Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vraag om uitleg over de positie van het World Anti-Doping Agency (WADA) inzake de inkanteling van de Nationale Antidopingorganisatie Vlaanderen (NADO) in Sport Vlaanderen
Verslag
De heer Caron heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik heb op 29 januari de thematiek in deze commissie aangekaart. Collega Bajart heeft dat naderhand ook nog eens gedaan, en straks doet collega Poschet dat ook. Ik ben dus niet de enige.
Ik nam eerst de WADA-code (World Anti-Doping Agency) ter hand. Punt 20.5 van die code handelt over de taken en verantwoordelijkheden van de nationale antidopingorganisaties. Punt 20.5.1 bepaalt dat die organisaties onafhankelijk moeten zijn in hun operationele beslissingen en activiteiten. Punt 22.6 bepaalt dat elke overheid de autonomie van een nationale antidopingorganisatie in haar land moet respecteren en zich niet mag mengen in de operationele beslissingen en activiteiten. Dit moeten naar mijn mening – wie ben ik, maar de Nationale Antidopingorganisatie Vlaanderen (NADO) zegt het – de toetsstenen zijn bij het afwegen waar onze NADO na de hervorming van het departement, wat ondertussen grotendeels is gebeurd, wordt ingekanteld.
Ik gaf toen drie pistes aan: ofwel inkantelen in een departement ofwel de inkanteling in Bloso ofwel inkanteling in het departement Gezondheid. De derde mogelijkheid is niet meteen realistisch. De piste via Bloso roept misschien wel deontologische problemen op: de scheiding tussen de uitvoering van het sportbeleid – dat is Bloso – en het toezicht daarop specifiek voor het aspect doping wordt ongedaan gemaakt omdat de twee een eenheid worden.
U antwoordde dat u bij de reorganisatie het respect voor de WADA-code 2015 zult meenemen. U beloofde bij regelgevend initiatief ook advies te vragen aan de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media (SARC).
Collega Lionel Bajart stelde op 2 april een vervolgvraag. Aanleiding was de bisconceptnota van de Vlaamse Regering over de transitie van het beleidsveld sport. U beloofde toen opnieuw om het voor te leggen aan het WADA zelf.
Ik citeer u: “Omdat ik zeker wil zijn dat het WADA dit goedkeurt, heb ik het voorgelegd aan hen. Ik heb nog geen reactie gekregen van het WADA. Maar ik loop nog niet vooruit op een mogelijk negatief antwoord, want ik ben positief van geest en probeer er altijd van uit te gaan dat het een heel goed voorstel is. Ik sta er ook voor 200 procent achter.”
Ondertussen zijn reeds een aantal stappen gezet. U sprak in uw antwoord ook over een stuurgroep binnen de administratie. Ik neem aan dat die is samengekomen en advies heeft gegeven. Er is ook de werkgroep rond antidoping, waarin de belangrijkste ambtenaren van het departement zijn vertegenwoordigd. U zei ook dat u de brief aan het WADA vorige week had verstuurd – ik praat al wel over een tijdje geleden. Als ik het niet verkeerd voor heb, hebt u zelfs persoonlijk contact gehad met de top van het WADA – met de sociale media zijn er geen geheimen meer in deze wereld.
Dan kunnen we dit dossier nu afronden. Ik ben nieuwsgierig naar het antwoord op mijn drie vragen. Kreeg u al een schriftelijk antwoord van het WADA? Zo ja, wat is de inhoud daarvan? Wat zijn daar de beleidsconsequenties van? Is er een advies van de stuurgroep die het transitieproces voor sport begeleidt, in verband met de inkanteling van NADO in de sportadministratie? Welke legistieke stappen moeten er nu worden gezet? Bent u ook bereid advies te vragen aan de SARC over deze kwestie, ook als er geen decreetswijziging of nieuw uitvoeringsbesluit nodig is? Dit heb ik in het verleden nog niet aangehaald, omdat ik denk dat er in een aantal opties geen decreetswijziging nodig is, maar ik ben er niet heel zeker van. Daarom stel ik u de vraag. Het belang van de inkanteling is zo groot dat het zinvol is dat ook de SARC een advies kan geven.
De heer Poschet heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, in april spraken we in deze commissie over de inkanteling van NADO in de nieuwe administratie Sport Vlaanderen. Sport Vlaanderen is op zijn beurt de samensmelting van Bloso en het departement Sport.
