Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over het uitblijven van een akkoord in de Nationale Klimaatcommissie
Verslag
Mevrouw Lieten heeft het woord.
Minister, er wordt al lang onderhandeld, zelfs al in de vorige legislatuur, tussen de federale overheid en de gewesten over de verdeling van de inspanningen die noodzakelijk zijn om ons aandeel in de reductie van de broeikasgassenuitstoot te verdelen, de maatregelen te verdelen, en ook de veilingopbrengsten van de emissiehandel te verdelen. We zijn nu ongeveer een jaar na de verkiezingen. Ik heb het gevoel dat die onderhandelingen verder van een positief resultaat af staan dan ooit. Nochtans is de ‘sense of urgency’ enorm. Maar dat hoef ik u niet te vertellen, want ik weet dat u daar ook van overtuigd bent. De Europese Commissie heeft in oktober 2014 haar nieuw klimaat- en energiepakket voor 2030 voorgesteld. Tot onze scha en schande moeten wij hier in België nog altijd het pakket 2020 verdelen.
Het is echt wel zeer problematisch om een slagkrachtig klimaatbeleid te voeren. Wij – en daarmee bedoel ik België en Vlaanderen – zitten vandaag niet op schema om onze engagementen te kunnen waarmaken. Het uitblijven van een akkoord zorgt er ook voor dat de veilingopbrengsten geblokkeerd blijven en dat u die middelen niet kunt inzetten om interne maatregelen te financieren die die reductie zouden kunnen bespoedigen. België heeft zich geëngageerd om een bijdrage te leveren aan de zogenaamde faststartfinanciering van het Green Climate-fonds van de Verenigde Naties. Dat moet de ontwikkelingslanden helpen om het hoofd te bieden aan de klimaatverandering, maar als de gesprekken niet tot een onderhandeld akkoord leiden, ligt het allemaal stil.
Het zijn niet alleen dit parlement en deze commissie, en de natuur- en andere specialisten, die daarvan wakker liggen, maar blijkbaar ook de inwoners in België en Vlaanderen. De FOD Volksgezondheid voerde onlangs een enquête over de klimaatproblematiek. Daaruit blijkt dat 70 procent van de respondenten bezorgd tot heel bezorgd is over de klimaatproblematiek.
Minister, ik weet dat u ook maar een speler bent in dit spel, en dat iedereen een inspanning moet leveren om tot een compromis te komen, maar niettemin wil ik u opnieuw vragen wat de stand van zaken is van de lopende besprekingen in de Nationale Klimaatcommissie. Hoe ziet u die onderhandelingen verder verlopen? Als daar geen resultaat wordt bereikt of de resultaten blijven uit, hoe gaat u dan toch proberen om de zaak te forceren en iedereen bij de les te krijgen, om toch te komen tot een akkoord? U hebt instrumenten, onder andere de agendering op het Overlegcomité, om toch tot een politiek akkoord te kunnen komen. Met aan Vlaamse en aan Belgische kant dezelfde politieke partijen moet dat toch mogelijk zijn, als iedereen in zijn eigen partij die prioriteit naar voren schuift? En dan bedoel ik de meerderheidspartijen die het hier voor het zeggen hebben. In welke mate gaat u die politieke forcing en versnelling doorvoeren? Wat is daar uw intentie? Hoe ziet u het zelf om die klimaatdoelstellingen maximaal te kunnen verwezenlijken?
