intentieverklaringen en memoranda. Helaas is die lijst niet bijgehouden. Ik heb gevraagd om die lijst in de mate van het mogelijke helemaal op te stellen en te bezorgen. Voorzitter, ik kan daar nu in dit bestek helaas niet op antwoorden.
Om terug te komen op uw laatste vraag: u weet dat wij een actief buurlandenbeleid voeren. Zeker met de omringende Länder en departementen: Noordrijn-Westfalen en het noorden van Frankrijk. Het is zeer belangrijk dat we daar samenwerken in het kader van de IJzeren Rijn en evenzeer van de Seine-Scheldeverbinding.
Mijnheer De Croo, de twee opvallendste verschillen zijn de fiscale autonomie en de buitenlandse bevoegdheid. Baskenland heeft een omgekeerd fiscaal systeem, waarbij zij de belastbare basis bepalen en de belastingen heffen, om dan een deel door te storten naar het koninkrijk. Wij werken omgekeerd, met opcentiemen op de belastingsstaat. Wij hebben veel meer buitenlandse bevoegdheid. Je kunt nog in detail gaan op politioneel vlak en dergelijke, maar dat zijn in essentie de twee belangrijkste verschillen.
De heer Verstreken heeft het woord.
Minister-president, dank u. Zijn er nog geen andere intenties om ook met andere Spaanse regio’s te werken: Catalonië, Andalusië?
We hebben een samenwerkingsverband met Catalonië.
Kunnen er nog bijkomen? Ik zal u zeggen vanwaar mijn interesse komt. Ik ben toevallig voorzitter van de Interparlementaire Unie, sectie Spanje.
Met Catalonië en Baskenland zijn er historisch al heel lang contacten.
Mijnheer Verstreken, dacht u aan Marbella? (Gelach)
Minister-president, ik onthoud van uw zeer interessante antwoord dat u een lijst zult maken van de bestaande regionale samenwerkingsakkoorden. Het zou bijzonder interessant zijn indien u ons die lijst zou kunnen bezorgen omdat dat een heel mooi beeld zou kunnen geven van waar we mee bezig zijn, en wat al dan niet een meerwaarde heeft. Dat is een heel interessante oefening. (Opmerkingen van minister-president Geert Bourgeois)
Binnen een paar maanden is voor mij ook goed. Het zou een heel mooi beeld geven van waaraan we hier in deze commissie, samen met de regering uiteraard, zouden kunnen werken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.