De discussie was een vervolg op vragen die hierover al gesteld werden bij de bespreking van de aanpassing van het decreet rond dopingbestrijding in december en januari. Verschillende collega’s en ikzelf uitten hun bezorgdheid over de onafhankelijkheid van NADO eenmaal het in het nieuwe agentschap zou zitten. Vraag was ook of het WADA hiermee akkoord zou gaan. Het WADA eist immers een operationeel onafhankelijk nationaal antidopingagentschap. U zei dat de inkanteling louter administratief zou zijn en dat NADO Vlaanderen een afzonderlijk ondernemingsplan en een afzonderlijke begrotingslijn zou hebben. U zou dit ook aftoetsen bij het WADA. Twee weken geleden woonde u de vergadering bij van de board van het WADA.
Minister, wat is de positie van het WADA over de voorgestelde inkanteling? Neemt het WADA genoegen met de voorgestelde ‘louter administratieve’ samenvoeging?
De heer Wouters heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik sluit me graag aan bij de vraag van de collega’s. De vraagstellers hebben de context zeer correct geschetst.
We weten inderdaad dat in eerste instantie zal worden onderzocht om NADO Vlaanderen louter administratief onder te brengen bij het vernieuwde agentschap Sport met een afzonderlijk ondernemingsplan en een afzonderlijke begrotingslijn. We weten ook dat de minister die constellatie zou voorleggen aan het WADA en transparant en in overleg met het WADA de constellatie zou onderzoeken en uitklaren.
Minister, u was inderdaad recent op bezoek bij het WADA. Ik neem aan dat u tijdens uw bezoek ook hebt kunnen spreken over die constellatie en dat het WADA zijn licht heeft laten schijnen over de constellatie.
Minister, graag hadden wij ook enige toelichting gehad bij de stand van zaken. Hebben we reeds een antwoord mogen ontvangen? Wat zijn de volgende stappen?
De heer Bajart heeft het woord.
De situatie is geschetst. Ik ben geïnteresseerd in uw antwoord. We onderschrijven allemaal het belang van een duidelijke positie voor NADO. Ik hoop dat u al een antwoord hebt gekregen van WADA, minister, en dat het een duidelijk antwoord is: ofwel een duidelijk positief advies zonder kanttekeningen, ofwel een negatief advies. Want ik vrees, en dat is persoonlijk, dat als zij kanttekeningen plaatsen dat de duidelijke onafhankelijke positie van NADO niet kan worden verzekerd, dat de geloofwaardigheid aantast. Maar misschien ga ik te snel. Ik luister eerst naar wat u te zeggen hebt, minister.
Minister Muyters heeft het woord.
Mijnheer Bajart, ik zal de laatste zin eerst lezen: “We consider that the planned development follows the 2015 World Anti-Doping Code principles and requirements.” Daarmee hebt u de essentie van het antwoord al. Heel duidelijk: ja, het is in orde. Laat me de context schetsen.
Ik kan positief nieuws brengen. Ik ben effectief bij het WADA geweest. Ik was uitgenodigd voor de Foundation Board. En David Howman, de CEO, had me gevraagd voor een gesprek met hun topjurist. Op 12 mei 2015 hebben we dit gesprek effectief gehad. Het WADA vroeg mijn bevestiging over een drietal aspecten bij de docmenten die ze hadden gekregen: de budgettaire impact, de evaluatie van de directeur en de verhouding met de sportfederaties.
Wat de budgettaire impact betreft, vroegen ze effectief, mijnheer Wouters, wat een afzonderlijke begrotingslijn betekent. Ik heb uitgelegd dat ze een eigen budget hebben, autonoom, zonder conditionering aan de rest van het budget van Bloso.
Wat de evaluatie van de directeur van NADO betreft, verduidelijkte ik dat ik een redelijk aantal directeurs en administrateurs-generaal zelf moet evalueren, maar dat het hier natuurlijk gaat over een directeur van een agentschap, als je het autonoom bekijkt, van twaalf mensen. Dat is iets anders dan Fons Leroy, ik noem maar iemand, directeur van de VDAB, met vijfduizend mensen, of administrateur-generaal van Bloso Philippe Paquay, met zeshonderd mensen. Zij vroegen of de evaluatie ook zou gaan over de keuzes van de controles. Mijn antwoord was: nee, de evaluatie gaat over de persoonlijke, intellectuele, professionele en organisatorische competenties van de directeur van NADO. Het geleverde werk wordt ook bekeken, maar zonder in te gaan op de concrete inhoud van het beleid. Het moet binnen het kader zijn, maar niet meer dan dat.
De vraag van het WADA naar de mogelijke invloed van de sportfederaties was wellicht ingegeven door het feit dat in Zweden de situatie anders is dan bij ons. In het verleden heeft het WADA opmerkingen gemaakt om de invloed van de federaties op NADO te verkleinen. Maar ik denk dat u weet dat de band tussen de overheid en de federaties geen invloed heeft op het beleid van NADO. Dat heb ik dus bevestigd.