Minister, u zult mij antwoorden dat er een klimaatbeleidsplan is. Dat weet ik allemaal ook wel. We hebben er samen in de vorige regering aan gewerkt. Maar er moeten middelen zijn om al die klimaatdoelstellingen te kunnen realiseren. Die middelen moeten het de verschillende ministers mogelijk maken om op hun terrein de maatregelen te kunnen uitvoeren en een versnelling hoger te gaan. Minister, wat is uw tactiek? Hoe denkt u die zaak politiek te kunnen forceren? De voorbije jaren hebben wij jammer genoeg geen versnelling gezien bij het bereiken van een resultaat aan de onderhandelingstafel.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, zolang u minister bent en ik parlementslid, debatteren we over dit thema, over dit specifieke dossier van de intra-Belgische verdeling en het uitblijven van een akkoord in het kader van de Nationale Klimaatcommissie. We hebben ook al oeverloze discussies gehad over het al dan niet halen van de doelstellingen. Nog niet zo lang geleden was er de prognose in het economisch rapport van de Europese Commissie. Daaruit bleek, op basis van wat nu in de steigers staat, ook van uw Klimaatbeleidsplan 2013-2020, dat we het absoluut niet zullen halen. We zullen onze doelstellingen tegen 2020 ook niet halen, blijkt uit het laatste rapport van het Federaal Planbureau. Hoewel daar een andere methodologie werd toegepast, gaat dat rapport ook uit van een kloof tegen 2020. Vooral de laatste jaren zouden we nog altijd te veel broeikasgassen uitstoten.
Minister, alle knipperlichten staan op rood. Maatregelen om onze doelstellingen wel te halen, zijn wel degelijk bekend. Maar het ontbreekt aan de juiste middelen. U hebt in het Vlaams Klimaatfonds maar heel beperkte middelen: die fameuze 36 miljoen euro, die ondertussen natuurlijk grotendeels is gespendeerd. Dat is al enkele jaren hetzelfde bedrag omdat u, door het uitblijven van het akkoord over de intra-Belgische verdeling, de middelen uit de veiling van de emissierechten voor de Europese industrie niet ontvangt. Dat gaat over heel veel geld.
Minister, op de laatste Nationale Klimaatcommissie is er geen akkoord uit de bus gekomen. Mijn rustige vraag is: welke timing werd binnen de Nationale Klimaatcommissie op 18 mei 2015 afgesproken om tot een akkoord te komen?
Is er toch een soort deadline? Zijn de partners toch een of andere streefdatum overeengekomen? Of ligt alles nog volledig open?
Welke knelpunten liggen nu nog op tafel? Afgelopen jaren heb ik natuurlijk links of rechts wel eens gehoord wat de concrete cijfers waren, de doelstellingen, de middelen en de verdeling ervan. Wat op tafel lag, lag eigenlijk niet zo ver uit elkaar. Een procent meer of minder op dat grote bedrag van de klimaatmiddelen uit de emissierechten, gaat sowieso over veel geld, maar al bij al ligt het allemaal toch niet zo ver uit elkaar. Ik zou graag willen weten welke knelpunten vandaag nog op tafel liggen. Wat is het meningsverschil tussen u en de andere partners in dit debat?
Bestaat de mogelijkheid om eerst tot een deelakkoord te komen? Het grote probleem is dat het hele klimaatverhaal zowat samengevat zit in de intra-Belgische verdeelsleutel waarover overeengekomen moet worden. Zoals mevrouw Lieten al zei, is de klimaatfinanciering een internationaal engagement. We komen dat engagement niet na doordat alles aan elkaar vasthangt. Het is misschien een optie om ten minste een deel uit het debat te halen en een deelakkoord te sluiten, bijvoorbeeld over de internationale klimaatfinanciering. Ik kreeg graag uw mening daarover. Of zegt u dat we het laten zoals het is, dat alles aan elkaar vasthangt?
Hoeveel bedraagt vandaag de Belgische opbrengst van de veiling van emissierechten, de fameuze klimaatmiddelen die geblokkeerd staan op een rekening van de Nationale Bank? Ik hoop dat u er een zicht op hebt. Volgens de laatste informatie die ik heb gelezen in een document van het Rekenhof, ging het over een goede 200 miljoen euro. Ik veronderstel dat daar nog wat geld bij is gekomen. Over hoeveel middelen zou het vandaag gaan?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, dames en heren, het klopt dat een akkoord uitblijft. Dat is uiteraard jammer, maar we zijn met verschillende partijen en we moeten proberen om tot een akkoord te komen. Dit is ook op het Overlegcomité geweest. Daar is beslist dat de Nationale Klimaatcommissie de onderhandelingswerkzaamheden onverwijld moest voortzetten wat betreft de verdeling van de energieklimaatpakketten 2013-2020.
De Nationale Klimaatcommissie heeft dan een stand van zaken opgemaakt. Op dit moment is het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest voorzitter van de Nationale Klimaatcommissie. Er is gevraagd in het Overlegcomité dat er een ontwerp van politiek akkoord zou worden opgemaakt dat in de Nationale Klimaatcommissie zou worden besproken. De Nationale Klimaatcommissie staat in voor de goedkeuring van de Belgische rapporteringen inzake klimaat en het overlegorgaan tussen de verschillende actoren.
Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest heeft tot op heden geen voorstel op tafel gelegd. Voor alle duidelijkheid: dat is wat betreft de werking van de Nationale Klimaatcommissie. U weet dat in het kader van de zesde staatshervorming ook gevraagd is dat de Nationale Klimaatcommissie haar takenpakket nog wat zou uitbreiden. Dat is nog niet gebeurd, maar dat komt doordat wij op dit moment volop werken aan een akkoord over de klimaatinspanningen.
Op 30 april heeft het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest een eigen voorstel van politiek akkoord overgemaakt aan de verschillende entiteiten. Het is de eerste keer besproken op 18 mei. We hebben daar vanuit het Vlaamse Gewest, samen met Wallonië, de noodzaak nogmaals op tafel gelegd en aangedrongen op een snel akkoord. We willen op een efficiëntere en snellere manier werken. Er moet dus meer samengekomen worden. De precieze timing van het proces is in handen van Brussel en er werd op 18 mei geen concrete afspraak over gemaakt.
In de lijn van de opdracht die het Overlegcomité gegeven heeft, moeten de onderhandelingen focussen op de verdeling van de doelstellingen van het energieklimaatpakket, met name de Belgische verbintenis inzake reductie van broeikasgas, de uitstoot in de sectoren buiten het emissiehandelssysteem en natuurlijk ook de hernieuwbare energie.
De andere deelonderwerpen, met name de verdeling van de Belgische veilingopbrengsten en de Belgische bijdrage voor de internationale klimaatfinanciering, kunnen vervolgens in het Overlegcomité behandeld worden. Want natuurlijk zullen ook die beslecht moeten worden.
Ik heb het hier al een paar keer gezegd: het onderhandelen over een algemeen akkoord is een delicate oefening waarbij evenwichten moeten worden gezocht tussen enerzijds de doelstellingen die door de verschillende entiteiten geleverd worden en anderzijds de veilingopbrengsten, die ook aan de verschillende overheden moeten worden toegekend. Het is noodzakelijk om snel tot een evenwichtig akkoord te komen dat voor elke partij ambitieus is, maar tegelijkertijd ook haalbaar.
Voor de verschillende deelaspecten werden reeds tal van opties onderzocht. Vooral de doelstelling inzake hernieuwbare energie blijkt nog heel complex te zijn. Zoals u aangeeft, ligt momenteel op tafel dat de federale overheid doelstellingen zou opnemen voor offshore windenergie en voor hernieuwbare energie in de transportsector. Voor meer concrete informatie over deze deeldoelstelling verwijs ik u graag door naar mijn collega bevoegd voor Energie.
U weet dat we ondertussen ook het Vlaams Klimaatbeleidsplan hebben en interne maatregelen treffen. We hebben dus niet gewacht op het akkoord. Maar nogmaals: we willen natuurlijk dat er snel een akkoord komt.
De veilingopbrengsten bedragen tot nu 247 miljoen euro. Ik kan u ook meedelen dat aangezien er geen concrete verdere timing is van de Nationale Klimaatcommissie en dat dit nog niet door de voorzitter in die zin is aangepakt, er ondertussen wel al bilaterale contacten gelegd zijn om op die manier te bekijken hoe we tot een akkoord kunnen komen. Wat mij betreft komt er het liefst zo snel mogelijk een goed akkoord. Het moet natuurlijk een evenwichtig akkoord zijn waarbij iedereen evenveel inspanningen doet wat betreft het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen en uiteraard ook wat betreft de hernieuwbare energie. Voor mij is het belangrijk dat iedereen op dit vlak voldoende inspanningen levert en dat we op een evenwichtige manier tot een akkoord komen.