Op basis van deze informatie bevestigde het WADA toen al mondeling en intussen ook schriftelijk dat zij het eens kunnen zijn met de inkanteling. Ik ben daar ook heel blij mee. Zoals ik altijd heb gezegd, zal ik de ‘Chinese walls’ respecteren. Maar ik denk dat zij zelfs nog aan slagkracht kunnen winnen, want je creëert een schaalvoordeel en zij zullen een beroep kunnen doen op de backoffice van Bloso, binnen hun eigen beleid. Dat is een sterke zaak.
Voorzitter, als de commissie het goed vindt, geef ik meteen de hoofdlijnen van de board die we hadden bij het WADA. Een eerste punt waarover discussie was, is het budget. Het WADA had nog nooit een meerjarenbegroting gemaakt. In de vergadering in Parijs in november 2014 bleek al dat ze eenmalige inkomsten en uitgaven hadden die nergens werden weerspiegeld. Die gaven aanleiding tot de verhoging van de lidgelden met 3 procent. Ik heb toen gevraagd naar een meerjarenbegroting. Toen is dat niet bevestigd, nu duidelijk wel. Dat is duidelijk vanuit de governments, vanuit Europa en vanuit mij. Ik mag altijd het woord voeren als het over budget gaat. We hebben dat nu verkregen.
Een tweede belangrijk punt is dat we hebben verkregen dat de begroting 2016 scenario’s zal bevatten. Ik bedoel daarmee dat ze eindelijk duidelijk zullen moeten maken wat hun prioriteiten zijn. Als er geen extra geld komt, of een stijging van 3 procent, of van 5 procent, wat gaan ze dan meer of minder doen? Wat vinden ze dan zelf de essentie? Op basis daarvan kunnen wij een betere beslissing nemen. Ik ben heel blij dat die elementen worden opgenomen.
Een laatste punt was dat de sportvertegenwoordigers vroegen om de reiskosten opnieuw te laten betalen door WADA. Nu, we hebben in het verleden gezien dat, als het WADA die reiskosten betaalt, er excessen zijn. Ik moet het voorzichtig formuleren, maar als je van Brussel naar Genève vliegt, heb je bijvoorbeeld toch geen business nodig. Als je dat zelf betaalt, denk je er toch niet aan om dat te doen.
Daarom hebben wij dat in het verleden voorgesteld en hebben we vanuit Europa opnieuw bevestigd dat reiskosten laten betalen door het WADA voor ons alleen kan als we zien dat er budgettair ruimte voor is. Die drie punten zijn duidelijk naar voren gebracht, goed bevonden en ook verkregen.
Een ander belangrijk punt is dataprotectie. Ik haal altijd het voorbeeld aan van een van mijn eerste WADA-vergaderingen, toen ik zei dat privacy bij ons toch nogal belangrijk was en grondwettelijk verankerd was. Een van de gasten antwoordde toen: “Verander de Grondwet dan.” (Opmerkingen van de heer Bart Caron)
Uit dat voorbeeld blijkt het gebrek aan aanvoelen. Europa is zonder twijfel het meest verregaand in de privacyregels. Op 13 mei heeft het WADA in de Foundation Board gezegd dat er een enorme doorbraak is, om twee redenen. De transfer van data is opgelost doordat er een overeenkomst zou zijn tussen het WADA en Zwitserland, wat nodig was om een transfer van gegevens te kunnen doen, omdat die ‘protected’ moeten zijn. De tweede reden is dat het WADA, dat tot nu toe onder de lokale overheid van Canada viel, nu wordt beschouwd als vallend onder de nationale wetgeving. Die twee zouden volgens het WADA zelf een oplossing bieden in de bezorgdheid over de privacy. Ik heb de details niet gezien, maar dat was belangrijk nieuws.
Bij het WADA maakte men zich grote zorgen. Er is een nieuwe EU-regelgeving rond het verzamelen en verwerken van gegevens. Ze maakten zich daarover zorgen. Dat is een ‘ongoing process’. Ik ga daar nu nog niet te diep op in.
Dan is er ook nog de Compliance Code 2015. Een aantal landen waren nog helemaal niet compliant. In Europa zijn alle landen het wel: ofwel compliant, zoals wij, ofwel in progress. Geen enkel land was nog niet gestart. Je kunt die mensen heel moeilijk duidelijk maken dat parlementaire processen soms wat tijd vragen. Frankrijk is nog in progress, terwijl het land vertegenwoordigd is in de Executive Board. Het hangt er dus ook van af hoe het parlement daar op een bepaald moment tegenover staat. Wij zijn in orde, we zijn compliant. De Duitstalige Gemeenschap en de Franse Gemeenschap zijn nog in progress. Er is uitdrukkelijk gezegd dat ze tegen september bij de Executive Board en tegen november bij de Foundation Board in orde zouden moeten zijn.
Dat zijn de drie thema’s. Zo hebt u ook wat zicht op wat er is gebeurd in het WADA. Ik denk dat het nuttig was erbij te zijn.
Om de transitie Sport goed voor te bereiden en in goede banen te leiden, worden momenteel een aantal algemene en inhoudelijke werkgroepen opgestart. Een van de inhoudelijke werkgroepen is de werkgroep NADO Vlaanderen. Die werkgroep kreeg de specifieke opdracht om in de komende maanden de nodige voorbereidingen te treffen om de autonome operationaliteit van NADO binnen Bloso in praktijk te kunnen brengen en te garanderen, met de contouren die we aan het WADA hebben meegedeeld. De taak van de stuurgroep bestaat erin om samen met het transitieteam de werkzaamheden verder te volgen en waar nodig knopen door te hakken.
We moeten het decreet van 7 mei 2004 aanpassen als we de inkanteling willen doen. De opdrachten van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid dienen decretaal te worden bepaald. Een van de opdrachten zal het uitvoeren van het antidopingbeleid zijn. De operationele autonomie die NADO Vlaanderen binnen het agentschap zal genieten en de afzonderlijke budgetlijn zullen we ook decretaal vastleggen. Dat is de beste garantie voor jullie vragen. Aangezien het een decreetswijziging betreft, krijgen jullie alle kansen om jullie daarover uit te spreken. Aangezien het een ontwerp van decreet betreft, zal ik de Sportraad uiteraard om advies vragen.
De heer Caron heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw duidelijk antwoord. Zouden de geïnteresseerde leden een kopie kunnen krijgen van de brief aan het WADA? We zullen die niet zomaar verspreiden.
Ik wil niet negatiever of positiever doen dan nodig in dit dossier. U begrijpt dat ook. Als het WADA zegt dat het goed is, wie ben ik dan om te zeggen dat het niet goed is? Ik leg mij daar dus bij neer. Maar, minister, weet NADO dat Bloso heel veel jonge topsporters in dienst heeft? U zegt dat de afstand tussen NADO en de federaties groot genoeg moet zijn. Er mag geen inmenging zijn in het beleid, in de keuze van wie wordt gecontroleerd en wanneer. Maar bij ons zijn er natuurlijk wel topsporters die potentieel kunnen worden betrapt – als ik het zo mag zeggen – en op dezelfde lijst staan als de controlediensten. Is daarover overleg gepleegd met het WADA?
De heer Poschet heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Wij zijn er tevreden mee en kijken alvast uit naar het decreet, waarbij we dan onze inbreng kunnen doen.
Minister Muyters heeft het woord.
Ik heb geen enkel probleem om de brief voor te leggen. Er staat in dat het een constructief gesprek was. Ze gaan voor 100 procent akkoord. Ik zal die brief nu laten kopiëren en ronddelen.
Ik speel nooit verstoppertje in zulke gesprekken. Dat is kortetermijnvisie. Ik maak deel uit van de board van het WADA. Ik heb daar een voorbeeldfunctie, en ik heb uiteraard gesproken met de heren van de juridische dienst. Ik heb hun nog eens bevestigd dat we die contracten hebben, maar dat de directeur van NADO niets met die contracten heeft te maken, en dat de positie van de gedelegeerd bestuurder van Bloso geen invloed heeft op wie waar gaat inspecteren. Ik zal dat nooit toelaten, en dat is heel uitdrukkelijk gezegd.
Een entiteit van twaalf man op zich laten bestaan, is nefast voor de werking in de toekomst. Het inschakelen van mensen met kennis van zaken zonder inmenging in de inspectie, is de beste zaak voor iedereen.
Minister, ik heb een grenzeloos vertrouwen in u, maar na u komen er anderen. Er moeten genoeg harde garanties zijn opdat de voorwaarden en regels die u zelf aanhaalt, bewaard zouden blijven. In de decretale aanpassing en de memorie van toelichting daarbij moeten een aantal van die kapstokken heel goed zichtbaar zijn.
Ik pleit er ook niet voor om een unit van twaalf medewerkers een apart agentschap of wat ook te laten zijn. Dat had theoretisch kunnen worden opgelost door het in te kantelen in het departement. Minister, ik begrijp dat u dat liever niet hebt en dat het misschien beter is voor de logistieke ondersteuning, voor de verstandhouding enzovoort om dat toch iets dichter bij uw sportadministratie te zetten.
De rest moet passen in de decretale regeling. Van die gelegenheid zou ik gebruikmaken, al is het in een memorie, om een aantal van die principes daar te verankeren. Iedereen zal dan blij zijn met de voorbeeldrol en de bijna vlekkeloze reputatie van Vlaanderen. Zeker de laatste jaren werkt dat uitstekend, en dat moeten we ook kunnen behouden. Dat is de essentie.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.