Dat is de stand van zaken. Het zou niet wijs zijn om in detail alle voorstellen die op tafel liggen, mee te delen. Het is de slechtste manier om het dossier nog meer te verdrinken en te zorgen dat er nooit een akkoord komt. Op die vragen zal ik niet antwoorden in het belang van het hopelijk snel bereiken van een akkoord.
Mevrouw Lieten heeft het woord.
Minister, ik begrijp dat u ons niet van alle voorstellen op de hoogte wilt brengen. Ik begrijp dat u de collegialiteit wilt bewaren en zo snel mogelijk de onderhandelingen tot een goed einde wilt brengen.
Minister, ik zal dan misschien in uw plaats veronderstellen dat het probleem van vandaag nog altijd hetzelfde is als in de vorige regering. Toen hadden we ook altijd discussie over de verdeling en het aandeel van Vlaanderen. De collega’s van de N-VA vonden meestal dat Vlaanderen een kleiner aandeel van de inspanningen voor zijn rekening moest nemen, waardoor het voor u moeilijk is om tot een akkoord te komen. Ik ga ervan uit dat de situatie vandaag comfortabeler is en vooral voor de collega’s van de N-VA. Zij doen nu immers hun best om even goede Belgen als Vlamingen te zijn en ze zijn op de twee niveaus vertegenwoordigd. Ik zou dus durven te suggereren dat als de N-VA-collega’s van het Vlaams Parlement en van deze commissie met hun collega’s van het federale parlement de handen in elkaar slaan, het mogelijk moet zijn om de minister een betere onderhandelingspositie te geven en om snel tot een akkoord te kunnen komen. Dat zou natuurlijk echt een positieve bijdrage zijn voor de leefkwaliteit in Vlaanderen omdat we dan eindelijk ophouden met de hete aardappel door te schuiven naar elkaar en eindelijk dat geld vrijmaken om te investeren in preventieve en curatieve maatregelen om de leefkwaliteit in Vlaanderen te verbeteren.
Minister, ik doe dus deze keer geen oproep aan u, maar wel aan de N-VA-collega’s in deze commissie.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, de slotconclusie is dat we nauwelijks een stap verder zijn dan zes jaar geleden. We kunnen alleen maar zeggen dat het een dramatische vaststelling is. Uiteraard is dat niet alleen uw verantwoordelijkheid. U bent een van de vier ministers die verantwoordelijk zijn, maar u bent wel een van de vier.
Uit prognoses vanuit verschillende hoek blijkt dat we de doelstelling niet halen tegen 2020. Ik heb begrepen dat de focus van de onderhandelingen eerst ligt op de verdeling van de doelstellingen, maar daarmee halen we natuurlijk de doelstellingen nog niet tegen 2020.
Intussen staat er 247 miljoen euro op de rekening bij de Nationale Bank. Laat ons zeggen dat Vlaanderen daarvan 40 of 50 procent zou kunnen gebruiken. Dat is makkelijk 100 miljoen euro die we nog altijd niet in klimaatbeleid hebben kunnen gebruiken. Dat is eigenlijk waanzinnig. Ik kan dat enkel waanzinnig noemen.
Minister, het enige wat ons rest, is u verder aanmanen om een akkoord te bereiken. Het is tijd om het klimaatbeleidsplan bij te sturen en om de doelstellingen wel te halen. Bovendien moet u zoeken naar andere manieren om middelen vrij te maken voor klimaatbeleid. We kunnen geen gebruik maken van die ongeveer 100 miljoen euro voor bijvoorbeeld het halen van internationale engagementen. Als we in de Belgische context ongeveer 50 miljoen euro per jaar willen leveren – en we hebben al een achterstand –, dan bent u verplicht om aan uw collega van Begroting geld te vragen om het internationaal engagement na te komen. Dat is de enige mogelijke conclusie op budgettair vlak.
Minister, ik veronderstel dat het niet de laatste keer is dat we deze vraag hier zullen stellen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.